\037
\037\036\035\034\037\036\037\037
\037
\f\025\020\026\036\020\035\035\036\022\023\025\022\030\037\035\026\031
\037\036 \037\036\035\036\034\033\032\031\032\030\027
\037\037\036\035\034\034\033\035\032
\020\033\035\021
\037\036\035\034\037\033\032\031\034\030
\032\035\024\034\037\023\013
\034
\007\025\037\n\035
\035\022\037\006\035\034\037\f\035\032\031\022\024\037\035\026\017
\035\035\022\037\f\035\n\026\021\004\030\037\033\031\026\034\022\035\026\
\037\003
\024\035\022\021\035\034\037\035\035\022\037\031\031\022\034\013
\032\035\022\005\037\t
\032\021\n\025\031\031\034\020\016\006\031\033\033\035\022\005\037\024\026\
\017
\033\026
\036\035\f\037\004\035\037\027\027\023\037\021\022\034\013
\n\035\022\005\037\022\035\035\025\037\n\031\022\037\016\027\022\034
\036\035\021\004\025\031\022\020\005\037\037\036\035\034\033\032\037\031\030\027\026\031\034\030\034\031\027
\037
\037\036\035\034
\032\031\030\027\036\034\030\026
\037\036\035\036\034\033
\037 \036\035\035\034\037\033\032\035\032\037\030 \037\013\013\013
\037\027 \003
partners
CEMENT 4 2022 ?1
2? CEMENT 5 20 22
32 K ade van de toekomst
I nnovatiepartnerschap Kademuren (2):
K
ade 2.020 ontwikkelde het EZ-flow-
conce
pt voor het duurzaam vernieu-
w
en van de Amsetrdamse kades.
44 Uitw endige koolstoflijm-
w
apening in actie
V ersterken van bestaande beton-
constructies (2): voorgespanne
n
koolstoflijmwapening.
54 V erbeterd kritisch detail bij
breedplaatvloeren
Ee n beschouwing van maatgevende
bezwijkmechanismen.
Artikelen
6 B innenstedelijke hoogbouw
haalbaar door slimme
constructie
Bijzonde re vormen, grote hoogte en
k
enmerkende kronen van Grotius
in
D
en Haag zorgden voor uitdagingen.
18 Op alle vlakk en een kunstwerk
H et ontwerp van de complexe vorm
v
an de nieuwe spooronderdoorgang
in Goes we
rd deels geautomatiseerd.
28 Inno vatie is het toverwoord
I nnovatiepartnerschap Kademuren (1):
D
e vernieuwingsopgave van
Amst
erdamse kademuren.
6 54
Foto voorpagina:?De nieuwe spooronderdoorgang in Goes, foto: Gebr. De Koning
COLOFON
Cement, vakblad over betonconstructies, is hét
vakblad van en voor constructeurs en verschijnt
8 keer per jaar. Het vakblad is een onderdeel
van het kennisplatform Cement, een uitgave
van Aeneas Media bv in opdracht van het
Cement&BetonCentrum.
Uitgave Aeneas Media bv, Veemarktkade 8,
Ruimte 4121, 5222 AE 's-Hertogenbosch
T 073 205 10 10, www.aeneas.nl
Redactie prof.dr.ir. Max Hendriks (hoofdredac-
teur), ir. Paul Lagendijk, ir. Marloes van Loenhout,
ir. Jacques Linssen, ir. René Sterken, ir. Cindy
Vissering, ing. Henk Wapperom, dr.ir. Rob Wolfs
Redactieraad ir. Edwin Vermeulen (voorzitter),
ir. Paul Berendsen, ing. Dick Bezemer, prof.dr.ir.
Jos Brouwers, ir. Henco Burggraaf, ir. Maikel
Jagroep, ir. Hans Kooijman, ir. Ad van Leest,
ing. Michael van Nielen PMSE, ir. Paul Oomen,
ir. Dirk Peters, ir. Kees Quartel, ir. Ruud van der
Rakt, ir. Hans Ramler, ir. Paul Rijpstra, ir. Dick
Schaafsma, ing. Roel Schop, dr.ir. Raphaël
Steenbergen, prof.dr.ir. Kim van Tittelboom,
dr.ir. Rutger Vrijdaghs, ing. Jan van der Windt,
prof.ir. Simon Wijte
Uitgever / vakredacteur ir. Jacques Linssen
j.linssen@aeneas.nl, T 073 205 10 22
Planning en coördinatie Hanneke Schaap
h.schaap@aeneas.nl, T 073 205 10 19
Eindredactie Hanneke Schaap
Ontwerp Twin Media bv, Miranda van Agthoven
Vormgeving Twin Media bv, Maarten Bosch
Media-advies Leo Nijs, l.nijs@aeneas.nl,
T 073 205 10 23
Klantenservice abonnementen@aeneas.nl,
T 073 205 10 10
Website www.cementonline.nl
Overname artikelen Overname van artikelen en
illustraties is alleen toegestaan na schriftelijke
toestemming.
Lidmaatschappen 2022 Kijk voor meer
informatie over onze lidmaatschappen op
www.cementonline.nl/lidworden of neem contact
op via abonnementen@aeneas.nl of 073 205 10 10.
Voorwaarden Je vindt onze algemene voor-
waarden op www.cementonline.nl/algemene-
publicatievoorwaarden Hoewel de grootst
mogelijke zorg wordt besteed aan de inhoud
van het blad, zijn redactie en uitgever van
Cement niet aansprakelijk voor de gevolgen,
van welke aard ook, van handelingen en/of
beslissingen gebaseerd op de informatie in deze
uitgave.
Niet altijd kunnen rechthebbenden van gebruikt
beeldmateriaal worden achterhaald. Belang
-
hebbenden kunnen cont
act opnemen met de
uitgever.
ISSN 0008-8811
Inhoud
Vakblad over betonconstructies
CEMENT 5 2022 ?3
Tien jaar geleden gaf ik in mijn
eerste college aan de Technische
Universiteit van Trondheim over
staafwerkmodellen. Nu was (én
is) mijn kennis van de Noorse
taal beperkt, dus in plaats van
over stavmodeller, med trykkstaver
i betong og strekkstaver i form av
armering doceerde ik simpelweg
over Strut and Tie modelling.
Wetende dat hier internationaal
geen consensus over bestaat,
vergewiste ik mezelf nog of
men in de Noorse praktijk een
drukstaaf met rood aangaf en
een trekstaaf in zwart of juist
andersom; ik wilde de studen-
ten niet onnodig verwarren
door tijdens het college telkens
het verkeerde kleurkrijt te pak-
ken als ik een staaf tekende.
Andersom slaagden studenten
er wel in om mij te verwarren;
in rekenvoorbeelden gaven ze
de drukkracht in een Strut aan
met een T en de trekkracht
in een Tie met een S. Trykk og
Strekkrefter legden ze me uit
toen ze mijn opgetrokken wenk-
brauwen zagen; weer wat meer
Noors geleerd.
Drukken en trekken
De komende tien jaar moet
de betonsector in ras tempo
innoveren. De redenen hiervoor
zijn bekend. Ik hoef alleen maar
naar het Betonakkoord te
verwijzen, ons nationale keten-
akkoord voor een duurzame
groei. Maar hoe komen we tot
innovatie? Ook hier gaat het
over drukken en trekken, nu niet
binnen een staafwerkmodel
maar binnen een innovatie-
model: push-pull-strategieën
noemen economen dit. De push
staat hierbij voor onze intrinsieke
motivatie om te innoveren, om
de milieudruk van betoncon-
structies versneld substantieel
te verlagen, en om daarmee
internationaal voorop te lopen.
Een pull van opdrachtgevers is
daarbij nodig door innovatie
expliciet te stimuleren door
slimme aanbesteding. Het Inno-
vatiepartnerschap Kademuren
van de gemeente Amsterdam
is een mooi voorbeeld van zo'n
pull.
Als je goed leest gaat elk artikel
in deze Cement over drukken en
trekken.
Max Hendriks
Voor reacties: cement@aeneas.nl
64
En verder
15 Duurz aam uitgevoerd?
T alent van het Jaar Joris Hesselink
geeft zijn visie op ontwikk
elingen
in het construct
eursvak.
42 Als alles al ge zegd en
geschr
even is...
Column D orien Staal.
64 P atronen maken het Paleis
H et Paleis van Justitie in Córdoba
is omkleed met ee
n spierwitte
'sluie
r' van glasvezelversterkt beton.
70 De jonge const ructeur
Ge rwin Schut deelt zijn ervaring bij
de Antwe
rpse Oosterweelverbinding.
