In het bestek van de boortunnel RandstadRail Rotterdam zijn eisen gesteld met betrekking tot de betonnen segmenten. Een van de eisen betreft het beproeven van de segmenten om de juistheid van de, door de aannemer uitgevoerde, detailengineering aan te tonen.
Doel van deze proeven is de rekenaannamen met betrekking tot de sterkte en het (bezwijk) draagvermogen van de ring- en langsvoegconstructies, die het uitgangspunt vormen van de berekeningen, te verifiëren en indien nodig aan te passen. Ook moeten de proeven inzicht verschaffen in het belastings- en vervormingsgedrag van het gekozen voegmateriaal (kaubitstroken of hardboardplaten) en de waterafdichtingsprofielen.              
                
             
                              
                                          
                        
                       
                                      
                      O n d e r z o e k   &   t e c h n o l o g i e
T u n n e l b o u w
84	cement 2007	2	
De belangrijkste uitgangspunten 
van het boortunnelontwerp zijn:
?
  tunneldiameter:     
d 	
uitw   =  6,5 m 
    d 
inw 
 =  5,8 m
?	
  dikte segment:  
0,35 m 
?	
  ringverdeling:  
7 segmenten +  1 sluitsteen ?	
 
ringkoppeling:  
2 kom-nokverbindingen per 
segment, in de kwartpunten 
aangebracht;
?	
  ringvoeg:  
2 kaubitstroken,  b = 80 mm en 
d =  5 mm, per kom-nokverbin-
ding.
De belastingen op de tunnel zijn 
groot, vooral waar de tunnel 
gedeeltelijk in de holocene kleila-
gen is gelegen, waardoor grote 
vervormingen kunnen ontstaan. 
Dit brengt risico's met zich mee 
voor de waterdichtheid. Aangezien 
dit niet wenselijk is, is tussen de 
tunnelringen de kom- nokcon-
structie toegepast, per ringvoeg 
twee per segment (foto  1). Koppel-
krachten (representatief ) in de 
orde van grootte van  160 kN per 
kom-nokverbinding zijn berekend. 
Deze waarden zijn sterk afhanke-
lijk van het stijfheidsgedrag van 
de kaubitstroken.
De proevenseries bestonden uit 
zogenoemde kleine (basis) en 
grote proeven. Bij de kleine 
proeven zijn delen van de seg-
menten gemaakt en vervolgens 
beproefd. Voor de grote proeven 
zijn volledige segmenten gemaakt 
en vervolgens tot bezwijken 
gebracht. 	
De serie kleine proeven is uitge-
voerd in het proeflaboratoriom 
van DSI-Dywidag Systems Inter-
national in Lohhof bij München, 
de serie grote proeven in het labo-
ratorium van de TU Delft.
S e r i e   k l e i n e   p r o e v e n
De kleine proeven zijn op basis 
van voorlopige berekeningen en 
de door de aannemer vastgelegde 
voegengeometrie uitgevoerd. De 
toegepaste betonsterkteklasse was 
C35/45.
Afspatproeven PA (fig. 2)
Via deze proeven is een niet-plan-
matige verschuiving bij het inbou-
wen van de segmenten onderzocht 
bij een proefkracht die minimaal 
overeenkomt met de gebruiksvij-
zelkracht (18473 kN). De gebruiks-
vijzelkracht is 60% van de maxi-
maal geïnstalleerde vijzelkracht 
(30788 kN). 
Het doel hierbij was:
? 
  het afspatgedrag van de kom-
nok als gevolg van de verschui-
ving te onderzoeken;
? 
  de maximaal toelaatbare radiale 
verschuiving tussen twee ringen 
te bepalen;
? 
  de invloed van het afdichtings -
profiel te onderzoeken.
Ringvoegproeven PR (fig. 3)
Via deze proeven is de doorgifte 
van de langskrachten (vijzelkracht 
TBM) met het gekozen voegmate-
riaal onderzocht.
Het doel hierbij was:
? 
  de breukkracht per lastinvoer -
punt in de ringvoeg te bepalen;
? 
  de invloed van een excentrische 
lastinvoer te onderzoeken;
? 
  het beddingsgedrag van de last -
doorgifteplaten (hardboard d = 
3,2 mm) te bepalen;
? 	
  de juistheid van de toegepaste 
betonsterkteklasse te bevestigen.	
