\037
\037\036\035\037\036\037\035
7
\037\037\036\037\035
\037
\016\026\034\033\026\032\r \016\t\026\033\033\030\034\032\b\026\034\032\007\030
\037\037\037
\037\037\036\035\034\034\033\035\032
\020\033\035\021
\037\036\035\034\037\033\032\031\034\030
\032\035\024\034\037\023\013
\034
\007\025\037\n\035
\035\022\037\006\035\034\037\f\035\032\031\022\024\037\035\026\017
\035\035\022\037\f\035\n\026\021\004\030\037\033\031\026\034\022\035\026\
\037\003
\024\035\022\021\035\034\037\035\035\022\037\031\031\022\034\013
\032\035\022\005\037\t
\032\021\n\025\031\031\034\020\016\006\031\033\033\035\022\005\037\024\026\
\017
\033\026
\036\035\f\037\004\035\037\027\027\023\037\021\022\034\013
\n\035\022\005\037\022\035\035\025\037\n\031\022\037\016\027\022\034
\025\035\034\020\005\037\037\036\035\034\033\032\035\031\030\033\027\033\030\035
\037
\037\036\035\034
\032\031\030\027\036\034\030\026
\037\036\035\036\034\033
\037 \036\035\035\034\037\033\032\035\032\037\030 \037\013\013\013
partners
CEMENT 6 2023 ?1
Ingenieurs
met passie
voor techniek
2? CEMENT 6 20 23
48 Ge volgen klimaatverande-
ring v
oor levensduur
inf
rastructuur (II)
M et levensduurverlenging kunnen
veel k
osten worden bespaard. Maar
waar moet je pr
ecies in investeren?
60 fi b Bulletin 105 over
v
ezelversterkt beton
fib Bulletin 105 bevat state-of-the-art
k
ennis over vezelversterkt beton,
ook k
ennis die niet is opgenomen
in M
odel Code 2020.
Artikelen
?6 De N ieuwe Sluis Terneuzen (4)
H et ontwerp van de brugkelders en
de aanpak van de wape
ningsbepaling.
20 Gr ote overstekken, hoge
vloerbelastingen
J oint Research Center Zeeland is een
stat
e-of-the-art onderzoeksinstituut.
34 P ortaal wordt platform
I nterview met bestuur van Kennis-
portaal Constructie
ve Veiligheid.
38 Scheur vorming hybride
ge
wapende vloeren
Best aande ontwerpmethoden leiden
veelal t
ot een te gunstige inschatting
van de sche
urwijdte.
6 38
Foto voorpagina:?Santa Maria Goretti kerk in Mormanno, Italië (foto: Duccio Malagamba)
COLOFON
Cement, vakblad over betonconstructies, is hét
vakblad van en voor constructeurs en verschijnt
8 keer per jaar. Het vakblad is een onderdeel
van het kennisplatform Cement, een uitgave
van Aeneas Media bv in opdracht van het
Cement&BetonCentrum.
Uitgave Aeneas Media bv, Veemarktkade 8,
Ruimte 4121, 5222 AE 's-Hertogenbosch
T 073 205 10 10, www.aeneas.nl
Redactie prof.dr.ir. Max Hendriks (hoofd-
redacteur), ir. Maartje Dijk, ir. Paul Lagendijk,
ir. Jacques Linssen, ir. René Sterken, ir. Cindy
Vissering, ing. Henk Wapperom, dr.ir. Rob Wolfs
Redactieraad ir. Edwin Vermeulen (voorzitter),
ir. Paul Berendsen, ing. Dick Bezemer, prof.dr.ir.
Jos Brouwers, ir. Henco Burggraaf, ir. Maikel
Jagroep, ir. Hans Kooijman, ir. Ad van Leest,
ing. Michael van Nielen PMSE, ir. Paul Oomen,
ir. Dirk Peters, ir. Kees Quartel, ir. Ruud van der
Rakt, ir. Hans Ramler, ir. Paul Rijpstra, ir. Dick
Schaafsma, ing. Roel Schop, dr.ir. Raphaël
Steenbergen, prof.dr.ir. Kim van Tittelboom,
dr.ir. Rutger Vrijdaghs, prof.ir. Simon Wijte
Uitgever/vakredacteur ir. Jacques Linssen
j.linssen@aeneas.nl, T 073 205 10 22
Planning en coördinatie Hanneke Schaap
h.schaap@aeneas.nl, T 073 205 10 19
Eindredactie Hanneke Schaap
Ontwerp Twin Media bv, Miranda van Agthoven
Vormgeving Twin Media bv, Maarten Bosch
Media/advies Leo Nijs, l.nijs@aeneas.nl,
T 073 205 10 23
Klantenservice klantenservice@aeneas.nl
T 073 205 10 10
Website www.cementonline.nl
Overname artikelen Overname van artikelen en
illustraties is alleen toegestaan na schriftelijke
toestemming.
Lidmaatschappen 2023 Kijk voor meer
informatie over onze lidmaatschappen op
www.cementonline.nl/lidworden of neem
contact op via abonnementen@aeneas.nl of
073 205 10 10.
Voorwaarden Je vindt onze algemene voor-
waarden op www.cementonline.nl/algemene-
publicatievoorwaarden Hoewel de grootst
mogelijke zorg wordt besteed aan de inhoud van
het blad, zijn redactie en uitgever van Cement
niet aansprakelijk voor de gevolgen, van welke
aard ook, van handelingen en/of beslissingen
gebaseerd op de informatie in deze uitgave.
Niet altijd kunnen rechthebbenden van gebruikt
beeldmateriaal worden achterhaald. Belang
-
hebbenden kunnen cont
act opnemen met de
uitgever.
ISSN 0008-8811
Inhoud
Vakblad over betonconstructies
CEMENT 6 2023 ?3
Aarde. In 2012 verwoestte een
aardbeving de kathedraal in het
centrum van het Calabrische
dorp Mormanno. Een prijsvraag
volgde, uitgeschreven door de
Italiaanse bisschoppencon-
ferentie. In dit nummer toont
Beton in Beeld het resultaat: een
prachtig glooiende betonnen
constructie. Lucht en klimaat -
verandering. Klaas van Breugel
sluit zijn tweeluik over de invloed
van klimaatverandering op de
levensduur van infrastructuur af.
Levensduurverlenging bespaart
kosten. Water. In dit nummer
sluiten we een andere mooie
reeks af, met het vierde en
laatste artikel over de Nieuwe
Sluis Terneuzen. Vuur. In haar
korte bestaan hebben we al veel
constructieve feedback gekre-
gen over onze nieuwe rubriek
Normbesef. In het derde artikel
van deze reeks wordt ingegaan
op een praktische uitwerking
van ontwerprichtlijnen voor
brandwerendheid.
Voor alle duidelijkheid, ik heb
weinig (lees: niets) met boven-
Aarde, lucht, water
en vuur -en- wéér
een nieuwe Cement
staande elementen uit de as-
trologie. Waar ik wél veel (lees:
gigantisch veel) waardering voor
heb is de, op het oog, geoliede
productie van Cement-nummers,
op papier én online. Een mooie
gelegenheid om in deze 75ste
jaargang Hanneke Schaap,
contentmanager van Cement,
aan het woord te laten: "Mijn
eerste nummer was Cement
2013/2. En na 84 nummers is de
eindsprint naar de drukdatum
voor elke editie nog steeds
spannend en is de verschijning
van elk blad weer een kleine
overwinning. In al die jaren bij
Cement heb ik het medialand-
schap enorm zien veranderen.
We gingen van alleen een
papieren magazine en pdf's op
de website, naar een volwaar-
dig online kennisplatform met
steeds meer nieuwe ontwik -
kelingen en mogelijkheden.
Ook social media ging een rol
spelen, wat het platform nog in-
teractiever maakt." Beton doet
Hannekes hart sneller kloppen.
En wéér ligt er een nieuwe
Cement op uw (digitale) deur-
mat. Veel leesplezier!
Max Hendriks
Voor reacties: cement@aeneas.nl
57
En verder
30 Pleidooi v oor de hoffelijkheid
Column K arel Terwel.
32 De jonge const ructeur
J elle Roks deelt zijn ervaring bij ABT,
onde
r meer bij een van zijn eerste
pr
ojecten, de rechtbank Amsterdam.
57 Normbese f (3)
Br andwerendheid in relatie tot
spat
ten van betonconstructies.
68 W onder van eenvoud
I n Calabrië maakte Mario Cucinella
Ar
chitects met traditioneel beton een
ve
rnieuwend ontwerp voor een kerk.
74 Boekbespreking
BRUUT , atlas van het brutalisme
in N
ederland.
78 Gele zen in Structural
Concr
ete 24/4
Ee n variatie aan papers, met als
speciaal the
ma een vooruitblik op
fib
Model Code for Concrete
Structur
es 2020 (MC2020).