4? CEMENT 5 20 22
auteurs
ir. Frank van Gerven
ABT Velpp. 44 ? 53
ir. Kirsten Hannema Freelance
architectuurjournalist p. 64 ? 69 ir. Richard Roggeveld
Sweco
p. 32 ? 41
ir. Michiel Niens RC IMd Raadgevende Ingenieursp. 6 - 14
ing. Antony van
Middelkoop
ABT Velpp. 44 ? 53 ing. Ronald Silvius
Koninklijke Oosterhof Holman
p. 32 ? 41
ing. Patrick Spaan Ingenieursbureau
Gemeente Amsterdam p. 28 ? 31
prof.ir. Simon Wijte
Adviesbureau ir. J.G. Hageman /
TU Eindhoven p. 54 - 63
Johannes de Groot
Koninklijke Oosterhof
Holman
p. 32 ? 41
ir. Joris Hesselink PMSE
BAM Advies & Engineering
p. 15 - 17
ir. Gerwin Schut
Witteveen+Bos
p. 70 - 72
Paul Otterspoor
Student Master Structural
Engineering and Design
TU Eindhoven
p. 54 ? 63 ir. Matthij Moons RC
IMd Raadgevende
Ingenieurs
p. 6 - 14 ing. Marcel Somers
PMSE RC
Wagemaker
p. 18 - 27
ir. Dorien Staal
Voorbij Prefab
p. 42 - 43
ir. Remko Wiltjer RO
IMd Raadgevende
Ingenieurs
p. 6 - 14
Aan dit nummer van Cement werkten mee:
HRC Europe NL BV
8211 AD Lelystad
+31 320 727030
info@hrc-europe.com
HRC T-headwapening
?? robuust en flexibel ontwerp
?? korte verankering
?? ultieme capaciteit
?? snelle installatie
?? BIM tools
www.hrc-europe.nl
STUDENTLEER
C
Het speelt al meer dan 70 jaar een onmisbar
c
c
de w
V
br
onder meer ac
het gebied v
geving
v
v
MC
WWW .
CEMENT
W
V
Binnenstedelijke
hoogbouw haalbaar door slimme constructie
Uitdagingen Grotius Den Haag door bijzondere vormen,
grote hoogte en kenmerkende kronen
1 Woontorens Grotius I en II in Den Haag
1
6? CEMENT 5 20 22
De locatie 'Grotiusplaats' was
aanvankelijk bestemd voor kan-
toren, maar in 2015 zag ontwik-
kelaar Provast een betere moge-
lijkheid voor woningbouw.
Dit mede
dankzij de geplande plaatselijke overkapping
van de Utrechtsebaan, waardoor de geluids-
belasting fors af zou nemen. Provast selec-
teerde voor het complexe binnenstedelijke
project architectenbureau MVRDV. Dit bu-
reau is gespecialiseerd in stedelijke verdich-
ting en heeft voor Grotius een bijzonder ont-
werp gemaakt met 'gepixelde' kronen (met
schijnbaar willekeurig geplaatste blokjes),
natuurstenen gevels en een verticale gradi-
e
nt in kleuren en afmetingen van de balkons
(foto 3). Door alle randvoorwaarden, hoge
kosten en beperkte opbrengsten (gedeelte-
lijke sociale huurwoningen), stond de finan -
ciële haalbaarheid onder druk. Een logische
en efficiënte draagconstructie was daarom
een vereiste.
Constructieve opzet
Het streven naar een duidelijke en eenvou-
dige constructie is goed te zien bij de hoofd-
opzet van de grillig gevormde torens. Met
behulp van variantenstudies (zie figuur 4
voor de variantenstudie van Grotius I) kwam
al snel de meest efficiënte hoofdconstructie
(variant B) naar boven, die voor de andere
disciplines voldoende ontwerpvrijheden
bood. De dragende en stabiliserende beton- wanden zijn grotendeels woningscheidend,
terwijl de woningen op veel verdiepingen
anders zijn verdeeld. De stramienmaat van
8100 mm past op de parkeerfunctie en de
vloer is niet dikker dan nodig voor het in-
storten van leidingen.
Met het oog op een efficiënt stabiliteits-
systeem was in het ontwerp aanvankelijk
een verdieping opgenomen met versprin -
gende sparingen in de betonwanden, zodat
op de verdiepingen geen lateien nodig waren.
Later echter werd de voorkeur uitgesproken
om alle verdiepingen op dezelfde manier uit
te voeren. Hierdoor kregen de betonwanden
plaatselijk slanke, zwaar gewapende lateien,
ook in de centrale gangzone. Voor de boven-
bouw was het van belang dat de constructie
nog met verschillende bouwmethoden kon
worden uitgevoerd. Uiteindelijk is door de
aannemerscombinatie gekozen voor het ter
plaatse storten van de betonconstructie.
Constructieve analyse in twee en
drie dimensies
Als gevolg van de heldere constructieve op-
zet konden beide torens met betrekkelijk
eenvoudige 2D-berekeningen worden ge
-
anal
yseerd. Hierbij zijn er berekeningen
g
emaakt van elke wand, waarbij de horizon-
tale belastingen op basis van stijfheidsver-
schillen zijn verdeeld. Op verzoek van de aannemer is later
ter verificatie een 3D-model opgesteld
PROJECTGEGEVENS
project
Grotius Towers Den Haag ontwikkelaar Provast
aannemer
Combinatie JP van Eesteren en Besix architect MVRDV
constructeur
IMd Raadgevende Ingenieurs
geotechnisch advies Geomet
adviseur installaties
Ingenieursburo Linssen
Ingeklemd tussen de Koninklijke Bibliotheek, de Utrechtse Baan en de Randstadrail in
Den Haag, zijn twee woontorens gerealiseerd, Grotius I en II (foto 2), met in totaal
655 appartementen. De tweelaagse ondergrondse parkeergarage, de bijzonde\
re vormen,
de grote hoogte van 100 en 120 m, en de kenmerkende kronen van de torens maakten
dit project een flinke uitdaging. Voor de constructeur vroeg het niet alleen technische vaardigheden om de constructie te ontwerpen en te berekenen, maar vooral de inzet
om het project financieel haalbaar te maken.
CEMENT 5 2022 ?7
2 Links Grotius I en rechts Grotius 2, respectievelijk 100 en 120 m hoog, foto: Emmely van Mierlo / MVRDV3 De torens hebben een verticale gradiënt in kleuren en afmetingen van de balkons
IR. REMKO WILTJER RO
Raadgevend Ingenieur / Partner
IMd Raadgevende Ingenieurs
IR. MATTHIJ MOONS RC ProjectconstructeurIMd Raadgevende Ingenieurs
IR. MICHIEL NIENS RC Projectleider
IMd Raadgevende Ingenieursauteurs
2
3
8? CEMENT 5 20
22
kopgevels en tot de tweede verdieping; hier-
boven is het uitgedempt.Beide uiteinden van de langswand,
waar de krachten worden verhoogd door dit
effect, eindigen precies boven de rijbaan
van de parkeergarage en worden door een
wandligger in dwarsrichting opgevangen
(fig. 7). De kolommen onder deze wandligger
zijn zwaar gewapend en voorzien van een
versterkt staalprofiel HEB600, om de grote
kracht van 24.000 kN op te kunnen nemen. Op basis van de eerder gemaakte 2D-
berekeningen waren de belastingen uit dit
zettingsverschil nog iets hoger ingeschat en
was een vijzelconstructie met werkvolgorde
bedacht om de belasting over meerdere
kolommen te kunnen verdelen. Door de
nauwkeurige 3D-berekening bleek dit niet
meer nodig en kon worden volstaan met de
staalbetonkolommen zonder vijzels.
Het grote voordeel van de 2D-berekeningen
is dat de analyse van de resultaten betrekke-
lijk eenvoudig is. Wel moet er bij het opstel-
len van het rekenmodel meer aandacht wor-
den besteed aan de randvoorwaarden en de
wisselwerking met andere elementen. Dit
laatste gaat in een 3D-model min of meer
4 Onderzochte varianten voor Grotius I
5 3D-rekenmodel Grotius I, met vervorming door wind N-Z
Dankzij een
3D-analyse
van de krachts-
werking werd
de uitvoering
eenvoudiger
van de volledige constructie van de hoogste
toren, Grotius I, inclusief de funderingspalen
(fig. 5).
