Bij ondergronds bouwen wordt in Nederland veelvuldig gebruikgemaakt van onderwaterbetonvloeren. Hoe zorg je voor een optimaal en veilig ontwerp, waarbij zo weinig mogelijk beton en trekpalen nodig zijn en de kosten laag blijven? Afstudeerder Pim van Starrenburg onderzocht het effect van ontwerpparameters en de toegevoegde waarde van staalvezelwapening in onderwaterbetonvloeren. Hij ontwikkelde een optimalisatietool voor toekomstige projecten om snel het meest economische ontwerp voor onderwaterbetonvloeren te berekenen.
Onderwaterbeton: verbeteren van
ontwerpeff iciëntie
door parametrisatie
Afstudeeronderzoek naar de invloed van ontwerpparameters
en de toegevoegde waarde van staalvezelwapening in onderwaterbetonvloeren
1 Onderwaterbetonvloer project Rotterdamsebaan, foto: Tim Bakker
1
36? CEMENT 7 20 23
Een traditionele onderwaterbe-
tonvloer (OWB-vloer) heeft van-
wege het ontbreken van wapening
doorgaans een tijdelijke functie
en gaat gepaard met hoge kosten.
Het ontwerp is redelijk geïsoleerd van de
rest van een project en volgt een vast proto-
col. Dit biedt de mogelijkheid om door mid-
del van parametrisatie inzicht te creëren in
manieren om tot een efficiënter ontwerp te
komen.In de context van dit afstudeeronder-
zoek houdt parametrisatie in dat de ver-
schillende bezwijkmechanismen van een
OWB-vloer zijn beschreven als functie van
ontwerpparameters, waarmee de invloed
van deze parameters op het ontwerp inzich-
telijk is gemaakt. Tevens zijn toepassings-
scenario's voor staalvezelgewapende
OWB-vloeren (SVOWB-vloer) in kaart ge-
bracht. Daarnaast is een nieuwe ontwerp-
methodiek verkregen door de afzonderlijk
geparametriseerde bezwijkmechanismen
van zowel een OWB- als SVOWB-vloer aan
elkaar te koppelen in een optimalisatietool.
Hierbij verkrijgt een gebruiker met beperkte
invoer een optimaal ontwerp, op basis van
materiaalkosten. Met deze volledige parame-
trisatie van het ontwerpproces is een extra
stap gezet in het slaan van een brug tussen
computerwetenschappen en civiele tech-
niek, dat een toenemende rol speelt bij het
ontwerpen van constructies. In dit artikel wordt een voorbeeld gegeven
waarbij de invloed van ontwerpparameters
op de ponsweerstand inzichtelijk is gemaakt.
Daarnaast wordt de gehanteerde ontwerp-
methodiek voor een staalvezelgewapende
OWB-vloer toegelicht en wordt beschreven
hoe op parametrische wijze de toegevoegde
waarde van staalvezelwapening inzichtelijk
is gemaakt en gekwantificeerd. Tot slot volgt
een toelichting van de ontwikkelde optimali-
satietool en de toepassing in een casus.
Ontwerp van onderwaterbeton-
vloeren
CUR-Aanbeveling 77 [1] biedt een richtlijn
voor het ontwerp van OWB-vloeren die zijn
opgesloten tussen keerwanden en zijn ver-
bonden aan trekelementen. De constructie
wordt hierbij geschematiseerd als doorgaan
-
de ligger op verende steunpunten, belast
met een excentrische normaaldrukkracht
en verdeelde opwaartse belasting. Voor de
toetsing van dwarskracht-, moment-, en
ponscapaciteit gelden verschillende bezwijk -
mechanismen, afhankelijk van enerzijds
het toegepaste type trekelement en ander-
zijds of de constructie scheurt. Als het
scheurmoment wordt overschreden, zal de
momentweerstand worden ontleend aan
een drukboog waarvan de weerstand sterk
afhankelijk is van de normaaldrukkracht in
de vloer. Bij een stijghoogte kleiner dan 10 m
t.o.v. bovenkant OWB-vloer, kan aanvul -
IR. PIM VAN
STARRENBURG
Constructeur
BAM Infra Nederland auteur
Bij ondergronds bouwen wordt in Nederland veelvuldig gebruikgemaakt van
onderwaterbetonvloeren. Hoe zorg je voor een optimaal en veilig ontwerp, waarbij zo
weinig mogelijk beton en trekpalen nodig zijn en de kosten laag blijven? Afstudeerder
Pim van Starrenburg onderzocht het effect van ontwerpparameters en de toegevoegde
waarde van staalvezelwapening in onderwaterbetonvloeren. Hij ontwikkelde een
optimalisatietool voor toekomstige projecten om snel het meest economische ontwerp
voor onderwaterbetonvloeren te berekenen.
