4
juli
2021
Y-Towers Amsterdam Professionele tegenspraak
Paleis Het Loo
II? CEMENT 4 2021
GROUP
Cement is een kennisplatform van
én voor constructeurs.
Het platform
legt kennis vast over construeren met be-
ton en verspreidt deze onder vakgenoten.
Om deze kennisdeling te ondersteunen
en het belang ervan te onderstrepen, kan
een bedrijf partner worden. Een partner
geniet een aantal aantrekkelijke voorde-
len, zoals zichtbaarheid, flinke korting op
lidmaatschappen, gratis plaatsing van
vacatures en de mogelijkheid mee te
praten over de inhoud van het platform.
Heb je ook interesse om partner te wor-
den, neem dan contact op met Marjolein
Heijmans, m.heijmans@aeneas.nl.
Onze
partners
CEMENTONLINE
Meer informatie over deze bedrijven en over het partner schap staat op
www.cementonline.nl/partners.
Cement wordt mede mogelijk gemaakt door:
partners
CEMENT 4 2021 ?1
2? CEMENT 4 2021
26 Deel 1: Bouwkuip met verschillende
technieken
31 Deel 2: Staalvezelversterkte
onderwaterbetonvloer
34 Deel 3: CSM-bouwkuipwanden
38 Deel 4: Jetgroutwanden
41 Deel 5: Hardgelbouwkuip
43 Deel 6: Funderingsversterkende
injecties
45 Deel 7: Opvangconstructies en
vijzelwerk
48 De kunst van het
tegenspreken
Professionele tegenspraak in het
belang van constructieve veiligheid.
Artikelen
5 Van galgenveld naar hippe
woonwijk
Constructief ontwerp van de
Y-Towers in Amsterdam.
18 Paal-plaatfundering met
zettingsremmers
Biesbosch 225: Trekankers in
bouwfase fungeren als 'zettings-
remmer' in eindsituatie.
25 Paleis Het Loo
Over de ondergrondse uitbreiding
van Paleis Het Loo, technisch een
zeer uitdagende opgave.
5 48
Foto voorpagina:?Uitbreiding Paleis Het Loo, foto: Koen Mol Fotografie i.o.v. WSP
COLOFON
Cement, vakblad over betonconstructies, is hét
vakblad van en voor constructeurs en verschijnt
8 keer per jaar. Het vakblad is een onderdeel
van het kennisplatform Cement, een uitgave
van Aeneas Media bv in opdracht van het
Cement&BetonCentrum.
Uitgave Aeneas Media bv, Veemarktkade 8,
Ruimte 4121, 5222 AE 's-Hertogenbosch
T 073 205 10 10, www.aeneas.nl
Redactie dr.ir. Dick Hordijk (hoofdredacteur),
ir. Paul Lagendijk, ir. Marloes van Loenhout,
ir. Jacques Linssen, ir. René Sterken, ir. Cindy
Vissering, ing. Henk Wapperom, dr.ir. Rob Wolfs
Redactieraad ir. Edwin Vermeulen (voorzitter),
ir. Paul Berendsen, ing. Dick Bezemer, prof.dr.ir.
Jos Brouwers, ir. Henco Burggraaf, ir. Maikel
Jagroep, ir. Ad van Leest, dr.ir. Mantijn van
Leeuwen, ing. Michael van Nielen PMSE,
ir. Paul Oomen, ir. Dirk Peters, ir. Ton Pielken rood,
ir. Kees Quartel, ir. Hans Ramler, ir. Luc Rens,
ir. Paul Rijpstra, ir. Dick Schaafsma, ing. Roel
Schop, dr.ir. Raphaël Steenbergen, prof.dr.ir. Kim
van Tittelboom, dr.ir. Rutger Vrijdaghs, ing. Henk
ter Welle, ing. Jan van der Windt
Uitgever / vakredacteur ir. Jacques Linssen
j.linssen@aeneas.nl, T 073 205 10 22
Planning en coördinatie Hanneke Schaap
h.schaap@aeneas.nl, T 073 205 10 19
Eindredactie Hanneke Schaap
Ontwerp Twin Media bv, Miranda van Agthoven
Vormgeving Twin Media bv, Maarten Bosch
Media-advies Leo Nijs, l.nijs@aeneas.nl,
T 073 205 10 23
Klantenservice abonnementen@aeneas.nl,
T 073 205 10 10
Website www.cementonline.nl
Overname artikelen Overname van artikelen en
illustraties is alleen toegestaan na schriftelijke
toestemming.
Lidmaatschappen 2021 Kijk voor meer
informatie over onze lidmaatschappen op
www.cementonline.nl/lidworden of neem contact
op via abonnementen@aeneas.nl of 073 205 10 10.
Voorwaarden Je vindt onze algemene voor-
waarden op www.cementonline.nl/algemene-
publicatievoorwaarden Hoewel de grootst
mogelijke zorg wordt besteed aan de inhoud
van het blad, zijn redactie en uitgever van
Cement niet aansprakelijk voor de gevolgen,
van welke aard ook, van handelingen en/of
beslissingen gebaseerd op de informatie in deze
uitgave.
Niet altijd kunnen rechthebbenden van gebruikt
beeldmateriaal worden achterhaald. Belang-
hebbenden kunnen contact opnemen met de
uitgever.
ISSN 0008-8811
Inhoud
Vakblad over betonconstructies
CEMENT 4 2021 ?3
Wie houdt er nou van tegen -
spraak? Waarschijnlijk vind jij
het ook niet fijn als een naaste
je (terecht) wijst op tekortkomin
-
gen. En toch moet je er blij mee
zijn. Sterker nog, je zou misschien
zelfs eens wat vaker moeten
vragen wat hij of zij ergens
van vindt. Feitelijk geldt voor
de bouw hetzelfde. De Onder
-
zoeksraad voor Veiligheid wijst
erop in zijn rapport 'Bouwen aan
Constructieve Veiligheid' en noemt
het 'professionele tegenspraak'.
Professionele tegenspraak is
het uiten van goed onderbouw-
de kritiek of het plaatsen van
morele vraagtekens. Nou is dat
in deze moderne tijd met vluch-
tige en inhoudsloze uitingen op
social media best een uitdaging.
Maar we moeten ons daar niet
door laten afleiden en samen
werken aan goede professio-
nele tegenspraak. Want ja, het
gebeurt dat goede construc -
teurs ondanks de beste intenties
soms toch fouten maken. En is
het niet zo dat je vaak wordt
gedreven door het halen van de
planning en het beperken van
kosten? Je realiseert je dan mo-
gelijk onvoldoende wat dit kan
betekenen voor de constructieve
Tegenspraak
veiligheid. Ruimte voor kritiek,
suggesties en signalen is er vaak
niet en ook als iets knaagt aan
je eigen geweten, kan het wor-
den overstemd door andere
geluiden. Nee, je kunt en mag
niet ontsnappen aan de grote
verantwoordelijkheid die je hebt
als constructeur. En dus, zoals ik
zo vaak zeg: 'Organiseer je eigen
kritiek!'.
Professionele tegenspraak
vereist ook een juiste houding
en goed gedrag. Zo moet de
ontvanger de competentie
hebben om te luisteren naar
de kritiek, met de intentie die
te begrijpen en er niet direct
ongenuanceerd op reageren. De
vraag is wanneer we zover zijn
dat we een kritisch tegengeluid
omarmen en elkaar kunnen en
durven aanspreken op fouten of
misstanden.
Ik zie een link met het artikel in
dit nummer 'Van galgenveld naar
hippe woonwijk' over de nieuwe
wijk Overhoeks in Amsterdam.
Als je vroeger tegensprak kwam
je op het galgenveld terecht
en als je tegenwoordig tegen-
spreekt woon je op die plek in
een hippe woonwijk.
De redactie van Cement houdt
van professionele tegenspraak
en nodigt je daartoe van harte
uit. Wij zullen de kritieken absor-
beren en verwerken, hetgeen
ons prachtige vakblad alleen
maar nog beter maakt. En ik
garandeer je, je wordt niet
geëxecuteerd :-).
Dick Hordijk
Voor reacties:
d.hordijk@cementonline.nl
64
En verder
14 Materialenpaspoort:
noodzakelijk én haalbaar
Column Sander den Blanken.
52 Constructeur van het Jaar (2)
Constructeur van het Jaar Arjan
Habraken interviewt Talent van
het Jaar Marijn Bruurs.
56 Samengestelde doorsnede
Case over een complex aansluitdetail
van een prefab vloer met balk
erboven en eronder.
62 De jonge constructeur
Ruben Vorderegger belicht zijn werk
voor de aardbevingsproblematiek
in Groningen.
64 Oogverblindend
Hoofdkantoor HeidelbergCement
bekleed met glooiend gevormde
witte prefab-betonnen elementen.
70 Structural Concrete
Samenvatting van een selectie papers
uit Structural Concrete Vol. 22/1.
