De onderafsluiting van de bouwkuip is uitgevoerd met een met GEWI-palen verankerde staalvezelversterkte onderwaterbetonvloer. Veel aandacht ging uit naar het beperken van de krimp en daarmee de vervorming van de bouwkuipwanden
Dit artikel is het tweede deel in een serie van zeven. In deze serie komen achtereenvolgens aan bod:
1. Bouwkuip met verschillende technieken
2. Staalvezelversterkte onderwaterbetonvloer
3. CSM-bouwkuipwanden
4. Jetgroutwanden
5. Hardgelbouwkuip
6. Funderingsversterkende injecties
7. Opvangconstructies en vijzelwerk
Project: Ondergrondse uitbreiding Paleis Het Loo
Architect: KAAN Architecten
Integraal technisch ontwerp: Team Valstar bestaande uit Valstar-Simonis, DGMR en WSP (voorheen Lievense).
Deelproject: Bouwkuip en tijdelijke opvangconstructies (Perceel P1)
Aannemer Perceel P1: Volker Staal en Funderingen BV
Al in het referentieontwerp werd voor de onderafsluiting van de grote bouwkuip uitgegaan van een staalvezelversterkte onderwaterbetonvloer (SVOWB) in combinatie met GEWI-palen. In de tender is een softgelinjectie overwogen. Ondanks de grote passieve weerstand van de zandige lagen, leidde deze optie echter tot te veel vervorming van de bouwkuipwanden en dus de belendingen. Dit met name door het ontbreken van de stempelfunctie van het onderwaterbeton. Deze optie werd ook (te) risicovol beschouwd in verband met enerzijds de aanwezige grondwaterstroming en anderzijds de gestuwde lagen en daarmee verticale oriëntatie van de lagen. Dit laatste zou het aanbrengen van softgel bemoeilijken. Er zijn ook subvarianten beschouwd zoals ongewapend onderwaterbeton, met meer palen of een dikkere vloer. Ook die vielen snel af. Meer palen zou minder economisch zijn en ongunstig in de planning. Een dikkere vloer zou leiden tot meer ontgraving en daarmee dus weer vervorming of dikkere bouwkuipwanden.
Ter plaatse van de inpandige onderaansluitingen was in het referentieontwerp gekozen voor zwaar onderwaterbeton (4000 kg/m³) zonder trekpalen. Deze massa zou worden gehaald door toepassing van zwaar toeslagmateriaal (MagnaDense gemaakt van ijzeroxidemagnetiet). De vloer had in dit ontwerp een dikte van 800 – 2300 mm. In het uiteindelijke ontwerp is voor een variant gekozen: een staalvezelgewapende onderwaterbetonvloer in combinatie met trekpalen. Het voordeel hiervan was dat op deze wijze de inpandige bouwkuipen minder diep ontgraven hoefden te worden, hetgeen resulteerde in minder wandvervorming. Dit was vooral op deze posities van groot belang. Ook zou het niet eenvoudig zijn het zware onderwaterbeton stabiel en goed verpompbaar te houden, gezien de lastig te bereiken kleine bouwkuipen en noodzakelijke pompafstanden van meer dan 50 m.
Voor het Corps de Logis, met de strengste vervormingseisen, is ervoor gekozen een sprong in het onderwaterbeton aan te brengen, zodat dit hier de kerende hoogte en dus vervorming reduceerde (foto 2). Daarover meer in het deel over de CSMwanden.
Reacties