64? CEMENT 6 20 22
RUBRIEK REKENEN
IN DE PRAKTIJK
Dit is de 19e aflevering in de
Cement-rubriek 'Rekenen in de
praktijk'. In deze rubriek staat
telkens één rekenopgave uit de
praktijk centraal. De rubriek
wordt samengesteld door een
werkgroep, bestaande uit:
Maartje Dijk (Witteveen+Bos),
Lonneke van Haalen (ABT),
Matthijs de Hertog (Nobleo),
Jorrit van Ingen (WSP), ir. Friso
Janssen (Croes Bouwtechnisch
Ingenieursbureau), Jacques
Linssen (redactie Cement) en
Bart Vosslamber (Heijmans).
De artikelen in deze rubriek
worden telkens opgesteld door
één van de leden van deze
werkgroep. Het wordt vervol-
gens gereviewd door de andere
leden en door minimaal één
senior adviseur binnen het
bedrijf van de opsteller.
Ondanks deze zorgvuldigheid,
is de gepresenteerde rekenme-
thode de visie van een aantal
individuen.
De berekening van de scheurwijdte in een
betondoorsnede is voorgeschreven in artikel 7.3.4.van NEN-EN 1992-1-1. Deze berekening is gebaseerd op een aantal
invoerparameters die betrekking hebben op de doorsnede en op de toegepaste
materialen, een aantal vaste parameters en de spanning in het wapeningstaal onder de
te toetsen belastingcombinatie. In dit artikel is beschreven hoe de optredende
staalspanning kan worden berekend.
BEREKENING
STAALSPANNING WAPENING
Case
Deze case richt zich op het bepalen van (trek)spanning in de wapening bij een betondoorsnede. Deze spanning is nodig om de scheurwijdte te
kunnen bepalen.
CEMENT 6 2022 ?65
rekenen in de praktijk (19)
Voor de berekening van de scheurwijdte is het nodig
om de staalspanning in het wapeningsstaal te bepalen
voor de te toetsen belastingcombinatie. Deze spanning
volgt uit het krachtenevenwicht in de beschouwde
doorsnede. Deze wordt door verschillende factoren
bepaald. In dit artikel wordt ingegaan op twee variabe-
len, namelijk de hoogte van de betondrukzone (x ) en de
rek in de uiterste vezel van het beton (?
c;top ) (fig. 2). Voor
dit rekenvoorbeeld worden alle krachten op de door-
snede uitgedrukt in deze twee parameters. Als deze
twee parameters bekend zijn, kan de spanningsverde-
ling in de doorsnede worden bepaald.
?????Om een stelsel vergelijkingen met twee variabelen
op te lossen, zijn twee vergelijkingen nodig. Deze twee
vergelijkingen volgen uit het krachtenevenwicht: de som
van de horizontale belastingen op de doorsnede moet
gelijk moet zijn aan nul (?
hor = 0) en de som van de
momenten moet gelijk zijn aan nul (?
mom = 0).
Op basis van figuur 2 wordt in dit artikel een reken-
voorbeeld uitgewerkt om de spanning in het wape-
UITGANGS-
PUNTEN
hoogte doorsnede 700 mm
breedte doorsnede 400 mm
betonsterkteklasse C20/25
E-modulus beton
E
cm = 30.000 N/mm 2
E-modulus
wapeningstaal
E
s = 200.000 N/mm 2
betondekking c = 40 mm
beugelwapening Ø
bgls = 12 mm
drukwapening
4Ø12 / A
s,1 = 452 mm 2
trekwapening
4Ø16 A
s,2 = 804 mm 2
normaaltrekkracht N
E;fr = 80 kN
moment
M
E;fr = 100 kNm
INVLOEDSFACTOREN
SCHEURWIJDTE
In het artikel 'Invloed parameters
op scheurvorming', elders in dit
nummer, zijn een aantal scheur-
wijdteberekeningen gemaakt,
waarbij verschillende inputpara-
meters worden aangepast om de
invloed daarvan op de scheur-
wijdte te beschouwen.
