Na een lange en veelzijdige carrière bij Movares, en diens voorlopers NS en Holland Railconsult, nam Herman van der Horst in april 2024 afscheid van zijn werkzame leven. In zijn loopbaan haalde hij, meer dan uit de techniek, vooral veel voldoening uit persoonlijke ontwikkeling en samenwerking. Een bruggenbouwer, in letterlijke en figuurlijke zin.
58?CEMENT?4 2025interview
Na een lange en veelzijdige carrière bij
Movares, en diens voorlopers NS en
Holland Railconsult, nam Herman van
der Horst in april 2024 afscheid van zijn
werkzame leven. In zijn loopbaan haalde
hij, meer dan uit de techniek, vooral veel
voldoening uit persoonlijke ontwikkeling
en samenwerking. Een bruggenbouwer,
in letterlijke en figuurlijke zin.
CEMENT 4 2025 ?59tekst?Jacques Linssen, Redactie Cement / Aeneas Media foto's Movares
60?CEMENT?4 2025interview
Het aantal werkgevers mag
dan beperkt zijn geweest,
voor de rollen die Van der
Horst in zijn loopbaan heeft
vervuld, geldt dat allerminst.
Hij is zich voortdurend blijven ontwik-
kelen, iets waarin hij veel energie heeft gestoken. Niet
alleen voor zichzelf. Hij hecht er ook aan om anderen
zich te laten ontplooien. "Je moet je als persoon altijd
proberen te ontwikkelen en bij te blijven. Dat geldt op
meerdere vlakken, technisch, maar zeker ook persoon-
lijk. Daarbij moet je fouten onder ogen zien en ervan
proberen te leren." De redactie van Cement vroeg hem
naar zijn drijfveren, waarvan de kiem werd gelegd op
de HTS in Rotterdam.
Je noemt jezelf een staalconstructeur. Hoe ben je
dat geworden?
"Een bewuste keuze is dat niet geweest. Op de HTS
wilde ik afstuderen in betonconstructies. Maar ik was
niet de enige ? er moest worden geloot. Ik had geen
geluk, en kwam terecht bij staalconstructies. Bij mijn
werk gebeurde iets soortgelijks. Ik werkte bij een klein
ingenieursbureau in Rotterdam ? ik had dringend geld
nodig, het was medio jaren 80 een slechte tijd, en greep
daarom de eerste kans met beide handen aan. Maar ik
raakte snel uitgekeken op het eentonige tekenwerk.
Daarom solliciteerde ik bij de NS, op een vacature voor
betonconstructeur. Helaas hadden ze daar iemand
anders voor op het oog. Omdat ze mij kennelijk toch wel
zagen zitten, vroegen ze me of ik geen interesse had in
de afdeling staalconstructies. Vanaf dat moment was ik
actief als staalconstructeur. Het was dan misschien geen
heel bewuste keuze, maar wel een die goed uitpakte."
Wat nam je mee uit die eerste jaren?
"De overtuiging dat constructies altijd veilig moeten zijn
en dat je daar als constructeur verantwoordelijk voor
bent. Op de HTS had ik een docent die bij een fout ant-
woord, ook al was de aanpak goed, geen punten gaf. Zijn
argument: een rekenfout kan in de praktijk grote gevol-
gen hebben. Dat ben ik nooit vergeten. Altijd als ik iets
moet uitrekenen, reken ik in mijn hoofd mee om de uit-
komst te kunnen verifiëren. En als de uitkomst afwijkt
van wat ik zelf heb berekend, ga ik het extra controleren.
Mijn praktijk begon met het rekenen aan beweegbare
bruggen. Een van de bijzonderste projecten uit mijn
begintijd was de Spoorhefbrug Dordrecht. Ik was
betrokken bij het volledige traject, van begin tot eind:
ontwerpen, tekenen, bestek schrijven, begroting opstel-
len, uitvoeringsbegeleiding. Uiteraard wel met de nodige
interne begeleiding en controle. Juist daardoor leerde
ik snel. Ik heb bij Movares heel veel ruimte gekregen
om me te ontwikkelen. Dat is een belangrijke reden dat
ik er ben blijven werken.