Uit de 3D-analyse bleek dat de afdracht
van de neerwaartse belasting zeer goed over-
eenkwam met het 2D-model. Voor de wind -
belasting bleek het 3D-model wat stijver dan
uit de eenvoudiger berekening werd gecon -
cludeerd. Dit is logisch, omdat de kolommen
in de gevels een kleine bijdrage leveren, die
in het 2D-model niet zijn opgenomen. Het 3D-model is ook gebruikt voor de
analyse van de effecten door de vervorming
van de overgeconsolideerde kleilaag vanaf
NAP -54,0 m, die zich circa 25 m onder het
gemiddelde paalpuntniveau bevindt. Uit de
geotechnische analyse bleek dat in deze laag
in de loop van de tijd een theoretische zet-
ting van maximaal 32 mm in het midden en
23 mm aan de rand op zal treden. Deze
waarden zijn in het 3D-model als opgelegde
vervorming bij de paalpunten ingevoerd. Hoewel de absolute waarde van de
zetting én het zettingsverschil van 9 mm be-
perkt zijn, is het effect op de krachtswerking
niet verwaarloosbaar door de grote stijfheid
van de wand in de langsrichting (fig. 6). Dit
effect is merkbaar aan de uiteinden bij de
4
5
CEMENT 5 2022 ?9
6
Voor de pixels
in de kroon
zijn een aantal
eenvoudige
constructieve
spelregels
opgesteld
6 Plattegrond Grotius I 10? CEMENT 5 20 22
00450050 001D0026 00560053 00420039
0016
0045
0045
00450050 001D0026 00560053 00420039
0016
00450050 001D 00420039 0016
00450050 001D 00420039 0016
00450050 001D 00420039 0016
00450050 001D0025 00420039 0016
00450050 001D0025 00420039 0016
00450050 001D0025 00420039 0016
0045
0045
00450050 001D0026 00560053 00420039
0016
0045
0045
00450050 001D0026 00560053 00420039
0016
00450050 001D 00420039 0016
00450050 001D 00420039 0016
00450050 001D 00420039 0016
00450050 001D0025 00420039 0016
00450050 001D0025 00420039 0016
00450050 001D0025 00420039 0016
0045
0045
00450050 001D0026 00560053 00420039
0016
0045
0045
00450050 001D0026 00560053 00420039
0016
00450050 001D 00420039 0016
00450050 001D 00420039 0016
00450050 001D 00420039 0016
00450050 001D0025 00420039 0016
00450050 001D0025 00420039 0016
00450050 001D0025 00420039 0016
0045
0045
0027
0027
0026
0025000A
0025000A
0024000A
0024000A
001B000A
001A000A
0019000A
0018000A
0017000A
0016000A
0015000A
0018
0015
001B
002A0014
0044
0044
0044
004F 004F004F0045
00150018 004F
004F
004F
004F 004F
004F
0010
0044
005A004E005A
005A004E
005A004E
005A004E
005A004E
005A004E
005A004E 005A004E
004F 004F004F0045
00150018 004F
004F
004F
004F 004F
004F
004A
00450015
00180013005B
0018 0019
0013
004A0045
0015
0018 0013005B
0018 0019
0013
004A 00450015
00180013 005B0018
0019 0013
004A0045001500180013
005B0018 0019 0013
004A 0015
00180013 0019
0045004E
0018
0015
001B
0045004E
001500190013
004A0045001500180013
005B0018 0019 0013
0045004E
0045004E
0045004E0045004E
0045004E0045004E 0045004E0045004E 0045004E
0045
0045004E0045
0045004E
0045004E
0045
0045
0045004E
0045004E
0045 004E
0045
0045004E
0045004E
0045004E
0045004E
0045004E
0045004E
0045004E
0045004E
0045004E
0045004E
00330003000E
001400150014 0015
0013
0045004E
0045004E
00150013 0018
0017
00150018 0018
0017 0015
0016 001A
0013 0018
0017 0015
0016 001A
0013 0014
0016
001400130014
0019 001A0013
0014001C0016
0015 001A001A0013
0014001C0016
0014
001500170018
0015 001800140013
0014001C0016
0015 001A001A0013
0014001C0016
0015
001500170018
0014 001800140013
0014001C0016
0015 001A001A0013
0014001C0016
0014 0016001B0018
004A
0045001500180013 005B
0018
0019 0013 004A
0045001500180013 005B
0018
0019 0013
004A
00180013 0019
004A
0045 00150018
0013 005B
0018 0019
0013
00150018 001C0014
001A001A0013 0014
001C 00190017
001A001A0013 0014
001C 00190017
001A001A0013
001800140014
0014001C 00190017
001A001A0013
001800140014 0014
001C 00190017
001A001A0013
0014001C 00190017
0016001B0018
004A
00450015
00180013005B
0018 0019
0013
004A0045 0015
0018 0013005B
0018
0019 0013
004A0045
0015
0018 0013005B
0018 0019
0013
001800140013
001800140013
0045004E
0045004E
0045004E
0045004E
0045004E0045004E
0045004E
0045004E
001600130013
00180013 0015
00180013
00140017 0013
001800140016 0015
0018 0018
0018
00140017 0015
0013 0016
0016
001B0018 0016
001B0018 0015
0013 0015
001800140017 0015
0018 0018
0018
00140017 0015
0013 0016
0016
001B0018 0016
001B0018 0014
0017 001C
00150018
0013
00180013
001300160013
0013
00150018
0013
001B
001B 0014
001B
001B
001B
001B
0017001600180019 0014 0015
0014001600160013 00150015
001A0018
001500150015 0014
0015 00150015 0018
0015001900160013 0014
0015001A001B0018
0015001A001B0018 0015
0015001500170018 00180015 00150018 00150015 0018 0015
0015
0015
0015
0015
0015
0015
0014
0017 00180015
001C
0014 0018001C
001C
0014
0017
001C
0015
0014 00180016001B
001B
001C 0015001A
0014
0014
0014
0014
001C
0014
0014
0014
001C
0014 00180016
001C
001900140014001C
0015
00140018
0014
0014
0014
0015
0015 0017
0018
0015
0018
0015
0015
0015
0018 00170013
0015001800170013
001500150015
0014
0014
001C
0017
0014
001C
0016001B0018 0014
001C00160014
001A
001A0013 0014
001C00160015
0018
00140013 0015
001700180014
001400150018 0016
001B0018 0014
001C00160015
001A
001A0013 0014
001C00160015
0018
00140013 0015
001700180014
001400150018 0016
001B0018 0014
001C00160014
001A
001A0013 0014
001C00160015
001A
001A0013 0014
001C00160015
001A001A0013 0015
0018001C0016
0014
0015 00190013
001C
0015
0015
0044
00150013
0014
001B0018
0019
001A 001A
0013
0014 001C
00190017
001A 001A
0013
0014 001C
00190017
0018 0014
0015
0015 0017
001B0015
0018 0014
0013
0014 001C
00190017
001A 001A
0013
0014 001C
00190017
0018 0014
0015
0015 0017
001B0015
0018 0014
0013
0014 001C
00190017
001A 001A
0013
0014 001C
00190017
0016 001B
0018
00470020
00510052
00470020
00510052
004F004F
0015
0014
0015
0015
0019001C
00150014
001800190014
0014
0018
0015
0014
0015
0015
0014
001C
0015
0016 00190015
0014
0015
0014
001A
001500160019001C 00140015
0015
001A
0014
001B 00180013
0014
0019
0019
001C
0014
0016001C0016
0015
0014
0016
0015
0014 00160014
0016
0015
0014
0019
0014
0015
0014
0014
001C
001B
001A
001C
0018
0016
0014 001300180013
0015
0014
0015
0015 001C001A
0014
0016
0015
0014
001A
0014
0014
001C
001C
001A
0015
0036
004A0048
00460052
002A0055
0014
0014
0015
0014
0014
0015
0016
001C
001C
0015
0014
0014 0013
0016
0014
0014
0014
001A
001A
0014
0014
0014
0017
0015
001A
0014 00130018
0014
0014
0016
0014
0014
002C
00150018
0014
001C
0016
0017
0015
0016
00180016
001A
0010
0044
0018002C
002C
00140018
0014
001A0018
0019
0018002C
002C
0018
0019
005A
0018002C
0016
00140018
0014001C 00190017
001800140015
00150017 001B0014
0016001B0018 0014
0015001A0045004E
0014001C
00190017
00180014
0015
00150017
001B0014
0016001B0018 0014
0015001A
0016001B
0018
0014 0015
001A
0016001B
0018
0014 0015
001A
0045004E
0045004E0045
0045
0045004E
0045004E 0045004E
0016001B0018
001400150018
001800140013
0016001B0018 0014
00150018
001800140013
0045
0014
0019
0029
0029
0029
+912002 2e verd. b.k. ruwe vloer
+12120 03 3e verd. b.k. ruwe vloer
+15120 0\f \fe verd. b.k. ruwe vloer 260
27\f0
260
27\f0
260
-15000 be\bane \brond b.k. ruwe vloer
+6120
01 1e verd. b.k. ruwe vloer
-3820-01 kelder
-6\f70-02 kelder
+302000a mezzanine b.k. ruwe vloer
260
6010
300
3370
250
2\f00
\f91 \f560 6915 5192\f70
7702013 7702013 7702013 7702013 7702013 770
1\f70
2740
vanzelf, echter vergt dan de interpretatie
van de resultaten de nodige aandacht.
Pixels
Een opvallend onderdeel van het ontwerp is
de kroon van beide torens. In het beeld van de architect 'verdwijnen' aan de bovenkant van
de torens steeds blokjes (pixels), waardoor
het beeld van een afbrokkelende rots ont-
staat. Mede hierdoor wordt de grote hoogte
van de torens vanaf het maaiveld als kleiner
ervaren. Bij Grotius I (120 m) begint het af-
brokkelen al op 90 m hoogte, bij Grotius II
(100 m) op 76 m.
Om deze schijnbaar willekeurige in-
breuk op de hoofdstructuur maakbaar en
financieel haalbaar te maken, is deze in
overleg gerationaliseerd, waarbij zware
overgangsconstructies moesten worden ver-
meden. IMd heeft hiervoor een aantal een-
voudige constructieve spelregels opgesteld.
De architect is erin geslaagd met deze spel-
regels het gewenste beeld te handhaven. Eén
van de randvoorwaarden was dat de pixels
moesten passen op een substramien van
2700 mm, passend in het hoofdstramien van
8100 mm. Hierdoor konden de betonwanden
van de hoofdstructuur zo veel mogelijk wor-
den doorgezet, al dan niet in een getrapte
vorm (fig. 8). Daar waar de betonwanden
konden worden doorgezet, werden ook de
standaard betonvloeren van 260 mm dikte
doorgezet. Vervolgens konden tussen de beton-
wanden verschillende combinaties van
pixels voorkomen, die werden gemaxi-
7
7 Wandaanzicht oostgevel Grotius I (wand naast 8') met staalbetonkolommen
8 Fragment kroon met pixels, met in het grijs en geel het casco van betonwanden en vloeren en in rood en
gebroken wit de substructuur bestaande uit staal en staalplaatbeton
8
CEMENT 5 2022 ?11
meerd op drie: twee naast elkaar en één
erbo
ven in alle mogelijke varianten.Het gewicht van de pixels moest kun-
nen worden opgevangen door de eerste on-
derliggende massieve betonvloer met de
standaard overspanning. Hiertoe werd deze
vloer versterkt met een stalen ligger, die
slechts een flensdikte onder de vloer uit
mocht komen. Het gewicht van de pixels is
zo laag mogelijk gehouden door staalplaat-
betonvloeren en een staalskelet van liggers
en kolommen toe te passen.
