De huidige economische malaise biedt de bouwsector kans schoon schip te maken met de prijsvechterscultuur en stappen te zetten naar betere samenwerking. Constructeur en aannemer zouden hierbij het goede voorbeeld moeten geven: in de nieuwe contractvormen zijn zij met elk hun specifieke technische kennis en vaardigheden meer dan ooit op elkaar aangewezen. Maar er moet nog wel een en ander gebeuren, is de conclusie na een tweegesprek met constructeur en aannemer. Auteur:Henk Wapperom (Betonvereniging)
Samen in de schoolbanken2201470Samen in deschoolbankenDe huidige economische malaise biedt de bouwsector kansschoon schip te maken met de prijsvechterscultuur en stappente zetten naar betere samenwerking. Constructeur en aanne-mer zouden hierbij het goede voorbeeld moeten geven: in denieuwe contractvormen zijn zij met elk hun specifieke techni-sche kennis en vaardigheden meer dan ooit op elkaar aange-wezen. Maar er moet nog wel een en ander gebeuren, is deconclusie na een tweegesprek met constructeur en aannemer.1Aannemer en constructeur zijn eenzijdig opgeleidSamen in de schoolbanken 22014 71Een kwart eeuw geleden studeerden ze nog samen af bijdezelfde vakgroep aan de TU Delft. Daarna sloegen ze iedereen eigen weg in: Remko Wiltjer (IMd raadgevende ingenieurs)ging werken voor een ingenieursbureau; Ren? Sterken (BAMAdvies & Engineering) koos voor een bouwbedrijf.Wiltjer: "Ik vond het ontwerpende deel van bouwen heel ergleuk. Het sparren met de architect en samen iets leuks verzin-nen. Het gevaar is dat je dan minder naar de uitvoering kijkt enalleen maar dicteert wat er moet worden gebouwd."Sterken: "Ik koos juist bewust voor een aannemer en wel voorde combinatie van techniek en uitvoering. De toenmalige HBMhad een ontwerpafdeling die heel dicht bij de uitvoering stond.Wij maakten niet alleen het ontwerp, maar zorgden er tevensvoor dat het kon worden gebouwd. Wat een constructeur opeen ingenieursbureau doet, trekt me minder. Dat is enigszinsabstract ontwerpen en op het moment dat het `leuk' wordt,overgaan naar een volgend project. Ik voel me ook half ingeni-eur en half aannemer."Wiltjer: "In die fase vlak voor de uitvoering staat het ontwerpechter grotendeels vast. Ik zie dat ook bij ingenieursbureausmet een deelopdracht. Het geeft me te weinig mogelijkhedenom nog iets fundamenteels aan een ontwerp te veranderen. Watoverblijft is rekenen en tekenen, terwijl ik er ook nog enigeslimheid aan wil toevoegen."Sterken: "Steeds vaker moeten we een ontwerp, dat architect enconstructeur samen hebben gemaakt, ingrijpend wijzigen. Nietalleen omdat we anders niet goed uit de voeten kunnen metonze bouwmethodiek, maar ook omdat het ontwerp nog kanworden geoptimaliseerd. Een constructeur maakt niet per defi-nitie slechte afwegingen, hij maakt andere afwegingen. Endaarbij staat economisch bouwen niet altijd voorop."Wiltjer: "Een aannemer ontbeert daarentegen wel eens de crea-tieve denkwijze dat het ook anders kan. Een ontwerp heeft vaakeen bepaalde historie; een kolom staat om een bepaalde redenop die plaats. Natuurlijk kun je over de keuze redetwisten, maarals je de gedachte erachter kent, snap je het."Sterken: "Een constructeur kent vaak maar twee of drie bouw-systemen in detail en denkt vervolgens daarin. Maar hij zouook kennis moeten hebben van kosten, integratie van installa-ties, bouwsystemen enzovoort. Te veel constructeurs houdenzich uitsluitend bezig met de constructie. Vervolgens kiezen zeeen bouwmethode die ze vaker hebben toegepast, maar verge-ten af te wegen of dat ook