De tijden zijn inmiddels veranderd. Door de andere
contractvormen zoals design&construct, maar ook
door het opknippen van contracten is het bij ingenieurs-
bureaus steeds lastiger geworden om iemand het hele
traject van een project te laten doorlopen. Specialisaties
domineren. Hierdoor mis je de ontwikkeling van kennis."
Na een jaar of 10 gaat Van der Horst binnen het toenma-
lige Holland Railconsult de groep bruggen leiden. In de
tijd van de HSL en de Betuweroute groeide zijn groep
van twintig naar vijftig man, met uiteenlopende taakge-
bieden: beton, staal, werktuigbouw, elektrotechniek.
Hoe gaf je leiding aan zo'n divers team?
"Ik heb veel geleerd van de manier waarop ik ben opge-
leid. Die probeerde ik ook zelf toe te passen: jonge werk-
nemers mee laten lopen en zelfstandig klussen laten
uitvoeren. Een goed vangnet is daarbij belangrijk. Oplei-
ding en kennisontwikkeling vond ik cruciaal, of het nou
gaat om constructies, materialen, uitvoering, contract-
vorming.
Ik ben geen voorstander van jobhoppen, om de twee
jaar wisselen van functie. Dat is te kort om echte diep-
gang te krijgen en voldoende kennis en ervaring op te
doen. Ik vind vier tot zes jaar het minimum. Dit was
overigens geen algemeen beleid binnen Movares hoor.
En uitzonderingen zijn prima. Bijvoorbeeld als je het
echt niet naar je zin hebt."
Welk verschil zie je daarin met de jongere huidige
generatie?
"Jonge mensen wisselen sneller. Door de arbeids-
schaarste lijkt het aantrekkelijk om vaak te switchen, al
was het alleen maar voor een hoger salaris. Maar het
gaat niet alleen over geld en status. Het gaat veel meer
om de ontwikkeling die je wilt doormaken en wat bij je
past. Je moet geen acteur worden in je eigen film. Mijn
advies is om goed na te denken over hoe een stap bij-
draagt aan je carrière op langere termijn. Kijk naar
H
ING. HERMAN VAN
DER HORST
Leeftijd
63 jaar
WERK
1985 ? 198
Ingenieursbureau
Hoorn Rotterdam
1985 ? 2024
Movares (en
voorgangers),
diverse rollen en
functies
NEVENFUNCTIES
2017 ? 2024
Examinator
Hogeschool Rotterdam,
Civiele Techniek
2018 ? 2024
Platform Bruggen
2019 ? heden
Bestuurslid
Bouwen met Staal
2019 ? heden
Bestuurslid en
Penningmeester
Betonvereniging
OPLEIDING
1981 ? 1985
Weg- en
Waterbouwkunde,
Hogeschool Rotterdam
1987 ? 1989
PBNA
Werktuigbouwkunde
(deeltijd)
1995 ? 2000
Diverse business-
en management
opleidingen (post-
HBO Bedrijfskunde),
onder andere bij
Hogeschool Den
Haag en Nyenrode
CEMENT 4 2025 ?61
"Ik ben geen
voorstander
van jobhoppen,
om de twee jaar
wisselen van
functie"
1
3
2
4
62?CEMENT?4 2025interview 1 Hefbrug Dordrecht?2 Randweg Eindhoven
3 RWS Kargo-bruggen?4 Amaliabrug in Gouda
Foto's: Movares
CEMENT 4 2025 ?63
de wereld om je heen en stippel je reis uit. Niet exact,
maar wel doordacht. Ook ikzelf heb niet heel bewust aan
een carrièreplanning gedaan. Maar ik heb wel voortdu-
rend gekeken waar ik stond en wat ik wilde.
Zelf heb ik ook aanbiedingen gehad van aannemers, die
financieel aantrekkelijk waren. En ik ben gevraagd divi-
siedirecteur te worden bij Movares. Niet één keer, maar
twee keer ? nadat ik een eerste keer had bedankt, ston-
den ze na twee jaar weer op de stoep. Vanuit bedrijfs-
commitment heb ik toen ja gezegd."
Ben je meer techneut of manager?
"Ik heb diverse managementrollen vervuld, maar ben
daarin altijd bezig geweest met in inhoud. Na 10 jaar in
het management, ben ik teruggegaan de projectorgani-
satie in, als projectmanager. Toch ben ik geen 100% tech-
neut. Ik heb gaandeweg ontdekt dat een andere rol mij
beter past. Mijn talent ligt vooral in het verbinden van
mensen binnen teams en het contact onderhouden met
de opdrachtgever."