Trillingen? Door deze oplossing ontstond het
risico op het doorgeven van trillingen tussen
de appartementen met de lichtere vloeren.
Uit een analyse bleek dat dit effect beperkt
was, maar het heeft er wel toe geleid dat een
aantal stalen liggers iets stijver zijn gekozen
dan voor de sterkte nodig was.
Brand? De pixelconstructie maakt geen deel
uit van de draagconstructie onder brand-
omstandigheden. Wel moest er aan de
wbdbo-eis van 60 minuten worden voldaan.
Voor de dunne staalplaatbetonvloeren is dit
geen probleem. De stalen liggers en kolom -
men zijn voorzien van een brandwerende
beplating.
Kelder en fundering
Tussen de torens is een klein stadspark ont-
worpen, waaronder een parkeergarage met
245 plaatsen moest worden gerealiseerd. De
bouwlocatie is gelegen tussen de Koninklijke
Bibliotheek, de Utrechtse Baan en een pijler
van de verhoogde Randstadrail en daardoor
erg krap. Het was daardoor noodzakelijk om
ook onder de torens parkeerruimte te vinden.
Daarbij was het streven om een diepe en
daardoor kostbare bouwput te vermijden. In een eerste haalbaarheidsstudie is
een compacte drielaagse kelder onderzocht,
om op voldoende afstand van genoemde
belendingen te kunnen blijven. Dit bleek
echter niet realistisch. Bij de bijbehorende
ontgravingsdiepte zou een te dure onder-
water-betonvloer nodig zijn, omdat de aan-
wezige kleilaag op circa 14 m diepte op zou
kunnen barsten. Daarmee begon de zoektocht naar een
parkeeroplossing in twee lagen. Dit werd be- moeilijkt door de fundering van beide torens.
Immers, als deze fundering te breed zou zijn
en diep onder de kelder uit zouden steken,
zou er alsnog een risico op opbarsten van de
kleilaag bestaan.
Met de gekozen constructieve opzet van
Grotius I (vloeren met een overspanning van
8100 mm, gedragen door betonwanden) is er
onder deze toren ruimte om te parkeren. De
meer grillige vorm van Grotius II leent zich
hier veel minder voor. Daarom is ervoor ge-
kozen om in Grotius II de functies zoals
technische ruimten, fietsenstallingen en ber-
gingen op te nemen. Hierdoor zijn er hier
meer gesloten wanden waarmee de funde-
ring grotendeels in de onderste kelderlaag is
gerealiseerd. Onder de keldervloer kon wor-
den volstaan met stroken voor de paalfunde-
ring, met een dikte van slechts 1 m inclusief
vloer, en dat bij een hoogte van de toren van
100 m. Om ook onder Grotius I, met 120 m de
hoogste toren van de twee, zware funderings-
elementen te voorkomen, zijn de betonwan -
den in de kelder aan één zijde verlengd tot
naast de toren, passend in de parkeerlay-out
(fig. 9). Zo konden onder deze mega-consoles
van twee verdiepingen hoog, ook funderings-
palen worden geplaatst. Aan de andere zijde is de grondkerende
kelderwand betrokken bij de fundering van
de dragende dwarswanden. De paalposities
zijn daarbij zo gekozen dat het zwaartepunt
ervan vrijwel gelijk valt met het zwaartepunt
van de belasting, ondanks de asymmetrie in
de fundering. Maar dat was niet voldoende om het
grote aantal palen (550 in totaal, waarvan de
helft onder Grotius I) zonder funderings-
stroken kwijt te kunnen. Daarom is gekeken
of bredere stroken mogelijk waren, om het
benodigde aantal palen eronder kwijt te
kunnen. In overleg met de geotechnisch
adviseur is onderzocht welke strookafme-
tingen nog veilig ontgraven konden worden.
Immers de grond tussen de ontgraven stro-
ken werkt als bovenbelasting mee tegen
het opbarsten van de bouwputbodem. Het
gaat daarbij dus om zowel de diepte als de
breedte van de ontgraven stroken. Deze
strookbreedte was niet voldoende om de
benodigde drie rijen palen onder de wanden
Een drielaagse
kelder bleek
niet realistisch,
waarna een
zoektocht naar
een parkeerop-
lossing in twee
lagen begon
12? CEMENT 5 20 22
te plaatsen, tenzij deze onder een kleine
schoorstand geplaatst zouden worden. Zo
kon de hart-op-hart-afstand aan de boven-
zijde van de palen worden verkleind, en bij
de punt toch voldoende afstand worden ge-
creëerd voor het benodigde geotechnische
draagvermogen. De stroken zijn breed ge-
noeg gekozen om een relatief grote paalaf -
wijking toe te laten, zonder later de wape-
ning aan te hoeven passen. Omdat de palen
vanaf het maaiveld werden geïnstalleerd en
de bovenzijde zich op circa 6 m diepte be-
vond, was er een reële kans op een flinke
positie-afwijking, waarop op deze wijze is
geanticipeerd. Op deze manier is het funde-
ringsontwerp geoptimaliseerd op functio-
naliteit in de kelder, maakbaarheid en vei -
ligheid van de bouwput.
Paalsysteem? Ook bij de keuze voor de
schroef-combinatiepaal met groutinjectie
speelde de maakbaarheid een belangrijke
rol. De paal is niet alleen gekozen vanwege
het hoge draagvermogen en de trillingsvrije
installatie. Ook het ontgraven van de bouw-
put na het schroeven kon aanzienlijk wor-
den vereenvoudigd, doordat de achthoekige
prefab kern niet langer is dan nodig. Het ge-
deelte van de paal boven de onderste kelder-
vloer is gemaakt met een verdund grout-
mengsel, dat eenvoudig verwijderd kon
worden tijdens het ontgraven.
Damwand? De damwand, nodig om de
bouwput te kunnen maken, is in het deel van
de kelder naast de torens, permanent inge -
zet. Dit leverde een aantal voordelen op ten
opzichte
van een tijdelijke damwand met een
permanente betonwand; een besparing in
tijd, geld en ruimte en een verkleining van
het risico op schade aan de belendingen. De
Koninklijke Bibliotheek en een pijler van de
trambaan zijn immers nabij, aanleiding om
de invloed van het maken van de bouwput
nauwkeurig te onderzoeken en te monito -
ren. De damwanden zijn geotechnisch niet
dr
agend, maar dragen wel de verticale belas -
ting uit de beganegrondvloer en de -1-vloer
met behulp
van deuvels over naar de onder -
ste keldervloer. Hierbij is veel zorg besteed
aan een g
oede detaillering.
De beganegrondvloer en de kelder-
vloer -1 bestaan uit massieve betonvloeren
op verzwaarde stroken. De randoplegging
van de vloeren wordt gevormd door de per-
manente damwanden. Daar waar de stroken
eindigen op de permanente damwand, is
een kolom voor de damwand geplaatst, om
te hoge lokale spanningen in de damwand te
voorkomen. Hiermee werd tevens een tweede
draagweg mogelijk bij brand; de begane-
grondvloer kraagt dan uit en zal niet bezwij-
ken als gevolg van een door brand bezweken
deel van de damwand. Hierdoor kon op
9 Deelplattegrond Grotius I met verlengde kelderwanden
9
CEMENT 5 2022 ?13
een kostbare brandwerende coating worden
bespaard.
Parkeerkelder? De parkeerkelder, die deels
onder en deels naast de torens is gesitueerd,
is niet gedilateerd. De theoretische verticale
zettingsverschillen zijn in Den Haag niet
groot, maar treden wel op. In het ontwerp
van de parkeergarage is voldoende afstand
aangehouden tussen de wanden van de
torens en de kolommen onder het dek. De
tussenliggende buigslappe vloeren kunnen
daar de vervorming zonder schade volgen.
Toen echter de fundatie van de drie toren-
kranen dicht tegen de torens moest worden
geïntegreerd, was dit niet meer overal moge-
lijk en is er gewapend op een opgelegde
vervorming. Op initiatief van de aannemerscombi-
natie is de onderste keldervloer uitgevoerd
met gewapend staalvezelbeton. Hierbij is
ervoor gekozen om de vloer traditioneel te
wapenen op de krachtswerking in de uiter-
ste grenstoestand en de scheurvorming en
krimp te beheersen met de staalvezels.
Hiermee is het risico op krimpscheuren in
deze lange (124 m) vloer van 400 mm dik
geminimaliseerd.
Make-over
In mei 2022 werd de eerste toren, Grotius II,
opgeleverd en in juli 2022 volgde Grotius I.
Daarmee zijn de eerste contouren zichtbaar
van de complete make-over van het gebied
ten oosten van het Centraal Station, inclu-
sief het deels overkappen van de Utrechtse-
baan en het doortrekken van voetgangers-
route richting Bezuidenhout. Door de goede
samenwerking in het ontwerpteam, waarbij
alle suggesties om vereenvoudigingen in de
constructie door te voeren konden worden
besproken, is het gelukt het bijzondere archi -
tectonisch ontwerp overeind te houden.
10
10 Detail aansluiting keldervloer aan damwand 14? CEMENT 5 20 22
CEMENT 5 2022 ?15
Steeds vaker komt het bouwbedrijf al in een
vroeg stadium in het ontwerpproces aan tafel
om specialistische uitvoeringskennis in te
brengen.
