Het probleem van verhinderde
vervorming is dat dit (trek)span-
ningen veroorzaakt.
Zodra deze span-
ningen groter zijn dan de treksterkte van het
beton, k
an dat leiden tot scheurvorming.
Vervormingen kunnen worden veroor -
zaakt door krimp (
?cs) of temperatuurveran-
dering (
?cT). Krimp van beton geeft een opge-
legde vervorming van alleen het beton. Bij
een opg
elegde temperatuurdaling willen zo -
wel het beton als het wapeningsstaal verkor-
ten. Navolgend wordt de vraag betantwoord
of
dat een essentieel verschil in de uitkom -
sten voor de scheurwijdteberekening geeft.
Beide v
ormen van opgelegde vervorming
worden in dit artikel afzonderlijk besproken.
Randvoorwaarden
In betonverhardingen treedt axiale vervor-
ming op die wordt verhinderd door de wrij-
ving met de ondergrond. Ter vereenvoudi- ging is er in dit artikel voor gekozen uit te
gaan van verhindering van de vervorming
aan de uiteinden van de verharding.
Daarnaast treden niet-lineaire vervor-
mingen op over de dikte van de betonver-
harding als gevolg van variaties in de tempe-
ratuur en relatieve vochtigheid aan het
betonoppervlak. Ter vereenvoudiging zijn de
niet-lineaire rekgradiënten buiten beschou-
wing gelaten. Bovengenoemde randvoorwaarden
kunnen als volgt worden samengevat:
de verharding is aan de beide uiteinden
axiaal oneindig stijf gefixeerd, waardoor de
opgelegde vervormingen geheel worden ver-
hinderd (fig. 1);
uitsluitend gelijkmatige opgelegde rekken,
geen gradiënten.
Een veel toegepaste methode is om de mate
van verhindering uit te drukken in een
DR.IR. GUSTAAF BOUQUETauteur
Scheurvorming
onder invloed van
afkoeling en krimp
Betonconstructies kunnen worden blootgesteld aan de opgelegde vervormingen. Vaak worden
die vervormingen verhinderd. Dat geldt onder meer voor voegloze (elastisch ondersteunde) bedrijfsvloeren en betonverhardingen (betonwegen) in doorgaand-gewapend beton (DGB). Welke krachten en (staal)spannigen treden er op in een dergelijke verharding?
Verschil in uitkomsten scheurwijdteberekening bij verhinderde opgelegde vervorming voor een doorgaand-gewapende betonverharding door afkoeling en door krimp
46? CEMENT 5 20 21
Figuur 3 Optredende spanning in beton (
c\f0) en het betonstaa\b ( s\f0) in de ongescheurde fase
( c < cr) onder inv\boed van krimp in het beton.
L0
A?
? N c < N max
betonspanning: 0 c < cr
staalspanning: s = 0
0 N c < N max
opgelegde rek beton: 0 ? ??? ? ???
R R
graad van verhindering. Met deze graad van
verhindering wordt de relatie gelegd tussen
de opgelegde vervorming en de rek die de
(trek)spanning tot gevolg heeft:
?c? = - ?R?cX (1)
w
aarin:
?cX = opg elegde vervorming
(krimp:
?cs; temperatuur: ?cT) [m/m]
?R = gr aad van verhindering [-],
0 ? ?R ? 1
?c? = spanningg evende rek [m/m],
?c? ? 0 bij krimp en afkoeling
Bij een betonverharding in doorgaand-ge-
wapend beton ontstaat er bij een zekere
afstand van de uiteinden een situatie waar-
bij vervormingen door de grondwrijving
volledig worden verhinderd (
?R = 1).
Vervormingen door krimp
Voor de analyse van het gedrag van gewapend
beton onder invloed van krimp beschouwen
we een verharding met lengte L
0 die aan
beide uiteinden is ingeklemd (fig. 1).
Ongescheurde fase? Het beton blijft onge-
scheurd zolang de spanninggevende rek (
?c ?)
kleiner is dan de scheurrek van op trek belast
beton (
?cr). De trekspanning in het beton is
dan kleiner dan het beton met scheurspan -
ning
?cr. Omdat de verharding onvervorm -
baar is ingeklemd, blijft het betonstaal in de
ong
escheurde fase spanningsloos. Dit terwijl
de betonspanning de scheurrek nadert.