Stadsregio Rotterdam: Statenwegtunnel
Proefnemingen segmenten
boortunnel RandstadRail
ir. E. Taffijn  en ir. D.C. van Zanten,  Ingenieursbureau Gemeentewerken 
Rotterdam
In  het  bestek  van  de  boortunnel  RandstadRail  Rotterdam  zijn  eisen  gesteld 
met  betrekking  tot  de  betonnen  segmenten.  Een  van  de  eisen  betreft  het 
beproeven van de segmenten om de juistheid van de, door de aannemer uit-
gevoerde, detailengineering aan te tonen. 
Doel van deze proeven is de rekenaannamen met betrekking tot de sterkte en 
het  (bezwijk)  draagvermogen  van  de  ring-  en  langsvoegconstructies,  die  het 
uitgangspunt vormen van de berekeningen, te verifiëren en indien nodig aan 
te  passen.  Ook  moeten  de  proeven  inzicht  verschaffen  in  het  belastings-  en 
vervormingsgedrag  van  het  gekozen  voegmateriaal  (kaubitstroken  of  hard-
boardplaten) en de waterafdichtingsprofielen.	
1  |  Ko m - n o k c o n s t r u c t i e
a
b
O n d e r z o e k   &   t e c h n o l o g i eT u n n e l b o u w	
cement 2007	2	85	
Langsvoegproeven PL (fig. 4) 
Met deze proeven is de doorgifte 
van de ringkracht in de langsvoeg 
onderzocht.
Het doel hierbij was:
? 
 de breukkracht per strekkende 
meter in de langsvoeg te bepa-
len;
? 
  de voorziene wapening in het 
gebied van de langsvoeg te be-
vestigen en indien nodig te ver-
beteren;
? 
  de invloed van een verdraaiing 
van de langsvoeg te onderzoe-
ken.
S e r i e   g r o t e   p r o e v e n
Het doel van de serie grote proe-
ven was het afschuifgedrag en de 
overbrenging van de koppelkracht 
in de ringvoeg te onderzoeken en 
zonodig te verbeteren.
Vanuit de resultaten van de kleine 
proeven en de ontwerpberekenin-
gen is een configuratie van de seg-
mentwapening bepaald, die in de 
segmenten van de grote proeven is 
toegepast. Het principe hiervan is 
dat de komflank een toeslagwape-
ning krijgt (fig. 8 en 10), terwijl de 
nok ongewapend is uitgevoerd.
Per proef is gebruikgemaakt van 
drie tunnelsegmenten (foto 5), 
waarvan de buitenste twee via be-
tonnen sokkels verticaal aan de la-
boratoriumvloer zijn afgespannen. 
Het middelste tunnelsegment is 
verschuifbaar aangebracht en be-
vat twee nokken en twee kommen.
Uit de ontwerpberekeningen is ge-
bleken dat een verschilrotatie ter 
plaatse van een kom-nok, de 
breukcapaciteit van deze verbin-
ding substantieel doet afnemen 
door het gaan leunen op één zijde 
van de kom-nok. Om dit aspect in 
de proef te simuleren, zijn de vier 
nokken van de proefstukken ver-
draaid vervaardigd met een rotatie-
hoek 	
? = 8?. 
In langsrichting zijn de segmen-
ten voorgespannen met een kracht 
van 240 kN ter wederzijdse stabili-
teit van de proefstukken. De waar-
de is gerelateerd aan een zo realis-
tisch mogelijk samendrukken van 
het waterafdichtingsprofiel. 	
De eigenlijke proefbelasting had 
dusdanig plaats, dat alleen het 
middelste proefstuk, dichtbij de 
kom-nokconstructies, werd belast 
(foto 5). Door middel van één 
proef konden op deze wijze vier 
kom-nokverbindingen worden ge-
test.
In deze proef is ook het stijfheids-
gedrag van de kaubitstroken ge-
meten.
Er zijn twee proevenseries uitge-
voerd met elk drie proefnemingen.