Voor wat betreft de keuze voor de bouw-
methode van de ruwbouw geldt: zoveel bouwbedrij-
ven, zoveel wensen en methoden. Laat vijf verschil-
lende bouwbedrijven een plan maken en je krijgt vijf
verschillende plannen. Allemaal onder het motto van
de ideale uitvoerbaarheid van het project. Zelfs binnen
een bouwbedrijf verschilt de visie over het construc -
tieprincipe en de gewenste bouwmethodiek. Er is
dan ook niet eenduidig één 'beste' bouwmethodiek.
Die is namelijk sterk afhankelijk van onder andere de
beschikbaarheid van bouwplaatspersoneel, de voor-
Constructeur van het Jaar In november 2021 werden Mathew Vola (Arup) en Joris Hesselink
(BAM) door een onafhankelijke jury uitgeroepen tot respectie-
velijk Constructeur van het Jaar en Talent van het Jaar. Deze
jaarlijkse verkiezing wordt georganiseerd door VNconstructeurs.
In een serie columns, die Cement in samenwerking met
VNconstructeurs publiceert, geven beiden hun visie op een
aantal belangrijke ontwikkelingen in het constructeursvak. In
deze vierde aflevering is het de beurt aan Joris Hesselink.
Duurzaam uitgevoerd?
keuren van het bouwbedrijf en het projectteam, de
aanwezige kennis en ervaring, de aanwezigheid van
het beschikbare materieel en uiteraard de marktom-
standigheden. Ook duurzaamheid hoort in dat rijtje
thuis, maar het is pijnlijk duidelijk dat dit nog geen
prominent criterium is.
Waar vóór de Tweede Wereldoorlog een in het werk
gestorte betonconstructie de standaard was, nam
prefab beton na deze periode een grote vlucht. Dit
is te verklaren door de enorme en dringende be-
hoefte aan goedkope woningen in het naoorlogse
Europa en het tekort aan bouwmaterialen en ge-
schoolde arbeidskrachten. We zijn nu opnieuw be-
land in een periode van woning-, personeels- en
materiaaltekort. Zal dit ook nu, in combinatie met
de huidige excessieve prijsstijgingen, voor een revo-
lutie kunnen zorgen in materiaaltoepassingen en
bouwmethodieken?
"Het is pijnlijk duidelijk dat
duurzaamheid nog geen prominent criterium is"
constructeur van het jaar (2)
Talent van het Jaar
Joris Hesselink
IR. JORIS
HESSELINK PMSE
36 jaar
WERK
2011 ? 2016
BAM Advies & Engineering ?
Constructeur / Projectleider2016 ? 2022
BAM Advies & Engineering ? Adviseur
bouwmethodieken en constructie
2022 ? heden
BAM Advies & Engineering ? Adviseur &
Vakgroepleider
bouwmethodieken
OPLEIDING2003 ? 2007
Bachelor HBO Bouwkunde,
Constructief Ontwerpen
2007 ? 2011
Master TU Eindhoven, Uitvoeringstechniek 2011 ? 2015
MSEng Beton- en staalconstructeur
16? CEMENT 5 20 22
Staal is het in Nederland nooit gelukt om beton van
de troon te stoten en we zien nu een sterke opkomst
van hout als bouwmateriaal. Het is echter nog maar
zeer de vraag of het hout lukt om een grote speler te
worden. De toekomst zal het uitwijzen.
Initiatieven om nieuwe bouwwerken zo duurzaam
mogelijk te maken zijn er veel. Bij de ruwbouw richten
deze zich vaak op toepassing van nieuwe materialen
of op een 'vergroening' van bestaande materialen. Bij
dit laatste kan gedacht worden aan CO?- of cement -
vrij beton of hergebruikt staal. Dit is niet zo gek als je
bedenkt dat de cementindustrie goed is voor 7% van
de wereldwijde broeikasgasuitstoot en de staalindus-
trie voor 7%, waar de burgerluchtvaart in vergelijking
'slechts' 2,5% voor zijn rekening neemt. Als we andere
cijfers erbij pakken zien we dat de bouwsector meer
dan 50% van alle grondstoffen in Nederland verbruikt
en het meeste afval produceert van alle sectoren
(34%).
?????Dit laatste wordt in mijn optiek grotendeels ver-
oorzaakt door de versnippering van het bouwproces:
er zijn steeds meer schakels nodig die allemaal hun
eigen input leveren. Bijna iedereen op de bouw-
plaats komt voor één specifieke taak en vaak weet
men niet van elkaar waar de ander mee bezig is.
Vergelijk bouwen met het maken van een gigantische
legpuzzel. Door de jaren heen is de grootte van de
puzzel gelijk gebleven, maar zijn het aantal puzzel-
stukjes vele malen groter geworden.
Modulair bouwen met een geïndustrialiseerde bouw-
methodiek draagt bij aan het oplossen van het afval-
probleem, omdat deelproducten op maat kunnen
worden geproduceerd waardoor we naar een 'zero-
waste' bouwproces kunnen transformeren. Naast
het beperken van de hoeveelheid afval kan het logis-
tieke proces eromheen eenvoudig worden aangepakt,
want circa 30% van al het verkeer in de Nederlandse
steden is bouwgerelateerd. Volle vrachtwagens met
halffabricaten rijden het centrum in en vertrekken
leeg vanaf de bouwplaats, waar dit bij de afvalstro-
men precies andersom is: hier rijden de vrachtauto's
leeg de stad in en vertrekken ze vol. Als we alleen al
die transporten zouden combineren, kunnen we een
groot tonnage CO?-uitstoot reduceren. Hoewel CO?-
uitstoot in de nabije toekomst waarschijnlijk niet meer
het grootste probleem is, want het is een kwestie van
tijd voordat een crisis rond fijnstof, afkomstig van
bandenslijtage, losbarst.
foto 1 Bouwkeet met zonnepanelen
CEMENT 5 2022 ?17
Het verduurzamen van de bouwplaats en de realisa-
tiefase blijft gevoelsmatig nog enigszins achter bij de
ontwikkeling van duurzame bouwmaterialen. Uiter-
aard zijn we op de goede weg, want de eerste emissie-
vrije bouwplaatsen met elektrische funderings- en
asfaltmachines, sondeerwagens en walsen zijn al een
feit. Maar alleen een omslag naar elektrisch aange-
dreven materieel is onvoldoende. Het duurzaam of
emissievrij opwekken van deze energie is een vereiste.
Een aantal bouwketen liggen inmiddels al vol met
zonnepanelen (foto 1), maar bijvoorbeeld energieop-
wekkende bouwhekken zijn vrijwel onbekend en wor-
den alleen nog in pilotprojecten toegepast. Het is
overigens de vraag of hiermee voldoende vermogen
kan worden opgewekt, maar oplossingen zoals aggre-
gaten met brandstofcellen van waterstof of mieren-
zuur dienen zich aan.
Terwijl ik dit schrijf lig ik op een heerlijke zomerse dag
aan het Nederlandse strand. Aan de horizon reiken
de windmolens ver boven de zee uit, terwijl achter me
een aantal bouwkranen boven de stad uit torenen. Dit
brengt me op een idee. Wat als we de torenkranen
boven de giek voorzien van een extra draaikrans, de
toren nog net even iets hoger maken en er een turbine
met rotorbladen op monteren? Een windmolen op een
torenkraan (fig. 2). Een torenkraanmolen? Ongeremd
door enige kennis van windmolens, vergunningen,
procedures of andere bezwaren lijkt me dit een top
idee. Het accupakket kan dienen als contraballast.
Hoeven we ook geen betonnen blokken meer te ma-
ken! Twee vliegen in één klap. De bouwkraan kan
draaien op de door hemzelf opgewekte energie. Wind
als hefboom om een last te transporteren. Klinkt als
muziek in mijn duurzame oren.
Het is een kwestie van tijd voordat alle Nederlandse
bouwplaatsen emissievrij zijn. Dit vereist wel innovatie.
Zo lang we de bal gehakt op vrijdagmiddag voorlopig
maar niet vervangen voor een veganistische variant,
krijgen we de meeste bouwplaatsmedewerkers wel met
ons mee.?
"Het is een kwestie van tijd voordat alle
Nederlandse bouwplaatsen emissievrij zijn"
figuur 2 Kraan met
geïntegreerde windmolen
Op alle vlakken een kunstwerk
Ontwerp complexe vorm spooronderdoorgang Goes
deels geautomatiseerd
1 De nieuwe spooronderdoorgang heeft een hoog afwerkingsniveau, foto: Wagemaker
1
18? CEMENT 5 20 22
Tussen 1863 en 1873 werd de
Zeeuwse Lijn aangelegd, een
spoorlijn tussen Roosendaal en
Vlissingen die Goes passeert.
De
stad en het station waren verbonden door
de Frans den Hollanderlaan, de overweg
aan de Van Hertumweg verbond Goes met
het achterland (fig. 2). Sinds die tijd is er veel veranderd:
Goes groeide, de spoorwegovergang in de
van Hertumweg was de belangrijkste ver-
binding tussen het centrum en de wijken
ten zuiden van het spoor, het verkeer werd
steeds drukker en het treinverkeer nam toe.
Het verkeer in de binnenstad ondervond ge-
regeld hinder van de gesloten spoorbomen.