4? CEMENT 4 2021
auteurs
ir.ing. Sander den
Blanken RO
BAM Infra
Nederland p. 14 - 15
ir. Kirsten Hannema Freelance
architectuur journalist p. 64 - 69
ing. Ewout Bruinsma
Van Rossum
Raadgevende Ingenieursp. 5 - 13 ir. David Hartmann
CRUX Engineering BV p. 18 - 24
ir. Falco van Dijck Volker Staal en Funderingen / VolkerWessels p. 25 - 46
ing. Eddy van
Caulil RO
WSP
p. 25 - 46 ir. Guido Meinhardt
CRUX Engineering BV p. 18 - 24
ir. Dennis Rietdijk
IMd Raadgevende Ingenieursp. 18 - 24
ir. Ruben Vorderegger Royal HaskoningDHV p. 62 - 63
ir. Johan Bolhuis RO CEng
Hochtief Nederland /
VNconstructeurs
p. 48 - 51
ir. Marijn Bruurs
Witteveen+Bos
p. 52 - 55 ing. Jorrit van Ingen
MSEng RC
WSP
p. 56 - 61
ir. Arjan Habraken
SIDstudio
p. 52 - 55
ing. Jaap Cromwijk
Van Hattum en
Blankevoort /
VolkerWessels
p. 25 - 46 Menno Pronker
Pronker Persoonlijke
coaching &
Breinmanagement
p. 48 - 51
ir. Rob Stark
IMd Raadgevende
Ingenieurs
p. 18 - 24
ir. Jens de Vries
Volker Staal en
Funderingen /
VolkerWessels
p. 25 ? 46
Aan dit nummer van Cement werkten mee:
Van galgenveld naar hippe woonwijk
Constructief ontwerp van de Y-Towers in Amsterdam
1 De kern voor de woontoren wordt een aantal lagen voorgetrokken met een klimbekisting, foto: Wietse Visser / Visual Project
1
CEMENT 4 2021 ?5
Y-Towers is een mixed-use com-
plex dat bestaat uit twee torens:
een woontoren en een hoteltoren.
Eronder bevindt zich een tweelaagse, deels
onder het toekomstige Schegpark gelegen
parkeerkelder. Als een transparant derde
gebouw, ligt onder en tussen de twee Y-Towers
in een publiekelijke plint van vier bouwlagen
(fig. 2). Het complex bevat 269 woningen, een
congreshotel met 579 kamers, een wellness
center met zwembad, meerdere restaurants
en bars, een hotellobby, een congrescen -
trum met onder meer twee grote congres-
zalen en een atrium. Als kers op de taart
bevindt zich op de 32e en 33e verdieping
van de hoteltoren een skybar met een schit-
terend uitzicht over Amsterdam. De totale
oppervlakte inclusief de parkeergarage
beslaat circa 106.000 m². Het project wordt gebouwd op de ka -
vels 2, 3 en 4 in het gebied Overhoeks, op de
noordelijke IJ-oever direct achter een aantal
al aanwezige iconische gebouwen, zoals het
Eye Film Museum, de A'DAM Toren en het
Groot Laboratorium. Dit gebied was eerder
door Shell in gebruik als research en deve-
lopment-terrein. Nog veel eerder was de
invulling sinisterder: hier was ooit het gal -
genveld van Amsterdam. Nu verreist er een
hippe woonwijk. De Y-Towers maken deel uit van een
ensemble van zes wolkenkrabbers. Elke toren
heeft een eigen karakter. Ook de twee Y-To-
wers verschillen in architectuur, al vormen
ze samen met de plint één gebouw (fig. 3). De hoteltoren is met 110 m de hoogste van
het ensemble. Deze heeft een ingetogen,
strakke vormgeving met een verticale gele-
ding en is bekleed met gepolijste antraciete
natuursteen. De woontoren van 101 m is,
qua architectuur, expressiever met de ver-
springende horizontale banden van zand -
kleurige natuursteen. De variatie in woning -
typen komt tot uitdrukking in de balkons
die onregelmatig zijn verspreid over de
gevel. Beide torens hebben een eigen voet,
zodat zij ook op straatniveau als afzonderlij-
ke gebouwen worden ervaren.
Constructieve uitdagingen
De constructieve uitdagingen in het project
zijn er alleen al doordat de verschillende
functies in de gebouwen verschillende eisen
stellen aan de constructie. Waar voor zowel
de woontoren, als de hoteltoren een opzet
voor de hand ligt van woning-/kamerschei -
dende, dragende wanden, botst dit met de
open structuur die gewenst is voor het con -
grescentrum en de horecavoorzieningen
direct onder deze torens. De twee grootste
zalen van het congrescentrum (voor circa
2400 en voor circa 1100 bezoekers) vergen
bovendien grote vrije overspanningen. Een
bijkomende uitdaging betreft de scheiding
van de verschillende functies op akoestisch
en trillingsniveau. Met name het voorkomen
van trillingen vanuit de grote congreszalen
naar de beide torens was gedurende het
gehele ontwerpproces een groot punt van
aandacht.
ING. EWOUT BRUINSMA
Senior Adviseur Van Rossum
Raadgevende Ingenieurs auteur
PROJECTGEGEVENS
project
Y-Towers, Amsterdam opdrachtgever
Oviesa Realisatie VOF, Union Investment Real Estate GmbH
development
management
Savills, IES Immobilien Projektentwicklung GmbH
architect
Team V Architectuur ontwerpend en coördinerend constructeur Van Rossum
Raadgevende Ingenieurs adviseur geotechniek
Mos Grondmechanica adviseur installaties Valstar Simonis
adviseur bouwfysica/ akoestiek DGMR
aannemer
Rizzani de Eccher
projectmanagement Aecom
Het project Y-Towers is een van enkele nieuwbouwprojecten in de nieuwe wijk Overhoeks,
op de noordelijke IJ-oever in Amsterdam. Het bestaat uit twee torens en een laagbouwdeel. Het project kent behalve een geruchtmakende geschiedenis ook een boeiende constructie
met onder meer overdrachtsconstructies, vakwerkliggers, doos-in-doos-constructies en voorgespannen stroken.
6? CEMENT 4 2021
Fundering
Het grote verschil in hoogte, en dus in belas-
tingen op de fundering van de verschillende
bouwdelen, vergde weloverwogen keuzes
voor de paalfundering van het complex. Ge-
zien de aanwezigheid van de zettingsgevoeli -
ge eemkleilaag direct onder de tweede zand -
laag (over het algemeen het meest gangbare
paalpuntniveau in Amsterdam), heeft het
funderen op deze zandlaag, met de hoge
belastingen uit de torens, grote zettingen tot gevolg. Daarom is ervoor gekozen de beide
torens op de derde zandlaag te funderen. De
laagbouw en de ondergrondse parkeergarage
tussen de torens staan wel op de tweede
zandlaag. Door de zakking van de eemklei -
laag onder de laagbouw en de verkorting
van de palen onder de hoogbouw, wordt het
verschil in zettingen genivelleerd. Om de zettingen van de eemkleilaag te
berekenen is door Mos Grondmechanica
een zogenoemde S2-zettingsanalyse uit-
2 3D-render totale constructie
2
skybar
hoteltoren
congreszalen woontoren
daktuin laagbouw
parkeergarage
CEMENT
4 2021 ?7
3 Impressie van het project Y-Towers met links de woontoren en rechts de hoteltoren
gevoerd. Dit is een geotechnische analyse
van de indrukking. Hierbij is ook het naast-
gelegen project Bold meegenomen (eveneens
een project van Van Rossum). De resultaten
vanuit deze analyse zijn verwerkt in het
3D-EEM-rekenmodel om de invloed op de
krachtswerking mee te nemen.
Paalsystemen? Als paalsysteem voor de
laagbouw en de parkeergarage zijn prefab
voorgespannen betonpalen toegepast (1274
stuks vierkant 400, 450 en 500 mm²) met
als paalpuntniveau circa NAP -24,5 m
(paaldraagvermogen van 2000 ? 2500 kN
per stuk). Voor de woontoren (101 m) zijn
prefab betonnen koppelpalen (206 stuks
500 x 500 mm²) toegepast tot een paalpunt-
niveau van NAP -63,0 m (paaldraagvermo-
gen circa 6200 kN). Deze palen zijn opge-
bouwd uit twee losse voorgespannen prefab
betonpalen, die tijdens de heiwerkzaamhe-
den zijn verbonden met een ingestort stalen koppelstuk. Voor de hoteltoren (110 m) is een
derde paalsysteem gebruikt. Hier was on -
voldoende ruimte voor het toepassen van
koppelpalen. Bovendien bleek het hier gun -
stiger een paalsysteem met een hoger
draagvermogen te kiezen. Daarom zijn
hier Tubex groutinjectiepalen toegepast (137
stuks Ø720/950) tot een paalpuntniveau van
NAP -61,50 m (paaldraagvermogen oplo-
pend tot ruim 8200 kN). Onder de beide torens zijn 2,0 m dikke
funderingsplaten toegepast, die in beide ge-
vallen vrijwel de gehele oppervlakte van de
torens beslaan.
Constructie parkeergarage
De tweelaagse parkeergarage ligt onder een
gronddekking van 2 m (fig. 4) en is op ver-
zoek van de gemeente berekend op een mo-
gelijke veranderlijke belasting van 20 kN/m².
De constructie van de garage is opgebouwd
uit in het werk gestorte betonwanden en
De keuze voor
woning-/kamer-
scheidende,
dragende
wanden voor
de torens botst
met de gewenste
open structuur
voor het
congres centrum
en de horeca -
voorzieningen
onder deze
torens
3
8? CEMENT 4 2021
4
4 Doorsnede Y-Towers
kolommen. Ook de -2-vloer is in het werk
gestort. Zowel de -1-vloer als het onder maai -
veld gelegen kelderdek zijn opgebouwd uit
voorgespannen breedplaatvloeren, opgelegd
op verzwaarde in het werk gestorte stroken
voorzien van voorspanning zonder aan -
hechting (VZA). Dit ter beperking van de
constructiehoogte. In het gedeelte van de parkeergarage
onder de laagbouw en de torens (ook deels
in gebruik als parkeergarage, maar ook als
ondersteunende ruimten voor het uitoefe-
nen van de hotelfunctie) is hetzelfde con -
structieprincipe toegepast. Direct onder de
torens zijn de kernen en de dragende ko-
lommen doorgezet in dit deel van de kelder.