De trekkracht N c in het beton bereikt
juist voor het moment van scheuren een
maximale waarde: N
cs,max = ?cr Ac (2)
w
aarin:
?cr = scheur spanning beton [N/mm²]
A
c = door snede beton [mm²], (beton-
door
snede exclusief doorsnede
betonstaal)
Eerste scheur? Bij verdere toename van de
krimp zal er ergens in het element de eerste
scheur ontstaan. Ter plaatse van de scheur
wordt de scheurkracht van het beton (
?cr Ac)
door het betonstaal overgenomen, met als
gevolg staaltrekspanningen die de grootste
waarde (
?s2) ter plaatse van de scheur berei-
ken. Om nu aan de randvoorwaarde te kun-
nen voldoen dat de gesommeerde rekken in
het staal over de hele lengte van het element
nul moeten zijn, moet de staaltrekspanning
ter plaatse van de scheur worden gecompen -
seerd door een, constant veronderstelde,
staaldrukspanning (
?s1) in de ongescheurde
zones 1 (fig. 2). Aan weerszijden van de scheur neemt
de betontrekspanning over de overdrachts-
lengte (l
t) weer toe tot een betontrekspan-
ning (
?s1). De over de storingszone (lengte: 2l t)
optredende verlenging van het beton en de
wijdte van de scheur (w) in het beton, wor-
den gecombineerd tot een fictieve zone
waarover de betonspanning 0 is veronder-
steld (fig. 2). De lengte van die zone is:
2(1/2l
t) + w ? l t (3)
w
aarin:
w
= scheurwijdte [
mm]
l
t = o verdrachtslengte [mm]
1 Optredende spanning in beton (? c,0) en het betonstaal (? s,0) in de ongescheurde fase (? cs < ? cr) onder invloed
van krimp in het beton
GEDEELTELIJKE VERHINDERING
In dit artikel is de verhindering van de
opgelegde vervormingen geschemati-
seerd door inklemmingen aan beide
uiteinden van de gewapend betonnen
verharding. Dit is in feite een bijzonder
geval met volledige verhindering van
de optredende vervormingen (trans-
latie en rotatie). Voor het meer alge-
mene geval waarbij de optredende
vervormingen gedeeltelijk worden
verhinderd, wordt verwezen naar de
studie van Falkner [1], waarbij de
verhindering van de temperatuurver-
vormingen zijn geschematiseerd met
rotatie- en translatieveren aan de
uiteinden van het betonelement.
1
CEMENT 5 2021 ?47
Toelichting:
N
cs,max = maximale normaal\fracht in ongescheurde situatie [\b]
N cr,1 = normaal\fracht na het ontstaan van de eerste scheur [\b]
\b
\b
\b
l t = overdrachtslengte [mm]
F iguur 4 Aan de uiteinden inge\flemde betonverharding onder invloed van een opgelegde
verhinderde \frimp. Situatie na ontstaan van de eerste scheur
L0
A?
Nc s,max Ncs,max
N?U? N?U?
?}v ? ?}v ? ?}v ?
l? w lt
c1
s1
s2
s2
s1
betonspanningen
staalspanningen
geschematiseerde
st aalspanningen
opgelegde rek beton: c = cr
lt
Deze aanpak voor de berekening van de op-
tredende krachten en spanningen in gewa-
pend beton onder invloed van de krimp, is
qua randvoorwaarden en schematisering
gebaseerd op de methode zoals omschreven
in [2].
Opvolgende scheuren? De eerste scheur is
ontstaan toen de spanninggevende rek (
?c ?)
gelijk was aan de rek bij scheuren van het
beton (
?cr). Daarbij is de maximale trek -
kracht N
cs,max bereikt. Direct na het optre-
den van scheurvorming neemt de axiale
rekstijfheid van de betonverharding af.
Omdat de grootte van de opgelegde vervor-
ming niet verandert, valt de trekkracht
terug naar een lagere waarde (N
cr,1). Bij een
verdere
toename
van de spanninggevende rek ontstaat de tweede scheur als de
maximale trekkracht (N
cs,max ) weer wordt
bereikt. Zo ontstaan er bij een steeds groter
wordende spanninggevende rek steeds
meer scheuren. In figuur 3 is de gescheurde
situatie ten gevolge van krimp, met de
staal- en betonspanningen, schematisch
weergegeven bij meerdere scheuren.
Verondersteld is dat de afstanden tussen
de scheuren groter zijn dan tweemaal de
overdrachtslengte.
Vervormingen door krimp
Voor de opgelegde rek ten gevolge van een
temperatuurverandering geldt:
?cT = ?cT (T - T 0) (4)
2 Aan de uiteinden ingeklemde betonverharding onder invloed van een opgelegde verhinderde krimp. Situatie na ontstaan van
de eerste scheur
Ter plaatse van
de eerste scheur
wordt de scheur-
kracht van het
beton door het
betonstaal over-
genomen met als
gevolg staal-
trekspanningen
2
48? CEMENT 5 20 21
Figuur 5 Geschematiseerde verdeling van de \feton- en staalspanningen in de ongescheurde
\bones (
c1 en s1) en de staalspanning in de scheuren ( s2)
F iguur 6a Optredende krachten tijdens de krimp. Zonder relaxatie.