4? CEMENT 6 20 23
auteurs
ir. Florentijn de Beukelaar
Sassevaart / Boskalis p. 6 ? 19
ir. Erik Middelkoop
Royal HaskoningDHV p. 34 ? 37
prof.dr.ir. Klaas van Breugel
TU Delft, fac. CiTGp. 48 ? 56 ing. Joost Reijers
ABT
p. 34 ? 37
ing. Jurgen Hielema Rijksvastgoedbedrijf p. 34 ? 37
Arjan van der Giessen
Sassevaart / IV Infra p. 6 ? 19 ir. Ronny de Rooij
Sassevaart / De Rooij Engineering p. 6 ? 19
ir. Dik Spekkink Spekkink C&R p. 34 ? 37
dr. ir. Karel Terwel
IMd Raadgevende Ingenieurs / TU Delft p. 30 ? 31
ir. René Sterken
BAM Advies & Engineering p. 34 ? 37
ing. Ab van den Bos
NLyseConsultants.com
p. 60 ? 66
ir. Emile van Doorn
Sassevaart / Royal HaskoningDHV
p. 6 ? 19
ing. Jelle Roks
ABT
p. 32 ? 33
ing. Giel van Lanen
ABT
p. 38 ? 47 ir. Kirsten Hannema
Freelance architectuurjournalist
p. 68 ? 73 ir. Edwin Slangen RTb
Gemeente Maastricht
p. 57 ? 59
ing. Rob Stark RO
IMd Raadgevende Ingenieurs
p. 20 ? 28
ir. Dick Stoelhorst
BouwWise!
p. 34 ? 37
ir. Henk Wapperom
Betonvereniging
p. 74 ? 77
ing. Paul Noomen RC
IMd Raadgevende Ingenieurs
p. 20 ? 28
Aan dit nummer van Cement werkten mee:
Met een lidmaatschap kun je inloggen
op de website en heb je toegang tot alle
beschikbare CROW-CUR Aanbevelingen.
Interesse?
Vraag een lidmaatschap aan via www.cur-aanbevelingen.nl
of neem contact op met onze klantenservice 073-205 10 10
Maak jij regelmatig
gebruik van
CUR?Aanbevelingen?
De Nieuwe Sluis Terneuzen (4)
Ontwerp van de brugkelders
1 Brugkelder (links achterin) in aanbouw in de bouwkuip van het buitenhoofd
1
6? CEMENT 6 20 23
In beide sluishoofden van de
Nieuwe Sluis Terneuzen, zowel
bij het buitenhoofd aan de Wes-
terscheldezijde als bij het bin-
nenhoofd aan de kanaalzijde, is
een stalen basculebrug geïnte-
greerd (fig. 2)
. Deze biedt de mogelijk-
heid om wegverkeer over de sluis te laten
passeren. Onderdeel van de brug is een
brugkelder aan de oostzijde, vlak naast de
deurkassen (fig. 3). Deze brugkelder biedt
ruimte aan het contragewicht en het bewe-
gingswerk, en fungeert tevens als fundering.
Aan de westzijde bevindt zich het landhoofd,
dat is geïntegreerd in de mond van de in-
laatconstructie. Een belangrijk verschil tussen de beide
brugkelders is dat de brugkelder voor het
buitenhoofd buiten de buitenste sluisdeuren
ligt en deel uitmaakt van de primaire water-
kering, en de brugkelder voor het binnen-
hoofd zich binnen de primaire waterkering
bevindt. Het niveau van de bovenzijde van
de brugkelder van het buitenhoofd is dan
ook 2,0 m hoger (niveau primaire kering is
NAP +9,5 m). Op deze brugkelder zijn water-
standen beschouwd waarvan de peilen circa
12,0 m kunnen verschillen. Voor de brugkel-
der van het binnenhoofd is dit verschil tus-
sen maximale en minimale waterstand veel
minder (1,0 m). De staalconstructie van de
basculebrug is exact hetzelfde voor het bui-
tenhoofd als het binnenhoofd. Alleen de weg-
indeling op de dekken van de voet- en fiets-
paden is iets anders.
Ontwerp brugkelder
De basculebrug draait met de stalen hoofd-
liggers in sleuven van het brugkelderdek.
Ze draaien om hoofddraaipunten heen (die
bestaan uit stoelen, lagers en assen). Deze
hoofddraaipunten zijn opgelegd op een rij
van vier steunpunten in de brugkelder,
dwars op de assen. De twee binnenste steun -
punten staan op een middenconsole die
tegen de sluiswand is gestort, en de andere
steunpunten staan op wandconsoles die
tegen de zijwanden van de brugkelder zijn
gestort (fig. 4). Het gewicht van de basculebrug is
hiermee geconcentreerd aan de sluiswand-
zijde van de brugkelder. Om deze excentrici-
teit in de funderingsdrukken te compense-
ren, is achterin de brugkelder een groot
betonnen gewicht opgenomen: het trapvor-
mige ballastgewicht (fig. 9). Aan de buitenzijde van de sleuven
waarin de hoofdliggers draaien, is het voet-
en fietspad gelegen. Deze dekken zijn inte-
graal vastgestort aan de brugkelder. Het
middelste deel tussen de sleuven is bedoeld
voor het zware verkeer. Dit brugdek bestaat
uit prefab voorgespannen liggers (fig. 4) met
een ter plaatse gestorte druklaag en is op
oplegblokken geplaatst.
De brugkelder bestaat deels uit een ruimte
waarin de basculebrug is opgenomen, maar
ook uit een ander deel, de zogenoemde cellen -
wandconstructie. Deze constructie is een
betonnen bak met meerdere vloeren,
PROJECTGEGEVENS
project
Nieuwe Sluis Terneuzen opdrachtgever
Vlaams-Nederlandse
Scheldecommissie (een
samenwerkingsverband tussen het Nederlandse Ministerie van
Infrastructuur en
Waterstaat en het
Vlaamse Departement van Mobiliteit en
Openbare Werken) opdrachtnemer
Consortium Sassevaart
(een samenwerking van
BAM, DEME, Stadsbader Contractors, Van Laere en Equans)
integraal ontwerp BAM Infraconsult,
DIMCO, Equans, Van Laere en Dredging International
ondersteund door onder andere Arcadis, IV Infra, Fugro en Royal
HaskoningDHV
In het sluizencomplex in Terneuzen, dat toegang biedt tot de havens in Gent en Terneuzen,
wordt momenteel gebouwd aan een nieuwe sluis. Deze zogeheten 'Nieuwe Sluis Terneuzen'
wordt na de Zeesluis IJmuiden de grootste sluis van Nederland. Dit vierde en laatste artikel in een serie over dit project, gaat over het ontwerp van de brugkelders en de aanpak van de wapeningsbepaling.
CEMENT 6 2023 ?7
BEWEGINGS-
WERKKELDER
DUBBELE
DEURKAS
SPONNING-
WAND
STEMPEL-
VLOER INLAAT-
CONSTRUCTIE-
MOND INLAAT-
CONSTRUCTIE-
SCHUIVENHUIS
DREMPEL
BRUGKELDER
waarvan enkele cellen gevuld zijn met zand.
Hij bevindt zich naast de brugkelder aan
de zijde van de deurkas en is onder meer
bedoeld als ballastgewicht om de excentrici-
teit ten gevolge van alle belastingen die op
de brugkelder werken tot een minimum te
beperken. Dit komt het draagvermogen ten
goede en beperkt de rotaties van de brugkel-
der op termijn. De omvang van de vulling
(het zand) is bepaald door te balanceren met
alle permanente belastingen.
De lege ruimte in de cellenwandcon-
structie is toegankelijk voor inspecties via
een sparing in de wand. Zettingsanalyse
Beide op staal gefundeerde landhoofden van
de brug (brugkelder en inlaatconstructie)
ondergaan tijdens en na de bouw zettingen.
Anticiperen op de mogelijke zettingen is
essentieel voor het functioneren van de bas-
culebrug. Daarom zijn uitgebreide zettings-
berekeningen gemaakt. Met zettingen die optreden tijdens de
bouw is rekening gehouden bij de afstem -
mingen van de in te storten ankersets voor
de verbinding tussen de stalen basculebrug
en de betonnen brugkelder, de zogenoemde
mechanische uitrusting. Dit is onder andere
2 Basculebrug met rechts brugkelder en links inlaatconstructie (mond) 3 Overzicht constructies buitenhoofd
ARTIKELENSERIE
Dit artikel is het vierde en laatste deel in
een serie over de Nieuwe Sluis Terneuzen.
In het eerste artikel is het ontwerp, de
fasering en de bouwmethode van de
sluis op hoofdlijnen toegelicht. Het
tweede artikel gaat over het ontwerp
van de sluiskolk. Het derde artikel zoomt
in op het ontwerp van de sluishoofden.
Buiten deze serie om is ook een artikel
over de bodemroosters verschenen:
'Ontwerp en afzinken bodemroosters'.
2
3
8? CEMENT 6 20 23
middenconsole prefab brugdek
dek voor
voetgangers
en fetsers
wandconsole
cellenwandconstructie
sleuf
gedaan door sommige ankersets een offset
te geven ten opzichte van het nominale
ontwerp. Op foto 5 zijn de ankersets te zien
voor de openstandsvergrendeling (alleen
stelframe te zien) en de vijzelstoelen (stel-
frame met ankersets te zien). De zettings-
berekeningen zijn tevens gebruikt om de
minimale waterkerende hoogte van de
brugkelder te borgen en voor afstemmingen
van de voegprofielen tussen de aansluitende
constructies.
Raakvlakken
Het ontwerp van de brugkelder is onderdeel
van een groot multidisciplinair project. Met een geïntegreerd ontwerpteam is met name
vanuit een projectkantoor in Breda het vol-
ledige ontwerp van de Nieuw Sluis Terneu-
zen gemaakt. Om een beeld te geven van de
raakvlakken die zijn afgestemd voor de brug
-
kelder, wordt hieronder een overzicht gege-
ven van de disciplines die te maken hebben
met het ontwerpen van de brugkelders. Het elkaar opzoeken is hierbij essenti-
eel om raakvlakken af te stemmen en daar-
mee een compleet ontwerp te kunnen maken.
Hierbij is het de kunst om elkaar tijdig van
informatie te voorzien, ondanks het verschil
in ontwerpfasen waarin de verschillende
disciplines zich bevinden.