CEMENT 7 2023 ?37
lende normaaldrukkracht als gevolg van
membraanwerking worden meegenomen.
Dit ontstaat door rotatie van gescheurde
delen waardoor de vloer de keerwand tegen
het grondmassief indrukt.
Invloed van parameters op
ponsweerstand
De parametrisatie van het bezwijkmecha-
nisme voor pons van OWB-vloeren verbon-
den met schotelankers, is weergegeven in
figuur 2. De weerstand is een functie van
betonsterkteklasse, diameters van de anker-
schotel (d) en het trekelement (D), en de nut-
tige hoogte van de ponskegel (d
min ). Laatst-
genoemde is een afgeleide van de vloerdikte.
Afhankelijk van de ontwerpparameters,
wordt de ponsweerstand bepaald door de
maatgevende waarde van de druksterkte
onder de schotel en de weerstand van de
ponskegel. Op de verticale as van de grafieken is
de waarde van de ponsweerstand weergege-
ven. De data laten zien dat, voor de beschouw -
de schoteldiameters, de weerstand van de
ponskegel maatgevend is als de nuttige
hoogte een kleine waarde heeft. In dit geval
heeft vergroten van de schotel- of paaldia-
meter nauwelijks tot geen effect op de weer-
stand. Naarmate de nuttige hoogte toeneemt,
wordt de druksterkte onder de schotel maat-
gevend over de weerstand van de ponskegel.
Dit omslagpunt vindt eerder plaats bij kleine
schoteldiameters. Wanneer de druksterkte
onder de schotel maatgevend is, heeft het
vergroten van de vloerdikte geen effect meer.
De enige manier om de weerstand dan te
vergoten is door de betonsterkteklasse te verhogen of door een groter schotelanker
toe te passen. Het vergoten van de paaldia-
meter heeft zelfs een averechts effect en
verlaagt de weerstand doordat het de opper-
vlakte onder de schotelanker verkleint. Over
het algemeen heeft het verhogen van de be-
tonsterkteklasse altijd een gunstig effect op
de ponsweerstand, maar dit effect is relatief
groter wanneer de druksterkte maatgevend
is. In het afstudeerrapport [2] is voor ieder
bezwijkmechanisme een vergelijkbare ana-
lyse uitgevoerd en gepresenteerd.
Ontwerpmethodiek SVOWB
Bij een ongewapende OWB-vloer wordt, zo-
als eerder vermeld, de momentweerstand in
gescheurde situatie ontleend aan de druk-
boog. Bij toepassing van een SVOWB-vloer
zullen na het ontstaan van scheurvorming
de staalvezels worden 'geactiveerd'. Door het
aanspreken van de rest-treksterkte van het
materiaal wordt evenwicht in de doorsnede
behouden. Mits de constructie 'hardening-
gedrag' vertoont, waarbij een stijgende tak
in het M-N-
?-diagram ontstaat na scheuren,
kan een fijn patroon aan kleine scheurtjes
worden verwacht op de plaats waar het
scheurmoment wordt overschreden. Afhan -
kelijk van de stijfheid van de trekelementen,
is dit boven een oplegging of in een veldmid-
den. Door het taaie gedrag van een SVOWB-
vloer kan extra energie in het systeem
worden opgeslagen, waardoor de belasting
kan toenemen en het moment zal worden
herverdeeld tot er elders scheur
v
orming
ontstaat. In theorie kan op deze wijze door-
belast worden tot boven alle steunpunten of
2 Ponsweerstand OWB-vloer met schotelankers
AFSTUDEERONDERZOEK
Dit artikel is gebaseerd op de afstudeer-
studie 'Underwater concrete floors:
improving design efficiency' dat Pim van
Starrenbrug uitvoerde op de TU Delft,
faculteit Civil Engineering & Geosciences
in opdracht van BAM Infraconsult, het
ontwerpbureau van BAM Infra. De auteur
werd voor zijn onderzoek begeleid door
prof.dr.ir. M.A.N. Hendriks (TU Delft),
dr.ir. C.B.M. Blom (TU Delft), ir. Hans
Ramler (TU Delft) en ir. Johan Tuls (BAM
Infra Nederland)
2
38? CEMENT 7 20 23
in alle veldmiddens een plastisch scharnier
met momentcapaciteit M
p ontstaat. Nog ver-
der doorbelasten betekent dat er een me-
chanisme ontstaat, wat leidt tot bros bezwij-
ken en vermeden moet worden. De uiterste
situatie wordt gegeven in figuur 3 [3].