In hoeverre was dat bepalend voor je latere werk?
"Toen ik hoofd was van de afdeling Civiele Techniek ben
ik relaties gaan opbouwen met aannemers. Dat kostte
echter zoveel tijd, dat ik het niet meer kon combineren
met mijn managementfunctie. Ik ben me toen daarom
volledig gaan toeleggen op het beheer van grote accounts,
specifiek ProRail en grote aannemers. Ik beleefde daar
veel meer plezier aan. Op pad gaan, contacten leggen,
schakelen binnen het netwerk. Mijn rol hield overigens
niet op als een project eenmaal ging lopen. Ik bleef me
inzetten voor een goede relatie met de klant, zorgde als
het ware voor de smeerolie binnen een project. Die ont-
wikkeling werd extra getriggerd door een post-HBO-
opleiding Bedrijfskunde. Daar leerde ik dingen waarmee
ik op de HTS nooit in aanraking was gekomen."
Op welke projecten kijk je met trots terug?
"Niet één specifiek project springt eruit. Ik haalde vooral
veel voldoening uit de samenwerking binnen de project-
teams. Dat geldt voor de Spoorhefbrug Dordrecht, die
ik eerder noemde, maar ook om andere bijzondere pro-
jecten als de Brug Terheijden, de RWS Kargo-bruggen,
Randweg Eindhoven, de Amaliabrug in Gouda. Soms
loopt een project stroef. Maar met goede gesprekken en
gelijkwaardige communicatie met de opdrachtgever,
kom je vaak een heel eind. Je moet oog hebben voor wat
er mis gaat, van beide kanten. Zo kun je leren van fouten
en zorgen dat ze niet nog een keer gebeuren. Helaas
wordt daar niet altijd voldoende tijd voor gemaakt."
Wat waren je belangrijkste leermomenten?
"Ik heb technisch de meest bijzondere dingen geleerd
en gedaan, maar ik denk vooral aan mijn persoonlijke
ontwikkeling. Daar heb ik actief aandacht aan besteed.
Zo heb ik meegedaan aan Human Dynamics, een trai-
ning die gericht is op persoonlijke interactie. Dat was
zeer intensief, deelnemers werden emotioneel geraakt.
Eerder dankzij, dan ondanks dat aspect wilde ik die
uitdaging aangaan. Soms moet je jezelf uitdagen, ook
al roept het spanningen op. Dat uitgangspunt is zeer
waardevol geweest in mijn ontwikkeling."
Wat wens je de sector toe?
"Er zou wel eens wat minder aandacht uit mogen gaan
naar administratieve zaken, zoals systems engineering.
Die vergen nu te veel tijd en aandacht. Terwijl je met
papier echt niet alles onder controle houdt. Wat dat
betreft zouden we wat van België kunnen leren. Mijn
ervaring is dat ze daar veel minder aan papierwerk
doen.
Verder vind ik dat we elkaar wat minder moeten uitknij-
pen, contractueel gezien. Sturen op toegevoegde waarde
en vertrouwen, in plaats van op geld. Als wij een prijs
maken, doen we dat serieus. Ik heb me regelmatig ver-
baasd over de vraag of er niet wat van de prijs af kon.
"Administratieve zaken
vergen te veel tijd en
aandacht"
64?CEMENT?4 2025interview
opleidingstrajecten binnen de bedrijven, maar ook de
Betonvereniging en Bouwen met Staal spelen hierin een
belangrijke rol. En ik probeer daar nog steeds mijn
steentje aan bij te dragen (Van der Horst is op dit
moment nog steeds bestuurslid bij de Betonvereniging
en Bouwen met Staal, red.). Overigens moet de markt er
dan ook voor zorgen dat er mensen naar die opleidingen
gaan. Zo moeten we samen het kennisniveau op peil
houden. Gebeurt dat niet, dan is het wachten op onge-
lukken."
Moet het reguliere onderwijs zich het hiaat tussen
onderwijs en praktijk niet ook aantrekken?
"Daar valt zeker het nodige te winnen. Ik ben als exami-
nator bij de Hogeschool Rotterdam geschrokken van de
inhoud van de opleidingen. Aan bijvoorbeeld voorge-
spannen beton wordt geen aandacht meer besteed. En
ik heb meegemaakt dat een afstudeerder niet wist hoe
hij een ligger op twee steunpunten moest berekenen.