4 Doorsnede over brugkelder met wand- en middenconsoles, sleuven, brugdek met voorgespannen prefab liggers en
cellenwandconstructie
5 Ankersets t.b.v. de openstandsvergrendeling en de vijzelstoelen
IR. FLORENTIJN DE BEUKELAER
Assistent Ontwerpleider Brugkelder
Sassevaart / Boskalis
(tijdens het project BAM Infraconsult)
ARJAN VAN DER GIESSEN BSC
Constructeur Brugkelder Sassevaart / IV Infra
IR. RONNIE DE ROOIJ
Constructeur Deurkassen Sassevaart / De Rooij
Engineering (tijdens het project BAM
Infraconsult)
IR. EMILE VAN DOORN
Ontwerpleider Civiel Sassevaart / Royal
HaskoningDHV (tijdens het project BAM Infraconsult) auteurs
4
5
CEMENT
6 2023 ?9
bouwkuip en aansluitingfrontmuren
ondersteunendeinstallaties(aarding)
aansluiting maritieme constructies
beweegbare brug metmechanische uitrusting
aansluiting
bodembescherming
sluismeubilair
weginrichting afstemming
terreininrichting
(architectuur )
bouwkundige
afstemmingen
hemelwaterafvoer
aansluitende constructies en grond- en waterdichtheid
Ondersteunende teams:
HOOGWATERVEILIGHEID
Machineveiligheid Cybersecurity RAMSV&G
B&O
Raakvlak met de bouwkuip? De construc-
ties van het sluishoofd (de deurkassen, de
inlaatconstructie en de brugkelder) zijn ge-
bouwd binnen een bouwkuip en zijn gefun-
deerd op staal. Om te voorkomen dat de op
staal gefundeerde constructies ook op de
diepgefundeerde diepwanden gaan dragen
(zie eerste artikel in de serie), is tegen de
diepwanden Enkadrain bevestigd. Tegen de
combiwanden is Airex toegepast (foto 7).
Beide producten hebben hun eigen voor- en
nadelen, maar dienen beide als onthechtings-
middel tussen definitieve betonconstructies
en bouwkuipwanden. De bouwkuipwanden zijn met inacht-
neming van plaatsingstoleranties, scheef-
standen en vervormingen zo geplaatst dat
deze buiten het minimale profiel van de be-
tonnen brugkelder worden gerealiseerd. Dit
resulteert uiteindelijk in een ruimte tussen
de bouwkuipwand en de definitieve beton-
constructie die, met de verschillende beton-
storten mee, met ongewapend beton is op-
gevuld tegen het onthechtingsmiddel aan.
Aan de waterzijde is niet over de volledige
6
6 De brugkelder en zijn ontwerptechnische omgeving
Om te anticipe-
ren op mogelijke
zettingen zijn
uitgebreide
zettingsbereke-
ningen gemaakt
in D-Settlement
en Plaxis 2D
hoogte tegen de bouwkuipwand aan gestort,
maar is vanaf een bepaald niveau bekisting
toegepast. Op deze wijze wordt ervoor ge-
zorgd dat de frontmuur, die in het zicht
komt, een vlak uiterlijk heeft. Omdat de brugkelder en de aangren-
zende constructies los van elkaar zijn gefun-
deerd, ontstonden hier dilataties. De ruim-
tes tussen deze constructies zijn grond-, en
waar nodig, waterdicht gemaakt. Afhanke-
lijk van de locatie werden hiervoor geotex-
tielen, rubberen voegprofielen en kleikisten
toegepast.
Raakvlakken met mechanische uitrusting?
De verbinding tussen de stalen basculebrug
en de betonnen brugkelder (mechanische
uitrusting) bestaat uit zowel hydraulische
als elektromechanische uitrusting. Naast de
eerder genoemde hoofddraaipunten is er in
de brugkelder aanwezig: twee keer een brug-
aandrijving, een aanslag, een openstands-
vergrendeling, twee keer een vijzelstoel voor
onderhoud met een extra mogelijkheid tot
het fixeren in een 88 graden open stand en
10? CEMENT 6 20 23
middenconsolewandconsoles
hoofddraaipunten
een fixatiepunt op dekniveau wanneer de
brug in onderhoudsstand staat. In figuur 9 is
de inrichting van de brugkelder opgenomen.
Raakvlak voegen tussen beton en staal? De
brugconstructies bevatten een aantal voeg-
overgangen. Ter plaatse van de brugkelder
aan de sluiszijde sluit de basculebrug aan op
een stalen rij-ijzer (stalen overgangsstuk
tussen basculebrug en landhoofd), dat is in-
gestort. Dit rij-ijzer wordt na het plaatsen
van de basculebrug ingestort om een vloei-
ende overgang te kunnen waarborgen. Na
dit rij-ijzer is er een klein deel betonwand
van de brugkelder met vervolgens een voeg-
overgang naar het prefab voorgespannen
liggerdek aangebracht (fig. 10). Aan de zijkant van dit prefab voorge-
spannen liggerdek bevinden zich de sleuven
die het mogelijk maken dat het vakwerk van
de basculebrug de brugkelder in draait. Aan
de rand van het prefab voorgespannen lig-
7
7 Airex tegen de combiwanden en Enkadrain tegen de diepwanden
8 Plattegrond burgkelder
gerdek zit een sleufomranding, een stalen
constructie die aansluit op het vakwerk van
de basculebrug. In gesloten stand is hiermee
de brugkelder waterdicht. Ter plaatse van de voegovergangen
prefab liggerdek ? sluiswand brugkelder ?
beweegbare brug sluiten drie constructies
op elkaar aan. Omdat de stalen onderdelen
onderhoudbaar moeten zijn, worden de
sleufomranding en het rij-ijzer bevestigd
met staafankers. Dit zijn in te storten hulzen
met betonstaal, waar later bouten ingedraaid
kunnen worden (fig. 11).
Bijzonder hier is bijvoorbeeld dat het
klauwprofiel, waar de rubberen voegover -
gang in zit, doorloopt van het beton in het
staal
werk. Het klauwprofiel dat kan worden
gelast aan het staalwerk is in ontwerpover -
leggen afgestemd met Maurer. Op deze
manier kan een waterdichte voegovergang
w
orden gerealiseerd die ook voldoet aan de
standaard details uit de Richtlijn Ontwerp
8
CEMENT 6 2023 ?11
basculebrug betonnen
brugkelderwand prefab liggerdek met
druklaag betonnen
brugkelderwand
rij-ijzer voegovergang voegovergang
A) hoofddraaipunt
B) brugaandrijving C) aanslag
D) open standsvergrendeling E) vijzelstoel
F) fixatie brug in onderhoudsstand
A
B
E
E
D
C
F
9
10
9 Doorsnede brugkelder
10 Overzicht voegovergangen in de constructies
De wapening
voor de brug-
kelder is op een
slimme manier
bepaald, onder
meer via een
VBA-code in
Excel, om tot
een optimale
hoeveelheid
wapeningsstaal
te komen
12? CEMENT 6 20 23
Schaal 1 : 20
H
HDetail 4 (Stekwap. met Dek D3)
(Dekking) var (>=1000) 80
30
Var (Dekking)80
90
190 304
50
191
494
415
900
(Dekking)
(Dekking)
1430 var
80 var (146-240)
79
+7.740
+9.170
B
B
B
PREFAB TRN-LIGG ER
BEUGELAN KERS TRN -LIGGE R
VE RW IJDERB ARES LEUFO MRANDING (Z IE OOKT EKEN INGS SV-TEK-ME- TO-4 .1.3 -DT E-00521 )
SLEUFOMRANDI NGTYPE 2
(Z IE OOKT EKENIN GSSV-TEK-ME- TO-4.1.3 -DTE-00521 )
ISOMETRI CVIEWE XPANSI ONJOINTSCAL E1:1 0(BAR RIER ANDA SPHALT NOTS HOWN )
WELD ON SITE
AC CORD INGT O
MA NUF ACTURE R SPECIFICAT IONS
MAU RERE XPANSI ONJOINT
CAST INCONC RETE
MAURER EPDM PROF ILE
sleufomranding
Maurer voegovergang (nieuwbouw) met
aansluiting op de sleufomranding
Kunstwerken (ROK) van RWS met de STEP-
barrier (het gootdetail onder de barrier).
Optimale wapeningsconfiguratie
Met behulp van het rekenprogramma SCIA
Engineer is voor de brugkelder een EEM-
berekening uitgevoerd. Aan de hand van de
belastingen en belastingcombinaties volgde
hieruit de krachtswerking in de uiterste
grenstoestand voor fundamentele en bijzon-
dere combinaties, en voor de bruikbaar-
heidsgrenstoestand. Vervolgens moest de
normaalkracht in combinatie met het mo-
ment worden beschouwd om de benodigde
wapening te bepalen. Het is erg arbeidsin-
tensief om daarbij tot een optimale wape-
ningsconfiguratie te komen.
Wat het nog lastiger maakt, is wanneer
de posities van de maximale normaalkrach-
ten niet overeenkomen met de posities van
de maximale momenten. Een conservatieve
benadering is om de ongunstigste waarde
van de normaalkracht (trekkracht of mini-
male drukkracht) op een bepaalde positie
met het maximale moment te combineren
die op een andere positie ligt, maar dit levert
niet het meest economische ontwerp op.
In plaats daarvan is voor een andere aanpak
gekozen, om te komen tot een veilig ontwerp en een optimale hoeveelheid wapenings-
staal. Daarbij is voor elk onderdeel van de
brugkelder inzichtelijk gemaakt op welke
posities, gezien over de gehele plaat, de
doorsnedecontrole voldoet bij verschillende
wapeningsconfiguraties. Op die manier is
het mogelijk om inzichtelijk te maken welke
wapening voor elk netelement voldoet.