L
0 = 25 m, N cs,max = 495,8 kN, \fij c = 3,40 10 -6 m/m is N cr = 359,6 kN
340 3 60
380
400
420 440 460 480 500
0,0E+00 5,0E-05 1,0E-04 1,5E-04 2,0E-04 2,5E-04 3,0E-04 3,5E-04 4,0E-04
kracht [kN ]
rek [m/m]
krimp
L= 25 m
zonder relaxatie
s/2
s1
s2 s2 s2
sl? s s
lt l?
c1 + + + +
+ +
- - - -
L?
N N
+
+ +
-
s2
s
lt
3
waarin:
?cT = opg elegde rek als gevolg van de
temper
atuurverandering (T - T
0)
[m/m]
?cT = lineair e uitzettingscoëfficiënt
beton [
m/mK];
?cT = 10 · 10 -6 m/mK
T
= actuele betontemper
atuur [K]
T
0 = r eferentietemperatuur waarbij
het beton spanningsloos is [K]
Bij toename
van de spanninggevende rek
(
?c?, zie vgl. 1), als gevolg van de opgelegde
rek door temperatuurdaling (
?cT, zie vgl. 4),
neemt de trekkracht toe tot de maximale
waarde:
N
T,max = ?cr Ac (1 + ?e ?) (5)
waarin:
N
T,max = ma ximale kracht voor ontstaan
v
an een scheur [N];
?cr = scheur spanning beton [N/mm²]
A
c = door snede beton [mm²], (beton
door
snede exclusief doorsnede
betonstaal)
?e = verhouding elasticiteitsmoduli
staal/
beton [MPa/MPa],
?e = E s/Ec
? = w apeningsfractie [mm²/mm²],
? = A s/Ac
Het essentiële verschil tussen de maximale
trekkracht als gevolg van krimp (N
cs,max in
vgl. 2) en de maximale trekkracht bij verla-
ging van temperatuur (N
T,max in vgl. 5) is dat er bij krimp geen rek in het betonstaal
optreedt, terwijl bij verlaging van de tempe-
ratuur zowel het beton als het betonstaal
onderhevig zijn aan een opgelegde rek.
Scheurwijdte bij verhinderde
vervorming
In het geval van opgelegde vervormingen
ontstaat vrijwel altijd een onvoltooid scheu-
renpatroon. De gemiddelde scheurwijdte
kan in dat geval worden berekend met het
'TU Delft trekstaafmodel' [3] met het alge-
mene toetsingscriterium voor de scheur-
wijdte bij een onvoltooid scheurenpatroon:
w
toets = w mo ?s ?? ? w eis (
6)
waarin:
w
toets = toets waarde van de scheurwijdte
[mm]
w
mo = g emiddelde scheurwijdte bij een
on
voltooid scheurenpatroon [mm]
w
eis = het g eldende vereiste scheur-
wijdtecriterium bij een bepaalde
milieuklasse [
mm]
?s = f actor voor optredende spreiding
[-], on
voltooid scheurenpatroon:
?s = 1,3
?? = f actor voor langeduur/wisselbelas-
ting b
ij
?s,cr ? 295 N/mm² [-]: ?? = 1,3
Hierbij geldt voor de gemiddelde scheurwijdte
bij een onvoltooid scheurenpatroon [3]:
3 Geschematiseerde verdeling van de beton- en staalspanningen in de ongescheurde zones (? c1 en ? s1)
en de staalspanning in de scheuren (?
s2) CEMENT 5 2021 ?49
() (),
ck,cube
5
s
0 ,8
mo s cr s,cr e cr Ø0 , 4
2
8
w
E
f ?
???
= ? ???
? ?
+? ???? ?
(7)
w
aarin:
w
mo = g emiddelde scheurwijdte bij een
on
voltooid scheurenpatroon [mm]
Ø
= diameter
betonstaal [mm]
f
ck,cube = k arakeristieke kubusdruksterkte
[N/mm²]
E
s = elasticiteitsmodulus betonstaal,
Es = 200000 N/mm²
?s,cr = staalspanning in de scheur
[N
/mm²], (zie vgl. 12 en 13)
?cr = scheur spanning beton [N/mm²]
?e = verhouding elasticiteitsmoduli
staal/
beton [MPa/MPa],
?e = E s / E c
Relaxatie
Het effect van relaxatie op het scheurgedrag
als gevolg van krimp en temperatuurverla-
ging wordt in rekening gebracht door mid-
del van het een gereduceerde 'effectieve'
elasticiteitsmodulus van beton: E
c? = ? Ecm (8)
met de r
elaxatie coëfficiënt [4]:
() () ,
ck,cube
5
s
0 ,8
mo s cr s,cr e cr Ø0 , 4
2
8
w
E
f ?