foto 1 Wapeningsstaal balk
66? CEMENT 6 20 22
?hor= 0???6,00 · 10 6 ?c;top x2 + 2,51 · 10 8 ?c;top x - 1,08 · 10 11 ?c;top
+ 80.000x = 0
[1]
De tw
eede vergelijking volgt uit het momenteneven-
wicht in de doorsnede. Deze wordt bepaald door
van alle krachttermen de bijdrage aan het buigend
moment te berekenen ten opzichte van het midden
van de doorsnede. Hieruit volgen onderstaande
waarden:
Hieruit volgt de tweede vergelijking voor het bepalen
van ?'
c en x:
?
mom =?0???-2,00 · 10 6 ?c;top x3 + 2,10 · 10 9 ?c;top x2 - 2,02 · 10 10 ?c;top x
+ 2,83 · 10 13 ?c;top - 100.000.000x = 0 ?????? [ 2]
Door nu formule [1] te vermenigvuldigen met een factor
-100.000.000/80.000 = -1.250 ontstaan twee formules
met dezelfde x-term:
?
hor =?0?? -7,50 · 10 9 ?c;top x2 - 3,14 · 10 11 ?c;top x + 1,35 · 10 14 ?c;top
- 100.000.000x = 0
Door deze twee formules van elkaar af te trekken blijft
één formule over met twee onbekenden:
Formules Rekenen in de praktijk 19
[eerste rij formules]
= = 62 c c;top cm c;top 1
' 6, 00 10
2
N bx E
x
? ?
= =
??
??
?? 7 9
s,1 ,1 s,1 c;top c;topc;top'9, 05 10 5, 25 10s s xd
N A E x
x
? ?
= =
??
??
??
8 11
s,2
,2 s,2 c;top c;topc;top 1, 61 10 1, 03 10 s s xd
N A E x
x
=E;\fr 80.000 Nx
[tweede rij formules]
??
= = + ??
?? 63 92 N'c c c;topc;top 11
' 2, 00 10 2, 10 10
23 M N hx x x
??
= = ??
?? 10 12 Ns,1 ,1 s,1c;top c;top 1
' 2, 6\b 10 1, 53 10
2 s M N hd x
??
= = +
??
?? 10 13
Ns,2 ,2 s,2 c;topc;top 1
\b, 66 10 2, 99 10
2 s MN hd x
=
NE;\fr E;\fr 0 mm = 0 MN x
=
E;\fr 100.0000.000 M x
[derde rij formules]
??
= = ??
?? N'c c 11 ' 119, 1 kN 0, 319 m = 38,0 kNm 23
M N hx
??
= = ??
??
Ns,1 ,1 s,1 1 '7,2 kN 0,292 m = 2,1kNm 2 s M N hd
??
= =
??
??
Ns,2 ,2 s,2 1
206, \b kN 0, 290 m = 59, 8 kNm
2 s MN hd
=
NE;\fr E;\fr 0mm=80kN 0,000m=0,0kNm MN
=
E;\fr 100 kNm M
ningsstaal te bepalen. Als uitgangspunt hierbij wordt
aangehouden dat alle belastingen die naar rechts
werken als positief worden aangehouden. Voor de
E-modulus wordt de waarde van E
cm volgens NEN-EN
1992-1-1, tabel 3.1 aangehouden.
Voor het rekenvoorbeeld wordt een doorsnede
beschouwd van 700 x 400 mm
2 met een drukwapening
van 4Ø12, een trekwapening van 4Ø16 en beugelwa-
pening Ø12. Op de doorsnede wordt een normaaltrek-
kracht uitgeoefend van 80 kN en een buigend moment
van 100 kNm. Voor de overige uitgangspunten zie het
kader 'Uitgangspunten'.