Om tot dit overzicht te komen is de
krachtswerking uit SCIA Engineer geëxpor-
teerd naar een Excel-werkblad. Dit is gedaan
per netelement. Per netelement bestaat de
informatie uit de coördinaten en de omhul -
lende wapeningsgrootheden per grenstoe-
stand. Via een andere Excel-spreadsheet,
waarmee de doorsnedecontroles kunnen
worden uitgevoerd, zijn diagrammen be-
paald die de relatie van de normaalkracht
en het moment vastleggen van een gekozen
wapening. Deze capaciteitsdiagrammen zijn
voor iedere grenstoestand bepaald. Nu kan per netelement voor verschil-
lende wapeningsconfiguraties de unity check
worden bepaald. Zonder de tijdrovende han-
delingen die normaliter nodig zijn om tot
dit resultaat te komen, is nu eenvoudig af te
lezen waar welke wapening voldoet. Er moet
enkel een praktische insteek worden gekozen
voor de configuratie van de wapening,
11
11 Details voegovergangen en sleufomranding
KENGETALLEN
In figuur 12 is een model zicht-
baar van het betonwerk met het
betonstaal en de beweegbare
brug met mechanische uitrus-
ting. Specifiek voor de brug-
kelder buitenhoofd: de totale
brugkelder bevat 13.750 m
3
beton en 1520 ton wapenings-
staal. Dit betekent dus dat voor
de hele betonconstructie de
wapeningshoeveelheid circa
110 kg/m3 is. In tabel 1 zijn nog
enkele kengetallen voor de
wapening opgenomen.
Tabel 1?Kengetallen wapening
brugkelder (kleuren verwijzen naar
figuur 12)
? betonstaal [%]
20 (groen) 13
25 (blauw) 18
32 (paars) 53
40 (rood) 16
Circa 54% van de staven zijn recht
uitgevoerd en circa 36% van de sta-
ven zijn gebogen. De overige staven
bestaan uit T-heads (3,5%) of staven
met koppelingen (6,5%).
CEMENT 6 2023 ?13
12 Opengewerkte brugkelder met uitgewerkte wapening in 3D
13 Wapeningsgrootheden momenten en normaalkrachten uit SCIA Engineer
12
13a
13b
14? CEMENT 6 20 23
zodat het tijdens de uitvoering ook maak-
baar blijft.In figuur 14 is een aanzicht van de
wand te zien. Daarbij zijn met verschillende
kleuren de wapeningsconfiguraties aangege-
ven die voldoen. De configuratie met het
kleinste staaloppervlak is getoond per posi-
tie (per netelement). De rode lijnen in de
figuur geven het gebied aan waarover de
wapening praktisch wordt toegepast. Deze
gebieden zijn een-op-een te vergelijken met
de wapeningsschets. Het gebied linksboven
voldoet bij wapeningsconfiguratie 5 (geel);
het gebied aan de onderzijde van de wand,
over vrijwel de volledige breedte, voldoet met wapeningsconfiguratie 1 (blauw); de
overige delen voldoen bij wapeningsconfigu-
ratie 3 (groen). Wanneer wapeningsconfigu-
ratie "max ###" als resultaat wordt gegeven,
moet de betreffende locatie handmatig ver-
der worden getoetst, omdat er dan door het
programma geen wapeningsconfiguratie
kan worden bepaald die voldoet.
Veel handelingen gebeuren op de achter-
grond. Om te zorgen dat elke stap contro-
leerbaar blijft, kunnen de resultaten voor
ieder netelement worden opgevraagd. Hier-
mee kan bijvoorbeeld worden gecontroleerd
of de momenten die in de spreadsheet
14 Wapeningsconfiguratie als resultaat
15 Unity checks voor een gekozen wapeningsconfiguratie
16 Wapeningsschets
De samenwer-
king tussen de
consoles en
het bordes is
geanalyseerd
met verschillen -
de type EEM-
modellen en een
vakwerkmodel
14
15
16
CEMENT 6 2023 ?15
aangehouden zijn, zijn terug te vinden in de
uitvoer van SCIA Engineer.Per wapeningsconfiguratie kan tevens
een uitdraai worden gemaakt om de verde-
ling van de unity checks te laten zien (fig. 15).
Waar de maximale unity check optreedt,
wordt de normaalkracht in combinatie met
het moment getoond. Voor deze krachtswer-
king is de doorsnedecontrole uitgevoerd,
waardoor een onderbouwing gegeven wordt
dat de wapening voldoet. Vertaald naar een
wapeningsschets geeft dit het resultaat als
in figuur 16. Deze werkwijze levert tijdens het ont-
werp veel tijdswinst op omdat de ideale uit-
leg van de wapening snel inzichtelijk kan
worden gemaakt. Bij wijzigingen in het ont-
werp zijn de resultaten snel te updaten,
waardoor ook de invloed van een ontwerp-
keuze snel kan worden beoordeeld. Daar-
naast levert dit in de praktijk een economi-
scher ontwerp op, doordat efficiënter met
de materialen wordt omgegaan.
Toelichting specifieke
krachtswerking brugkelder
De hoofdkrachtswerking van de brugkelder
is met het eindige-elementenprogramma
SCIA bepaald. De brugkelder is in een 3D-
omgeving met plaatelementen (2D) en
staafelementen (1D) gemodelleerd. Uit de
ingevoerde systeemlijnen, stijfheden en de
randvoorwaarden (bedding fundering op staal) samen met de belastingen volgt de
krachtswerking.
De grote krachten vanuit de bascule-
brug worden via de hoofddraaipunten (vier
stuks) en de midden- en wandconsoles over-
gedragen op de wanden van de brugkelder.
De krachtswerking in de z-richting (dikte
van het element) wordt niet in de 2D-ele-
menten meegenomen, terwijl in werkelijk-
heid de krachten zich wel 3D spreiden in de
elementen. Hoe hiermee is omgegaan, wordt
voor de krachten vanuit de hoofddraaipun-
ten en cilinderstoelen nader toegelicht.
Wandconsole? In het technisch ontwerp
(TO) is voor de vrij uitkragende wandconsole
een staafwerkmodel uitgewerkt. Hieruit volgt
een bovengrens voor de benodigde wape-
ning. In het uitvoeringsontwerp (UO) is de
benodigde wapening verder geoptimaliseerd,
waarbij rekening is gehouden met het bor-
des dat over de wandconsole loopt. Zowel
wandconsole als bordes zitten vast aan de
achterliggende wand. In het SCIA-model be-
staat de wandconsole uit twee schijfelemen-
ten met elk dezelfde dikte als de achterlig-
gende wand van 2,0 m. De belasting vanuit
het hoofddraaipunt grijpt op de bovenzijde
van een dummystaaf aan, die is verbonden
aan het bordes met een lijnstarre binding
zo groot als de voetplaat van het hoofdraai-
punt. De belastingen vanuit de basculebrug
kunnen op deze manier ook een-op-een
17
17 SCIA-model wandconsole 16? CEMENT 6 20 23
worden overgenomen in het SCIA-model.De spreiding van de krachten in het
SCIA-model is met een vakwerkmodel ver-
geleken. Hiervoor is het belastinggeval 'eigen -
gewicht val' van Fz = 5.500 kN gebruikt. De wandconsole met het bordes wordt
rondom denkbeeldig losgesneden in het
SCIA-model om te zien hoe de krachten zich
in de constructie verdelen (fig. 17). Van de
wandconsole worden de krachten n
x in het
hart van de wand uitgelezen. Van het bordes
worden de krachten n
x in het hart van de
18
19
wand en de krachten n xy over de breedte van
het bordes uitgelezen (fig. 17). Met deze
krachten wordt het momentevenwicht aan
de onderzijde van de wandconsole bepaald.
Tussen het theoretische moment van een
vrij uitkragende console en het afgeleide
moment uit SCIA zat een acceptabel verschil
van enkele procenten.
De inklemmende werking van de wand aan
de bovenzijde van de wandconsole en de aan -
sluiting van het bordes met de wandcon-
18 Vakwerk wandconsole
19 Beschouwing krachtwerking middenconsole TO CEMENT 6 2023 ?17
sole, hebben een gunstige werking op de
krachtswerking in de wand aan de onderzijde
van de console. Deze gunstige werking van
de krachten in het vakwerkmodel is meege-
nomen als weergegeven in figuur 18.Bij de uitwerking blijkt dat de trek-
kracht in de verticale staaf S2 bij het meene-
men van de spreiding, een factor 2,3 lager
wordt ten opzichte van een console zonder
bordes en zonder wand aan de bovenzijde.
Kijkend naar de krachten (m
y en n y) in het
SCIA-model, wordt de trekkracht in staaf S2
nog iets lager dan het vakwerkmodel. Dit
omdat de spreiding in horizontale richting
niet in het vakwerk is meegenomen. Geko-
zen is om de wandconsole te wapenen op de trekkrachten in de staven S1 en S2 volgens
het vakwerkmodel met spreiding.
Middenconsole? De krachtswerking in de
middenconsole en het meenemen van de
spreiding wordt voor de middenconsole op
een soortgelijke wijze als bij de wandconsole
uitgewerkt (fig. 19). De trekkracht in de ver-
ticale staaf S2 wordt bij het meenemen van
de spreiding een factor 1,9 lager. Deze factor
is lager dan bij de wandconsole, omdat het
bordes bij de middenconsole niet doorloopt.
De invloed van de wand boven de console is
beperkt en is daarom voor de middenconsole
achterwege gelaten.