Ook de dragende kolommen van de congres- zalen zijn daar waar mogelijk doorgezet in
de kelder. Waar dit niet mogelijk was zijn de
kolommen met overgangsconstructies
(voorgespannen balken) in de -1- en in de
beganegrondvloer overgebracht naar de
kolommen die wel passen bij de parkeerin -
deling op -2.
Constructie laagbouw
In de laagbouw bevinden zich zoals gezegd
verschillende horecafuncties, ondersteu -
nende hotelfuncties en twee grote congres-
zalen (zie 'Constructie congreszalen'). Door
de benodigde vrije ruimte worden de wan -
den, toegepast in de hotel- en woontoren,
hier ondersteund door kolommen. Ook voor
de diverse andere functies in de laag -
CEMENT 4 2021 ?9
bouw zijn open ruimtes gewenst zonder te-
veel obstakels zoals dragende wanden. Naast
de kernen van beide torens zijn in de laag -
bouw diverse aanvullende trappenhuizen en
liftschachten voorzien, waarvan de wanden
tevens worden benut voor de stabiliteit van
de laagbouw. Een van de specials van de laagbouw
is het atrium direct achter de entree van de
hoteltoren, dat in hoogte doorloopt tot het
4e verdiepingsniveau. De constructie van
het dak van dit atrium is geheel opgebouwd
uit een staalconstructie, bestaande uit krui -
sende HEM600-liggers die een ruitpatroon
vormen dat deels wordt dichtgelegd met glas
(fig. 5). De langste overspanning van deze
enigszins diagonaal lopende liggers is ruim
25 m. Direct boven de ingang van het hotel
wordt het atriumdak opgevangen door een
uit platen samengestelde kokerligger, die
eenmaal de overspanning maakt zodat een
kolomvrije entree ontstaat.
De constructie in de laagbouw is ver -
der opgebouwd uit voorgespannen breed -
plaatvloeren, net als bij de parkeergarage,
opgelegd op in de vloer aanwezige verzwaar
-
de stroken. Ook deze zijn voorzien van voor -
spanning (VZA) ter beperking van de con -
structiehoogte. Daar waar grotere vrije
overspanningen gewenst zijn (tot ca. 16 m), zijn kanaalplaten met een druklaag toege
-
past.
Constructie congreszalen
Een groot deel van de plattegrond van de
laagbouw wordt ingenomen door de twee
grootste congreszalen. Zoals al eerder be-
noemd, zijn hier grote vrije ruimtes ge-
wenst; de te realiseren overspanning loopt
op tot ruim boven de 28 m. Met een breedte
van de grootste congreszaal van 50 m ont-
staat een zeer grote vrije ruimte. Extra uit-
daging hierin is een vrij hangende tribune
op 1e verdiepingsniveau, samen met het re-
latief hoge gewicht van de dakconstructie
inclusief afwerkingspakket voor inrichting
van de daktuin. Om het eigen gewicht van de dakcon -
structie en het afwerkingspakket voor de
daktuin te dragen, worden stalen vakwerk-
spanten toegepast (fig. 6) met hierop kanaal -
platen en een druklaag. De spanten dragen
af op stalen HD-kolommen die rusten op de
begane grond. Zoals ook al aangegeven in
het deel van dit artikel over de parkeergara -
ge, lopen de twee zwaarst belaste kolommen
door naar de fundering. De resterende ko-
lommen worden opgevangen door voorge-
spannen verzwaarde stroken tot 1100 mm
hoog in de begane grond of -1-vloer. Hier-
5
De dragende
kolommen van
de congreszalen
worden
waar nodig
opgevangen met
overgangscon -
structies in de
-1-vloer en de
beganegrond -
vloer
5 3D-render constructie atrium met zichtbaar het atriumdak, entree en de tussen de woontorens door zichtbare daktuin atriumdak
kokerligger
entree met
uitkragende luifel 10? CEMENT 4 2021
6
door kan de positie van de kolommen in de
parkeergarage beter worden uitgelijnd op de
indeling. De staalconstructie voor de congres-
zalen staat los van constructie rondom.
Alleen via de oplegging op beganegrond-
niveau is de staalconstructie verbonden met
de rest van de constructie. Hiermee worden
trillings- en geluidsoverdracht tussen de
congreszalen en de overige gebouwdelen
geminimaliseerd. De twee congreszalen worden uitgevoerd als
een zogenaamde 'box-in-box'-constructie.
Hierbij worden de binnenschil binnen de
balzaal en de buitenschil aan de buitenzijde
van de balzaal grotendeels los van elkaar
gehouden. Ze zijn uitsluitend aan elkaar
gekoppeld via akoestisch ontkoppelde be-
vestigingen aan de staalconstructie die tus-
sen deze twee schillen in staat. Naast deze
akoestische ontkoppeling zijn vanuit de
bouwfysisch adviseur ook eisen gesteld aan
het minimale gewicht van het dakpakket op
de beide congreszalen.
Een uitdaging is de positionering van beide
congreszalen ten opzichte van de torens. De
grote congreszaal staat strak tegen de con -
touren van de woontoren. Daardoor moeten
een aantal kolommen onder de woontoren
enigszins naar binnen worden geschoven.
Bij de hoteltoren is dit zelfs nog iets extre-
mer. Hier loopt de kleine congreszaal, die
zoals gezegd volledig is ontkoppeld van de
hoteltoren, tot ruim 3 m onder de hoteltoren
door. Hier zijn de kolommen onder de dra -
gende wanden van de hoteltoren ook 3 m
naar binnen toe verplaatst. Feitelijk kraagt
de hoteltoren hiermee uit boven de kleine
congreszaal (fig. 7).
Constructie hoteltoren
De hoteltoren wordt volledig opgetrokken in
een in het werk gestort betoncasco, waarbij,
zodra hij boven de laagbouw uit komt, de
repetitiefactor hoog is. Deze toren heeft
De staalcon -
structie van de
congreszalen
is vrijstaand
uitgevoerd van
de laagbouw
en de torens,
om trillings-
en geluids -
overdracht te
minimaliseren
6 3D-render doorsnede constructie grote congreszaal
7 Overkragende constructie hoteltoren (links) boven kleine congreszaal (rechts)
7
CEMENT 4 2021 ?11
een vrijwel vierkante kern met hierin acht
liften voor het hotelgebruik, twee servicelif -
ten en een dubbel (wokkel)vluchttrappenhuis
(fig. 8). De wanden van de kern worden in het
werk gestort met een dikte van 450 mm. In
overleg met de aannemer worden deze wan -
den met een klimbekisting een aantal lagen
voorgetrokken voor de resterende platte-
grond van de toren uit. Rondom de kern
wordt een voorgespannen breedplaatvloer
toegepast waar de dikte is geoptimaliseerd
tot 220 mm (er hoeven nauwelijks installa -
ties ingestort te worden). Deze relatief slan -
ke vloer levert door de hoge repetitiefactor
een significante gewichtsbesparing.
De vloer is lijnvormig ondersteund
door de betonwanden. Per twee kamers be-
vindt zich één betonwand. Hiermee ont-
staan vloeroverspanningen van 8,25 m. De
overige bouwkundige wanden worden uitge-
voerd als metalstud- of kalkzandsteenwan -
den. In een vroegtijdig stadium is overleg ge- voerd met de aannemer en de gevelbouwer
om de doorbuiging van de relatief slanke
vloer en detaillering van de gevel goed op
elkaar af te stemmen. De 300 mm dikke dragende wanden
tussen de hotelkamers worden vanaf de vijf -
de verdieping op verzoek van de aannemer
uitgevoerd met een hollewandsysteem. Op de bovenste lagen bevindt zich de
skybar. Deze bar beslaat twee verdiepingen
waarmee het, na voltooiing, een van de
hoogste skybars van Amsterdam zal zijn en
een spectaculair uitzicht heeft over onder
andere het centrum van Amsterdam.
Constructie woontoren
Daar waar de hoteltoren uitblinkt in repeti -
tie, is dit bij de woontoren niet het geval.
Weliswaar zijn de constructieve plattegron -
den op elke verdieping vrijwel gelijk. Echter,
gezien de vele woningtypologieën vormt met
name de installatietechniek een uitdaging:
vrijwel alle installaties moeten in tegenstel -
VEILIGHEIDSSCHERM
In het project Y-Towers zijn
behalve een hydraulische zelf -
klimmende bekisting voor de
kern ook zelfklimmende veilig-
heidsschermen toegepast.
Meer daarover staat in het
artikel 'Veilig werken dankzij
veiligheidsscherm ' in Betoniek
Vakblad.
8 Standaard plattegrond hoteltoren
8
12? CEMENT 4 2021
ling tot de hoteltoren worden ingestort in de
vloer. Een andere uitdaging als gevolg van de
verschillende woningtypologieën en het ont-
werp zijn de verspringende balkons die
rondom de toren worden toegepast. Ook de woontoren wordt volledig op-
getrokken in een betoncasco. In tegenstel -
ling tot de kern van de hoteltoren is de kern
van de woontoren in een richting relatief
smal (fig. 9). Om de stabiliteit aanvullend op
de kern te waarborgen, zijn in deze zwakke
richting twee 'outriggerwanden' toegevoegd.