Voor de positie van de wapening geldt:
d
s,1 = 40 mm + 12 mm + ½ · 12 mm ? 58 mm
d
s,2 = 700 mm ? 40 mm ? 12 mm ? ½ · 16 mm 640 mm
Met de ze waarden worden de belastingen op de door-
snede bepaald, uitgedrukt in ?
c;top en x. Om op hanteer-
bare formules uit te komen worden alle termen met x
vermenigvuldigd. Hierdoor verdwijnen de breuken uit
de vergelijking.
Sommatie van bovenstaande termen geeft de eerste
vergelijking voor het bepalen van ?
c;top en x:
Formules Rekenen in de praktijk 19
[eerste rij formules]
= = 62 c c;top cm c;top 1
' 6, 00 10
2 N bx E x
? ?
= =
??
??
?? 7 9
s,1 ,1 s,1 c;top c;topc;top '9, 05 10 5, 25 10s s xd N A E x
x
? ?
= =
??
??
?? 8 11
s,2
,2 s,2 c;top c;topc;top 1, 61 10 1, 03 10 s s xd N A E x x
=E;\fr 80.000 N x
[tweede rij formules]
??
= = + ??
?? 63 92 N'c c c;topc;top 11
' 2, 00 10 2, 10 10
23
M N hx x x
??
= = ??
?? 10 12 Ns,1 ,1 s,1c;top c;top 1
' 2, 6\b 10 1, 53 10
2 s M N hd x
??
= = +
??
??
10 13
Ns,2 ,2 s,2 c;topc;top 1
\b, 66 10 2, 99 10
2 s MN hd x
=
NE;\fr E;\fr 0 mm = 0 MN x
=E;\fr 100.0000.000 M x
[derde rij formules]
??
= = ??
?? N'c c 11 ' 119, 1 kN 0, 319 m = 38,0 kNm 23
M N hx
??
= = ??
??
Ns,1 ,1 s,1 1 '7,2 kN 0,292 m = 2,1kNm 2 s M N hd
??
= =
??
??
Ns,2 ,2 s,2 1
206, \b kN 0, 290 m = 59, 8 kNm
2 s MN hd
=
NE;\fr E;\fr 0mm=80kN 0,000m=0,0kNm MN
=
E;\fr 100 kNm M
fig. 2 Spanningsfiguren doorsnede
CEMENT 6 2022 ?67
rekenen in de praktijk (19)
-2,00 · 10 6 ?c;top x3 + 9,60 · 10 9 ?c;top x2 + 2,94 · 10 11 ?c;top x - 1,07 ·
10 14 ?c;top = 0
In elk
e term van de formule staat de onbekende para-
meter ?
c;tp. Door nu de formule door ? c;top te delen blijft
één derdegraads formule met één onbekende para-
meter x over.
x
3 ? 4,80 · 10 3 x2 ? 1,47 · 10 5 x + 5,35 · 10 7 = 0
De
ze formule kan worden opgelost en hieruit volgt de
hoogte van de betondrukzone. Uit deze berekening
wordt voor x een waarde gevonden van 92,1 mm. Deze
waarde kan vervolgens in één van de twee formules
([1] of [2]) ingevuld worden om de bijbehorende rek in
de uiterste betonvezel (?
c;top ) te bepalen. Hieruit volgt:
?
c;top = 0,216? (2,16 · 10 -4)
De formules om de individuele krachtcomponenten
te bepalen zijn al eerder bepaald en kunnen worden
ingevuld nu de hoogte van de drukzone en de rek in
het beton bekend zijn. Denk eraan dat alle compo-
nenten met x vermenigvuldigd zijn om de breuken uit
de formules weg te werken en dus ook weer door x
gedeeld moeten worden om de krachten te bepalen.
N'
c= 6,00 · 10 6?c;top x2/x = 119,1 kN (druk)
N'
s,1 = 9,05 · 10 7?c;top x/x - 5,25 · 10 9 ?c;top /x = 7,2 kN (druk)
N
s,2 = 1,61 · 10 8 ?c;top x /x - 1,03 · 10 11 ?c;top /x = -206,4 kN (trek)
N
E;fr= 80.000x/x = 80 ,0 kN (trek)
Positieve krachten werken hierbij volgens figuur 2
naar rechts, negatieve krachten werken naar links. Uit
de sommatie van de gevonden krachten volgt dat er
inderdaad evenwicht heerst in de doorsnede (fig. 3). Nu de krachten bekend zijn, kan ook het momenteneven-
wicht in de doorsnede worden gecontroleerd. Hieruit volgt:
Formules Rekenen in de praktijk 19
[eerste rij formules]
= = 62 c c;top cm c;top 1
' 6, 00 10
2
N bx E
x
? ?