Rekening houdend met veiligheid op bros
bezwijken bij het bereiken van een mecha-
nisme, wordt er een veiligheidsfactor (
?) van
1,25 gebruikt, conform [4]. De maximale ver-
deelde belasting moet dan voldoen aan:
q
max = 8 (M p + M cr/?) / L 2
Voor het ontstaan van de situatie in figuur 3
zijn er twee voorwaarden waaraan moet
worden voldaan:
1?De rotatiecapaciteit van het plastisch
scharnier mag niet worden overschreden.
2?Plastisch gedrag ? 'hardening' ? moet
worden gegarandeerd.
De waarde van het plastisch moment kan
worden bepaald met het
M-N- ?-diagram en is
afhankelijk van de vloerdikte, normaalkracht,
en de nascheur-treksterkten van het staal
-
v
ezelbetonmengsel. Als uitgangspunt voor dit onderzoek is uitgegaan van na-scheur trek
-
sterkten, die voortkomen uit laboratorium-
onderzoek naar een betonmengsel dat is
toegepast in de ontvangstschacht van de
Botlekspoortunnel [5], uitgevoerd door onder
ander
e BAM Infra (zie ook kader 'Bepalen
van na-scheur treksterkten'). Met het span -
ning-rekdiagram volgens [4] kan vervolgens
een
M-N- ?-diagram worden geplot.
Zoals weergegeven in figuur 4, heeft
normaalkracht een gunstig effect op de
waarde van het plastisch moment en de
maximale rotatie. Op basis van de blauwe
lijn kan worden gesteld dat voor het be-
schouwde betonmengsel met resttreksterk-
ten f
ctm,eq150 en f ctm,eq300 , voorwaarde 2 altijd
wordt nagekomen. De maximale rotatieca-
paciteit voor een SVOWB-vloer met het be-
schouwde betonmengsel is afhankelijk van
de normaalkracht en vloerdikte en is weer-
gegeven in figuur 5.
Toegevoegde waarde SVOWB-
vloer
Om de toegevoegde waarde van staalvezel-
wapening te kwantificeren en de toepas-
singsscenario's voor een SVOWB-vloer te
onderzoeken, is met een parametrische
aanpak de minimale vloerdikte voor zowel
een OWB- als SVOWB-vloer vastgesteld on-
der verschillende combinaties van normaal -
kracht (N) en verdeelde belasting (q). Hierbij
is uitgegaan van een gescheurde con-
3 Bezwijkmechanisme SVOWB-vloer [3]
4 M-N-?-diagram SVOWB-vloer
5 Rotatiecapaciteit SVOWB-vloer
Door ieder
bezwijk
-
mechanisme
parametrisch te
beschrijven als
functie van
ontwerp
-
parame
ters, is
de gevoeligheid
van de ontwerp-
parameters
gevisualiseerd
3
4 5
CEMENT 7 2023 ?39
stijghoogte naar 10 m aangepast. In figuur 8
is nu te zien dat er significant verschil in
vloerdikte gemaakt kan worden met de toe-
passing van SVOWB-vloer. In het witte ge-
deelte van deze grafiek (rood omlijnd) is de
toepassing van een OWB-vloer plausibel,
door de geringe normaalkracht. Toepassing
van een SVOWB-vloer is hier wel mogelijk.
Een voorbeeld van een project waarbij het
ontbreken van normaalkracht heeft geleid
tot de toepassing van een SVOWB-vloer, is
het Mauritshuis in Den Haag (foto 9) [7].