Bovendien vormt een spoorwegovergang
altijd een risico voor de verkeersveiligheid. Om de verkeersdoorstroming en de
verkeersveiligheid te verbeteren, is een spooronderdoorgang aangelegd: de Terwelle-
gang. De onderdoorgang bestaat uit een ver-
keersweg met twee rijbanen en een fiets- en
voetpad. Daarnaast werd ook het Terwelle-
plein, het plein bij het station, opgewaar-
deerd. De spooronderdoorgang sluit aan de
Zuidzijde met een nieuwe weg en een ovale
rotonde aan op de bestaande rotonde Poel-
plein, en aan de noordzijde op de bestaande
weg met een nieuwe rotonde, het Kompas-
plein. Ook de fiets- en voetpaden werden
aangesloten op de nieuwe rotondes, waar-
door de routing vanuit de onderdoorgang
veel logischer is.
Voor het slagen van het project was
een strakke planning essentieel. Een grote
uitdaging die om een intensieve samenwer-
king vroeg, waarbij veel uitgangspunten
voor het ontwerp in korte tijd werden be-
sproken en vastgelegd. Het contract van PROJECTGEGEVENS
project
Onderdoorgang Van Hertum te Goesopdrachtgever ProRail
architect
Studio SK,
ontwerpbureau van Movares
constructeur Wagemaker
(voorontwerp,
definitief ontwerp en uitvoeringsontwerp) hoofdaannemer
Gebroeders De Koning Papendrecht
inrijden spoordekken Mammoet
leverancier prefab palen
Haitsma
Sinds april 2020 rijdt het verkeer in Goes onder het spoor
door. De spooronderdoorgang, onder een trogbrug en een plaatbrug door, is door zijn hoogwaardige bouwkundige
afwerking een echte blikvanger. Bij de indeling in moten en de keuze voor de fundering is nadrukkelijk rekening gehouden met onder meer de gronddrukken. Om faalkosten en de
engineeringsuren te beperken is een automatiseringsslag
ingebracht. De gebogen vorm van het ontwerp en het verticale alignement leidden tot een grote hoeveelheid variabelen en complexiteit in het gegenereerde script, wat de digitale modellering extra uitdagend maakte. Toch is deze
onderdoorgang zeer snel opgeleverd: amper een jaar na de start van het ontwerp werden de spoordekken ingereden.
CEMENT 5 2022 ?19
ProRail omvatte namelijk een einddatum en
vastgelegde buitendienststellingen (TVP's),
die een-op-een in de planning moesten
terugkomen.
Vormgeving en uitgangspunten
Naast de ontwerpvoorschriften van ProRail
(OVS) en de projectspecifieke documenten
en contractstukken, is een beeldkwaliteits-
plan voor de hele stationsomgeving gemaakt
en heeft de architect een vormgevingsdocu-
ment voor de onderdoorgang opgesteld dat
bindend was binnen dit contract. Hierbij is
goed nagedacht over de gewenste uitstra-ling: het ontwerp heeft een hoogwaardig
bouwkundig afwerkingsniveau, door de
architect omschreven als ambitieniveau
'Plus'. Verschillende soorten wandbekleding,
wandafwerking en leuningen sluiten goed
op elkaar aan (foto 1 en 3). De wanden van
zowel de binnenbocht als de buitenbocht
van de onderdoorgang zijn voorzien van
kunst, die speciaal hiervoor is ontworpen
door de in Goes woonachtige kunstenaar
George Schade (foto 4).
Het project kende naast het vormge-
vingsdocument ook de gebruikelijke functio-
nele uitgangspunten en randvoorwaarden.
2 Overzicht betonwerk
ING. MARCEL
SOMERS PMSE RC
Projectleider / ConstructeurWagemaker auteur
2
20? CEMENT 5 20
22
Voor het fiets- en voetpad en de verkeers-
weg is een profiel van vrije ruimte voorge-
schreven. De doorrijhoogte van de rijweg
bedraagt minimaal 4,6 m en van het fiets-
pad 2,7 m.De gewenste wegbouwkundige inde-
ling is contractueel voorgeschreven. De alig-
nementen van het referentieontwerp zijn
opgesteld door de gemeente Goes en zijn
gebaseerd op de ASVV 2004. De aanpak van de ruwbouw was anders dan
normaal. Er is uiteraard gestart met de weg-
bouwkundige alignementen en doorrijhoog-
ten, maar voor het betonwerk is daarna ge-
werkt van fijn naar grof in plaats van van
grof naar fijn. Het constructieve betonwerk,
feitelijk nauwelijks zichtbaar, werd achter
en onder de hoogstaande bouwkundige af-
werking gemaakt. Dit kostte extra tijd en
geld, maar het resultaat is bijzonder.
3 Verschillende soorten wandbekleding, wandafwerking en leuningen sluiten goed op elkaar aan, foto: Wagemaker
4 De wanden zijn voorzien van kunst, die speciaal hiervoor is ontworpen door de in Goes woonachtige kunstenaar George Schade,
foto: Wagemaker
De circa 250 m
lange onder-
doorgang met
spoorkruisingen
bestaat uit een
trogbrug en een
plaatbrug
3
4
CEMENT
5 2022 ?21
Constructief ontwerp
De circa 250 m lange onderdoorgang kruist
drie sporen, verdeeld over twee betonnen
dekconstructies. Conform het referentieont-
werp van ProRail ligt één spoor in een trog-
brug, de andere twee sporen liggen op een
plaatbrug. Naast het dubbelspoorsdek is een
fietsbrug gerealiseerd. De hele onderdoor-
gang is opgedeelde in twaalf moten: twee
gesloten spoormoten, een gesloten moot
onder de fietsbrug en negen open moten.Bij een onderdoorgang is het funde-
ringsontwerp een belangrijk onderdeel van
het constructief ontwerp van de gehele con-
structie. Soms is het funderingsontwerp
zelfs dominant en dwingend voor het con-
structief ontwerp, zoals hier het geval was.
Toeritten? Voor de toeritten was de onder-
grond te grillig en niet geschikt om te funde-
ren op staal. Daarbij moest de constructie
tegen opdrijven worden beschermd. Daar-
om is voor de toeritten gekozen voor een
fundering op prefab voorgespannen beton-
nen palen van 290 x 290 mm². De relatief
kleine paaldoorsnede maakt een mootlengte
van circa 20 m mogelijk. Hoe stijver de paal
en hoe meer moment deze naar zich toe
trekt. Een relatief slappe paal kan de vervor- ming als gevolg van jaarlijkse temperatuurs-
wisselingen het beste volgen.
Er zijn geen geboorde palen toegepast
want slanke, geboorde palen kunnen onvol-
doende worden gewapend om krachten op te
nemen. Bij geboorde palen is dus een grotere
diameter noodzakelijk, waardoor ze meer
kracht naar zich toe trekken. Dit bleek geen
oplossing. De afmetingen van de moten in lengte-
richting zijn zo gekozen dat een fundering
met palen van 290 x 290 mm² mogelijk was.
Ook in de dwarsrichting dienden de vervor-
mingen te worden beperkt. Hiervoor is de
gronddruk links en rechts van elke open
moot zoveel mogelijk gelijk gehouden. Met
andere woorden, de moten zijn zo rechthoe-
kig mogelijk gemaakt. Met de resterende
kleine gronddrukverschillen is in de bereke-
ning rekening gehouden.
Spoorkruisende moten? Er is gekozen voor
twee spoormoten: één moot met het dubbel-
spoors dek (moot 7) en één moot met de
trogbrug en trappenhuis (moot 8). Om één
spoormoot te realiseren zou een te groot
vloerveld ontstaan om te voldoen aan de
strenge verplaatsingseisen van de OVS.
Daarnaast kunnen de palen vervormingen
5
5 Rekenmodel: 3D-model gesloten moot met trogbrug en trappenhuis
DATA EN GEREALISEERDE
PLANNING:
? Aanbesteding: februari 2018
? Aanbrengen palen open
toeritten en damwandkuip:
september - november 2018
? TVP-02 aanbrengen palen en
damwanden spoorzone:
8 - 10 maart 2019
? TVP-03 inrijden dekconstruc-
ties: 12 - 14 april 2019
? Bouw toeritten en afbouw:
december 2018 - februari 2020
? TVP-04 Saneren overweg:
25 - 27 april 2020
22? CEMENT 5 20 22
6
Voor deze
onderdoorgang
is rekening
gehouden met
zout/brak water
6 Beddingdruk in bovenaanzicht, niet-lineaire situatie met eigen gewicht en rustende belasting. Er is een zeer klein paars gebied
als gevolg van dergelijk lange velden (circa
40 x 40 mm²) niet volgen.
De dilatatie ten noorden van de trog
(tussen moten 8 en 9) steekt nagenoeg haaks
over de rijbaan naar de oostelijke wand. De
dilatatie tussen de trogbrug en het dubbel -
spoorsdek (tussen moten 7 en 8) loopt paral-
lel met de trogbrug (fig. 2). Hierdoor ontstaat
ter
plaatse van de spoormoten een ongelijke
gronddruk, vooral bij de spoormoot met de
trogbrug. De oostelijke wand is immers veel
langer dan de westelijke wand. Bovendien is
er in de oostelijke wand een trappenhuis
voorzien.
De moot zou hierdoor willen ver-
plaatsen en verdraaien. De spoormoten zitten echter opgesloten
in de spoorbaan waarbij de dekconstructies
fungeren als stempels. Ook het trappenhuis
verhindert de verplaatsing en verdraaiing.