R e s u l t a t e n   s e r i e   k l e i n e 
p r o e v e n
Afspatproeven PA 
Ten aanzien van de verschuiving 
bij de ringmontage is gebleken dat 
een verschuiving ? 7 mm zonder  nadelige gevolgen (beton-beton-
contact en scheurvorming) kan 
worden opgenomen bij een proef-
kracht van 25536 kN, te weten 
82% van de maximaal geïnstalleer-
de vijzelkracht.
Vanwege de vorm en afmetingen 
van de kom-nokverbinding bleek 
bij grotere verschuivingen dan  
7 mm de toelaatbare vijzelkracht 
sterk af te nemen.
In het ontwerp is dientengevolge 
de maximale toelaatbare verschui-
ving begrensd tot 7 mm. 
Ringvoegproeven PR 
Hierbij geldt de eis dat zonder be-
zwijken of relevante schade de 
proefkracht overeenkomend met 
1,44 (?	
? f?  ? ?? m?
) maal de maximaal ge-	
e	
e	
350	560	
280	
350
e	55	55	
55
55	
weg 1/3
weg 2/4 weg 4
hartlijn kom
weg 3 weg 2
weg 1	
e
350	500	
250	
350	
144
206	
e	
55	55	
55
55	
hartlijn druk-
overdrachtsvlak
hardboard plaat 300x210 - d=3,2 mm
      -
      + weg 1/3
weg 2/4	
F	weg 4
weg 3 weg 2
weg 1	
250	
500	350	
175
175	350	e	
175	
103
103
144	
55	55	
55
55	
144	
+         -	
      -
      +	
e	
+
-
weg 1/3
weg 2/4	
F	
hartlijn druk-
overdrachtsvlak
langsvoeg weg 4
weg 3 weg 2
weg 1	
2
 |  Pr o e fo p s t e l l i n g   PA .   D e 
m e e t s e n s o r e n   z i j n   s c h e -
m a t i s c h   m e t   ' We g '   a a n -
g e g eve n
3  |  P
r o e fo p s t e l l i n g   P R 
4  |  P
r o e fo p s t e l l i n g   P L
O n d e r z o e k   &   t e c h n o l o g i e
T u n n e l b o u w
86	cement 2007	2	
installeerde vijzelkracht, in combi-
natie met de hoekverdraaiing en 
excentriciteit, kan worden opgeno-
men.
Vanuit de proefresultaten is de ex-
centriciteit van de lastinvoer (vij-
zel) begrensd tot 40 mm en de 
hoekverdraaiing tot 10?.
De gekozen geometrie en wape-
ning van de ringvoeg, alsmede de 
aangehouden stijfheid van de 
hardboardplaten in de berekenin-
gen, zijn door de proeven beves-
tigd.
Langsvoegproeven PL 
De proeven zijn uitgevoerd voor 
een aantal belastingsconfiguraties, 
waarvan twee extremen zijn te on-
derkennen. Ten eerste de situatie 
waarbij de grootste normaalring-
kracht optreedt in combinatie met 
de daarbij behorende hoekver- draaiing (?
N 	k?  = -2184 kN/m en  	
? = 1?). Vervolgens het tweede 
geval met de grootste hoekver-
draaiing in combinatie met de 
aanwezige normaalringkracht  
(? N 
k?  = -1728 kN/m en 	? = 19?).	
Indien deze belastingsgevallen, 
met toepassing van een algehele 
veiligheidsfactor van 1,7, in de 
proef zonder schade dan wel be-
zwijken kunnen worden opgeno-
men, is de gekozen geometrie en 
wapening van de langsvoeg door 
de proeven bevestigd.
De proefresultaten laten zien dat 
geen beschadigingen of scheuren 
op de contactvlakken van de langs-
voegen zijn ontstaan (foto 6).
In de ontwerpberekening van de 
tunnelsegmenten is de betoncapa-
citeit van de langsvoegen bepaald 
via een beschouwing als beton-
scharnier. Hoewel hier geen spra-
ke is van een echt betonscharnier, 
geeft dit toch een goede benade-
ring. Daarbij wordt een volgens de 
VBC toegestane verhoogde reken-
waarde van de druksterkte toege-
past. Bij een normaaldrukkracht 
van 1750 kN/m kan dan een mo-
ment worden opgenomen van 125 
kNm/m bij een rotatie van 14?.
In figuur 7 is de toegepaste langs-
voegconfiguratie weergegeven.