???
= ? ???
? ?
+? ???? ?
1
1 0, 8 = +
cr s,cr =
()cr
s,cr e1
=+
(9)
w
aarin:
? = r elaxatiecoëfficiënt [-]
? = kruipcoëfficiënt [-]
E
c? = eff ectieve elasticiteitsmodulus
beton [N
/mm²]
E
cm = secant elasticiteitsmodulus beton
[N/mm²]
Rekenvoorbeeld
Een en ander wordt toegelicht met een reken -
voorbeeld. Hierbij is uitgegaan van een beton -
verharding in doorgaand-gewapend beton
met een dikte van 250 mm en een wapenings-
percentage van 0,75%. De invloed van de lengte van de beton-
verharding is onderzocht met twee lengten,
te weten 25 m en 100 m. De uitgangspunten
Het verschil tus-
sen de maximale
trekkracht als
gevolg van krimp
en temperatuur-
verlaging is dat
er bij krimp geen
rek in het beton -
staal optreedt
Tabel 2?Berekende grootheden en parameters
omschrijving symbool grootte
kruipcoëfficiënt ?1,91
relaxatiecoëfficient ?0,4
secant elasticiteitsmodulus beton (zonder/met relaxatie) E
cm 34077 / 13480 N/mm²
opgelegde vervorming door krimp ?
cs - 400 × 10 -6 m /m
opgelegde vervorming door 20 °C afkoeling ?
cT - 200 × 10 -6 m /m
gem. 28-daagse korteduur treksterkte beton f
ctm,0 3,33 N/mm²
scheurspanning beton ?
cr 2,0 N/mm²
scheurrek beton (zonder/met relaxatie) ?
cr 58,6 × 10 -6 / 148,2×10 -6 m /m
doorsnede betonstaal per m' A
s 1870 mm²/m'
wapeningsfractie (? = A
s / A c) ?7,54 × 10 -2 (r0 = 0,75 %)
elasticiteitsratio staal/beton (?
e = E s/Ec) (zonder/met rel.) ? e 5,87 / 14,84
overdrachtslengte (l
t = ? / 8? ; resp. ? / 6,4? ) l t 332 / 415 mm
Tabel 1?Uitgangspunten berekening
omschrijving
symbool grootte
sterkteklasse beton C35/45 (f
ck,cube = 45 MPa)
hydratatiesnelheid cement klasse N
dikte beton h250 mm
lengte L
0 25 m & 100 m
gemiddelde relatieve vochtigheid RV50%
ouderdom beton bij belasten t
0 28 dagen
secant elasticiteitsmodulus beton E
cm 34077 N/mm²
elasticiteitsmodulus betonstaal E
s 200.000 N/mm²
diameter betonstaal (horizontale wapening) ?20 mm
staafafstand (per zijde beton) b
s 168 mm
50? CEMENT 5 20 21
Figuur 6b Optredende krachten tijden\f de krimp. Met re\baxatie.
L
0 = 25 m, N c\f,max = 495,8 kN, bij c = 3,76 10 -6 m/m i\f N cr = 379,6 kN
F iguur 7a Optredende krachten tijden\f de krimp. Zonder re\baxatie.
L
0 = 100 m, N c\f,max = 495,8 kN, bij c = 3,67 10 -6 m/m i\f N cr = 422,6 kN
370 3 90
410 430
450 470 490
510
0,0E+00 5,0E-05 1,0E-04 1,5E-04 2,0E-04 2,5E-04 3,0E-04 3,5E-04 4,0E-04
kracht [kN ]
rek [m/m]
krimp
L= 25 m
met relaxatie
410 4 20
430
440
450
460 470 480
490
500
510
0,0E+00 5,0E-05 1,0E-04 1,5E-04 2,0E-04 2,5E-04 3,0E-04 3,5E-04 4,0E-04
kracht [kN ]
rek [m/m]
krimp
L= 100 m
zonder relaxatie
Figuur 6b Optredende krachten tijden\f de krimp. Met re\baxatie.
L
0 = 25 m, N c\f,max = 495,8 kN, bij c = 3,76 10 -6 m/m i\f N cr = 379,6 kN
F iguur 7a Optredende krachten tijden\f de krimp. Zonder re\baxatie.