20
21
22
20 Basculebrug - brugaandrijving en hoofddraaipunten bij geopende stand van de brug 21 Vakwerkmodel cilinders voor variabele belasting
22 Brugkelder met zicht op de middenconsole en wandconsoles 18? CEMENT 6 20 23
Brugaandrijving? De brugaandrijving voor
de basculebrug bestaat uit twee parallelle,
dubbelwerkende hydraulische cilinders. De
cilinders zijn geplaatst in het hart van de
stalen hoofdliggers tussen de hoofddraai-
punten. De cilinderstoelen zijn opgelegd op
een wandverdikking van de sluiswand.
Bij het openen of sluiten van de brug maken
de verticale variabele krachten uit de cilin-
ders op de hoofddraaipunten evenwicht met
de krachten op de cilinderstoelen. Bij het
openen van de brug zullen de trekkrachten
op de ankers van de cilinderstoelen, via een
drukdiagonaal naar de zijwanden en midden -
console, evenwicht maken met de druk-
krachten op de hoofddraaipunten. De karakteristieke trekkracht in de
cilinder bij het sluiten van de stalen val is
afgerond 10.000 kN per cilinder. De totale afdracht van de krachten uit
de hoofddraaipunten en de cilinders wordt
bepaald met het SCIA-model. Daarnaast kan
de lokale krachtswerking ter plaatse van de
cilinders los worden beschouwd. In figuur 21 is de krachtswerking van
de cilinders schematisch met een vakwerk-
model weergegeven. De lengte van de ankers van de cilinderstoel
is bepaald door van een minimale hoek van
circa 45 graden voor de drukdiagonaal uit te
gaan. De horizontale component H1 is de
trekstaaf, waarvoor de wapening is bepaald.
Vanwege het verschil in hoeken ontstaat er
een trekkracht ?H. Deze trekkracht ?H
maakt evenwicht met de trekkracht van de
naastgelegen cilinder.
Voor een indruk van deze constructie-
elementen in de praktijk, zijn in foto 22 de
middenconsole en wandconsoles net na
realisatie afgebeeld.
Tot slot
Dit is het laatste artikel in de reeks 'Nieuwe
Sluis Terneuzen'. Zoals op foto 23 duidelijk
te zien is, zijn de werkzaamheden in Ter-
neuzen inmiddels in de afrondende fase.
De verrichte integrale inspanningen van
alle ontwerp- en uitvoeringsteams tijdens
de ontwerp- en voorbereidingsfase hebben
geresulteerd in een prachtig resultaat: de
Nieuwe Sluis Terneuzen, een van de grootste
ter wereld. Een resultaat waaruit wederom
blijkt dat een goede voorbereiding zelfs
meer dan het halve werk is.
23
23 Overzicht Nieuwe Sluis Terneuzen, foto: Droneteam RWS / M. Vermeirssen CEMENT 6 2023 ?19
Grote overstekken,
hoge vloerbelastingen
Joint Research Center Zeeland is Zeeuws state-of-the-art
onderzoeksinstituut
1 Joint Research Center Zeeland in Middelburg, foto: Ruden Riemens
1
20? CEMENT 6 20 23
In het Joint Research Center
Zeeland, kortweg JRCZ, werken
studenten van Scalda, de HZ
University of Applied Sciences,
University College Roosevelt,
onderzoekers en bedrijven samen
aan de onderzoeksthema's water,
energie, voedsel en de biobased
economie.
De ontwerpopgave voor het
gebouw mag gerust complex worden ge-
noemd. Het nieuwe vierlaagse en 19 m hoge
onderzoeksinstituut staat op een prominente
plek, op het kruispunt van Het Groene Woud
en de Poelendaelsingel (foto 2). Die plek
vraagt om een landmark en krachtig archi-
tectonisch gebaar. Ook uitvoeringstechnisch is de plek
uitdagend, vanwege de beperkte beschikbare
ruimte. De kenmerkende uitstekende gebouw -
delen volgden uit het gewenste programma.
Alle onderwijsruimten, laboratoria, werk-
plaatsen en overige functies vroegen samen
om meer ruimte (4.500 m² bvo) dan mogelijk
was binnen het toegestane bouwvolume.
Een creatieve oplossing werd gevonden door
letterlijk buiten de kaders te denken. Het
bestemmingsplan werd in een vroeg stadium
in overleg met de gemeente gewijzigd, waar-
door uitkragingen buiten het bouwoppervlak
mogelijk werden. De overstekken maken
van het JRCZ een stoer, als monoliet vorm-
gegeven gebouw (foto 3).
Hybride hoofddraagstructuur
Bij het ontwerp van de constructie is ingezet
op een zo groot mogelijke flexibiliteit voor
huidig en toekomstig gebruik, en daarmee
een hoge mate van vrij indeelbare ruimten.
Om dit te bereiken bleek een betonskelet,
bestaande uit vlakke plaatvloeren en ge-
steund door betonnen kolommen en wan-
den, de beste keuze (fig. 4). Tijdens de ontwerpfase zijn verschil-
lende varianten voor de constructie onder-
zocht, zoals een prefab constructie van staal
met kanaalplaatvloeren. Dat was echter niet
de meest economische oplossing, gezien de
afmetingen van de uitkragende delen in
twee richtingen, de wens voor een vlakke
vloer en de benodigde laboratoriumfunctie.
Voor de uitstekende bouwdelen zouden in
het geval van stalen liggers en kanaalplaat-
vloeren teveel constructiehoogte benodigd
zijn om de gewenste sterkte en stijfheid te
behalen. In plaats daarvan is gekozen voor
uitkragende betonvloeren (fig. 5). Alleen bij
het grote, in twee richtingen uitkragende
bouwdeel is gebruikgemaakt van stalen vak-
werkliggers (fig. 6). Om de belasting op de uitkragende
delen te beperken is de gevel uitgevoerd met
houtenskeletbouw binnenbladen met lamel-
len eraan gemonteerd. Voor het totale gevel-
pakket is een gewicht van 120 kg/m² aange-
houden.
PROJECTGEGEVENS
project
Joint Research Center Zeeland
opdrachtgever
HZ University of Applied Sciences
architect
Rothuizen Architecten constructeur
IMd Raadgevende Ingenieurs
aannemer Rothuizen
BouwMeesterPro leverancier
gewichtsbesparende breedplaatvloeren Airdeck
Het Joint Research Center Zeeland in Middelburg is een
state-of-the-art onderzoeksinstituut met innovatieve
laboratoria en practicumruimtes. Constructief is het gebouw bijzonder vanwege de combinatie van grote overstekken,
flexibele indeelbaarheid en bijzonder hoge vloerbelastingen.
CEMENT 6 2023 ?21
Op het gebouw bevindt zich een dak-
opbouw, opgebouwd uit stalenliggers en
dakplaten.
Gewichtsbesparende breed-
plaatvloeren
Extra aandacht is besteed aan de bijzondere
eisen voor de laboratoria en practicum-
ruimtes, waaronder trillingsgevoeligheid en
plaatselijk extreme belastingen, tot 20 kN/m².
De hoogste belastingen zijn gepositioneerd
op de begane grond, die is uitgevoerd met
kanaalplaatvloeren. Dankzij de positie op de
beganegrondvloer was het mogelijk extra
balken en palen toe te voegen en de over-
spanning van de kanaalplaat te reduceren.
De hoge belastingen op de verdiepingen
zijn opgevangen met extra wapening in de
vloer.In overleg met de opdrachtgever is besloten
voor de verdiepingen breedplaatvloeren met
gewichtsbesparende elementen toe te passen.
Dit type vloer heeft het voordeel van minder
af te dragen eigen gewicht. Ten opzichte van
kanaalplaatvloeren is het voordeel een gun-
stige weerstand tegen trillingen. Het gewicht
is immers hoger dan een kanaalplaatvloer
en gewicht wordt bespaard in het midden
van de vloer, wat minder gevolgen heeft voor
de stijfheid. Ook uit duurzaamheidsoverwe-
gingen is dit type vloer gezien het beperkte
materiaalgebruik gunstig.
