In onderwaterbetonvloeren bestaat een risico op scheurvorming, die kan leiden tot ongewenste lekkages. Een van de oorzaken van die scheurvorming is verhinderde vervorming door temperatuurveranderingen en krimp. Om meer zicht te krijgen op de invloed daarvan is een betonmengsel onderzocht, is de adiabatische temperatuurontwikkeling gemeten en zijn de spanningen berekend.
Momenteel werkt een CROW-werkgroep aan een nieuwe CROW-CUR Aanbeveling over definitieve staalvezelversterkte onderwaterbetonvloeren. Deze Aanbeveling komt naar verwachting in 2026 uit.
Foto 1. Onderwaterbetonvloer Marnixgarage onder de Singelgracht in Amsterdam (foto: Mobilis/Gitte Spinder)
Als tijdelijke waterdichte bodem van een bouwput of als fundering wordt soms een onderwaterbetonvloer (OWB-vloer) toegepast. De vloer wordt onder water gestort, waarna, na enige tijd verharding, de bouwput wordt leeggepompt. De opwaartse waterdruk wordt gedeeltelijk opgevangen door het eigen gewicht van de OWB-vloer en verder door de vooraf aangebrachte trekelementen en keerwanden.
In de literatuur [1 t/m 11] ligt de nadruk op de dimensionering van de vloer direct na het droogzetten van de bouwput. De (uitwendige) belasting op de vloer bestaat dan uit opwaartse waterdruk (en mogelijke grondzwelling), trekkrachten door de trekelementen en keerwanden, en stempeldruk van de grondkerende wand (fig. 2). Het belastinggeval ‘verhinderde opgelegde vervormingen’, ten gevolge van temperatuurveranderingen en krimp, wordt veelal onderbelicht of blijft zelfs buiten beschouwing.
Om een betrouwbare inschatting te kunnen maken van de optredende spanningen in een OWB-vloer is informatie onontbeerlijk over de betonsamenstelling, betondruksterkte op verschillende tijdstippen en een adiabaat van het beton. Voor dit artikel is een betonsamenstelling beschouwd die ook is onderzocht door de CROW-werkgroep ‘Definitieve staalvezelversterkte onderwaterbetonvloeren’ (tabel 1). Van die samenstelling is de warmtecapaciteit Cc en de warmtegeleidingscoëfficiënt lc0 bepaald. De druksterkten zijn gemeten en gebruikt voor de bepaling van de stijfheid en treksterkte van het beton.
Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel van de auteur. Hierbij is gebruikgemaakt van de door de CROW-werkgroep ter beschikking gestelde informatie.
Reacties
Martin Verweij - Cementbouw Bindmiddelen bv 29 oktober 2025 13:12
Nog een opmerking: een colloïdale hulpstof is een verdikker ofwel een viscositeit modificerende hulpstof (BRL 1803) die de samenhang in de cementpasta verhoogt. Daardoor wordt het uitspoelen van de pasta geremd. Dit is wat anders dan een water-retentiemiddel, dat het verdampen of onttrekken van water uit beton en mortels remt. Zie mijn artikel Betoniek aug 2021. Dit gaat bij certificering (vaak) mis.
Martin Verweij - Cementbouw Bindmiddelen bv 29 oktober 2025 13:03
Is er vanwege de waterkerende functie geen scheurwijdteberekening verplicht? Martin Verweij VVM - Cementbouw - Sqape