de beste methode is.Integraal denkenIs de constructeur dan niet de bouwkostendeskundige waar-voor hij zichzelf houdt?1, 2 Bij de hoogbouw van Erasmus MC te Rotterdam is gebruikgemaakt van eenhijsloods; constructie en bouwmethodiek waren in dit project volledig metelkaar vervlochtenSamen in de schoolbanken22014723 Bij project Nieuwbouw Lely te Maassluis is een goedeafstemming met een duidelijke taakverdeling geweesttussen hoofdconstructeur en deelconstructeurs vanprefab beton, staal en houtleveranciers, met het oog opde vervormingen, de uitvoerbaarheid, de bouwkundigedetails en de doorbuigingfoto: Stieber FotografieOverigens bezoeken we ook symposia en congressen en lezenwe in vakliteratuur over andere projecten. Daarnaast vind ikhet een foute ontwikkeling dat sommige constructeurs uitslui-tend in het voortraject willen meedoen. Goed ontwerpen kunje alleen als je ook de uitwerking doet. Dan houd je kennis vanuitvoering en detailberekening."Sterken: "Dat ben ik met je eens. Je moet een ontwerp tot heteinde uitwerken om later te kunnen voelen of iets wel of niet isgoed gegaan. Heel vaak kom je bij de uitwerking zaken tegendie je bij nader inzien anders had moeten oplossen. Dat vraagtregelmatig om reflectie en daar kunnen zowel ontwerpers alsaannemers bij een volgend project hun voordeel mee doen."Wiltjer: "Dat zeg je goed: bij een volgend project. Ik merk heelregelmatig dat aannemers te laat toch nog wijzigingen door-voeren op principi?le keuzen, waarmee iedereen in een eerderstadium al akkoord was. Zelfs in bouwteams waar een aanne-mer aan tafel zit, merken we dat iemand in een latere faseeerder genomen beslissingen weer ter discussie stelt. Dat heeftgrote gevolgen voor het proces."Sterken: "Correct, maar aan de andere kant moet de construc-teur wel van alle onderdelen kennis hebben en de juiste inte-grale afweging maken. Te vaak maak ik mee dat de construc-teur keuzen maakt op basis van ??n enkel argument, bijvoor-beeld bouwsnelheid bij prefab constructies. Terwijl hij ook zouSterken: "Nee! De markt is continu in beweging, prijzen hangenvan zo veel verschillende factoren af. Als bijvoorbeeld de prefabmarkt rustig is, kunnen bepaalde prijzen zomaar 30% lagerzijn. Als ik iets van actuele prijzen wil weten, loop ik internnaar een bouwkostendeskundige. Hij weet alles van de prijzenin de markt van dit moment. Een constructeur maakt wel afwe-gingen en vaak ook nog de juiste. Maar hij weet slechts globaalwat een breedplaat of een kanaalplaat zou moeten kosten. Endat wordt met de integrale aanpak alleen maar lastiger, wanteen constructeur moet straks integraal kunnen denken. Andersmist hij de slag."Wiltjer: "Een constructeur is inderdaad geen bouwkostendes-kundige, maar hij heeft wel voldoende kennis van bouwkostenom een bewuste keuze te kunnen maken. Als hij maar twee ofdrie systemen kent, is dat niet goed. Hij moet openstaan vooralle bouwmethoden."Hoe is het gesteld met de constructieve kennis van de aanne-mer?Sterken: "Een uitvoerder van een regiokantoor heeft meestalwel de nodige basiskennis, maar daarmee houdt het ook op. Alshij in een bouwvergadering met een constructeur aan tafel zit,kan hij die constructeur maar moeilijk aanvoelen en zijn afwe-gingen begrijpen. Binnen het BAM-concern volgen alleconstructeurs, uitvoerders en werkvoorbereiders een interne,tweejarige opleiding. Van alles komt daarbij aan bod: logistiek,bouwplaatsinrichting, beton en techniek, bouwmethodieken,hulpconstructies, constructieve veiligheid, bouwproces."Wiltjer: "Voor de grote aannemers