In het afstudeerrapport zijn voor meer com-
binaties van parameters resultaten weerge-
geven. Tevens is de reductie van minimale
vloerdikte procentueel uitgedrukt.
Optimalisatietool
In het onderzoek is een tool ontwikkeld
waarin met behulp van een Python-script
een parametrisch model wordt aangestuurd.
Hierbij worden de afzonderlijk geparametri-
seerde bezwijkmechanismen gekoppeld met
voorwaarden en stappen die overeenkomen
met het ontwerpproces conform [1]. Dit
biedt de mogelijkheid om voor een specifieke
casus een optimale verzameling van ont-
werpparameters te vinden, resulterend in
een ontwerpvariant met de laagst mogelijke
prijs op basis van materiaalkosten.Als gebruiker hoeft slechts beperkte
invoer gegeven te worden. In een Excel-
document moeten casus-specifiek
e para
-
meter
s (tabel 1), eenheidsprijzen van de
materialen en eig
enschappen van te be-
schouwen trekelementen worden gegeven.
Het Python-
script r
ekent het ontwerp van
de constructie door voor alle combinaties
structie waarbij de momentweerstand maat-
gevend is. Dit betekent dat de minimale
vloerdikte voor een OWB-vloer afhankelijk is
van de weerstand van de drukboog, terwijl
de minimale vloerdikte voor een SVOWB-
vloer afhankelijk is van het bovengenoemde
bezwijkmechanisme.
De bezwijkmechanismen zijn afhan-
kelijk van onderstaande parameters, die
voor deze vergelijking een standaardwaarde
hebben gekregen, tenzij anders aangegeven:
h.o.h. trekelementen (2,5 m);
stijghoogte grondwater (0 m);
membraanveerstijfheid (35 MN/m²);
inlegdiepte schotelanker t.o.v. bovenkant
vloer (0,25 m).
Met deze parameters zijn er drie toepassings-
scenario's gevonden voor SVOWB-vloeren:
1
B
ij de toepassing van een grote h.o.h.-afstand
In figuur 6 is te zien dat bij een h.o.h.-afstand
van 4,5 m, in bepaalde combinaties van N en
q een besparing op de benodigde vloerdikte
tot 0,3 m mogelijk is. Een voorbeeld van een
project wat onder deze toepassingsscenario
valt en waarbij een SVOWB-vloer is toege-
past, is de Heinoseweg in Zwolle [3].
2
B
ij een kleine nuttige hoogte van de drukboog
Door het schotelanker diep in de vloer te
leggen, wordt een lage drukboog gecreëerd,
wat een ongunstig effect heeft op de moment-
weerstand van de drukboog. In combinatie
met de overige bovenstaande parameters,
kan de vloer tot 0,35 m slanker worden uit-
gevoerd met de toepassing van staalvezels
(fig. 7).
3
B
ij een lage normaalkracht
Om extra normaalkracht als gevolg van
membraanwerking niet mee te nemen, is de
7 6
Er zijn drie
toepassings -
scenar
io's
gevonden voor
SVOWB-
vloeren
6 Reductie minimale vloerdikte door toepassing SVOWB-vloer bij grote h.o.h.-afstand (4,5 m) 7 Reductie minimale vloerdikte door toepassing SVOWB-vloer bij lage drukboog
8 Reductie minimale vloerdikte door toepassing SVOWB-vloer bij lage normaalkracht;
in het witte gedeelte van deze grafiek (rood omlijnd) is de toepassing van een OWB-vloer plausibel
8
40? CEMENT 7 20 23
9 Storten staalvezelversterkt onderwaterbeton bij Mauritshuis in Den Haag, foto: ABT bv
BEPALEN VAN NA-SCHEUR
TREKSTERKTEN
De na-scheur treksterkten voor
staalvezelgewapend beton die
als uitgangspunt zijn gebruikt
in dit afstudeerrapport, zijn
afkomstig van een vooronder-
zoek naar het betonmengsel
dat is gebruikt voor de ont-
vangstschacht van de Botlek-
spoortunnel [5]. Deze waarden
zijn gebaseerd op vierpunts
buigproeven op testbalken van
500 x 150 x 150 mm
3. Tegen-
woordig wordt voor het bepa-
len van na-scheur treksterkten
gebruikgemaakt van driepunts-
buigproeven op testbalken van
550 x 150 x 150 mm
3 met een
zaagsnede van 25 mm diep in
het veldmidden, conform [6].