De kernwanden zelf zijn grotendeels 300 mm
dik en de outriggerwanden 500 mm. De bouwcyclus voor de kern van de
woontoren is in grote lijnen gelijk met die
van de hoteltoren. De kern wordt, ook hier,
een aantal lagen voorgetrokken met een
klimbekisting, waarna de vloeren en wan -
den er traditioneel omheen worden ge-
maakt. In deze stap worden ook de outrig -
gerwanden meegenomen. De vloer van de
woontoren bestaat uit een lijnvormig onder-
steunde vloer, bestaande uit een traditioneel
gewapende breedplaatvloer van 260 mm
dik. Een voorgespannen breedplaatvloer,
zoals bij de hoteltoren, was hier geen optie
omdat de druklaag voldoende dik moest zijn
vanwege de ingestorte installaties. Aan de vloer worden balkons beves-
tigd, die op de verschillende verdiepingen
niet direct boven elkaar zijn geplaatst. In
overleg met de aannemer is besloten com -
posiet balkons toe te passen. Deze zijn met namontage te monteren, waarmee ze de
doorlooptijd van de ruwbouw niet verstoren.
Ze zijn bovendien lichter in gewicht waar-
door ze minder invloed hebben op de
krachtswerking in de vloer. Uiteraard bevinden de grotere appar-
tementen zich in de top van de woontoren,
waar in de eigen skybar ook genoten kan
worden van het uitzicht, zij het een paar
meter lager dan in de hoteltoren.
Nieuwe landmarks
Daar waar Amsterdam-Noord zelf ook een
moeizaam verleden kent, geldt dat ook voor
het project Y-Towers. Maar net als een goede
wijn, heeft een goed project ook tijd nodig
om te rijpen. Na vele jaren van voorberei -
ding, de selectie van een nieuwe aannemer,
verkoop aan een andere ontwikkelaar en
noodgedwongen stilstand, heeft het project
zijn rijpingsproces doorstaan en wordt er
weer volop gebouwd. De kernen worden ge-
staag richting het hoogste punt opgetrokken. De eerste plannen dateren van voor
2014. De eerste paal werd geslagen in de-
cember 2017, nadat de damwanden waren
aangebracht en de bouwput deels was ont-
graven. De herstart van de bouw vond begin
2020 plaats en de oplevering staat gepland
in 2023. Dan kan het enigszins roerige verle-
den van het project voorgoed worden ach -
tergelaten en kan er op 110 m hoog worden
geproost op twee nieuwe landmarks in
Amsterdam-Noord.
Om de stabiliteit
van de kern van
de woontoren te
waarborgen, zijn
in de zwakke
richting van de
kern twee out-
riggerwanden
toegevoegd
9 Standaard plattegrond woontoren, met in as 32 en 39 de outriggerwanden outriggerwand
9
CEMENT
4 2021 ?13
14? CEMENT 4 2021
column
Met horten en stoten lijken we langzaam maar zeker uit
lockdown te komen en maken we de balans van de pan-
demie op.
Er zijn tekorten aan grondstoffen en fossiele brandstoffen,
er is krapte op de arbeidsmarkt, prijzen stijgen explosief en stikstof -
problemen verlammen de continuïteit van de bouwproductie. Kortom:
de urgentie om circulair te leven en te bouwen is groter dan ooit. Er is
geen tijd meer voor uitstel. Het materialenpaspoort biedt de moge-
lijkheid daartoe. Sterker nog, het is cruciaal. Het materialenpaspoort
moet voor ieder project verplicht worden gesteld, als legitimatie voor
de reis die wij met elkaar moeten afleggen.
Waarom cruciaal?
Circulair bouwen is eigenlijk alleen mogelijk als we beschikken over
de juiste informatie over de kwaliteit, de geschiktheid en de beschik -
baarheid van grondstoffen, materialen en (deel)objecten. Hierbij is
hergebruik van totale objecten het ultieme doel. In de praktijk gaat
het echter vaker om (gedeeltelijk) hergebruik van componenten en/of
recycling van grondstoffen. Het aanbod is daarbij losgekoppeld van
de oude gebruiksfunctie en gericht op het toepassen in een nieuwe
functie. Aanbodgestuurd ontwerpen vindt plaats op basis van het
aanbod van vrijkomende materialen of objecten, en kan alleen worden
gerealiseerd als er voldoende van aanwezig is en als de minimaal
vereiste kwaliteit in de nieuwe toepassing wordt gehaald.
Schat aan juiste informatie
Een materialenpaspoort bevat een schat aan informatie die inzicht
geeft in de beschikbaarheid en kwaliteit van objecten en objectonder-
delen voor toekomstig (her)gebruik. Het maakt het mogelijk objecten
in de bouw te kunnen vergelijken en uit te wisselen, hetgeen essentieel
is voor een hoogwaardige circulaire (bouw)economie. De beschik -
baarheid van gebruikte materialen kan zichtbaar worden gemaakt in
een 'marktplaats voor secundaire materialen' of een open source data-
base. Een dergelijke marktplaats bestaat nog niet, hoewel er moedige
pogingen worden ondernomen. Het materialenpaspoort vormt
'slechts' de basis voor die marktplaats.
Materialenpaspoort is haalbaar
Bij het ontwikkelen van een paspoort komen drie belangrijke ontwik -
kelingen samen: circulair bouwen, digitalisering en strategisch asset
management. Deze combinatie kan en zal de toepassing versnellen.
Vorig jaar nog, vlak voor de pandemie, werd geroepen dat een ver-
plicht materialenpaspoort nog lang niet haalbaar is. 'Het is té com-
plex', kopte de Cobouw. Maar de techniek is beschikbaar. Zoals vaker
is gebleken, is digitalisering een 'enabler' van versnelling en vernieu-
wing. Het succes hangt af van onze bereidheid om te investeren in
kennis en informatie. De grootste belanghebbenden hierin zijn de
asset managers die bestaande assets in handen hebben en besluiten
nemen tot renovatie en/of vervanging.
Materialen paspoort
noodzakelijk én haalbaar
Ir.ing. S.M. (Sander)
den Blanken RO?(47)
studeerde Civiele
Techniek aan de TU Delft.
Hij heeft meer dan
twintig jaar ervaring bij
diverse ingenieurs-
bureaus, waaronder
Arcadis, Ingenieurs-
bureau Gemeente
Amsterdam en Arup.
Sinds maart 2019 is
Den Blanken managing
director van BAM
Infraconsult en sinds
augustus 2020 statutair
directeur van BAM Infra
Assetmanagement,
beide onderdeel van
BAM Infra Nederland.
Samen met Dorien Staal,
statutair directeur van
Voorbij Prefab, neemt
Den Blanken gedurende
twee jaar de column in
Cement voor zijn rekening.
Wil je reageren op
deze column, stuur
dan een email naar
cement@aeneas.nl.
CEMENT 4 2021 ?15
De standaard is circulair
Standaardisatie van output is natuurlijk noodzakelijk bij deze evolutie,
zodat data-uitwisseling ook mogelijk is. De Leidraad Paspoorten voor
de Bouw vanuit Platform CB'23 is een zeer veelbelovende aanzet om
te komen tot deze standaardisatie. Er is een longlist opgesteld van de
meest voor de hand liggende parameters per object. Het detailniveau
van de informatiebehoefte is afhankelijk van het doel, de scope en de
meest hoogwaardige vorm van hergebruik. De leidraad helpt dus bij
het bepalen welke ingrediënten het paspoort kan bevatten.
Een bouwwerk bestaat feitelijk pas als het gereed is en een paspoort
is eigenlijk pas van belang als de 'as built' situatie is vastgelegd. Pas-
poorten kunnen daarbij in iedere fase worden opgesteld. Hierbij
moeten we er wel rekening mee houden dat in iedere fase veel kan
veranderen. Enerzijds vanwege aanpassingen in de ontwerp- en pro-
ductiefase en anderzijds vanwege mutaties tijdens het gebruik en de
sloopfase. De provincie Overijssel stelt een mooi voorbeeld en is ge-
start met een recyclepaspoort, waarin vanuit de sloop gekeken wordt
naar hergebruikpotentieel van alle vrijkomende materialen.
Bouwwereld leert over projecten heen
Binnen de bouw/GWW-sector is de afgelopen jaren hard gewerkt aan
het vergroten van het lerend vermogen. Vanuit het project Vechtdal-
verbinding heeft BAM Infra Nederland samen met 13 andere pilotpro-
jecten van verschillende bouwondernemingen de geleerde lessen uit
de praktijk met elkaar gedeeld. Deze zijn ook gebundeld in het Advies-
rapport Materialen Expeditie. Dit is een belangrijk naslagwerk. Binnen
een circulair ecosysteem is iedereen in meer of mindere mate afhan-
kelijk van elkaar. Ik ben er trots op dat wij dat dus ook terug zien in
het lerend vermogen.
Asset managers zijn aan zet
De gemeente Rotterdam heeft een heel interessante en uitgebreide
eigen visie ontwikkeld. Het laat zien dat deze opdrachtgever het con-
cept goed doorgrondt en de leidraad van CB'23 in de praktijk brengt
en dit verwerkt in een Informatie Levering Specificatie (ILS) voor een
bestaand perceel. Ook RWS neemt een trekkersrol op zich in de ont -
wikkeling van het materialenpaspoort. In 2017 is al op het project
Beatrixsluis een pilot gedraaid met een materialenpaspoort, waarbij
de 'best practices' zijn gedeeld. Ook is er een programma van infor-
matie opgesteld voor een materialenpaspoort in de infra.
