Er wordt steeds vaker dicht op het spoor het gebouwd. Daarbij kunnen trillingen die worden veroorzaakt door treinverkeer, voor hinder zorgen in de nabijgelegen gebouwen. Om die overlast bij nieuwbouw te beperken moet hiermee in het ontwerp rekening worden gehouden, bijvoorbeeld door het toepassen van dikkere vloeren of het afveren van het gebouw. Er zijn verschillende rekenmethoden om de trillingen te voorspellen, maar de uitkomsten lopen erg uiteen. De vraag is waar deze verschillen vandaan komen en hoe deze kunnen worden verklaard. Dit is één van de vragen die zijn onderzocht in een afstudeeronderzoek.
Dit artikel is gebaseerd op de afstudeerstudie ‘The Effect of Railway-Induced Vibrations on Timber Apartment Buildings’ dat Marica de Wit uitvoerde op de TU Delft, faculteit Civil Engineering & Geosciences, in samenwerking met BAM Advies & Engineering. Zij werd voor haar onderzoek begeleid door dr.ir. G.J.P. Ravenshorst (voorzitter), ir. M. Spanenburg RO (begeleider BAM), dr.ir. M. Mirra en dr.ir. P.C.J. Hoogenboom.
Foto 1. Bouw van appartementencomplex op ENKA-terrein in Ede, dicht tegen het spoor. Foto: BAM Advies en Engineering
Met de huidige trend in verstedelijking wordt bouwen langs het spoor steeds aantrekkelijker. Dit is echter niet zonder obstakels. Onderzoek van het RIVM uit 2019 toont aan dat 20% van de mensen die binnen een straal van 300 m van het spoor wonen, ernstige hinder ervaart door de trillingen die worden veroorzaakt door reizigerstreinen. Maar liefst 40% van de omwonenden ervaart ernstige hinder door voorbijkomende goederentreinen [1]. Dit geeft de noodzaak aan om deze overlast te voorkomen bij nieuwbouw.
Het inschatten van het effect van deze trillingen is niet eenvoudig, vanwege het grote aantal parameters dat hierop van invloed is. Afhankelijk van de manier waarop de trillingen in gebouwen worden berekend, kunnen vergelijkbare situaties tot aanmerkelijk verschillende uitkomsten leiden, met grote consequenties voor de maatregelen en dus ook bouwkosten.
Om inzichtelijk te krijgen wat de oorzaak is van deze verschillen, zijn de spoortrillingen in een betonnen appartementengebouw met drie rekenmethodes berekend en vergeleken. In een vervolg zullen ook trillingsmetingen worden uitgevoerd voor- en na de bouw van een betonnen appartementengebouw en worden de resultaten hiervan naast de berekende waardes gelegd. Hierop wordt in een vervolg artikel ingegaan.
Reacties