L
0 = 100 m, N c\f,max = 495,8 kN, bij c = 3,67 10 -6 m/m i\f N cr = 422,6 kN
370 3 90
410 430
450 470 490
510
0,0E+00 5,0E-05 1,0E-04 1,5E-04 2,0E-04 2,5E-04 3,0E-04 3,5E-04 4,0E-04
kracht [kN ]
rek [m/m]
krimp
L= 25 m
met relaxatie
410 4 20
430
440
450
460 470 480
490
500
510
0,0E+00 5,0E-05 1,0E-04 1,5E-04 2,0E-04 2,5E-04 3,0E-04 3,5E-04 4,0E-04
kracht [kN
]
rek [m/m]
krimp
L= 100 m
zonder relaxatie
Figuur 5 Geschematiseerde verdeling van de \feton- en staalspanningen in de ongescheurde
\bones (
c1 en s1) en de staalspanning in de scheuren ( s2)
F iguur 6a Optredende krachten tijdens de krimp. Zonder relaxatie.
L
0 = 25 m, N cs,max = 495,8 kN, \fij c = 3,40 10 -6 m/m is N cr = 359,6 kN
340 3 60
380
400
420 440 460 480 500
0,0E+00 5,0E-05 1,0E-04 1,5E-04 2,0E-04 2,5E-04 3,0E-04 3,5E-04 4,0E-04
kracht [kN ]
rek [m/m]
krimp
L= 25 m
zonder relaxatie
s/2
s1
s2 s2 s2
sl? s s
lt l?
c1 + + + +
+ +
- - - -
L?
N N
+
+ +
-
s2
s
lt
Figuur 7b Optredende krachten tijden\f de krimp. Met re\baxatie.
L
0 = 100 m, N c\f,max = 495,8 kN, bij c = 3,54 10 -6 m/m i\f N cr = 437,7 kN
F iguur 8a Optredende krachten tijden\f de 20 ºC afkoe\bing. Zonder re\baxatie.
L
0 = 25 m, N T,max = 517,7 kN, na ont\ftaan eer\fte \fcheur: N cr = 398,2 kN
430 4 40
450 460 470 480 490 500
510
0,0E+00 5,0E-05 1,0E-04 1,5E-04 2,0E-04 2,5E-04 3,0E-04 3,5E-04 4,0E-04
kracht [kN
]
rek [m/m]
krimp
L= 100 m
met relaxatie
390 4 10
430
450
470
490
510
530
0,0E+00 2,5E-05 5,0E-05 7,5E-05 1,0E-04 1,3E-04 1,5E-04 1,8E-04 2,0E-04
kracht [kN]
rek [m/m]
temperatuur
L= 25 m
zonder relaxatie
Tabel 3?Resultaten krimpberekeningen
relaxatie relaxatiecoëfficiënt ?lengte L 0 [m]afstand tussen
scheuren [m] staalspanning ? s,cr
[N/mm²] scheurwijdte [mm]
zonder 1251,75265,10,27
met 0,4252,71265,10,25
zonder 11003,84265,10,27
met 0,41006,25265,10,25
4b
5b
4a
5a
voor de berekeningen zijn samengevat in de
tabellen 1 en 2.
Voor de spanning bij scheuren van het beton
(
?cr) is uitgegaan van 60% van de gemiddelde
28-daagse (axiale) korteduur treksterkte van
beton f
ctm,0 [5]:
?cr = 0,6 f ctm,0 (10)
met de g
emiddelde korteduur treksterkte [6]:
f
ctm,0 = 0,9 [1,05 + 0,05(f ck,cube + 8)] ( 11)waarin:
f
ctm,0 = g emiddelde 28-daagse korteduur
tr
eksterkte van beton [N/mm²]
f
ck,cube = karakteristieke kubusdruksterkte
v
an beton [N/mm²]
Om de invloed van relaxatie op de scheur-
vorming te onderzoeken zijn berekeningen
g
emaakt zonder en met relaxatie. In de situ -
atie zonder relaxatie is voor de berekening
v
an de overdrachtslengte ter plaatse van de
scheur uitgegaan van een aanhechtspanning
die tweemaal zo groot is als de gemiddelde
betontreksterkte [7], waaruit volgt l
t = Ø / 8 ?.
4a Optredende krachten tijdens de krimp. Zonder relaxatie. L 0 = 25 m, N cs,max = 495,8 kN, bij ? cs = 3,40 × 10 -6 m/m is N cr = 359,6 kN
4b Optredende krachten tijdens de krimp. Met relaxatie. L
0 = 25 m, N cs,max = 495,8 kN, bij ? cs = 3,76 × 10 -6 m/m is N cr = 379,6 kN
5a Optredende krachten tijdens de krimp. Zonder relaxatie. L
0 = 100 m, N cs,max = 495,8 kN, bij ? cs = 3,67 × 10 -6 m/m is N cr = 422,6 kN
5b Optredende krachten tijdens de krimp. Met relaxatie. L
0 = 100 m, N cs,max = 495,8 kN, bij ? cs = 3,54 × 10 -6 m/m is N cr = 437,7 kN
CEMENT 5 2021 ?51
Figuur 7b Optredende krachten tijden\f de krimp. Met re\baxatie.