Stappen voorwaarts
Het zijn allemaal belangrijke stappen voorwaarts. De besluitvormers
bepalen de koers en de snelheid van de ontwikkeling van renovatie of
vervanging, waarbij het paspoort kan dienen als een 'fons vitae'.?
"De urgentie om
circulair te leven en te bouwen is
groter dan ooit"
"Het succes van
het materialen
paspoort hangt
af van onze
bereidheid om te
investeren in
kennis en
informatie"
Met een lidmaatschap kun je inloggen
op de website en heb je toegang tot alle
beschikbare CROW-CUR Aanbevelingen.
Interesse?
Vraag een lidmaatschap aan via www.cur-aanbevelingen.nl
of neem contact op met onze klantenservice 073-205 10 10
Maak jij regelmatig
gebruik van
CUR?Aanbevelingen?
Grondverbetering
? Geohydrologie
? Bodem
?
Geotechniek
? \fmgeving
?
Grondonderzoek
Funderingen en grondconstructies
Bouwkuipen
Boortunnels en sleufl oze technieken
State-of-the-art dijktoetsing
Zettingsarme of -vrije systemen
Dynamica en aardbevingen Belendingenonderzoek
Trillingspredicties
Vervormingsanalyses
Schadepredicties
Monitoringsplannen
Monitoring en begeleiding
Schadeonderzoek
Bemalingen en pompproeven
Grondwaterstatistiek en klimaat
Infrastructurele projecten
Grondwaterneutraal bouwen
Omgevingsbeïnvloeding en monitoring
Bodemenergiesystemen
Geochemie Milieuhygiënisch bodemonderzoek
Toepasbaarheid grond en bouwstoffen
Werken in verontreinigde grond
Milieukundige begeleiding
Advisering asbestsanering
Bodeminjectie
Jetgrouting
Mixed-in-Place
Compensation grouting (compaction)
Compensation grouting (fracture)
Grondbevriezing
Amsterdam
Delf t
Eindhoven
+3\f (0\b20 4943070
info@cruxbv.nl
cruxbv.nl
HRC Europe NL BV
8211 AD Lelystad
+31 320 727030
info@hrc-europe.com
www.hrc-europe.com
HRC T-headed reinforcement
?? robust and flexible design
?? shortest anchorage of
ultimate capacity
?? faster construction
?? BIM tools
Supplying high performance products
and service since 1985
Met een lidmaatschap kun je inloggen
op de website en heb je toegang tot alle
beschikbare CROW-CUR Aanbevelingen.
Interesse?
Vraag een lidmaatschap aan via www.cur-aanbevelingen.nl
of neem contact op met onze klantenservice 073-205 10 10
Maak jij regelmatig
gebruik van
CUR?Aanbevelingen?
Paalplaatfundering
met zettingsremmers
Biesbosch 225: Trekankers in bouwfase fungeren als
'zettingsremmer' in eindsituatie
1 Leeggepompte bouwkuip Biesbosch 225
1
18? CEMENT 4 2021
Het nieuwbouw Biesbosch 225 is
55 m hoog en heeft 18 woonver-
diepingen (fig. 2).
De ruwbouw wordt
uitgevoerd met een tunnelbekisting. De be-
ganegrondvloer en het omliggende dek van
de parkeergarage wordt 1,5 m boven het
naastliggende maaiveld gerealiseerd, waar-
door tweeëneenhalve verdieping van de
drielaagse parkeerkelder ondergronds
wordt aangebracht (foto 1). Een dergelijk
diep aanlegniveau op deze projectlocatie
vroeg de nodige aandacht.
Ontwerp kelder en fundering
Bij het maken van diepere bouwkuipen in
Amstelveen ontbreekt een waterremmende
laag, waardoor de stijghoogte van het grond -
water vrij spel heeft. Deze stijghoogte komt
ongeveer overeen met het maaiveld. Een
bouwkuip maken met een bemaling is in
verband met de grote debieten en de invloed
buiten de bouwkuip niet wenselijk, waar-
door een oplossing met onderwaterbeton of
een gelinjectie benodigd is. Bij het project Biesbosch 225 zijn bei -
de uitvoeringsmethodes in een varianten -
studie met elkaar vergeleken, waarbij ook
is gekeken naar het aantal parkeerlagen.
Gekozen is voor de oplossing met onderwa -
terbeton en een drielaagse parkeerkelder.
Hiervoor waren verschillende redenen. De eerste reden was dat met onderwa -
terbeton kortere damwanden kunnen wor-
den toegepast dan bij een gelinjectie. Omdat
de damwanden in het ontwerp permanent en dragend zijn en daardoor in de grond
achter blijven, was de oplossing met onder-
waterbeton voordeliger. De tweede reden was nog belangrijker.
De grondopbouw laat zien dat op het aanleg -
niveau van de fundering bij een bak van
tweeëneenhalve laag diep een sterke zand -
laag aanwezig is. Deze draagkrachtige pleis-
tocene zandlaag bevindt zich onder slappe
klei- en veenlagen in het holocene pakket,
tot 7 à 8 m beneden maaiveld. Bij een à twee
kelderlagen wordt bij deze bodemopbouw
normaal een paalfundering toegepast. Maar
omdat het aanlegniveau van de drielaagse
kelder van Biesbosch 225 op circa 9 m onder
het maaiveld ligt, was in dit geval een
paalfundering niet noodzakelijk; de kelder-
vloer ligt compleet in het pleistocene zand -
pakket. De neerwaarts gerichte funderings-
lasten kunnen direct in deze draagkrachtige
zandlagen worden afgedragen en de funde-
ring van het gebouw kan als klassieke fun -
dering op staal worden ontworpen. Door de
onderwaterbetonvloer gewapend uit te voe-
ren kan deze deel uitmaken van deze plaat-
fundering. Het onderwaterbeton wordt dan
niet alleen gebruikt als afdichting van de
bouwkuip en als werkvloer, maar is ook
onderdeel van de constructievloer. Uiteindelijk is in het ontwerp gekozen
voor een onderwaterbetonvloer van 1250 mm
dik die samenwerkt met een 400 mm dikke
constructievloer. Om in de bouwfase het
onderwaterbeton op zijn plek te houden zijn
trekankers (schroefinjectiepalen type D con -
form CUR236) ontworpen (fig. 3).
In Amstelveen wordt sinds begin 2020 gebouwd aan het nieuwbouwproject Biesbosch 225.
Het kantoorgebouw dat hier stond werd gesloopt en maakt plaats voor hoogwaardige en duurzame nieuwbouw met 276 appartementen en een drielaagse parkeerkelder. In de
fundering zijn speciale maatregelen genomen om het vervormingsverschil en moment in de gewapende onderwaterbetonvloer te reduceren.
PROJECTGEGEVENS
project
Biesbosch 225 in Amstelveen
opdrachtgever Forum Invest architect
OZ Architects
Form Concept & Design constructeur
IMd Raadgevende Ingenieurs
geotechnisch adviseur CRUX Engineering aannemer
Heddes Bouw & Ontwikkeling
CEMENT 4 2021 ?19
Optimalisatie
Op basis van het definitief ontwerp is het
project aanbesteed en is het ontwerptraject
in bouwteamverband doorgezet. Bij de start
van het bouwteam moesten drie risico's
met betrekking tot de uitvoering van de
gewapende onderwaterbetonvloer nader
worden uitgezocht:
1 De fundering op staal geeft op lange termijn
een vervormingsverschil van circa 120 mm
tussen de rand van de kelder en midden
onder het gebouw. Wat zijn de bouwkundige
gevolgen hiervan?
2 Welke wapening is nodig in het onder-
waterbeton en hoe kan deze worden aange-
bracht?
3 De trekankers zijn niet ontworpen op een
drukkracht en moeten flexibel worden inge-
stort in het onderwaterbeton zodat geen
druk in de ankers kan ontstaan. Hoe kan
dat zonder risico worden gerealiseerd? In het bouwteam zijn bovenstaande risico's
nader bekeken. De oplossing voor alle drie
de risico's is het toepassen van een paal-
plaatfundering waarbij de trekankers als
zettingsremmers werken.
Paal-plaatfundering
Het vervormingsverschil zoals genoemd bij
risico 1 wordt veroorzaakt doordat onder de
kern van het gebouw relatief hoge funde-
ringslasten in de grond worden afgedragen,
terwijl de randen van de kelder netto op
trek zijn belast omdat hier alleen de kelder
aanwezig is. Uit vervormingsberekeningen
met PLAXIS bleek dat de niet uniforme be-
lastingen tot relatief grote verschilzakkingen
en krommingen in de keldervloer leiden.