In vergelijking met de open moten maakt dit
de spoormoten dus beter geschikt om het
verschil in gronddruk op te nemen. De verschilgronddruk kan niet worden
opgevangen in de open moten; de grond -
druk zou dan via nokken in de vloeren moe-
ten worden overgebracht naar de naastgele-
gen moten. Vanuit de nok komt de belasting
dan uiteindelijk toch terecht bij de spoor-
moten, wat het probleem niet oplost. Er is
daarom gekozen voor een oplossing bij de
spoormoten.
Vanwege de niet-haakse kruising tussen trein-
en autoverkeer treedt er krachtswerking op
in verschillende richtingen. Dit resulteert in
een complexe vorm van de spoorkruisende
moten. Deze vorm geeft een extra dimensie
aan de krachtswerking. Door de grootte van
de spoormoot volstaat alleen een gewichts-
vloer in combinatie met een fundering op
staal, zoals eerder vermeld zouden palen de
vervormingen simpelweg niet kunnen volgen.
Om de verschuiving en rotatie van de
moot tegen te gaan, is naast het stempel
-
eff
ect van het dek en de aanwezigheid van
het trappenhuis ook de vloer in de dam-
wandkassen gewapend, waardoor de dam-
wanden worden gemobiliseerd. Een onder-
waterbetonvloer is toegepast om voldoende
neerwaartse kracht te leveren, zodat de
moten niet k
unnen opdrijven. In de moot
waar zich ook een trap bevindt, is zelfs onder
het fietspad extra beton als ballast toegevoegd.
Uitwerking
De uitwerking van het constructief ontwerp
kende enkele uitdagende onderdelen. De
gesloten moot ter plaatse van de trogbrug
en het trappenhuis vroeg de meeste aan-
dacht. Figuur 5 toont het 3D-rekenmodel. De
krachtsverdeling is in SCIA-engineer bepaald.
Er is een model gemaakt van zowel de bouw-
als gebruiksfase.
CEMENT 5 2022 ?23
Buispalen bouwfase? De voor de bouwfase
benodigde stalen buispalen W(Ø530-13.1 mm)
zijn in de definitieve constructie opgenomen.
In de bouwfase is het dek op deze met beton
gevulde buispalen geplaatst. Daarna zijn de
vloer en wanden gemaakt. De palen zijn ge-
heel of gedeeltelijk in de permanente con-
structie opgenomen. Voor de gebruiksfase
mag de stalen buis niet in rekening worden
gebracht en is alleen de betonkern meegere-
kend. Voor de bouwfase is de stalen buis van
belang en niet de betonkern.
Toetsing opdrijven? Voor de maatgevende
situatie bij opdrijven is alleen rekening
gehouden met het eigen gewicht van de
contructie, de betonnen vulling onder het
fiets- en voetpad en de waterdruk. Onder
de constructieve vloer is horizontaal een ge-
wichtsvloer van onderwaterbeton met een
dikte van 1125 mm aangebracht. Deze ge-
wichtsvloer is ingevoerd als belasting en niet
als constructief element. De gewichtsvloer is
constructief verbonden aan de constructieve
vloer met behulp van ingelijmde stekken.
Aan de noordzijde loopt de constructieve
vloer van het open deel van moot 8 op. De
gewichtsvloer ligt op één niveau waardoor
een in dikte verlopende uitvullaag tussen de
gewichtsvloer en constructieve vloer nodig
is. De maximale dikte van de variabele uit-
vullaag is circa 1150 mm. Uit toetsing bleek dat het eigen ge-
wicht voldoende is om de moot niet te laten
opdrijven. Het gewicht is echter niet gelijk- matig verdeeld, waardoor de moot met name
ter plaatse van de rijbaan los wil komen van
de bedding. Aanvullend is een berekening
gemaakt waarbij rekening is gehouden met
niet-lineaire eigenschappen voor de bed-
ding. De bedding kan in dit model geen trek
opnemen. De buispalen ter plaatse van het
tussensteunpunt zijn voorzien van een niet-
lineaire aansluitvoorwaarde. Conservatief is
aangehouden dat deze palen niet in staat
zijn om trek op te nemen. Vanwege buiging
in de palen zijn de palen 'wel' gewapend. De
overige palen zijn volledig constructief opge-
nomen in de vloer. Deze palen zijn in staat
om zowel trek als druk op te nemen.
Wanneer de permanente belasting
wordt bekeken, volgt de situatie in figuur 6.
De bedding blijft, op een klein stukje na
(paarse gebied), overal onder druk. Uit deze
berekening mag worden geconcludeerd dat
de bedding ten gevolge van de permanente
belastingen vrijwel overal op druk blijft en
dat aan het criterium opdrijven wordt vol-
daan.
Brak water? In het overgrote deel van Neder-
land geldt dat er sprake is van zoet grondwater.
Voor deze onderdoorgang is rekening ge-
houden met zout/brak water. Via de website
van de provincie Zeeland is meer informatie
ingewonnen over de verdeling van het zoete
en zoute grondwater in de provincie (zie o.a.
https://kaarten.zeeland.nl/map/freshem#). Brak water geeft een grotere volumieke
massa en dus een grotere opwaartse grond-
Om faalkosten
en de enginee-
ringsuren te
beperken is een
automatiserings-
slag ingebracht
7
7 Fragment script 24? CEMENT 5 20 22
waterbelasting, concreet een verzwaring van
circa 2,5 %; bij de uitwerking is hier rekening
mee gehouden.Volgens de Eurocode NEN-EN 1992-1-1
moet de scheurwijdte worden gereduceerd
wanneer beton in aanraking komt met
zout/brak water. Daarbij moet een hoogste
grondwaterstand worden aangehouden,
waardoor er een zwaardere scheurwijdte
moet worden aangehouden voor de gehele
buitenzijde van de onderdoorgang, te weten:
w
k,max = 0,1 mm (palen) en w k,max = 0,2 mm
(vloer, wanden en onderzijde dek). Dat resul -
teerde in een zwaardere paalkopwapening.
Aanpak / digitalisering ontwerp
Om de onderdoorgang in het drukke stati-
onsgebied van Goes in te passen, volgt hier-
uit een gebogen onderdoorgang met een
bocht van circa 90 graden. In combinatie
met het verticale alignement levert dit zoge-
naamde 'dubbelgekromde' geometrie op. De
vele variabelen maken het modelleren van
dergelijke geometrie in Revit tijdrovend en
foutgevoelig. Om te anticiperen op wijzigin- gen en faalkosten en de engineeringsuren te
beperken is een automatiseringsslag inge-
bracht. In Revit is door middel van Dynamo
(visual programming plugin) een aantal
scripts geautomatiseerd (fig. 7). De geome-
trie van de onderdoorgang is in een para-
metrisch doorsnedeprofiel vastgelegd, dat
door de parameters aan te passen kan ver-
anderen in de verschillende benodigde ver-
schijningsvormen. Door dit profiel te koppe-
len aan de rekenkracht van de computer is
het op iedere willekeurige positie van de
wegas mogelijk een correct dwarsprofiel te
generen. Dit houdt dan rekening met alle
verschillende randvoorwaarden (onder an-
dere ashoogte, bochtverbreding, verkanting,
maaiveldligging, bochtverbreding, ashoogte
fietspad, etc.). Met deze profielen zijn de ob-
jecten, zoals vloeren en wanden, gegenereerd.
Scripts gebruiken voor het modelleren
van de constructie heeft ook een aantal be-
perkingen. Het opstellen en beheren van de
scripts kost tijd en vaardigheden. Bovendien
was er gedurende de initiële ontwikkeltijd
van de scripts nog geen model beschik-
8 Revit-model na uitvoeren script
8
CEMENT 5 2022 ?25
baar voor de constructeurs dat inzicht in de
constructie gaf. Desondanks kon door de
scripts in het project sneller de invloed van
wijzigende ontwerpinput beoordeeld en ver-
werkt worden in het model.
Uitvoering
Er was precies één jaar beschikbaar voor de
engineering, het doorlopen van het VO, DO
en UO, inclusief de uitvoering en het inrijden
van de spoordekken. De spoordekken en de
paalfundering van de toeritten hadden van-
wege de planning de hoogste prioriteit. Voor
de prefab-betonnen palen waren reeds mal-
len gereserveerd in de fabriek. De betonnen dekconstructies zijn aan
de zuidzijde op een voorbouwlocatie ge-
bouwd. Dit is op traditionele wijze gedaan.
De bekisting en vlechtwerkzaamheden zijn
op een ondersteuningsconstructie op hoogte
gemaakt. De dekken zijn niet voorgespan-
nen, maar enkel gewapend met traditionele
wapening. Hierdoor kon beter worden gean-
ticipeerd op de krachtwerking in de ver-
schillende fasen (inrijden versus eindfase).
De opleggingen tijdens inrijden, bouwfase
en definitieve situatie liggen immers op an-
dere plaatsen. Een voorgespannen dek zou
door de krommingsdrukken beperkingen
ten aanzien van de locaties van de steun-
punten in de verschillende fasen opleveren.
Na het uitharden van het beton zijn de
dekconstructies ingereden (foto 9, 10 en 11).
De voorbereidende werkzaamheden
zijn in een gezamenlijke sessie achter de com -
puter verricht. De rekenmodellen voor zowel
9 11
10
9, 10, 11 Na het uitharden van het beton zijn de dekconstructies ingereden, foto 9 en 11: Gemeente Goes; foto 10: Gebr. De Koning 26? CEMENT 5 20 22
de wapeningsberekeningen als de SPMT's
moesten qua aangehouden steunpunten,
stijfheden en veerconstanten met elkaar
overeenkomen. Een en ander is zorgvuldig
afgestemd. De benodigde wapening voor het
inrijden is vervolgens op tekening verwerkt.