= =
??
??
?? 7 9
s,1 ,1 s,1 c;top c;topc;top'9, 05 10 5, 25 10s s xd
N A E x
x
? ?
= =
??
??
??
8 11
s,2
,2 s,2 c;top c;topc;top 1, 61 10 1, 03 10 s s xd
N A E x
x
=E;\fr 80.000 Nx
[tweede rij formules]
??
= = + ??
?? 63 92 N'c c c;topc;top 11
' 2, 00 10 2, 10 10
23
M N hx x x
??
= = ??
?? 10 12 Ns,1 ,1 s,1c;top c;top 1
' 2, 6\b 10 1, 53 10
2 s M N hd x
??
= = +
??
??
10 13
Ns,2 ,2 s,2 c;topc;top 1
\b, 66 10 2, 99 10
2 s MN hd x
=
NE;\fr E;\fr 0 mm = 0 MN x
=E;\fr 100.0000.000 M x
[derde rij formules]
??
= = ??
?? N'c c 11 ' 119, 1 kN 0, 319 m = 38,0 kNm 23
M N hx
??
= = ??
?? Ns,1 ,1 s,1 1 '7,2 kN 0,292 m = 2,1kNm 2 s M N hd
??
= =
??
?? Ns,2 ,2 s,2 1
206, \b kN 0, 290 m = 59, 8 kNm
2 s MN hd
=
NE;\fr E;\fr 0mm=80kN 0,000m=0,0kNm MN
=
E;\fr 100 kNm M
Ook hier volgt uit de sommatie van de buigende
momenten dat er evenwicht heerst in de doorsnede.
De (trek)spanning in de wapening, die nodig is om de
scheurwijdte te berekenen, kan nu berekend worden uit
de optredende trekkracht in de wapening. Hieruit volgt:
206,4 · 103 N / 804 mm
2 = 256,6 N/mm 2
Voor de drukspanning in het beton in de uiterste vezel
wordt een waarde gevonden van:
2,16? · 30.000 N/mm
2 = 6,5 N/mm 2
Bovenstaande formules zijn goed te programmeren in een
rekensheet om daarmee de representatieve staalspanning
voor het berekenen van de scheurwijdte te bepalen. De
formules kunnen relatief eenvoudig worden uitgebreid met
extra lagen wapeningstaal of bijvoorbeeld aangepaste
materiaaleigenschappen voor andere beton- en staalkwa-
liteiten. Zie daarvoor ook het artikel 'Invloedsfactoren
scheurvorming' elders in dit nummer.
fig. 3 Krachtsverdeling in de doorsnede
Rubriek Rekenen in de praktijk
Dit is de 19e aflevering in de Cement-rubriek ‘Rekenen in de praktijk’. In deze rubriek staat telkens één rekenopgave uit de praktijk centraal. De rubriek wordt samengesteld door een werkgroep, bestaande uit: Maartje Dijk (Witteveen+Bos), Lonneke van Haalen (ABT), Matthijs de Hertog (Nobleo), Jorrit van Ingen (WSP), ir. Friso Janssen (Croes Bouwtechnisch Ingenieursbureau), Jacques Linssen (redactie Cement) en Bart Vosslamber (Heijmans).
De artikelen in deze rubriek worden telkens opgesteld door één van de leden van deze werkgroep. Het wordt vervolgens gereviewd door de andere leden en door minimaal één senior adviseur binnen het bedrijf van de opsteller. Ondanks deze zorgvuldigheid, is de gepresenteerde rekenmethode de visie van een aantal individuen.
Reacties