Daarom zouden voor de trekankers zoals
genoemd bij risico 3 kostbare 'drukvrije'
aansluitingen van de ankerpaalkoppen in de
vloer benodigd zijn, omdat de ankerpalen bij
een klassieke fundering op staal enkel op
trek ontworpen zijn. Om de zettingen, de verschilvervor-
mingen en de krommingen in de vloer te
kunnen reduceren en toch het detail voor de
drukvrije aansluiting van de ankerpaalkop
in de vloer te vermijden, is een alternatieve
funderingsmethode uitgewerkt: een
paal-plaatfundering. Kern van dit funde-
ringstype is het benutten van de verticale
ankerpalen, niet alleen als trekelementen,
maar ook als op druk belaste 'zettingsrem -
mer' onder de vloer. Hiermee wordt het mo-
ment in de vloer en daarmee de hoeveelheid
wapening gereduceerd. De oplossing bleek
zelfs te leiden tot de benodigde bezuiniging
die nog moest worden gevonden. De paal-plaatfundering is uitgewerkt
conform de in 2017 door SBRCURnet gepu -
bliceerde richtlijn 'Paal-plaat funderingen -
Ontwerppraktijk' [1]. In het systeem wordt
het geotechnische draagvermogen van de
plaat in de uiterste grenstoestand (UGT) ont-
leent aan de draagkrachtige zandlaag direct
onder de plaat (klassieke berekening als
fundering op staal) en wordt de verticale
stijfheid van de in de eindsituatie lokaal op
druk belaste ankerpalen meegenomen in de
vervormings- en constructieve analyse voor
zowel de UGT- als de BGT-controles. Hier-
door kan de vervorming van de vloer wor-
2 3D-doorsnede van het gebouw
IR. ROB STARK
Directeur
IMd Raadgevende Ingenieurs
IR. DENNIS RIETDIJK Projectleider
IMd Raadgevende Ingenieurs
IR. GUIDO
MEINHARDT
Senior Specialist / Partner
CRUX Engineering BV
IR. DAVID
HARTMANN
Senior Adviseur
CRUX Engineering BV auteurs
2
20? CEMENT
4 2021
den gehalveerd ten opzichte van een klassie-
ke fundering op staal en de krommingen in
de vloer (en daarmee de momenten) zijn be-
duidend minder.
Verificatie
Het ontwerp van een paal-plaatfundering
vereist iteratieslagen tussen constructeur en
geotechnisch adviseur. De geotechnisch ad -
viseur bepaalt de verticale beddingen en de
paalstijfheden en bijbehorende afkapwaar-
des van het representatieve geotechnische
draagvermogen als input voor de construc-
tieve berekeningen. Op het moment dat het
representatieve geotechnische drukdraag -
vermogen wordt bereikt, heeft de ankerpaal
geen stijfheid meer en wordt hij weggedrukt.
Het paalsysteem is dusdanig ontworpen dat
de vloeikracht in de ankerstaaf altijd hoger
is dan de representatieve drukkracht in de
paal. De hiermee berekende vervormingen
uit het constructieve model moeten over-
eenkomen met de vervormingen uit het geo-
technische model. Voor de constructieve verificatie van
de paal-plaatfundering moesten een aantal
bezwijkmechanismen worden getoetst. Voor
deze toetsingen zijn verschillende scenario's
nodig voor de verticale beddingen van de
bodem en de paalstijfheden. Aan de hand
van het SBRCURnet-rapport zijn op basis van de te beschouwen mechanismen (linker
kolom tabel 1) in totaal zes maatgevende
geotechnische berekeningsvarianten bepaald
die in tabel 1 zijn weergegeven. Tabel 1 geeft
aan met welke belastingsituatie moet wor-
den gerekend en welke stijfheden voor
grond, palen en damwanden moeten wor-
den toegepast om voor het specifieke me-
chanisme de maatgevende situatie te be-
schouwen. Zo moet bijvoorbeeld voor de
toets 3, pons paal, met een hoge belasting
(UGT) en paalstijfheid (UGT bovengrens) en
een lage grond- en damwandstijfheid (UGT
ondergrens) worden gerekend, omdat dit de
meest ongunstige krachtwerking levert voor
deze specifieke toets pons paal.
Voor elke geotechnische berekeningsvariant
is een bedding en paalstijfheid conform de
richtlijn bepaald, die de basis vormt voor
een specifiek constructief berekenings-
scenario. Met de verschillende combinaties van
bedding, paalstijfheid en afkapwaardes zijn
de benodigde modellen van de keldervloer in
SCIA gegenereerd (fig. 4). Voor de kalibratie
hebben verschillende iteraties plaatsgevon -
den, waarbij ook verificaties zijn uitgevoerd
met een 1D-model in Technosoft. Voor bezwijkmechanisme 1 (sterkte
en scheurwijdte) is een tweede model
3 Doorsnede bouwkuip kelder
UITVOERINGSMETHODE
BOUWKUIP
Voor het aanbrengen van de onderwater-
betonvloer werd na het aanbrengen van
de stalen damwandenplanken en het
verankeren met een eenlaagse ankerrij,
de kuip in den natte ontgraven. De trek-
elementen (ankerpalen) zijn vanuit een
ponton aangebracht. Na de installatie
van de ankerpalen werd de geprefabri-
ceerde wapening met een kraan en
onder begeleiding van duikers op de
bodem van de bouwput geplaatst.
Nadat de wapening was aangebracht,
werd de onderwaterbetonvloer gestort
en de bouwkuip leeggepompt.
3
CEMENT 4 2021 ?21
4
4 Model krachten in keldervloer
Tabel 1?Berekeningsvarianten*
Mechanisme
BelastingGrondstijfheidPalenDamwandGeotechnische
berekeningsvariant
1a.1 Sterkte plaat (dragende wand) UGTE
k;low / 1,3UGT og UGT bg1
1a.2 Sterkte plaat (belaste wand) UGTE
k;low / 1,3UGT og UGT og2
1b Scheurwijdte plaat BGTE
k;low BGT ogBGT og3
2.1 Verbinding plaat-wand (dragende wand) UGTE
k;low / 1,3UGT og UGT bg1
2.2 Verbinding plaat-wand (belaste wand) UGTE
k;low / 1,3UGT bg UGT og
4
3 Pons paal UGTE
k;low / 1,3UGT bg UGT og
4a Pons kolom (boven veld) UGTE
k;low / 1,3UGT bg UGT bg5
4b Pons kolom (boven paal/palen) UGTE
k;low x 1,5 x 1,5UGT og UGT og6
5 Sterkte paal UGTE
k;low / 1,3UGT bg UGT og4
6 Draagvermogen plaat UGTE
k;low x 1,5 x 1,5UGT og UGT og6
7 Draagvermogen paal UGTE
k;low / 1,3UGT bg UGT og4
8.1 Draagvermogen grondkering UGTE
k;low / 1,3UGT og UGT bg1
8.2 Draagvermogen grondkering UGTE
k;low / 1,3UGT og UGT og2
9a Zetting (vb: ROK) BGTE
k;low BGT ogBGT og
3
9b Bovenbouw BGT (vb: gebouwen) BGTE
k;low BGT ogBGT og
9c Belendingen BGTE
k;low BGT ogBGT og
*
Blauw zijn bezwijkmechanismen van de constructie
Rood zijn geotechnische bezwijkmechanismen
Groen zijn mechanismen die betrekking hebben op de vervormingen van de grond
gemaakt, waarbij de paalstijfheden zijn
verlaagd om een gelijke zetting in het
SCIA-model te krijgen als in het PLAXIS-
model. De reden hiervoor is dat de SCIA-
berekening alleen de s1-zetting (paalkop)
meeneemt en niet de langeduur zetting s2
(zettingen onder de paalpunt door de paal -
groep). De wapening van de vloer is bere-
kend aan de hand van dit tweede model. Uitwerking wapening
De onderwaterbetonvloer is in bouwfase on -
gewapend berekend. Vanwege de toleranties
aan de onder- en bovenzijde van de vloer is
gerekend met een dikte van 1,0 m, in plaats
van 1,25 m (toleranties onderzijde ±150 mm
en bovenzijde ±75 mm). In de eindfase werkt de onderwater-
betonvloer samen met de in het droge
22? CEMENT 4 2021
?200
verankering
ø40 -100
ø20-150 (/)
hrspø20 -150
ø25 -300
ø16-150 (/)
beton gestort na
leegpompen kuip supports bovennet*
onderwaterbeton
schotel
tolerantie
onderwaterbeton
gestorte vloer van 0,4 m dik. Om deze samen -
werking te kunnen bewerkstelligen is de
benodigde onderwapening, dwarskrachtwa -
pening en afschuifwapening in het onder-
waterbeton ingestort (foto 5). De uitwerking van de wapening vergde
de nodige aandacht, omdat de wapening
onder water moest worden aangebracht en
een juiste configuratie moest hebben om het
storten van het beton mogelijk te maken. Het storten van het beton is gedaan
met de Hop-dobbermethode. De Hop-dob-
ber heeft aan de onderzijde van de stortbuis
een schotel met een diameter van 1,0 m die vlak boven de onderwapening moet kunnen
komen om het beton goed te kunnen laten
uitvloeien en om ontmenging van het beton
tegen te gaan. Om dit mogelijk te maken
zijn U-korven met een breedte van 1,2 m
ontworpen waartussen de Hop-dobber kon
bewegen (fig. 6, foto 7). Deze U-korven zijn
hart op hart 2,4 m aangebracht, hetgeen
overeenkomt met de h.o.h.-afstand van de
trekankers waardoor geen conflict ontstaat
met de schotels van de trekankers. De wa -
pening van de U-korven is opgebouwd uit
de bijlegonderwapening van de hoofdwape-
ningsrichting, de dwarskrachtwapening
5
Voor de
constructieve
verificatie van
de paal-plaat-
fundering zijn
een aantal
bezwijk -
mechanismen
getoetst
5 Uit onderwaterbetonvloer stekende korfwapening
6 Wapeningsconfiguratie keldervloer
6
CEMENT 4 2021 ?23
400
gem. dikte onderwaterbeton
12\f0
P -8\b40
dam wand
AZ28-700
constructieve vloer
aangelaste deuvels, 2ø16 (l=150mm) langs volledige lengte damwand
hrspø16 -125
ø16 -100
ø12 -100
ø16 -125
ø20 -100
3hrspø10 -125 3hrspø10 -125 3hrspø10 -125
dubbele hrspø8 (1 set per 2 haken ø16 -125)
1ø16*
kimblik
7 Korfwapening, foto: Heddes Bouw & Ontwikkeling
8 Aansluiting keldervloer met damwand
en de benodigde schuifwapening tussen
de op verschillende tijdstippen gestorte
vloeren. De overige onderwapening is aange-
bracht met (eerder aangebrachte) netten. De
basiswapening hiervan is Ø32-125 in hoofd -
richting en Ø16-100 in andere richting. De
netten en U-korven samen ? in de korven
bevinden zich op enkele plaatsen staven
Ø40-100 ? resulteren in een aanzienlijke
hoeveelheid wapening die onder water
moest worden geplaatst, met de kans dat het
beton niet overal kon komen. Door plaat-
singsproeven op het droge uit te voeren is
dit in beeld gebracht en is het risico be-
heerst.