Ik pleit er dan ook voor om in het onderwijs meer aan-
dacht te besteden aan techniek. Tegenwoordig wordt er
veel gedaan aan projectonderwijs. Natuurlijk ontwikkel
je daarmee belangrijke vaardigheden als presenteren en
samenwerken. Maar dat zijn bij uitstek zaken die je ook
binnen een bedrijf kunt leren."
Deze ontwikkelingen kunnen niet los worden
gezien van de strijd om voldoende aanwas en het
tekort aan nieuwe mensen.
"Daar moeten we ons inderdaad zorgen over maken,
maar het mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van
het onderwijs. We moeten het vak aantrekkelijk houden,
maar ook het belang benadrukken. Dat geldt voor het
onderwijs maar ook voor werkgevers. Bijvoorbeeld met
aantrekkelijke introductieprogramma's, zoals veel be-
drijven die kennen. Allemaal om jongeren te binden en
Als ik dan vroeg waar precies de fouten in de aanbieding
zaten, bleef het stil.
Bij contractafspraken moet je meer samen optrekken.
Ook wat betreft de risico's. Die zijn vaak zo groot dat je
ze niet volledig bij één partij kunt neerleggen. Je ziet
gelukkig dat opdrachtgevers er meer over gaan naden-
ken en dat er meer ruimte ontstaat om te overleggen.
Tweefasecontracten zijn wat dat betreft een goede
oplossing.
Een goede ontwikkeling vind ik ook de zoektocht naar
seriematigheid in de bouwopgave, om zo raamcontrac-
ten mogelijk te maken. Daarmee ontstaat er continuï-
teit en ruimte om te investeren en innoveren. Dat geldt
voor aannemers, maar ook voor ingenieursbureaus.
Een bekend voorbeeld is de recente raamovereen-
komst 'Herberekening bruggen en viaducten' vanuit
Rijkswaterstaat (Bureau Herberekeningen, red.). Maar
ook provincie Zuid-Holland heeft een raamcontract
voor ingenieursbureaus op de markt gezet voor 30
beweegbare bruggen. Aanvankelijk was het idee dat alle
bruggen binnen dat contract nog eens apart werden
aanbesteed. Maar wij hebben een tegenvoorstel gedaan,
waarbij we zelf konden overleggen wie welke brug deed.
En we hebben gezamenlijke kennissessies georgani-
seerd om de specificaties scherper te krijgen. Uiteraard
is er een grens in het kader van mededinging. Er moet
concurrentie blijven bestaan. Maar iedereen kan zich
inschrijven en door de overeenkomsten tussen de
projecten kunnen oplossingen en prijzen goed met
elkaar worden vergeleken. Dus ik zie er niet veel nade-
len in."
Je bent behoorlijk actief geweest buiten Movares.
Wat was daarbij je drijfveer?
"Er is een groot gemeenschappelijk belang in de sector.
Daarom moet er meer worden samengewerkt. Dat geldt
onder meer voor het borgen van kennis, bijvoorbeeld in
opleidingen. Dat is essentieel. Er zit een groot hiaat tus-
sen het kennisniveau van de studenten die van MBO,
HBO of universiteit komen en waaraan behoefte is in
de praktijk. Dat gat kan worden opgevuld door interne
CEMENT 4 2025 ?65
te boeien. Daarin hebben we allemaal onze verantwoor-
delijkheid, anders nemen de tekorten alleen maar toe.
Enige redding is nog wel te verwachten van digitalisering,
computational design en AI. Daarmee kan de producti-
viteit omhoog. Deze ontwikkelingen kunnen ook de kwa-
liteit van het advieswerk ten goede komen. Je kunt in
veel minder tijd veel meer alternatieven doorrekenen,
waarmee je beter kunt optimaliseren. En je kunt er
beter complexere vormen mee uitrekenen. Dat heeft
weer een positief effect op materiaalgebruik en daarmee
duurzaamheid."
Daarmee raak je aan duurzaamheid. Hoe kijk jij
aan tegen die ontwikkeling?