De breedplaatvloeren in dit project
overspannen in twee richtingen. Als gevolg
hiervan kunnen positieve momenten bij de
plaatnaden optreden. In de uitwerking van
de vloer is hier op ingespeeld door onder
andere:
2 Locatie JRCZ, bron: Google Maps
3 De overstekken maken van het JRCZ een stoer gebouw, foto: Ruden Riemens
Omdat het
gewenste
programma niet
mogelijk was
binnen het
toegestane bouw-
volume, zijn
uitkragingen
buiten het
bouwoppervlak
voorzien
ING. PAUL NOOMEN RC
Projectleider
IMd Raadgevende Ingenieurs
ING. ROB STARK RO
Directeur / Raadgevend Ingenieur
IMd Raadgevende Ingenieursauteurs
2
3
22? CEMENT 6 20
23
A
1
2
3
4
5
6
7
8
B C D E F G H A'
8'
7'
VPG3\f0
VPG450
P +7600 VPG3\f0 P +7\f00
3500 25007400635035505\f00 40002500
6000
6000
6000
6000
6000
7200
3000
1 7\b
0 0 °
15
\b0
0
°
K350x350x16 ø450mm ø450mm ø450mm
ø450mm
ø450mm ø450mm ø450mm K250x250x10
ø450mm ø450mm ø450mm
ø450mm ø450mm ø450mm ø450mm
ø450mm ø450mm ø450mm ø450mm
300
ø323\b\fx16
H E A3
00
H EA3
00
H E
A3
00
H E
A3
00
H E A3
00 K150x150x10 K 25
0
x1 5
0
x1
0
300
K I
25
37
2
250
ø457x8 (b) ø457x8 (b)
ø457x8 (b)
ø450mm ø450mm ø450mm ø457x8 (b)
ø450mm
ø450mm ø457x8 (b) ø450mm
ø450mm
ø450mm
ø450mm
ø457x8 (b)
ø450mm ø450mm
ø457x8 (b)
ø450mm
ø450mm
ø450mm
K150x150x10
4 Plattegrond 2e verdieping; een betonskelet met vlakke plaatvloeren en betonnen kolommen en wanden bleek de beste keuze
4
CEMENT
6 2023 ?23
+4000 01 eerste verdieping
+8000
02 tweede verdieping
+0 00 begane grond
+12000 03 derde verdieping
+16000
04 vierde verdieping
+19200
05 dak
1 2 3 4 5 6 7 8
ø457x8 (b)
245 HEA300
HEA300
HEB400
K250x250x10
K250x250x10
K250x250x10
K250x250x16
K250x250x10
K350x350x16K250x250x10
ø457x8 (b)
+400001 eerste verdieping
+800002 tweede verdieping
+000 begane grond
+1200003 derde verdieping
+1600004 vierde verdieping
+1920005 dak
B C D E F G H
2.01
6
5 Doorsnede as 3
6 Doorsnede as F; bij het in twee richtingen uitkragende bouwdeel is gebruikgemaakt van stalen vakwerkliggers
5
24? CEMENT 6 20 23
de zee nabootst. Om dit mogelijk te maken is
de machine zwaar en treden er dynamische
belastingen op. Gezien het hoge gewicht was
het advies deze machine te positioneren op
de begane grond (uitgevoerd in kanaalplaat
met kleinere overspanningen, zie eerder).
Daarnaast zijn de dynamische belastingen
van de getijdemachine geanalyseerd en is
beoordeeld wat de invloed is op de construc-
tie. Uit deze analyse is gebleken dat de bewe-
ging zodanig traag is en het aantal belasting-
wisselingen zo laag, dat dit geen nadelige
invloed op de constructie zal uitoefenen.
De gebruiker zal in dit gebouw mede
onderzoek doen naar vraagstukken die rele -
vant zijn in een deltagebied als Zeeland.
Hierv
oor zijn ten behoeve van onderzoek
waterbakken gewenst die op het dak zijn ge -
situeerd. Hiervoor zijn zones aangeduid die
zo min mog
elijk invloed op de constructie
uitoefenen. Hier is een maximale belasting
aangehouden van 10 kN/m². Deze zones
bevonden zich in ieder geval niet op de uit-
kragende vloeren.
Stabiliteit
De stabiliteit wordt in beide richtingen ver-
zorgd door de aanwezige betonwanden. Op
as 6 is op de begane grond een stalen K-ver-
band toegepast, aangezien het niet mogelijk
is om de erboven gelegen betonwand tot op
de beganegrondvloer door te laten lopen in
verband met de doorloop en gewenste zicht-
lijn aldaar (fig. 8). Door de toepassing van in
het werk gestorte vloeren is de schijfwerking
ten behoeve van de afdracht van de horizon-
tale krachten naar de verticale verbanden
gegarandeerd.
Vakwerk
Het grote overstek aan de noordzijde wordt,
zoals eerder aangegeven, opgevangen
7
Voor de
verdiepingen
zijn breedplaat-
vloeren met
gewichtsbespa -
rende elementen
toegepast
7 Detail D volgens NEN-EN 13747, met uitstekende wapening bij de plaatnaad
een plaatindeling te kiezen waarbij positieve
momenten bij plaatnaden worden voorkomen
dan wel beperkt;
het stortvlak volledig opgeruwd uit te voe-
ren;
detail D (fig. 7) volgens NEN-EN 13747 aan
te houden, dus met uitstekende wapening
bij de plaatnaad;
in de berekening van het afschuifvlak re-
kening te houden met het interne moment
en de kromming van de vloer;
te zorgen voor voldoende robuustheid in
het detail ter plaatse van de plaatnaad.
Een belangrijk aandachtspunt bij vlakke
plaatvloeren betreft de pons ter plaatse van
de kolommen. In het ontwerp is ervan uitge-
gaan dat ter plaatse van de kolommen vol-
doende bovenwapening is opgenomen om
de begrenzing (k
max VRd,c) van de ponsweer-
stand van platen met ponswapening vol-
doende op te hogen, zodat kolomkoppen
grotendeels konden worden voorkomen.
Robuustheid
Er zijn verschillende maatregelen genomen
voor samenhang tussen de onderdelen. Door
de doorlopende wapening in de kolommen
en wanden zijn verticale trekbanden voor-
zien. Horizontale trekbanden zijn voorzien
door doorgaande wapening in de vloeren.
Deze verticale en horizontale trekbanden
zijn eenvoudiger te realiseren in een in het
werk gestort skelet. Hiermee ontstaat een
gebouw met een hoge ductiliteit en is de
tweede draagweg gewaarborgd.
Dynamische belastingen
In het constructief ontwerp moest rekening
worden gehouden met de apparatuur in de
laboratoria. Een voorbeeld hiervan betreft de
getijdemachine, die de getijdebeweging van
CEMENT 6 2023 ?25
+4000 01 eerste verdieping
+8000 02 tweede verdieping
+0 00 begane grond
+12000 03 derde verdieping
+16000
04 vierde verdieping
A B C D E F G
1.01
door stalen vakwerkspanten. Deze lopen door
over twee verdiepingen in verband met de
stijfheid (fig. 9) en worden ondersteund door
staalbetonkolommen. Belangrijke uitgangs-
punten voor het ontwerp van de spanten
waren de stijfheid, de esthetische uitstraling
en de details.Tijdens de uitvoering van de vakwerk-
spanten moesten de liggers onderstempeld
blijven totdat de bovenliggende vloeren waren
uitgehard. Dit om uitknikken van de boven-
regel te voorkomen. Hiervoor zijn tijdelijke
constructies aangebracht die door de aan-
nemer in overleg met IMd zijn uitgewerkt en
vastgelegd in een montageplan.
Aangrenzend op bestaand
Enkele bestaande gebouwen op de projectlo-
catie moesten worden gesloopt. Op as A sluit
de nieuwbouw aan op bestaande bebouwing
die is behouden. Bij het ontwerp van de fundering en
het palenplan moest rekening worden ge-
houden met de bestaande palen. Na het ont-
graven ten behoeve van de bouwwerkzaam-
heden zijn de nog aanwezige palen van de
gesloopte bebouwing ingemeten ten opzich-
te van het nieuwe assenstelsel. Met de posi- tie van de nieuwe palen is met deze gegevens
rekening gehouden om conflicten te voorko-
men, wat heeft geleid tot kleine aanpassingen
aan de constructie van de fundering.
In verband met de trillingsgevoelige
constructie van het aangrenzende pand, is
gekozen voor een grondverdringend boor-
systeem voor de palen. Daarop zijn in het
werk gestorte betonbalken aangebracht
waar de kanaalplaten (A320 met 70 mm
druklaag) op afsteunen. Aangezien er tegen de oostgevel van
het gebouw een grondpakket ligt, doet deze
gevel dienst als grondkering. Hier is een
betonwand opgenomen die uitkraagt uit de
fundering.
Tussen het JRCZ en het bestaande gebouw
is een loopbrug aanwezig. Deze bestaat uit
een staalconstructie, waartussen verticaal
glazen panelen spannen (foto 10). Het dak
bestaat uit een stalen dakplaat en de vloer
uit een gevouwen staalplaat.
Daklandschap
De constructie van de dakopbouw wordt ge-
vormd door drie draaglijnen, bestaande uit
stalen liggers en stalen kolommen waar-
8 Doorsnede as 6, met stalen K-verband onder betonwand
8
26? CEMENT 6 20 23
9
10
9 Model met stalen vakwerkspanten die het grote overstek dragen
10 De loopbrug tussen het JRCZ en het bestaande gebouw bestaat uit een staalconstructie, waartussen verticaal glazen panelen spannen,
foto: Ruden Riemens CEMENT 6 2023 ?27
tussen stalen dakplaten spannen. Het dak
heeft een groene uitstraling. Hiertoe is er
rondom een groenstrook van 1,5 m voorzien,
bestaande uit 500 mm substraat waarin
planten en struiken kunnen worden aange-
bracht (fig. 11).Om het mogelijk te maken om proeven
met windturbines te doen, is de constructie
erop voorbereid dat er op het dak windmo-
lens met een belasting van 2000 kg kunnen
worden geplaatst. Hiertoe is op iedere kolom
een extra belasting van 2000 kg gerekend.
Uitgangspunt is dat de windturbine op de
onderliggende kolom wordt geplaatst. In-
dien gewenst kan er in plaats van een wind-
turbine ook een boom op de kolom worden
geplaatst, om het groene karakter van het
dak te benadrukken. Opgeleverd
Het project is inmiddels opgeleverd en volop
in gebruik. Daarmee is Middelburg een op-
vallend, bijzonder gebouw rijker. Een gebouw
waarin alle ontwerpuitgangspunten met be-
trekking tot flexibiliteit en duurzaamheid
zijn gerealiseerd.
11 Op het dak is rondom een groenstrook van 1,5 m voorzien;
de constructie is erop voorbereid dat er windmolens kunnen worden geplaatst
Het grote
overstek aan de
noordzijde wordt
opgevangen
door stalen
vakwerkspanten
11
28? CEMENT 6 20 23
STUDENT? LEER VAN DE PRAKTIJK.
Cement is hét kennisplatform over betonconstructies.