9
Tabel 1?Casusspecifieke ontwerpparameters
parameter beschrijving waardeeenheid
L
x lengte korte overspanning 29,5[m]
L
y lengte lange overspanning 30,5[m]
b.k. kuip bovenkant kuip t.o.v. NAP 1,5[m]
b.k. vloer bovenkant vloer t.o.v. NAP -1 5, 5[m]
phead stijghoogte 13[m]
N
x normaalkracht korte overspanning 1100[kN/m]
N
y normaalkracht lange overspanning 1170[kN/m]
µ
x wrijvingsfactor wand/vloer 0.3[-]
µ
y wrijvingsfactor wand/vloer 0.3[-]
k
1,x veerstijfheid wand korte overspanning 60000[kN/m²]
k
1,y veerstijfheid wand lange overspanning 100000[kN/m²]
k
3 stijfheid membraanveer -[kN/m²]
CC-klasse gevolgklasse 2[-]
tol
onder uitvoeringstolerantie 0.15[m]
tol
boven uitvoeringstolerantie 0.075[m]
tol
verankering uitvoeringstolerantie 0.1[m]
L
trekelement geschatte diepte trekelementen 28[m]
van variabele parameters (tabel 2), deze
parameters kunnen waarden aannemen
binnen een op te geven bereik. Bovendien
wordt er berekend of de toepassing van
staalvezelwapening een meerwaarde is. Op
basis van de optimale verzameling van ont-
werpparameters wordt automatisch een
berekeningsrapport opgesteld.
De tool is toegepast op een casus met casus-
specifieke parameters conform tabel 1. Bij
het gebruik van een traditionele ontwerp-
methode zou op basis van ervaring en prak-
tijkkennis waarschijnlijk een h.o.h.-afstand
van de trekpalen van 2 à 2,5 m zijn gebruikt
als uitgangspunt. In combinatie met een
betonsterkteklasse van C20/25 en een vloer-
dikte van 1,0 m zou dit een rigide ontwerp
geven dat pons als maatgevend bezwijk
-
mechanisme heeft.
Volgens de optimalisatie-
tool zou het voordeliger zijn om een grotere
h.o.h.-afstand te gebruiken in combinatie
met een hogere betonsterkteklasse en een
dikkere vloer. Dit zou leiden tot een mate
-
riaalk
ostenbesparing van tot wel 30%. De
optimale v
erzameling van parameters voor
de betreffende casus zijn weergegeven in
tabel 2.
CEMENT 7 2023 ?41
Conclusie
Met dit onderzoek is inzicht verkregen in
het effect van ontwerpparameters en ge-
bruiksscenario's van SVOWB-vloeren. De
meerwaarde van parametrisatie blijkt hier-
uit duidelijk, aangezien dit de mogelijkheid
geeft om een grote hoeveelheid scenario's te
analyseren waaruit voldoende data is gege-
nereerd om conclusies te trekken. Tevens
heeft de parametrisatie geleid tot een nieu-
we ontwerpmethodiek voor (SV)OWB-vloe-
ren, waarmee een stap voorwaarts is gezet
met betrekking tot het digitaliseren van het
ontwerp van constructies. De resultaten van
dit onderzoek geven mogelijkheden en kan-
sen om kennis verder te ontwikkelen. Daar-
om wordt het volgende aanbevolen:
De meerwaarde van toepassing van staal-
vezelwapening is gebaseerd op een beton-
mengsel met 30 kg/m
3 Dramix 3D vezels.
Sindsdien is er veel ontwikkeling geweest op
het gebied van staalvezelwapening, met als
gevolg vezels met een hogere treksterkte en
ductiliteit. Aanvullend onderzoek zou even-
tuele meerwaarde met deze nieuwe vezels
ten opzichte van de resultaten van dit onder-
zoek in kaart kunnen brengen.
De toegevoegde waarde van staalvezels
wordt in dit onderzoek alleen berekend op
basis van momentweerstand. Aanvullend
onderzoek waarbij ook dwarskracht-, en ponsweerstand van een SVOWB-vloer wor-
den beschouwd, zou extra inzicht bieden.