L
0 = 100 m, N c\f,max = 495,8 kN, bij c = 3,54 10 -6 m/m i\f N cr = 437,7 kN
F iguur 8a Optredende krachten tijden\f de 20 ºC afkoe\bing. Zonder re\baxatie.
L
0 = 25 m, N T,max = 517,7 kN, na ont\ftaan eer\fte \fcheur: N cr = 398,2 kN
430 4 40
450 460 470 480 490 500
510
0,0E+00 5,0E-05 1,0E-04 1,5E-04 2,0E-04 2,5E-04 3,0E-04 3,5E-04 4,0E-04
kracht [kN ]
rek [m/m]
krimp
L= 100 m
met relaxatie
390 4 10
430
450
470
490
510
530
0,0E+00 2,5E-05 5,0E-05 7,5E-05 1,0E-04 1,3E-04 1,5E-04 1,8E-04 2,0E-04
kracht [kN]
rek [m/m]
temperatuur
L
= 25 m
zonder relaxatie
Figuur 8b Optredende krachten tijden\f de 20 º\b afkoeling. Met relaxatie.
L
0 = 25 m, N T,max = 551,2 kN, na ont\ftaan eer\fte \fcheur: N cr = 480,0 kN
F iguur 9a Optredende krachten tijden\f de 20 º\b afkoeling. Zonder relaxatie.
L
0 = 100 m, N T,max = 517,7 kN, na ont\ftaan eer\fte \fcheur: N cr = 481,6 kN
470 4 80
490
500
510
520
530
540
550
560
0,0E+00 2,5E-05 5,0E-05 7,5E-05 1,0E-04 1,3E-04 1,5E-04 1,8E-04 2,0E-04
kracht [kN]
rek [m/m]
temperatuur
L
= 25 m
met relaxatie
480 4 90
500 510
520
0,0E+00 2,5E-05 5,0E-05 7,5E-05 1,0E-04 1,3E-04 1,5E-04 1,8E-04 2,0E-04
kracht [kN]
rek [m/m]
temperatuur
L = 100 m
zonder relaxatie
Figuur 8b Optredende krachten tijden\f de 20 º\b afkoeling. Met relaxatie.
L
0 = 25 m, N T,max = 551,2 kN, na ont\ftaan eer\fte \fcheur: N cr = 480,0 kN
F iguur 9a Optredende krachten tijden\f de 20 º\b afkoeling. Zonder relaxatie.
L
0 = 100 m, N T,max = 517,7 kN, na ont\ftaan eer\fte \fcheur: N cr = 481,6 kN
470 4 80
490
500
510
520
530
540
550
560
0,0E+00 2,5E-05 5,0E-05 7,5E-05 1,0E-04 1,3E-04 1,5E-04 1,8E-04 2,0E-04
kracht [kN]
rek [m/m]
temperatuur
L= 25 m
met relaxatie
480 4 90
500 510
520
0,0E+00 2,5E-05 5,0E-05 7,5E-05 1,0E-04 1,3E-04 1,5E-04 1,8E-04 2,0E-04
kracht [kN]
rek [m/m]
temperatuur
L = 100 m
zonder relaxatie
Figuur 9b Optredende krachten tijden\f de 20 º\b afkoeling. Met relaxatie.
L
0 = 100 m, N T,max = 551,2 kN, na ont\ftaan eer\fte \fcheur: N cr = 531,5 kN
530 5 35
540
545
550
555
0,0E+00 2,5E-05 5,0E-05 7,5E-05 1,0E-04 1,3E-04 1,5E-04 1,8E-04 2,0E-04
kracht [kN]
rek [m/m]
temperatuur
L= 100 m
met relaxatie
6a Optredende krachten tijdens de 20 ºC afkoeling. Zonder relaxatie. L 0 = 25 m, N T,max = 517,7 kN, na ontstaan eerste scheur: N cr = 398,2 kN
6b Optredende krachten tijdens de 20 ºC afkoeling. Met relaxatie. L
0 = 25 m, N T,max = 551,2 kN, na ontstaan eerste scheur: N cr = 480,0 kN
7a Optredende krachten tijdens de 20 ºC afkoeling. Zonder relaxatie. L
0 = 100 m, N T,max = 517,7 kN, na ontstaan eerste scheur: N cr = 481,6 kN
7b Optredende krachten tijdens de 20 ºC afkoeling. Met relaxatie. L
00 = 100 m, N T,max = 551,2 kN, na ontstaan eerste scheur: N cr = 531,5 kN
Tabel 4?Resultaten temperatuurberekening
relaxatie
relaxatiecoëfficiënt ?lengte L 0[m]afstand tussen
scheuren [m] staalspanning
scheurwijdte [mm]
zonder 1252,45276,80,29
met 0,4257,9 2294,80,31
zonder 11002,7276,80,29
met 0,41009,59294,80,31
In geval van een langdurig aanwezige
constante belasting en/
of een wisselende be-
lasting neemt de aanhechtspanning met cir-
ca 25% af [8], dus tot circa 1,6 maal de gemid-
delde betontreksterkte. In dit geval is voor de
o
verdrachtslengte uitgegaan van l
t = Ø / 6,4 ?.