Aansluiting vloer damwand
In de bouwfase is de fixatie van de onderwa -
terbetonvloer met de damwand gerealiseerd
door wrijving ten gevolge van de stempel -
druk van de damwand. In eindfase is de
koppeling voorzien in het later gestorte deel
van de constructievloer. Hierbij is rekening
gehouden met de krachtswerking volgens de
geotechnische modellen met verschillende beddingen en paalstijfheden. In de ene situ
-
atie moet kracht worden overgedragen van
de dragende damwand naar de constructie-
vloer en in de andere situatie andersom. De koppeling is gemaakt met twee
rijen aangelaste deuvels en haarspelden
(fig. 8). Voor een langere lekweg is een
'kimblik' toegepast. Dit kimblik is gemaakt
met een stalen strip van 12 mm dik die rond -
om aan de damwand is vastgelast. Bepalend
voor de dikte van de stalen de strip is het
voorkomen van kromtrekken door de
warmte die ontstaat bij het lassen.
Geslaagd concept
Met het toepassen van een paal-plaatfunde-
ring met zettingsremmers is optimaal ge-
bruikgemaakt van de omstandigheden in de
projectlocatie. De technische uitwerking
was alleen mogelijk door een goede samen -
werking tussen IMd Raadgevende Ingeni -
eurs, CRUX Engineering en Heddes Bouw &
Ontwikkeling. De keldervloer is inmiddels
uitgevoerd en de ervaringen zijn zeer posi -
tief. Het is een geslaagd concept dat vaker
kan worden toegepast.
LITERATUUR
1?Paal-plaat funderingen ?
Ontwerppraktijk, CROW, www.crow.nl/
publicaties/paal-plaat-funderingen.
Er zijn 1,2 m
brede U-korven
ontworpen
waartussen de
Hop-dobber kon
bewegen
7
8
24? CEMENT 4 2021
CEMENT 4 2021 ?25
Paleis
Het Loo
PROJECTGEGEVENS
project
Ondergrondse uitbreiding Paleis Het Looarchitect
KAAN Architecten
integraal technisch ontwerp Team Valstar bestaande uit Valstar-Simonis, DGMR en WSP (voorheen Lievense) deelproject
Bouwkuip en tijdelijke opvangconstructies (Perceel P1)
aannemer Perceel P1 Volker Staal en
Funderingen BV
26?
Bouwkuip met verschillende
technieken
31? Staalvezelversterkte onderwaterbetonvloer
34? CSM-bouwkuipwanden 38?Jetgroutwanden
41? Hardgelbouwkuip
43? Funderingsversterkende injecties
45? Opvangconstructies en vijzelwerk
Paleis Het Loo wordt uitgebreid. Technisch een zeer uitdagende opgave:
10 m diep graven, pal naast en ónder bestaande monumentale, op staal
gefundeerde gebouwen. De bouwkuip is gerealiseerd met een veelvoud aan
funderingstechnieken, afgestemd op de ondergrond en de locatie.
ING. EDDY VAN CAULIL RO
Vakgroepmanager / Senior Adviseur WSP
IR. FALCO VAN DIJCK Ontwerpleider /
Hoofd Ontwerp /
Sr. Specialist Geotechniek
Volker Staal en Funderingen / VolkerWessels
IR. JENS DE VRIES Projectleider
Volker Staal en Funderingen / VolkerWessels
ING. JAAP CROMWIJK Specialist Geotechniek
Van Hattum en Blankevoort / VolkerWesselsauteurs
Foto: Koen de Mol Fotografie
26? CEMENT 4 2021
In 1684 gaf stadhouder en (en later
koning van Engeland) Willem III
opdracht om een vorstelijk jacht-
verblijf in Apeldoorn te bouwen
dat we kennen als Paleis Het Loo.
Het paleis is sindsdien door tien opeenvol -
gende generaties Oranjes bewoond, alleen
koning Lodewijk Napoleon heeft deze lijn
kortstondig onderbroken. In 1969 werd het
besluit genomen om van het paleis een mu -
seum te maken, waarin de geschiedenis van
de koninklijke familie en het paleis zelf cen -
traal stonden. Na een grootscheepse renova -
tie werd het museum in 1984 geopend. Ruim 30 jaar na deze openstelling
bleek onderhoud noodzakelijk, met onder
meer vervanging van installaties en een as-
bestsanering. Tegelijk met deze intensieve
renovatie vindt een ondergrondse uitbrei -
ding plaats. Hiermee komt er meer ruimte
voor wisseltentoonstellingen en publieks-
faciliteiten en kan de omvangrijke collectie
beter worden gepresenteerd aan de museum -
bezoekers.
De uitbreiding
Het paleis bestaat uit een centraal plein, het
Bassecour, met enkele gebouwen eromheen
(fig. 2). Het meest in het oog springt het
Corps de Logis, het centraal gelegen hoofd -gebouw van het paleis, met ernaast de bin
-
nen- en buitenpaviljoens. Naast het plein
zijn de oostvleugel en de westvleugel gelegen. De uitbreiding bestaat uit een nieuw
deel onder het centrale plein, dat de vleugels
verbindt met het Corps de Logis. Het nieuwe museum is toegankelijk
via de bovengrondse entreepaviljoens (oos-
telijk en westelijk hoekpaviljoen in fig. 2). Via
deze paviljoens dalen de bezoekers via trap-
partijen af naar de nieuwe ondergrondse
uitbreiding met daarin het entreegebied,
de museumzalen en de Grand Foyer. De on -
dergrondse uitbreiding is tevens via de zoge-
noemde onderaansluitingen verbonden met
de twee hoekpaviljoens, de oostvleugel en
het Corps de Logis. De Grand Foyer is zichtbaar vanaf de
Bassecour door een glazen plafond waar-
over een dun laag je water stroomt. In het
nieuwe deel liggen ook diverse nieuwe ten -
toonstellingsruimtes en andere bezoekers-
voorzieningen.
Aanbesteding
Het project kent een strakke planning. Het
paleis werd op 7 januari 2018 gesloten en de
opening van het vernieuwde museum is
voorzien in 2022. Voorgesteld is de uitvoe-
ring van de bouwkuip naar voren te halen
Bouwkuip met verschillende technieken
Tegelijk met een intensieve renovatie van Paleis Het Loo vindt een
ondergrondse uitbreiding plaats. De uitbreiding bestaat uit een nieuw deel onder het centrale plein, dat de vleugels verbindt met het
hoofdgebouw. Het project is opgedeeld in vijf deelprojecten, waaronder Perceel P1: de bouwkuip en tijdelijke opvangconstructies.
De ondergrondse
uitbreiding is via
de zogenoemde
onderaanslui -
tingen verbonden
met de twee
hoek paviljoens,
de oostvleugel en
het Corps de
Logis
CEMENT 4 2021 ?27 1 Opgeleverde bouwkuip Paleis Het Loo bij start onderhoudsperiode Perceel P1, foto: Koen Mol Fotografie
door deze afzonderlijk aan te besteden op
basis van het afgeronde DO. Op basis van
een geprognosticeerde bouwtijd van de
bouwkuip van 12 maanden kon zonder ver-
dere vertraging het TO voor de uitbreiding
en renovatie worden afgerond en aanbe-
steed. Vanwege de specialistische technieken
voor de bouwkuip, is in overleg met de op-
drachtgever besloten de bouwkuip in een
UAVgc-vorm, dus inclusief ontwerp vanaf
DO-fase, aan te besteden. Dit om het zoveel
mogelijk inbrengen van optimalisaties en/of
alternatieven met betrekking tot in te zetten
technieken en risicobeperking vanuit de
markt te faciliteren. Hiertoe zijn aanvullend
aan het DO-referentieontwerp voor de
bouwkuip een Vraagspecificatie Eisen en
Vraagspecificatie Proces opgesteld. Uiteindelijk is het project aanbesteed in vijf
percelen:
Perceel P1: Bouwkuip en tijdelijke opvang -
constructies bestaande bouw
Perceel P2: Ondergrondse uitbreiding en
renovatie vleugels bouwkundig en construc-
tief
Perceel P3: Restauratie Corps de Logis en
paviljoens, asbestsanering gehele paleis
Perceel P4: W- en E-installaties
Perceel P5: Liftinstallaties
Dit artikel gaat alleen in op Perceel P1, de
bouwkuip.
Bouwkuip
Onder het centrale plein is een bouwkuip
gemaakt van circa 4500 m² en een diepte
van ongeveer 10 m. Rondom het plein
1
Paleis Het Loo (1)
28? CEMENT 4 2021
zijn verankerde bouwkuipwanden aange-
bracht met een totale lengte van 400 m.