In TVP-03 zijn achtereenvolgens de
trogbrug en het dubbelspoorsdek ingereden.
Deze TVP bestond uit het opbreken van het
spoor, het verwijderen van de grond, het
aanbrengen van grondverbetering, het
plaatsen van rijplaten, het inrijden van de
dekken (tijdelijk opgelegd op stalen buispa-
len), aanstortingen ter plaatse van de palen
en het terugbouwen van het spoor. Ook de kunstwerken in de wanden
zijn op traditionele wijze uitgevoerd. De
kunstwerken zijn in de bekisting opgenomen
(foto 12).
Gedetailleerde planning en
voorbereiding
De uitwerking van het constructief ontwerp
en de weg naar een realiseerbare oplossing
was in dit project behoorlijk ingewikkeld en
de vooraf vastgestelde TVP's waren zeer uit-
dagend. Omdat tijd een beperkende factor
was, was een gedetailleerde planning en
voorbereiding nodig van alle betrokken disci -
plines, van ontwerp tot uitvoering. Daarbij
gold: wat vooraf was bedacht, moest buiten in
de TVP worden gemaakt. De treinen moesten
immers weer op tijd rijden. In Goes heeft
deze aanpak zijn vruchten afgeworpen. De
werkzaamheden zijn binnen de TVP's gerea -
liseerd en het spoor is conform planning
weer in dienst gegeven. Het heeft geleid tot
een prachtig eindresultaat met een hoog
bouwkundig afwerkniveau.
VIDEO
Op www. cementonline.nl staat
een timelapse van de TVP
(treinvrije periode).
12?Kunstwerken in de wanden opgenomen in de bekisting, foto: Gebr. De Koning
12
CEMENT 5 2022 ?27
Innovatie is het toverwoord
Innovatiepartnerschap Kademuren (1):
Vernieuwingsopgave van Amsterdamse kademuren
1 Amsterdamse gracht, foto: Bargoti Photography
In Amsterdam zijn kilometers kademuur in slechte staat. Een enorme opgave in
een complexe, historische binnenstad. De gemeente zet de innovatieve denkkracht
van de markt in voor deze enorme opgave. In 2020 zijn drie marktcombinaties
geselecteerd op basis van hun innovatieve ideeën. Deze zijn de laatste ontwikkelfase ingegaan om hun concepten in praktijk te brengen.
1
28? CEMENT 5 20 22
Amsterdam is onlosmakelijk ver-
bonden met water.
De historische
grachtengordel geniet wereldwijde bekend-
heid en is hét symbool van Amsterdam. De
600 km aan kademuren verbinden de wij-
ken en buurten met elkaar en geven de stad
karakter. Bij de aanwijzing tot werelderf-
goed in 2010 werd de grachtengordel door
Unesco bestempeld als 'masterpiece of hy-
draulic engineering, town planning, and a
rational programme of construction and
bourgeois architecture'.
De kades in de Amsterdamse binnen -
stad zijn vaak meer dan honderd jaar oud.
Om het
verouderde areaal programmatisch
op te pakken is het programma Bruggen en
Kademuren opgericht. Van de 600 km kade -
muur verkeert een groot deel in slechte staat.
D
aarnaast behoren 850 bruggen tot de scope
van het programma. Een flink deel van deze
objecten ligt in de historische binnenstad,
wat een extra dimensie geeft aan de opgave.
Zo worden strenge eisen gesteld om het his -
torisch aangezicht van de stad te bescher-
men. Ook moeten er logistieke oplossingen
w
orden bedacht voor het tijdelijk verplaatsen
van de vele woonboten langs de kades. Ver -
der staan beschermwaardige bomen op de
k
ades, die de gemeente wil behouden zonder
de kadelijn richting het water te verschuiven.
Ten slotte zijn er nog de oude, monumentale grachtenpanden op korte afstand tot de ka
-
demuren, wat zeer strenge eisen geeft aan de
omg
evingsbeïnvloeding tijdens de uitvoering.
Met name de funderingswerkzaamheden en
het aanbrengen/verwijderen van bouwkui -
pen zijn risicovolle activiteiten met betrek -
king tot deze belendingen. En dat terwijl de
stad tijdens de
werkzaamheden bereikbaar
moet blijven.
Een doelstelling van het programma is
om deze opgave stukken sneller en met veel
minder overlast uit te voeren dan de aanpak
tot dusver. Om dit te bewerkstelligen is het
noodzakelijk alternatieve oplossingen en
werkwijzen in te zetten. Voor de kademuur-
vernieuwing is daarom besloten de relatief
nieuwe aanbestedingsmethode Innovatie-
partnerschap in te zetten: het Innovatie-
partnerschap Kademuren (IPK).
Innovatiepartnerschap Kademuren
De kracht van het innovatiepartnerschap zit
hem in de samenwerking met de markt.
Marktpartijen met innovatieve oplossingen
krijgen een commercieel interessant raam-
contract aangeboden na de ontwikkelfase,
waardoor ze langdurige investeringen dur-
ven doen in bijvoorbeeld materieelontwik-
keling. De samenwerking is intensief, open
en gelijkwaardig: de gemeente (opdrachtge-
ver) en marktpartijen (opdrachtnemers)
ING. PATRICK SPAAN
Technisch
Projectmanager
Ingenieursbureau
Gemeente Amsterdam auteur
2 De Prinsengracht, eind 19e eeuw
2
CEMENT 5 2022 ?29
werken als echte partners samen. Verder is
kenmerkend dat beide partijen na of tijdens
de ontwikkelfase nog de stekker eruit kun-
nen trekken. Inherent aan innoveren is dat
het kan mislukken.Tijdens de aanbesteding van het IPK
zijn de partijen uitgedaagd om slimme op-
lossingen te bedenken om de doorlooptijd
en overlast voor de omgeving te reduceren.
Hierbij was ook de opschaalbaarheid van de
oplossing een belangrijk thema: het concept
moet in zo veel mogelijk situaties in de stad
toepasbaar zijn. Tijdens de aanbesteding is
een vaste, taakstellende prijs meegegeven,
dus er was geen concurrentie op prijs.
Drie marktcombinaties
In 2020 is de aanbesteding afgerond en is
opdracht verleend aan drie marktcombina -
ties: Kade 2.020, Koningsgracht en G-Kracht
(
fig. 5, 6 en 7). In de afgelopen periode heb -
ben deze drie partijen hun concepten verder
uitg
ewerkt en getest. Dit jaar nog worden de
oplossingen toegepast in kademuurvernieu -
wingen in de binnenstad. Bij een succesvolle
afr
onding van dit pilotproject krijgen de
marktcombinaties elk een raamcontract van
vier jaar, dat vervolgens nog maximaal vier
jaar kan worden verlengd.
De innovatieve concepten
Innovatie in de techniek vormt de basis om
de doelstellingen te halen op het gebied van versnellen en reductie van overlast. De inno-
vatie moest worden gevonden in een alter-
natieve constructie voor de kademuur en/of
in de uitvoeringsmethode. In drie navolgende
artikelen in Cement zetten de drie marktcom-
binaties hun concepten uiteen. Er zijn drie
totaal verschillende concepten geselecteerd.
Toch zijn er ook een aantal overeenkomsten:
inzet op risicomijdende uitvoeringsmetho-
den (funderingstechnieken);
werken vanaf het water;
geen bouwkuipen;
speciaal voor het concept ontwikkeld bouw -
materieel;
nauwelijks werkterrein op land noodzakelijk;
de oude kademuur blijft grotendeels in de
grond zitten;
de kade wordt als 'een treintje' vernieuwd
(werkvakken zijn kort met snelle deelople-
veringen);
veel gebruik van prefab elementen;
de concepten zijn in grote mate gestan-
daardiseerd, dus met zo min mogelijk maat-
werkoplossingen;
ambitie om met de methoden bestaande
bomen op de kades te behouden (in de prak-
tijk zal van de staat van de boom afhangen
of dit mogelijk is).
Innovatie is onzekerheid
Om innovatie in de markt te bewerkstelligen,
moet voldoende aandacht zijn voor juiste
kaders en een goede mindset. Binnen het
3 Werkzaamheden aan de kademuur van de Korte Prinsengracht in 1900
4 Typische doorsnede van een oude Amsterdamse kademuur (houten palen tot de eerste zandlaag, houten kespen/vloer, metselwerk wand)
Een doelstelling
van het pro-
gramma is om
de opgave sneller
en met veel
minder overlast
uit te voeren
dan de aanpak
tot dusver
ARTIKELENSERIE IPK
Over het Innovatiepartnerschap Kade-
muren verschijnen in Cement vier artike-
len. Dit eerste artikel is een toelichting
op het Innovatiepartnerschap. Het
tweede artikel ('Kade van de toekomst',
elders in dit nummer) gaat over de com-
binatie Kade 2.020 en het derde
('Behoud historische binnenstad met
Koningsgracht', Cement 2022/6) over de
combinatie Koninggracht. Het vierde
artikel is van combinatie G-Kracht
(Cement 2022/7).
3
4
30? CEMENT 5 20 22
IPK zijn relatief weinig kaders meegegeven
in het contract. De vraagspecificatie is ui-
terst functioneel gehouden om maximale
ontwerpvrijheid mee te geven. Dit heeft goed
gewerkt, blijkt uit de uitkomst. Deze aanpak
brengt echter ook onzekerheden met zich
mee. Je w
Reacties