Het speelt al meer dan 70 jaar een onmisbare rol voor
constructeurs. Omdat kennis juist voor aankomende
constructeurs essentieel is, is het belangrijk dat ook jij
de weg naar Cement weet te vinden.
Via Cementonline.nl, het vakblad en via onze nieuws-
brief krijg je toegang tot een schat aan informatie over
onder meer actuele projecten en ontwikkelingen op
het gebied van constructietechniek, materiaal en regel-
geving. Je kunt nu een compleet lidmaatschap afsluiten
voor slechts ? 47,50 per jaar. Een online lidmaatschap is
voor jou, zolang je student bent, zelfs helemaal gratis!
Meld je nu aan bij het kennisplatform Cement
WWW.CEMENTONLINE.NL/VOOR-HET-ONDERWIJS .
CEMENTONLINE.NL
WORD LID
VANAF ? 0,-
CB-reeks
Meer informatie of direct bestellen? Ga naar de shop op boekenbeton.nl
Wil jij je kennis verbreden over beton?
Wil jij je kennis verbreden over beton, van het materiaal
tot aan de betonconstructie? Dan is de CB-reeks iets
voor jou! De boeken gaan in op constructie, uitvoering,
betontechnologie en duurzaamheid.
De CB-reeks bestaat uit:
Basiskennis Beton (CB1)
Constructieleer Gewapend Beton (CB2)
Constructieleer Voorgespannen Beton (CB3)
Ontwerpen in Gewapend Beton (CB4)
Praktische Betonkennis (CB5)
1
2
3
4
5
30? CEMENT 6 20 23
column
Afgelopen bouwvak zijn wij in Zuid-Engeland op vakantie
geweest.
Ondanks het matige weer beviel dat uitstekend, zeker ook
vanwege de hoffelijkheid van de Engelsen. In het verkeer heb ik geen
getoeter gehoord, ook niet toen wij per abuis een aantal keer op de
rechter baanhelft terecht kwamen. Ik zag geen voordringende Engel-
sen. Telkens werd excuus aangeboden als ik tegen iemand aanstootte
in de supermarkt, ook al was dat mijn eigen schuld. Zelfs voor het
matige weer werd excuus aangeboden: "Our sincere apologies for the
poor weather! But you know, we have six sunny days per year. And
you missed them!"
Het contrast bij thuiskomst in Rotterdam was groot. Ik werd ongeïn-
teresseerd geholpen bij de ijswinkel, waar vier ijsbolletjes liefdeloos in
een bakje werden gegooid met wafeltje onderop, zodat het dekseltje
goed kon worden aan gedrukt. En in het verkeer leek het alsof er meer
auto's wel toeterden dan dat er niet toeterden, terwijl ik gewoon
rechts reed?
Hoffelijkheid wordt geassocieerd met beleefdheid, vriendelijkheid,
galanterie en wellevendheid. Deels woorden uit de oude doos.
Etiquette wordt vaak gezien als een curiosum uit een ver verleden,
waar je op zijn hoogst over kunt glimlachen bij het kijken naar 'Hoe
heurt het eigenlijk?'.
In de jaren 60 is er afscheid genomen van heel wat instituties en
daarmee zijn ook een aantal goede gebruiken overboord gezet. 'Doe
maar gewoon, dan doe je al gek genoeg!' en 'Je mag zijn zoals je
bent! Wees je beste zelf!' zijn de nieuwe levensregels, waarbij er veel
ruimte is voor 'ik', minder voor 'wij' en zo min mogelijk voor eventueel
decorum en hoffelijke omgangsvormen.
Dat begint al in de opvoeding. Geregeld zie ik kinderen aan wie geen
heldere grenzen wordt gesteld en waarmee eindeloos wordt gepraat.
Op de camping stonden wij naast een gezin met een tweejarig kind
dat de hele avond onbenullig hard zat te krijsen. Bij navraag of er
iets was met het kind, werd geantwoord: "She is a little princess with
her own comfort needs?" Gelukkig werd de situatie door de receptie
hoffelijk opgelost.
Vervolgens wordt er veel verwacht van de opvoeding op school. Maar
wanneer het kind niet helemaal de aandacht krijgt die het verdient,
of ogenschijnlijk onheus wordt bejegend, staan er twee ouders boos
voor de juf en in sommige gevallen wordt zelfs gedreigd met juridische
stappen.
In het openbare leven is hoffelijkheid geregeld ook ver te zoeken.
Ik ga maar sporadisch naar een voetbalwedstrijd; de hoeveelheid
ziektes en scheldwoorden die ik ken, is al groot genoeg. En dat Meer
hoffelijkheid
in de bouw
Karel Terwel?is project-
leider en raadgevend
ingenieur bij IMd
Raadgevende Ingenieurs
in Rotterdam en
universitair docent
Structural Design and
Safety aan de Faculteit
Civiele Techniek en
Geowetenschappen van
de TU Delft. Daarnaast
is Terwel voorzitter van
de commissie Forensic
Structural Engineering
van de International
Association for Bridge
and Structural
Engineering (IABSE) en
voorzitter van
Beleidscollege Bouw
van KIWA.
Samen met Maya Sule,
Programmamanager
Transitiepad Duurzame
Kunstwerken bij
Rijkswaterstaat, geeft
Karel Terwel gedurende
en jaar invulling aan de
column in Cement.
Wil je reageren op deze
column, stuur
dan een email naar
cement@aeneas.nl.
CEMENT 6 2023 ?31
politiemensen tegenwoordig respectloos worden behandeld en soms
zelfs belaagd en verwond is natuurlijk van de gekke.
Van de media moet je het vaak ook niet hebben. Ik erger me aan
de zogenaamde 'zuigmedia', waarbij net zolang wordt gezogen tot
iemand uit zijn slof schiet of begint te schutteren.
Ook de politiek geeft een treurig voorbeeld. Wanneer ik een kamer-
debat hoor, dan schrik ik van het gebrek aan inhoud, de wil om een
discussie via slimmigheden te winnen en het gebrek aan hoffelijkheid.
Het is soms meer een verbaal straatgevecht dan een inhoudelijk
debat. Wanneer je de verhalen hoort over bedreigingen en schutting-
taal, dan snap je dat er zoveel kamerleden opstappen.
Moeten we onszelf en onze kinderen voor dit soort situaties proberen
te wapenen door weerbaarheid te vergroten, debatingvaardigheden
op te doen en een teflon ruggetje te kweken? Ik pleit liever voor meer
hoffelijkheid in het publieke verkeer, ook in de bouw.
Hoffelijkheid begint met een houding van wederzijds respect. Voor
mijzelf betekent dat het volgende, ook in mijn werkzaamheden in de
dagelijkse bouwpraktijk.
In communicatie wil ik de nadruk leggen op luisteren en niet op zenden.
Dus ook niet continu streven naar de overtreffende trap: zo heb ik ooit?
In omgang met anderen wil ik niet vergeten mensen te bedanken en
excuus te maken waar nodig. Soms lijkt dit overdreven, maar het is
een kleine moeite en draagt bij aan positieve verhoudingen.
Bij hoffelijkheid hoort ook geen afrekencultuur. Als een ander een
foutje in een project maakt, dan wil ik eerst nagaan hoe dit kan wor-
den opgelost, zonder daarbij mijn eigen positie uit het oog te verlie-
zen. Ook wil ik, wanneer ik kritiek geef aan bijvoorbeeld collega's of
projectpartners, dat op respectvolle manier doen. En de hoeveelheid
kritiek in balans houden met de hoeveelheid complimenten die ik
geef. Niet altijd efficiënt, want het kost tijd en lijkt overdreven, maar
het draagt wel bij aan verbetering van verhoudingen.
Hoffelijkheid is dus niet altijd efficiënt en kost soms ook wat. Je geeft
een ander meer ruimte, uit eigen vrije wil. Het is daarmee niet subas -
sertief, maar juist superassertief: je kiest er zelf voor om de ander een
grotere positie te geven ten behoeve van verbeterde verhoudingen.
De samenleving wordt daar uiteindelijk mooier van, maar ook bouw-
projecten worden prettiger.
Tenslotte: er is in elk geval één punt waar ik nog moeite met hoffelijk -
heid heb. Als stadsbewoner wordt de reistijd echt te lang als ik ieder-
een voorrang geef; ik zal dus nog af en toe even voorpiepen. Maar ik
neem me ook voor om geregeld iemand met een wijds armgebaar
en een brede glimlach voorrang te geven. Dat geeft een glimlach bij
een ander en ook bij mezelf.
"Etiquette wordt vaak gezien als
een curiosum uit
een ver verleden"
"Hoffelijkheid
begint met een
houding van
wederzijds
respect"
32? CEMENT 6 20 23
Wat heeft je overtuigd om
constructeur te worden?
Na mijn eerste les architectuur
besefte ik dat de constructieve
richting meer bij mij paste.
Achteraf gezien had ik dat
misschien als kind al kunnen
weten, omdat ik het maken
van ingewikkelde staafmodel-
len met K'nex leuker vond dan
de mogelijkheden met LEGO of
schetsen. Het bouwen van de
modellen is erin blijven zitten
en daarbij zoek ik de uitdaging
in complexe geometrieën, grote
projecten of processen die te
automatiseren zijn.
Wat zeg je als je op feest-
jes wordt gevraagd wat
voor werk je doet?
Over het algemeen zeg ik dat
wij, als constructieve specialis-
ten, ervoor zorgen dat gebou-
wen niet negatief in het nieuws
komen. Omdat ik graag veel
verschillende dingen doe bij
ABT, vertel ik vaak over de
diverse werkzaamheden die
ik heb uitgevoerd voor een pro-
ject. Veel werkzaamheden leuk
vinden, maakt het beantwoor-
den van deze vraag niet ge-
makkelijker.