Voor de verbindingen tussen de nieuwe
ondergrondse ruimten en de bestaande
gebouwen, de eerder genoemde onderaan -
sluitingen (bij de twee hoekpaviljoens, de
oostvleugel en Corps de Logis), zijn enkele
complexe bouwkuipen gemaakt onder de
monumentale panden, de inpandige bouw -
kuipen. Zo ontstonden verschillende bouw -
kuipen, een grote centrale bouwkuip en
een aantal kleinere inpandige. Deze ver-
schillende bouwkuipen zijn gescheiden door
middel van compartimenteringswanden. In het VO en DO zijn verschillende va -
rianten voor de bouwkuip onderzocht. Hier-
bij is rekening gehouden met de aanwezige
bodemopbouw ? pas op 160 m diepte is een
afsluitende kleilaag in het zandpakket aan -
wezig ? en de maximale grondwaterstand ?
die zich op ongeveer 2 m onder het maaiveld
bevindt. Vanwege het risicoprofiel is gestart met
het opstellen van een risicoanalyse ten
behoeve van de juiste combinatie van uitvoe-
ringstechnieken voor de bouwkuip. Uiteinde- lijk zijn verschillende funderingstechnieken
toegepast, zoals vastgelegd in het referentie-
ontwerp ten behoeve van de aanbesteding.
Na optimalisatie van het referentieontwerp
is de grote bouwkuip (fig. 3) uitgevoerd met
CSM-wanden, deels met groutankers veran -
kerd, deels afgestempeld. De kleine bouwkui -
pen zijn uitgevoerd met jetgroutwanden. Ter
plaatse van het Corps de Logis is een hardgel -
bouwkuip toegepast. De bouwkuipen zijn aan
de onderzijde voorzien van een met GEWI-
ankers verankerde staalvezelversterkte
onderwaterbetonvloer. Onder de strokenfun -
deringen van de bestaande bouw zijn funde-
ringsversterkende injecties aangebracht. Ter plaatse van de inpandige bouw -
kuipen zijn tijdelijke opvangsconstructies
gemaakt en is de bestaande constructie ver-
vormingsgestuurd gevijzeld. Hierna is hier
een kelderconstructie gerealiseerd als per-
manente ondersteuning.
Gevoeligheid vervormingen
In het ontwerp zaten behoorlijke construc-
tieve uitdagingen. De grootste uitdaging was
het voorkomen van te grote vervormingen
2 Overzicht bouwdelen Paleis Het Loo
Onder het
centrale plein is
een bouwkuip
gemaakt van
circa 4500 m²
en een diepte van
ongeveer 10 m
2
hoekpaviljoen oost
hoekpaviljoen west
Corps de Logis
oostelijk en westelijk binnenpaviljoen
oostelijk en westelijk buitenpaviljoen
oostvleugel
westvleugel
restaurantvleugel
kantoorvleugel
Bassecour
ondergrondse uitbreiding
grote bouwkuip
CEMENT 4 2021 ?29
en/of verschuiving van de ondergrond ten
gevolge van de bouwkuip. In overleg met de
opdrachtgever heeft WSP (bij tender Bartels,
daarna Lievense, inmiddels WSP) het vol -
gende uitgangspunt vastgelegd:
'De ondergrondse uitbreiding blijft binnen de
kaders van het bouwkundige ontwerp, zover
mogelijk van de bestaande bebouwing. De
combinatie van de lokale afstand van de bouw-
put tot aan de bestaande bebouwing, water-
dichtheid van de grondkeringen en tijdelijke
opvangmaatregelen van de bestaande bebou -
wing mag niet leiden tot blijvende schade.'
De toegestane schade is schadeklasse 1 van
het eindrapport F530 'Aanbevelingen voor
het ontwerp van bouwkuipen in stedelijke
omgeving' van het COB. Het Corps de Logis met de aansluitende
binnen- en buitenpaviljoens, vormt vanwege
de monumentale waarde en de opbouw met
gemetselde kruisgewelven het meest kriti -sche onderdeel. De west- en de oostvleugel
zijn in principe minder gevoelig voor scha -
de, mede door diverse eerder uitgevoerde
verbouwingen. Bij deze verbouwingen zijn
staalconstructies aangebracht met grotere
overspanningen waarbij de vloeren alleen
loodrecht op de gevel spannen.
Voortgang
Na de aanbestedingsfase, het gunningstra -
ject en de DO-ontwerpfase zou volgens de
contractplanning in november 2017 de aan -
nemer van Perceel P2 worden gecontrac-
teerd, zodat de raakvlakken tussen de
bouwkuip(en) en het definitief betonwerk
verder zouden kunnen worden afgestemd.
Doordat Perceel 2 later is aanbesteed, was
dit een complicerende factor. Door goede
samenwerking tussen Volker Staal en Fun -
deringen (VSF) en WSP en het onder andere
in detail, op uitvoeringsniveau uitwerken
3
Ter plaatse van
de inpandige
bouwkuipen
zijn tijdelijke
opvangscon -
structies
gemaakt en is
de bestaande
constructie
vervormingsge-
stuurd gevijzeld
3 3D-model uitvoeringsontwerp bouwkuip inpandige bouwkuip
met hardgel
inpandige bouwkuip met
jetgroutwanden en stalen
opvangconstructie
inpandige bouwkuip met
jetgroutwanden en stalen
opvangconstructie
CSM-wanden met groutankers
bouwkuip voorplein
met stempelraam
inpandige bouwkuip met
jetgroutwanden en stalen opvangconstructie
Paleis Het Loo (1)
30? CEMENT 4 2021
van een stappenplan van de bouw fasering
kon dit voor een groot deel worden onder-
vangen. Eind maart 2018 werd begonnen met
de fysieke werkzaamheden aan de centrale
bouwkuip met de realisatie van de CSM-
wand, de GEWI-ankerpalen, de sloop en het
aanbrengen van de inpandige staalconstruc-
ties en navolgend de CSM-wandverankering.
Vervolgens zijn de inpandige bouwkuipen
met jetgrouten en hardgelinjectie gereali -
seerd. Midden 2018 volgden de eerste ont-
gravingen binnen de bouwkuip en begin
2019 de stort van het (staalvezel)onderwater-
beton. Het diepste punt van de bouwkuip
werd midden 2019 bereikt en gevierd. De
inmiddels voor Perceel P2 gecontracteerde
aannemer is direct daarna begonnen met de
start van de ruwbouw. De uitvoering van de diverse werk -
zaamheden is nauwlettend gevolgd met een uitgebreide monitoring. De uiteindelijk ge-
meten vervormingen bleken goed binnen de
progenoses te blijven. De risicogestuurde
ontwerpaanpak, het vooraf uitvoeren van
proeven en uitgebreide berekeningen, en de
validatie daarvan door middel van monito-
ring, hebben geleid tot een schadevrije en
daarmee succesvolle realisatie van de bouw -
kuip(en) ten behoeve van de ondergrondse
uitbreiding van Paleis Het Loo.
4
In de volgende delen van dit artikel komen
achtereenvolgens aan bod:
- Staalvezelversterkte onderwaterbetonvloer
- CSM-bouwkuipwanden
- Jetgroutwanden
- Hardgelbouwkuip
- Funderingsversterkende injecties
- Opvangconstructies en vijzelwerk
4 Overzicht bouwkuip, foto: Koen Mol Fotografie
CEMENT 4 2021 ?31
Al in het referentieontwerp werd
voor de onderafsluiting van de
grote bouwkuip uitgegaan van
een staalvezelversterkte onder-
waterbetonvloer (SVOWB) in
combinatie met GEWI-palen.
In de
tender is een softgelinjectie overwogen. On -
danks de grote passieve weerstand van de
zandige lagen, leidde deze optie echter tot te
veel vervorming van de bouwkuipwanden
en dus de belendingen. Dit met name door
het ontbreken van de stempelfunctie van
het onderwaterbeton. Deze optie werd ook (te) risicovol beschouwd in verband met
enerzijds de aanwezige grondwaterstroming
en anderzijds de gestuwde lagen en daarmee
verticale oriëntatie van de lagen. Dit laatste
zou het aanbrengen van softgel bemoeilij-
ken. Er zijn ook subvarianten beschouwd
zoals ongewapend onderwaterbeton, met
meer palen of een dikkere vloer. Ook die
vielen snel af. Meer palen zou minder eco-
nomisch zijn en ongunstig in de planning.
Een dikkere vloer zou leiden tot meer ont-
graving en daarmee dus weer vervorming
of dikkere bouwkuipwanden.
5 Aanbrengen onderwaterbeton
Onderwater betonvloer
De onderafsluiting van de bouwkuip is uitgevoerd met een met
GEWI-palen verankerde staalvezelversterkte onderwaterbetonvloer.
Veel aandacht ging uit naar het beperken van de krimp en daarmee
de vervorming van de bouwkuipwanden.
In het uiteinde-
lijke ontwerp
is in plaats van
zwaar onder-
waterbeton
gekozen voor
een staalvezel -
gewapende
onderwater-
betonvloer in
combinatie
met trekpalen
5
Paleis Het Loo (2)
32? CEMENT 4 2021
Ontwerp
Ter plaatse van de inpandige onderaanslui -
tingen was in het referentieontwerp gekozen
voor zwaar onderwaterbeton (4000 kg/m³)
zonder trekpalen. Deze massa zou worden
gehaald door toepassing van zwaar toeslag -
materiaal (MagnaDense gemaakt van ijzer-
oxidemagnetiet). De vloer ha
Reacties