Aan weerszijden van de keerconstructie in de Selectieve Onttrekking bij de Zeesluis IJmuiden, waarmee het zoute en het zoete water worden gescheiden, bevinden zich de landhoofden, die bestaan uit een prefab sponningselement. Deze elementen zijn voorgebouwd op een voorbouwlocatie en vervolgens naar de definitieve locatie gevaren. Diverse constructies zorgen voor een juiste krachstafdracht.
Dit artikel is het derde in een vierluik over de Selectieve Onttrekking Zeesluis IJmuiden. Het eerste artikel geeft een algemene toelichting op het project. Het tweede artikel gaat in op de pijlers. Dit derde artikel gaat over de landhoofden en het vierde artikel over de scheidende wanden en de vispassages.
Foto 1. Kantelen prefab element landhoofd op voorbouwlocatie (foto: Van Hattum en Blankevoort / Drone Addicts)
Project: Selectieve Onttrekking
Opdrachtgever: Rijkswaterstaat
Constructeur: Van Hattum en Blankevoort (beton- en kerende constructies), SPIE (zakdeur)
Aannemer: Van Hattum en Blankevoort, Volker Staal Funderingen, Van den Herik, SPIE
Leverancier(s): Trelleborg (oplegmateriaal), Diepstraten (wapening), Dywidag (voorspanning)
Oplevering: Eind 2024
De landhoofden vormen de verticale en horizontale oplegging voor de scheidende wanden en zijn geïntegreerd in de kerende constructie, die zich aan beide zijden van het Binnenspuikanaal bevindt. De landhoofden zijn identiek en bestaan uit een prefab betonnen element (de ‘prefab sponning’) van 15 m lang met een doorsnede van 3,75 × 2,1 m2 (fig. 2). Over de hoogte van dit element is een sleuf (de daadwerkelijke sponning) opgenomen van 1,25 × 1,125 m2, waarin de betonnen scheidende wanden vallen. Onderin het prefab element bevindt zich een vloer.
De bovenkant van het landhoofd ligt op NAP +1 m, de onderzijde op NAP -14 m.
De prefab sponning is geplaatst in een permanente bouwkuip met aan de landzijde verankerde combiwanden (buispalen Ø1420 × 21) en aan de waterzijde een damwandscherm (AZ52-700) (fig. 3). Als waterdichte afsluiting aan de onderzijde is onderwaterbeton (OWB) aangebracht, verankerd met verticale GEWI-trekankers. De bouwkuip maakt deel uit van de permanente dragende constructie.
Door het toepassen van een bouwkuip met onderwaterbeton kon het element in den droge worden geplaatst. Hierdoor is veel duik- en onderwater laswerk vermeden.
Het onderwaterbeton in de bouwkuip is in de eindsituatie niet dragend. Verticale belastingen worden door de combiwanden afgedragen naar de ondergrond.
In de eindsituatie is de middelste plank van het damwandscherm van de bouwkuip afgebrand en verwijderd. Zo is er ruimte ontstaan om de betonnen scheidingswanden te plaatsen. Twee rubber omega-profielen tussen de prefab sponning en het resterende damwandscherm zorgen voor een waterdichte afsluiting, waardoor achterloopsheid niet op kan treden (fig. 3).
Reacties