In tabel 2 zijn de grootheden en para-
meters weergegeven die onder andere zijn
bepaald conform NEN-EN 1-1 [9].
Rekenvoorbeeld: resultaten
krimpberekeningen
In de figuren 4 en 5 is de trekkracht uitgezet
als functie van de spanninggevende rek (
?c?)
in de betonverhardingen met een lengte van 25 m resp. 100 m. Relaxatie veroorzaakt een
reductie van de stijfheid van het beton (zie
vgl. 8) ten opzichte van de situatie zonder re-
laxatie. Het gevolg hiervan is dat in geval van
relaxatie de eerste scheur bij een grotere rek
ontstaat en dat dan het totaal aantal scheuren
kleiner is (fig. 4b en 5b).
De staalspanning in de scheuren vari -
eert bij de voortgaande scheurvorming tus-
sen de maximale waarde (
?s,cr = N cs,max / A s)
en een kleinere waarde na het ontstaan van
een volgende scheur. Of de terugval van de
maximale trekkracht in werkelijkheid ook
optreedt in betonverharding in doogaand-
gewapend beton, over de hele lengte 'elastisch
6a
7a
6b
7b
KRACHTEN EN
VERVORMINGEN IN
BETONVERHARDINGEN
In het artikel 'Krachten en vervor-
mingen in betonverhardingen' uit
Cement 2021/2 [11], ook geschreven
door Gustaaf Bouquet, wordt aan
de hand van een voorbeeld
beschreven hoe optredende ver
-
v
ormingen en normaalkrachten,
als gevolg van afkoeling, kunnen
worden berekend, rekening houdend
met grondwrijving en relaxatie.
52? CEMENT 5 20 21
ondersteund' op een laag asfalt, is onzeker.
Daarom is voor de berekening van de scheur-
wijdte de maximale waarde van de trekkracht
aangehouden voor berekening van de staal-
spanning in de scheuren. De scheurwijdte is
in situaties met relaxatie iets kleiner in verge-
lijking tot de waarde zonder relaxatie (tabel 3).
Dit wordt veroorzaakt doordat in de scheur-
wijdtevergelijking (vgl. 7) de stijfheidsfactor
?e
groter is bij relaxatie (tabel 2).
Rekenvoorbeeld: resultaten
temperatuurberekeningen
In de figuren 6 en 7 zijn de optredende trek-
krachten in de betonverharding met een
elementlengte van 25 en 100 m weergegeven.
Ook bij een verlaging van de temperatuur
ontstaat een abrupte terugval in de trek-
kracht na het ontstaan van elke nieuwe
scheur. Nu ontstaat bij de eerste scheur een
grote terugval die bij voortgaande scheur-
vorming steeds kleiner wordt. Relaxatie
heeft ook bij trekkachten bij temperatuur-
verlaging een dempend effect. Scheurvor-
ming treedt later op en het aantal scheuren
is ook minder.
Met dezelfde motivatie als bij krimp is
ook nu de staalspanning berekend op basis
van de maximale trekkracht (
?s,cr = N T,max / A s).
Doordat bij een opgelegde vervorming door
temperatuur ook het betonstaal wordt gerekt,
ontstaat er een toename van de staalspanning
in de scheur in geval relaxatie als gevolg van
de grotere stijfheidsparameter
?e, en dus ook
een iets grotere scheurwijdte (tabel 4).
Scheurwijdte ? staalspanning in
scheuren (temperatuur en krimp)
Na het ontstaan van de eerste scheur bereikt
de trekkracht in het betonstaal in de scheu-
ren steeds de maximale waarde (bij krimp
N
cs,max ; bij afkoeling N T,max ). Het is onzeker in
hoeverre de staalspanning in werkelijkheid
afneemt door scheurvorming. Daarom wordt
voorgesteld om de maximale waarden van de
trekkracht aan te houden voor de berekening
van staalspanning in de scheur:
voor krimp: () () ,
ck,cube
5
s
0 ,8
mo s cr s,cr e cr Ø0 , 4
2
8
w
E
f ?
???
= ? ???
? ?
+? ???? ?
1
1 0, 8 = +
cr s,cr =
()cr
s,cr e1
=+
(12) v oor temperatuurdaling :
()
() ,
ck,cube
5
s
0 ,8
mo s cr s,cr e cr Ø0 , 4
2
8
w
E
f ?