"Je haalt de grootste successen
met gedeeld eigenaarschap van
projecten, zonder eilandjes voor
de verschillende disciplines"
In deze rubriek maken we kennis met Jelle Roks.
Hij deelt zijn ervaring als jonge constructeur bij ABT,
onder meer bij een van zijn eerste projecten, de nieuwe
rechtbank Amsterdam.
Als je maximaal één eigen-
schap van jezelf moet
noemen waarin je vindt
dat je uitblinkt, welke is dat?
De brede interesse in de belan-
gen en de beweegredenen van
de mensen met wie ik samen-
werk, is naast een eigenschap
ook een drijfveer voor mijzelf.
Met alleen monodisciplinaire
projecten maak je mij niet blij.
Volgens mij behaal je ook de
grootste successen met gedeeld
eigenaarschap van projecten,
zonder eilandjes voor de ver-
schillende disciplines.
IR. JELLE ROKS
leeftijd 32 jaar
opleiding
Bouwkunde aan de
Hogeschool Arnhem- Nijmegen en HTI Beton- en
staalconstructeur afstudeerproject Numerieke
benadering van gasexplosies in gebouwen
werkgever ABT
functie BIM en
computational
design specialist
werkzaam sinds 2023
baan gekregen door: open sollicitatiebelangrijk in
ontwikkeling
niet in hokjes denken eerste project
Windpark Hartel 2
rol bij eerste project modelleur Mijn mening
de jonge constructeur
Deze rubriek is tot stand gekomen in
samenwerking met YouCon, de
vereniging van en voor jonge
constructeurs.
CEMENT 6 2023 ?33
Mijn project Mijn rol
New Amsterdam Court
House
Tussen 2016 en 2021 heb ik ge-
werkt aan de nieuwe rechtbank
in Amsterdam (NACH, New
Amsterdam Court House). Met
een kleine 50.000 m² was dat
op dat moment een van de
grootste lopende projecten bij
ABT. Het gebouw bestaat uit
een hybride constructie van
een betonnen kelder met een
robuuste betonnen opbouw tot
en met de vijfde verdieping. In
de onderste lagen zijn de zit-
tingszalen gesitueerd. Voor de
kantoorlagen op laag 6 tot en
met 11 is gekozen voor een
staalconstructie met staalplaat
-
betonvloeren. De ontwerpopgave van
het gebouw was lastig, onder
meer vanwege het programma
dat krap binnen het maximale
vloeroppervlak paste. Daar-
naast zijn functionaliteit en logistiek de belangrijkste ont-
werpuitgangspunten bij een
rechtbank. Bezoekers, rechters
en gehechten mogen bijvoor-
beeld nooit hun wegen kruisen,
behalve binnen in een recht-
zaal. En het gebouw moet te
allen tijde veilig aanvoelen,
constructief en in beleving.
Kleine details, zoals het naar
buiten plaatsen van de dragen-
de gevelkolommen, zorgen er-
voor dat er binnen geen plek is
om je te verstoppen achter een
kolom en er altijd overzicht is.
Van BIM-specialist naar
constructief projectleider
In 2016 startte ik als BIM-speci-
alist om de Revit Template voor
de nieuwe rechtbank te bou-
wen. Door diverse omstandig-
heden was ik een jaar later
constructief projectleider. Vanaf
dat moment wat het mijn taak
om het complexe integrale ont-
werp vanuit constructief oog-
punt te coördineren met de
architect, installatieadviseur en
de aannemer, van voorlopig
ontwerp tot en met oplevering.
Een van de grootste uitdagin-
gen was het beoordelen van de
vele (ongeveer 13.000) sparin-
gen in de vloerliggers ten be-
hoeve van installaties. Dit aan-
tal was zo groot dat het niet
meer op de ouderwetse metho-
de te controleren was. Samen
met Heijmans heb ik toen een
methode ontwikkeld die het
coördineren en controleren van
sparingen een stuk gebruiks-
vriendelijker maakt gedurende
het ontwerp. De workflow die
hieruit is gekomen, hebben we
open-source beschikbaar ge-
steld en daar ben ik heel erg
trots op.
PROJECTGEGEVENS
project NACH,
New Amsterdam Court House
opdrachtgever
Rijksvastgoedbedrijf opdrachtnemers DBMFO NACH, bestaande uit
Macquarie Capital, ABT, DVP, KAAN
Architecten, Heijmans en Facilicom
1 Stalen structuur rondom trapgat in bovenste verdiepingen van NACH (foto: ABT)
de jonge constructeur
Portaal wordt platform
Interview met bestuur Kennisportaal Constructieve Veiligheid
1 In 2019 bezweek een deel van het dak van het AFAS-stadion door harde wind, foto: Aerovista Luchtfotografie
1
34? CEMENT 6 20 23
Bij de borging van constructieve
veiligheid spelen diverse keten-
partners een rol.
Het KPCV, gratis
toegankelijk via www.kpcv.nl, beschrijft
borgingsacties voor al die partners. Uitgangs-
punt is dat ieder bouwproject in grote lijnen
dezelfde stappen of 'fasen' doorloopt en dat
voor ieder project in essentie dezelfde bor-
gingsacties nodig zijn. Het KPCV geeft daar-
toe handreikingen en online tools. Het por-
taal stoelt op twee belangrijke documenten:
'Verantwoordelijkheidsmatrix' (2019) en
'Constructieve Veiligheid en contractvormen'
(2022). Een van de leden van het vijfkoppige
bestuur is Dik Spekkink (Spekkink C&R).
Hij is mede-initiator en contentmanager van
het portaal. Hij was ook nauw betrokken bij
de Aanpak Compendium Constructieve Vei-
ligheid, de voorloper van het KPCV en uitge-
bracht als boekwerk. Spekkink: "Wij kregen
de vraag van meerdere bedrijven en organi-
saties: 'Leeft dat compendium eigenlijk nog?
Is er niet een update nodig?' Samen met
Dick Stoelhorst zijn we de markt gaan son-
deren en inventariseren. De meeste (senior)
constructeurs bleken het boekje wel te ken-
nen. De jeugd bracht ons op het spoor van
digitaal ontsluiten: 'Leuk een boekje, maar
wij halen alles van internet?'."
Dick Stoelhorst (BouwWise!) mede-initiator
en voorzitter: "Dik en ik pakten het stokje
op, samen met negen initiatiefnemers. Het
portaal werd een feit. De lancering was op
27 juni 2018, bij Movares."
Heeft het portaal impact? Zorgt het
voor een betere praktijk?
Stoelhorst. "Ik heb het idee van wel, net
zoals het compendium dat destijds ook had.
Partijen legden het boekje contractueel
vast. Dat is met het portaal nu niet anders.
KPCV wordt ook gevonden en benaderd
door andere koepelorganisaties, zoals het
Programma Veiligheid in de Bouw (zie kader).
Daar hebben we nu ook aansluiting bij voor
verdere samenwerking. Zo ontstaat olievlek-
werking."
Spekkink: "We hebben weliswaar geen
directe band met de Onderzoeksraad voor
Veiligheid. Dat is immers een 'hoger orgaan'.
Maar we honoreren wel hun adviezen."
Jurgen Hielema (Rijksvastgoedbedrijf ), die
binnen het bestuur professionele opdracht-
gevers vertegenwoordigt: "Wij verwijzen
steeds vaker naar de inhoud van KPCV en
we gebruiken meer en meer de online tool
Teams-scan, om te duiden wie wanneer
welke verantwoordelijkheid heeft, of zou
moeten hebben. Met de uitkomst van de
scan kun je goede afspraken maken. Daar
zie ik echt meerwaarde. We zijn nu vijf jaar
in de lucht en merken een groeiende waar-
dering voor het portaal en de kennis en
informatie die via het portaal bereikbaar is."
Was het bouwproces zo ingewikkeld
geworden, dat niemand er een touw
meer aan kon vastknopen?
Erik Middelkoop (Royal HaskoningDHV),
bestuurslid namens de Nederlandse
In gesprek met het bestuur
Dit artikel is een
weergave van een
Teams-gesprek met het bestuur van KPCV:- Dick Stoelhorst (BouwWise!)
- Erik Middelkoop
(Royal HaskoningDHV) - Dik Spekkink
(Spekkink C&R)
- Jurgen Hielema
(Rijksvastgoedbedrijf) - René Sterken (BAM
Advies & Engineering).
Het Kennisportaal Constructieve Veiligheid, kortweg KPCV, werd in 2018 opgericht
om de constructieve veiligheid in de bouw in Nederland te verbeteren. Het was de digitale opvolger van het Compendium Aanpak Constructieve Veiligheid. We zijn
inmiddels 5 jaar verder. We vroegen het bestuur naar het bereik, de status en de groei. En naar het resultaat: "De cultuur is zeker verbeterd."
CEMENT 6 2023 ?35
ingenieursbureaus: "De vraag is: willen we
er wel een touw aan vastknopen? Sommige
partijen hebben daar vaak geen baat bij.
Meestal is geld leidend. En de bouwopgave is
complexer geworden, met meer disciplines.
Maar voor meer constructieve veiligheid
moeten constructieve pijnpunten boven
tafel komen. Benoem ze, zodat je ook de op-
lossing kunt organiseren. Iedereen vanuit
zijn eigen discipline. Aan dat proces willen
we bijdragen. Samen met onze partners. Die
steunen de inhoud, dragen eraan bij en ver-
spreiden de kennis. KPCV is daarmee een
onafhankelijke kennisbron. Dat wil ov
Reacties