Ik ben het met je eens, Rico, en waardeer je positieve reactie. Constructieve veiligheid draait niet alleen om de constructeur. De opdrachtgever speelt ook een cruciale rol en dat zien we in de praktijk telkens terug. De keuzes over samenwerking die vroeg in het project worden gemaakt, bepalen of een gebouw uitblinkt of juist wankelt.
Het belang van samenwerking is evident: samenwerking als een gedeelde verantwoordelijkheid tussen opdrachtgevers, ontwerpers, constructeurs en bouwers. Maar voor constructieve veiligheid moet altijd één gekwalificeerde partij eindverantwoordelijk zijn. De Onderzoeksraad voor Veiligheid wees daar onlangs opnieuw op in het rapport over de instorting van de hellingbaan in Nieuwegein.
Maar Rico, jij raakt terecht aan het bredere perspectief: een goed gebouw is natuurlijk veel meer dan een veilig gebouw. Veiligheid is de basis. Duurzaamheid, functionaliteit en schoonheid, het zijn allemaal essentiële kwaliteiten die bepalen of een gebouw toekomstbestendig is. We moeten ons inderdaad gezamenlijk steeds die vragen stellen: “Kan het beter? Kan het slimmer?”. Analyseer tot je een ons weegt en je verdient ieder uur denkwerk in veelvoud terug. In hogere kwaliteit en opbrengsten, of in lagere kosten. Of allebei.
Flexibelere contractvormen passen daar goed bij. Bijvoorbeeld honoraria gekoppeld aan voortschrijdend inzicht of open begrotingen, in plaats van alles vooraf dichttimmeren. Een star contract leidt namelijk tot een stugge samenwerking. Rico, zouden wij daar niet samen voorstellen voor kunnen doen die beter passen bij dit tijdperk?
Dat analyseren wordt steeds beter mogelijk dankzij technieken als gescripte modellen, parametrisch ontwerpen, machine learning en AI. Dat is niet langer toekomstmuziek; het is onze nieuwe werkelijkheid. En juist daar ligt volgens mij een enorme uitdaging én kans voor ons vak. Bij elke technologische sprong hoor je: “Dat gaat mis. De constructeur raakt de grip kwijt.” Zeker als modellen als een black box worden ervaren, roept dat begrijpelijkerwijs onzekerheid op.
Maar de reflex om ontwikkelingen daarom tegen te houden, is niet de juiste en leidt ons af van wat er wél moet gebeuren. Deze ontwikkelingen gaan namelijk door. Ik ben daar niet bang voor. Ik vind ze juist razend interessant. Ik geloof niet dat ze het werk van de constructeur direct overbodig maken, maar dat ze juist dat werk verdiepen en veranderen. Wat we wél moeten doen: nieuwe vaardigheden ontwikkelen, zodat we onze verantwoordelijkheid kunnen blijven nemen. Niet alleen in hoe we modellen maken of aansturen, maar ook – of vooral – in hoe we ze controleren. Want de kernvraag blijft: “Hoe ben je voldoende zeker dat de uitkomsten voldoen aan de eisen voor constructieve veiligheid?”
Ik sprak ooit met de constructeur van het Mercedes-Benz Museum in Stuttgart. Een schitterend gebouw, volledig in 3D gemodelleerd. Toen ik vroeg hoe ze konden controleren of het model wel de juiste resultaten gaf, kreeg ik het antwoord: “Niet. Dat kan eigenlijk niet met dit soort modellen.” Maar dat moet wel, want de constructeur blijft eindverantwoordelijk. En het kan ook gewoon.
Je zou daarvoor een analogie kunnen maken met de wetenschappelijke aanpak van onderzoeksprojecten. Je start met een hypothese, vervolgens doe je een analyse of experiment, en je vergelijkt de uitkomst met je verwachting. Komt er iets onverwachts uit, dan ga je na: ligt het aan het model, aan je aannames, of is de werkelijkheid complexer dan gedacht? Vaak is het een beetje van alles.
Dat geldt ook voor ons werk. Daar zijn twee mogelijke benaderingen voor, die beide nodig zijn: white-box-verificatie en black-box-validatie. In het eerste geval controleer je de interne opbouw van je model, inclusief de daaraan ten grondslag liggende aannames en uitgangspunten. Dat werkt pas echt als je het door een tweede paar ogen laat doen.
Bij black-box-validatie controleer je of de output van het model overeenkomt met je verwachtingen – de hypothesetest dus. Daarvoor heb je wel een verwachting nodig van wat je model oplevert. Vroeger zei men: “Dat leer je door ervaring.” Maar dat is niet de enige mogelijkheid. Je kunt ook gebruikmaken van de kennis en ervaring van collega’s, of van concullega’s, voorbeeldprojecten bestuderen, voorbeelden uit andere domeinen gebruiken. En je kunt de werking van je model testen met deelmodellen, met variantanalyses en afwijkende modelleringswijzen, waarbij je controleert of de wijziging in de output passend is bij de doorgevoerde modelwijziging.
Deze nieuwe manier van werken – met meer analyse, nieuwe tools en complexere modellen – vraagt, net als destijds bij de invoering van BIM, om nieuwe vormen van samenwerking. Niet alleen in technische zin, maar ook in proces, in cultuur, in verantwoordelijkheden. Je moet elkaar durven bevragen, inzicht geven in je aanpak en aannames, en gezamenlijk zoeken naar verbetering. En misschien is dat wel precies wat ons helpt: want het enige zinnige moment om met een dergelijke aanpak te beginnen, is helemaal aan het begin.
Dus: die kraan moet inderdaad dicht. Hoe? Met duidelijk vastgelegde verantwoordelijkheden, nieuwe technieken, slimme contracten. En betere samenwerking als gevolg daarvan. Met als resultaat: veilige en bovendien betere gebouwen. Ik heb er nu al zin in!
Sinds Cement 2025/2 nemen Rico Zweers en Maurice Hermens de column voor hun rekening . Ze zoeken daarbij nadrukkelijk de interactie op. In deze column reageert Zweers op de eerste column van Maurice, uit afgelopen Cement.
Maurice Hermens is constructeur bij Haskoning en werkt aan complexe constructieve uitdagingen in ontwerpprojecten en aan specialistische onderzoeken, gebruikmakend van geavanceerde analysemethoden en simulaties. Projecten waar Hermens bij betrokken was, zijn Tree House, de Markthal en De Karel Doorman in Rotterdam. De combinatie van onderzoek met ontwerp zorgt ervoor dat nieuwe ontwikkelingen, technieken en innovaties in projecten in te passen zijn, met betere gebouwen tot gevolg.
Rico Zweers is (concept)ontwikkelaar bij De Mannen van Schuim / Miss Clark en werkt aan binnenstedelijke ontwikkelingen in Nederland, waaronder de Haagse Binckhorst, de Merwe4Haven in Rotterdam en Sluisbuurt Amsterdam. Zweers heeft een brede blik op de (vastgoed)wereld en kijkt over disciplines en werkvelden heen. Hij legt verbanden die anderen niet zien en geeft een verfrissende kijk op ons vakgebied.
De columns van Hermens en Zweers worden op persoonlijke titel geschreven. Hermens neemt het voortouw vanuit zijn perspectief als constructeur en Zweers reageert vanuit zijn rol als conceptontwikkelaar. Thema’s die langskomen gaan over de meerwaarde van de constructeur, scherper opereren en meer samenwerken. Zweers zal hierop zijn perspectief schetsen, relaties met andere vakgebieden zoeken en zijn voorliefde voor gebouwen met zichtbare constructies delen.
Reacties