heb je misschien wel gelijk,maar bij de kleinere bouwbedrijven is het qua opleiding zekerniet het geval. De jonge ingenieur die kiest voor uitvoering alsafstudeerrichting, verliest op het hbo al vrij snel de construc-tieve vakken uit het zicht."Kennis van uitvoeringEn wat weten constructeurs over uitvoeringstechniek?Wiltjer: "Wij proberen allereerst op elk project een evenwichtigsamengesteld team te zetten, met zo veel mogelijk specialismen.Zo doen we binnen een project automatisch aan kennisover-dracht. Daarnaast hebben we enkele jaren geleden de IMdAcademy opgericht, waarin we niet alleen constructieve verdie-ping aanbieden, maar ook uitvoeringstechniek en bouwtech-niek doceren. Docenten zijn naast onze eigen medewerkers,ook mensen van buiten."Sterken: "Is het dan niet een eerste stap als wij jullie een keeriets over uitvoeringstechniek vertellen?"Wiltjer: "Daar maken we meteen een afspraak voor. En dankomen wij iets bij jullie vertellen over constructief ontwerpen."Een constructeur moet straksintegraal kunnen denken,anders mist hij de slag"Samen in de schoolbanken 22014 73met architect, opdrachtgever, geotechnicus, bouwkostenmana-ger, aannemer en bouwtoezicht. Dat is feitelijk waar het `nieuwebouwen' op neerkomt: als partners met elkaar samenwerken.Ontwerpen begint overigens met een kleine groep mensen. Dearchitect krijgt een idee, de constructeur ook en hij moetnadenken over uitvoerbaarheid, duurzaamheid en tot op zekerehoogte over bouwkosten. Daarna moet er iemand bijkomenmet nog meer uitvoeringskennis en dan pas volgt de keuze overde feitelijke uitvoering."Sterken: "Het is echter wel belangrijk dat de uitvoeringskennisop het juiste moment wordt ingebracht. De meeste uitvoerderszijn niet echt in de achtergronden van het ontwerp ge?nteres-seerd. Maar als een uitvoerder op een bouwplaats rondloopt,moet hij wel snappen waarom een balk bijvoorbeeld ??n meterhoog is. Voor hulpconstructies geldt dat helemaal. Die wordensteeds vaker uitbesteed, maar een werkvoorbereider moetvoldoende constructieve kennis hebben om het geheel tekunnen beoordelen en problemen te kunnen onderkennen."moeten kijken naar repetitie, complexiteit van knopen, markt-situatie enzovoort. In de detailleringsfase schiet de uitvoerings-technische kennis van de constructeur nogal eens tekort."Wiltjer: "Ik vind ook dat een constructeur kennis van uitvoe-ringstechniek moet hebben. Die kennis doet hij vooral op alshij ook de detailleringsfase serieus neemt. Daarom kiezen wijervoor om de detaillerings- en uitvoeringsfase wel te enginee-ren. Ik merk echter dat dit lang niet bij alle bureaus gebeurt.Die kiezen ervoor alleen te ontwerpen."Sterken: "De keuze voor een bepaalde bouwmethodiek is somsook subjectief. Zo verschillen bij BAM de regio's onderling. Ineen regio waar we veel goed cao-personeel hebben, zal een kernal gauw traditioneel worden bekist en gestort. Maar in eenandere regio, waar het bijvoorbeeld veel moeilijker is aan goedpersoneel te komen, valt de keuze sneller op prefab kernen."Wiltjer: "Ook bij ons bureau zie ik wel eens dat bewust voor eenbouwmethode is gekozen, maar dat de overwegingen daarbijniet goed zijn gecommuniceerd. Naderhand zijn die argumen-ten dan niet meer te achterhalen."Het nieuwe bouwenUit dit alles klinkt nog veel onbegrip over en weer.Sterken: "We mogen ook best iets meer begrip voor elkaarsstandpunten krijgen. Als ik weet hoe de ander denkt, eventueelde vinger op de zere plek weet te leggen, en zo een volwaardigegesprekspartner kan zijn, ben ik op de goede weg. In een goedteam trekken architect en constructeur samen op. De aannemerzit er ook tijdig bij, zodat hij naast het bewaken van planningen kosten ook uitvoeringskennis kan inbrengen. Een aannemerhoeft niet de kennis van de constructeur te hebben ofandersom, maar ze moeten samen op durven trekken."Wiltjer: "Daar hoort ook een houding bij die zegt `dat doen wesamen!'