R e s u l t a t e n   s e r i e   g r o t e 
p r o e v e n
Eerste serie 
De wapeningsconfiguratie van de 
kom-nokken van de eerste serie 
van drie proeven is aangegeven in 
figuur 8. De komflank kreeg hier -
bij een toeslagwapening, de nok is 
ongewapend.
Per proef zijn vier kom-nokverbin-
dingen aanwezig. Vanwege de lig-	
10
90 3 72 72 30 33 40	
103
144
103	
350	
400	
62 40	
14	
3
7
6 7	
86	
dichtingssleuf	
5
 |  Pr o e fo p s t e l l i n g   s e r i e 
g r o t e   p r o eve n .   D e   t we e 
b u i t e n s t e   s e g m e n t e n   z i j n 
o p   d e   l a b o r a t o r i u m v l o e r 
a f g e s p a n n e n ,   h e t   m i d -
d e l s t e   s e g m e n t   wo r d t 
d i r e c t   n a a s t   d e   vo e g e n 
b e l a s t
6  |  B
e p r o e f d e   l a n g s vo e g 
7  |  T
o e g e p a s t e   l a n g s vo e g -
c o n f i g u r a t i e
O n d e r z o e k   &   t e c h n o l o g i eT u n n e l b o u w	
cement 2007	2	87	
ging van de segmenten zijn er 
echter twee representatief, omdat 
twee kom-nokken aan de binnen- 
en twee aan de buitenzijde worden 
belast. Per proevenserie waren er 
zodoende zes bruikbare resulta-
ten.
De kom-nokbreukkrachten die tij-
dens de beproevingen (foto  9) zijn 
opgetekend,  200 à 250  kN per 
kom-nok, bleken aanzienlijk be-
neden de te realiseren minimale 
breukkrachten te liggen. Na sta-
tistische bewerking, waarbij het 
beperkt aantal proeven een rol 
speelde, resulteerde een toelaat-
bare kom-nokkracht van circa  
100  kN.
Analyse van de kom-nokverbin-
dingen toonde aan dat de kom 
aan de binnenzijde het zwakke 
element vormde. De gerealiseerde 
betondekking van de toeslagwa-
pening bleek groter te zijn dan  voorzien (~ 
40 mm). Ook bleken 
de lasverbindingen tussen de toe-
slag- en dwarswapening te zwak 
en waren deze staven te kort.
De eerste proevenserie heeft ge-
leid tot een verbeterde kom-nok-
(wapenings)configuratie, een 
kwaliteitsimpuls voor het produc-
tieproces en een tweede proeven-
serie.
Tweede serie 
Ten opzichte van de eerste serie is 
de toeslagwapening vermeerderd 
van 6Ø10 naar 10Ø10, zijn vier-
punts krachtlassen toegepast en is 
de dwarswapening verlengd en ge-
bogen uitgevoerd. Buiten deze 
aanpassingen loopt ook de toeslag-
wapening iets verder de hoeken 
in, waarbij de dekking van de toe-
slagwapening werd verkleind van 
25 naar 20 mm (fig. 10).
De nu gevonden breukkrachten 
waren substantieel hoger, 270 tot 
320 kN per kom-nok (fig. 11). Na 
statistische bewerking resulteerde 
een toelaatbare kom-nokkracht 
van circa 160-170 kN.
De betondekkingen hadden nu de 
juiste waarde (± 1 mm), derhalve 
tussen 19 en 21 mm. Naar aanlei-
ding van de bezwijkbeelden  
(fig. 11, foto 12) kon worden ge-
concludeerd dat de lasverbindin-
gen goed waren uitgevoerd.