???
= ? ???
? ?
+? ???? ?
1
1 0, 8 = +
cr s,cr =
()cr
s,cr e1 =+ (13)
M
et deze relaties voor de staalspanning in
de scheuren kan de scheurwijdte worden
berekend met de vergelijkingen 6 en 7. Met deze benadering heeft de grootte
van de krimp of rek door temperatuurverla-
ging geen invloed op de scheurwijdte. Het
effect van relaxatie op de grootte van de
scheurwijdte is nihil (tabel 3 en 4).
Afstand tussen de scheuren
Als gevolg van de relaxatie wordt de beton-
verharding minder stijf. Dit heeft tot gevolg
dat een grotere opgelegde vervorming nodig
is om de eerste scheur te creëren en dat het
aantal scheuren wordt beperkt. Dit heeft een
grote invloed op de gemiddelde afstand tus-
sen de scheuren (tabel 3 en 4). In de praktijk
blijkt dat de afstand tussen de scheuren vaak
onregelmatig is en er soms clustering van
scheuren optreedt. Clustering van scheuren
(Klaffende Risse) heeft een grotere scheur-
wijdte tot gevolg en een nadelige invloed op
de 'performance' van de weg en wil men
daarom zo veel mogelijke beperken. Er zijn
mogelijkheden om de onderlinge afstand
t
ussen de (dwars)scheuren in een betonver-
harding meer gelijkmatig te laten optreden
(zie [10]).
Evaluatie
Bij het bereiken van de scheurrek ontstaat
de eerste scheur in het beton en neemt de
trekkracht af. In geval van krimp wordt de
afname van de trekkracht (van N
cs,max naar
N
cr,n) steeds groter naarmate er meer scheu-
ren ontstaan (fig. 4 en 5). Dit wordt veroor-
zaakt doordat de bijdrage van het beton aan
de stijfheid steeds kleiner wordt bij toename
van het aantal scheuren. Bij scheurvorming als gevolg van een
temperatuurdaling neemt de trekkracht ook
direct af bij het ontstaan van elke nieuwe
scheur. De absolute grootte van de terugval
neemt in dit geval af (fig. 6 en 7) omdat een
nieuwe scheur naar verhouding minder in-
vloed heeft naarmate er voorgaand meer
scheuren zijn gevormd.
LITERATUUR
1?Falkner, H. (1969), Zur Frage der
Rissbildung durch Eigen- und Zwäng-
spannungen infolge Temperatur in
Stahlbetonbauten, DAfStb Heft 208, p. 99.
2?Gilbert, R.I. (1992), Shrinkage Cracking
in Fully Restrained Concrete Members,
ACI Structural Journal, Vol. 89, No. 2,
p. 141-149.
3?Breugel, K. van, Braam, C.R., Veen, C.
van der, Walraven, J.C. (1996), Beton-
constructies onder Temperatuur- en
Krimpvervormingen ? Theorie en Praktijk,
Betonpraktijkreeks 2, BetonPrisma,
's-Hertogenbosch, p. 225.
4?Trost, H. (1967), Auswirkungen des
Superpositionsprinzips auf Kriech- und
Relaxationsprobleme des Beton und
Spanbeton, Beton- und Stahlbetonbau,
Vol. 62, Heft 10, p. 230-238 & Heft 11,
p. 261-269.
5?Al-Kubaisy, M.A., Young, A.G. (1975),
Failure of concrete under sustained
tension, Magazine of Concrete Research,
Vol. 27, No. 92, p. 171-178.
6?Braam, C.R., Bouquet, G.Chr. (2003),
De treksterkten van beton nader
beschouwd, Cement 2003, nr. 7, p. 72-75.
7?Konig, G., Fehling, E. (1988), Zur
Rissbreitenbeschrankung im Stahlbeton-
bau, Beton- und Stahlbetonbau, Vol. 83,
Heft 6, p. 161-167; Heft 7 p. 199-204.
8?CEB/FIP Model Code 1990, Chapters
7.4.3 / 7.4.4.
9?NEN-EN 1-1 +C2:2011/NB:2016,
Eurocode 2: Ontwerp en berekening
van betonconstructies ? Deel 1-1:
Algemene regels voor gebouwen.
10?Ren, D., Houben, L., Rens, L., Beeldens,
A.(2014), Active crack control for
continuously reinforced concrete
pavements in Belgium through partial
surface notches, Publication at the
2014 Annual Meeting of the Transpor-
tation Research Board (TRB 2014), p. 15.
11?Bouquet, G.Chr., Krachten en
vervormingen in betonverhardingen,
Cement 2021, nr. 2, p. 38-45.
CEMENT 5 2021 ?53
Reacties