"Duurzaamheid is iets wat we samen moeten oppakken,
in de hele keten. Alle stakeholders moeten mee en regel-
geving moet ruimte bieden. Ik zie nu dat het nog te veel
bij woorden blijft. We moeten het ook echt doen! Daar
is durf voor nodig. Je moet er bovendien eerder in het
proces over nadenken, zodat de juiste keuzes kunnen
worden gemaakt, ten aanzien van onder meer ontwerp
en materiaalgebruik. Daarbij moeten we rekening hou-
den met de R-ladder en opties als levensduurverlenging
worden overwogen. Niet, zoals vroeger, standaard uit-
gaan van nieuwbouw. De constructeur speelt hierbij een
belangrijke rol. Die kan materiaal onafhankelijk denken
en het ontwerp zodanig vormgeven dat materiaal wordt
bespaard.
Ik zie op dit terrein positieve ontwikkelingen. Jonge
mensen vinden het enorm belangrijk en willen ermee
aan de slag. En bij Movares staat duurzaamheid hoog in
het vaandel. We stonden bovenaan in de MT500-ranglijst
voor duurzaam ondernemen. Maar die is gebaseerd op
eigen bedrijfsprocessen. Ook binnen de projecten moet
het meer op de kaart komen, in de hele sector. Hier kan
de eerder genoemde seriematigheid aan bijdragen. Dat
biedt ruimte om te innoveren in nieuwe materialen en
duurzamere betonmensgels. Bedrijven zijn best bereid
daar energie in te steken, maar er moet wel een kans
zijn die investeringen terug te verdienen. Dat maakt
raamcontracten zo interessant."
Welke andere aandachtspunten zie jij nog meer
voor de bouw?
"Ik wil veiligheid niet ongenoemd laten. Dat is, soms let-
terlijk, van levensbelang voor elk bedrijf. Veiligheid
begint in het ontwerp. Al in de ontwerpfase moet je
nadenken over hoe een constructie goed en veilig kan
worden gebouwd, gebruikt en onderhouden. Je moet
dus preventief te werk gaan. Alle risico's aan de voor-
kant minimaliseren. En er moet een cultuur zijn van
elkaar aan durven spreken. Het heeft dus ook met hou-
ding en gedrag te maken en die verander je niet 1-2-3.
Ik heb het helaas vaak fout zien gaan. Ik kan me een vei-
ligheidstraining herinneren, waarbij we op een A4'tje
veiligheidsissues moesten noteren waarbij we zelf
betrokken waren. Uiteindelijk had ik aan twee kantjes
niet genoeg. Nu heb ik wel het idee dat het nu beter gaat.
Het aantal gevallen is in mijn optiek afgenomen en het
veiligheidsbesef is verbeterd, maar aandacht blijft nood-
zakelijk."
"Het gaat niet alleen
over geld en status"
Curriculum Vitae ing. Herman van der Horst
Leeftijd
63 jaar
Werk
1985 – 1985 Ingenieursbureau Hoorn Rotterdam
1985 – 2024 Movares (en voorgangers), diverse rollen en functies
Nevenfuncties
2017 – 2024 Examinator Hogeschool Rotterdam, Civiele Techniek
2018 – 2024 Platform Bruggen
2019 – heden Bestuurslid Bouwen met Staal
2019 – heden Bestuurslid en penningmeester Betonvereniging
Opleiding
1981 – 1985 Hogeschool Rotterdam, Weg- en waterbouwkunde
1987 – 1989 PBNA Werktuigbouwkunde (deeltijd)
1995 – 2000 Diverse business- en managementopleidingen (post-HBO Bedrijfskunde), onder andere bij Hogeschool Den Haag en Nyenrode
Het aantal werkgevers mag dan beperkt zijn geweest, voor de rollen die Van der Horst in zijn loopbaan heeft vervuld, geldt dat allerminst. Hij is zich voortdurend blijven ontwikkelen, iets waarin hij veel energie heeft gestoken. Niet alleen voor zichzelf. Hij hecht er ook aan om anderen zich te laten ontplooien. “Je moet je als persoon altijd proberen te ontwikkelen en bij te blijven. Dat geldt op meerdere vlakken, technisch, maar zeker ook persoonlijk. Daarbij moet je fouten onder ogen zien en ervan proberen te leren.” De redactie van Cement vroeg hem naar zijn drijfveren, waarvan de kiem werd gelegd op de HTS in Rotterdam.
Reacties