In het ontwerp is voorzien dat de 
tijdelijke bouten worden aange-
bracht ter hoogte van de kom-nok-
verbindingen. Vanuit beide proef-
serieresultaten kon worden 
geconcludeerd dat de schroefgaten 	
40	
32
25 25	
40	
binnen buiten toeslagwapening 
6Ø10
dwarswapening 
van de 
toeslagwapening 2-punts hechtlas	
8
 |  De t a i l   ko m wa p e n i n g   e e r-
s t e   s e r i e	
4430	
25
25 20	
34
20	
binnen buiten
+1
+1
+1	
+1 +1
+1
+1
toeslagwapening 
10Ø10
dwarswapening 
van de 
toeslagwapening 4-punts krachtlas	
9
 |  Be z we ke n   ko m c o n s t r u c-
t i e   e e r s t e   s e r i e
1 0  |    D
e t a i l   ko m wa p e n i n g 
t we e d e   s e r i e	
0
50
100 150 200 250 300 350
0 168 191 283 454 638 1010 1186 1332 1461 1503 2001	
tijd (s)	
kracht (kN)	
kom-nok 1kom-nok 2	
1 1 |   
Ka r a k t e r i s t i e k   k r a c h t- t i j d d i a g r a m   t we e d e   s e r i e
1 2  |   
B
e z we ke n   ko m c o n s t r u c t i e   t we e d e   s e r i e
O n d e r z o e k   &   t e c h n o l o g i e
T u n n e l b o u w
88	cement 2007	2	
voor deze bouten geen draag-
krachtverminderende invloed heb-
ben.
De proeven zijn uitgevoerd bij een 
verdraaiingshoek 	
? = 8?, groter 
dan de rekenkundig bepaalde 
hoek van 6? die bij de maximale 
koppelkracht behoort. Derhalve is 
in de proeven voldoende rekening 
gehouden met deze invloed.	
P r o e f p r o d u c t i e
Nadat de verschillende beproevin-
gen waren uitgevoerd is de proef-
productie opgestart. Tijdens de 
proefproductie bleek dat de te han-
teren toleranties op de maatvoe-
ring en plaatsing van de wape-
ningskorven aanleiding konden 
geven tot grotere dekkingen. Dit 
was met name van belang bij de 
toeslagwapening in de kommen, 
waar de wapening juist zoveel mo- gelijk tot in de hoek was doorge-
zet. Een productietolerantie op de 
plaatsing van de komwapening 
van maximaal 5 mm was echter 
wenselijk (fig. 13).
Dit heeft er toe geleid dat, voor lo-
caties in het boortunneltracé waar 
grote koppelkrachten zijn bere-
kend, de toeslagwapening ther-
misch verzinkt is uitgevoerd  
(foto 14). Toepassing van deze ver-
zinkte wapening van de kom gaf 
namelijk de mogelijkheid dat de 
dekking van deze staven kon varië-
ren tussen 15 en 20 mm. Aanvul-
lend onderzoek heeft aangetoond 
dat deze oplossing niet nadelig 
uitwerkt op de duurzaamheid van 
de tunnelconstructie.
Voor locaties in het boortunneltra-
cé met lagere koppelkrachten kon 
worden volstaan met de wape-
ningsconfiguratie volgens de twee-
de proevenserie, maar met accep-
tatie van een grotere dekking van 
de toeslagwapening, namelijk tus-
sen 20 en 30 mm. 
Met betrekking tot de kaubitstro-
ken hebben de proeven als resul-
taat opgeleverd dat het in de bere-
kening gehanteerde stijfheids-
verloop marginaal iets groter was 
dan uit de proeven naar voren 	
kwam. Een en ander betekent dat 
de in de berekening gehanteerde 
stijfheid heeft geleid tot iets grote-
re koppelkrachten.
C o n c l u s i e
De in het bestek vastgelegde werk-
wijze met beproeving van de seg-
menten heeft ertoe geleid dat de 
krachtswerking van de segmenten 
voorafgaande aan het productie-
proces kon worden geoptimali-
seerd en getoetst. Met name voor 
die onderdelen van de boortunnel 
waar de krachtswerking complex 
is, zoals de kom-nokverbinding, is 
de uitvoering van 1:1 beproevin-
gen noodzakelijk gebleken. n	
1 4  |    Th e r m i s c h   ve r z i n k t e 
ko m wa p e n i n g	
4330	
25
25 13	
33
20	
binnen buiten
+5/0
+5/-5
+5/-5	
+5/-5
+5/-10
+5/-5 +5/-5
toeslagwapening 
10Ø10 - thermisch 
verzinkt
dwarswapening 
van de 
toeslagwapening 4-punts krachtlas	
1 3
 |   
De t a i l   ko m wa p e n i n g 
s p e c i f i e ke   s e g m e n t e n , 
zo a l s   i n   ove r g a n g 
P l e i s t o c e e n   -   H o l o c e e n                  
                 
                              
Reacties