. Constructeurs zien zeker het belang van samenwerkenPraktijkopleiding Integraliteit inBetonontwerp en -uitvoering B&UDe boodschap van het onderhavige verhaal staat inmiddelshoog op de agenda bij de diverse belanghebbenden. Enkelebetrokkenen hebben zelf initiatief genomen en een praktijkop-leiding ontwikkeld op hbo+-niveau, waarin alle facetten vanontwerp en uitvoering aan de orde komen. Docenten van deopleiding`Integraliteit in Betonontwerp en -uitvoering B&U'zijnde constructeurs en aannemers zelf. Zij vertellen uitvoerig overhun specialismen en sturen de cursisten uit beide bloedgroepenop pad om in gezamenlijkheid een heus project uit te werken.Naast Ren? Sterken en Remko Wiltjer, wordt het docententeamgevormd door Bianca Baetens (SGS), Pieter van Boom (Bartels),Jaap Cederhout (BAM Utiliteitsbouw), Willem van Dijk (BallastNedam) en Rob Huijben (Hurks Delphi Engineering). Het wordteen intensieve opleiding (dertien lesdagen van zes uur), die vandeelnemers de nodige toewijding en doorzetting verlangt. Destart is voorzien per 30 oktober 2014. Meer informatie:henk@betonvereniging.nl.Samen in de schoolbanken22014744 Op de bouwplaats wordt de constructeur met de neus op de feiten gedruktschoord. De definitieve keuze kan anders zijn, maar hij moet erwel over nadenken."Sterken: "Als je dat niet kunt of doet, toon je geen goedvakmanschap. Dat geldt zeker voor de nieuwe contractvormen:als je in een PPS met elkaar werkt, moet je als constructeur deaannemer ondersteunen. Als er begrip is voor elkaars afwegin-gen kom je verder en krijg je een beter resultaat. Net als in desport moeten we in een team samen voor de winst gaan. Enalleen de winnaar telt."En hoe komt jullie team als winnaar uit de bus?Wiltjer: "Ik denk dat we meer bij elkaar in de leer moeten gaan.Dat kan door uitwisseling van kennis, maar zoals wij dat nuhebben afgesproken is nog te fragmentarisch en incidenteel.Waar we naartoe zouden moeten, is de inrichting van eengoede, structurele opleiding waarin we al onze vakbroeders ?constructeurs ?n aannemers ? meekrijgen. Dit moeten webranchebreed regelen."Sterken: "Eens. Een opleiding waarin constructeurs en aanne-mers samen in de schoolbanken zitten en van elkaar leren.Laten wij die handschoen samen oppakken." Henk wapperomWiltjer: "Ook een constructeur kan alleen een volwaardigegesprekspartner zijn als hij de eerste vijf ? tien jaar van zijncarri?re heel veel en heel diverse werken heeft gedaan. En hijmoet regelmatig op de bouwplaats zijn geweest om te zien hoehet werkt. Ook ik moet mezelf telkens weer dwingen na tedenken: waar zet ik de kraan? Hoe ga ik die bouwplaats inrich-ten? Waar zet ik dan dat stempel?"Sterken: "De constructeur is allereerst bezig met ontwerpen enhet maken van een goede constructie. Daarnaast moet hijbedenken dat als hij voor beton kiest, er bijvoorbeeld veertienmaanden nodig zijn voor ontwerp, engineering en bouw. Endat een verdieping bouwen ook al gauw een aantal weken kost."Wiltjer: "En als hij voor prefab kiest, moet hij denken inelementen die je kunt stapelen en neerzetten, al dan niet afge-"Net als in de sport moeten wesamen voor de winst gaan.En alleen de winnaar telt"
Reacties