De optimalisatietool baseert het optimale
ontwerp op materiaalkosten. Het meewegen
van aspecten als duurzaamheid en uitvoer-
baarheid zou de vergelijking completer
maken. Voor het optimale ontwerp wordt
nu alleen de uitvoeringsfase van de bouw -
kuip beschouwd, extra waarde zou worden
behaald wanneer het resultaat ook direct
toepasbaar zou zijn voor de definitieve
situatie.
In het onderzoek
is een tool ont-
wikkeld waarin
met behulp van
een Python-
script een
para
metrisch
model wordt
aan
gestuurd Tabel 2?Variabele ontwerpparameters
parameter beschrijving eenheid optimaal
h
gem vloerdikte [m]1,025
s
x aantal velden korte overspanning [-]13
s
y aantal velden lange overspanning [-]9
C-class betonsterkteklasse [-]C30/37
C-type type trekelement [-]schotelanker
c wrijvingsfactor schacht glad trekelement [-]-
a
r ribafstand geribbeld trekelement [m]-
p inlegdiepte schotelanker [m]0,175
D
glad trekelement diameter glad trekelement [m]-
B
geribbeld trekelement beton paaldoorsnede geribbeld trekelement beton [m]-
D
Geribbeld trekelement staal diameter geribbeld trekelement staal [m]-
D
Schotelanker diameter trekelement met schotelanker [m]0,35
D
Schotelanker diameter schotelanker [m]0,0635
k
2 stijfheid trekelement [kN/m]50000
toevoeging vezels wel of geen toevoeging van staalvezels [-]nee
LITERATUUR
1?CUR-Aanbeveling 77:2014 Rekenregels
voor ongewapende onderwaterbeton-
vloeren. SBRCURnet, Gouda.
2?Starrenburg, P., Underwater concrete
floors: improving design efficiency.
Master Thesis TU Delft.
3?Boersma, AE., Heijmans, R. W. M. G.,
& Jansen, J. A. G., Ruim baan met
staalvezelversterkt onderwaterbeton.
Cement 2001/4, p. 55?59.
4?Polhaar, A. G., Eindstudie
staalvezelgewapend onderwaterbeton
[MSc thesis]. TU Delft, september 1998.
5?BTC boortunnelcombinatie. (n.d.).
Botlekspoortunnel Ontvangstschacht
Evaluatie staalvezel onderwaterbeton.
6?NEN-EN 14651+A1: Beproevings-
methode voor staalvezelbeton ? Meten
van de buigtreksterkte (proportionali-
teitsgrens (LOP), reststerkte).
7?Arkesteijn, R. & Menting, M.,
Staalvezelversterkt onderwaterbeton.
Cement 2013/3, p. 44?51.
42? CEMENT 7 20 23
Afstudeeronderzoek
Dit artikel is gebaseerd op de afstudeerstudie ‘Underwater concrete floors: improving design efficiency’ dat Pim van Starrenbrug uitvoerde op de TU Delft, faculteit Civil Engineering & Geosciences in opdracht van BAM Infraconsult, het ontwerpbureau van BAM Infra. De auteur werd voor zijn onderzoek begeleid door prof.dr.ir. M.A.N. Hendriks (TU Delft), dr.ir. C.B.M. Blom (TU Delft), ir. Hans Ramler (TU Delft) en ir. Johan Tuls (BAM Infra Nederland)
Een traditionele onderwaterbetonvloer (OWB-vloer) heeft vanwege het ontbreken van wapening doorgaans een tijdelijke functie en gaat gepaard met hoge kosten. Het ontwerp is redelijk geïsoleerd van de rest van een project en volgt een vast protocol. Dit biedt de mogelijkheid om door middel van parametrisatie inzicht te creëren in manieren om tot een efficiënter ontwerp te komen.
In de context van dit afstudeeronderzoek houdt parametrisatie in dat de verschillende bezwijkmechanismen van een OWB-vloer zijn beschreven als functie van ontwerpparameters, waarmee de invloed van deze parameters op het ontwerp inzichtelijk is gemaakt. Tevens zijn toepassingsscenario’s voor staalvezelgewapende OWB-vloeren (SVOWB-vloer) in kaart gebracht. Daarnaast is een nieuwe ontwerpmethodiek verkregen door de afzonderlijk geparametriseerde bezwijkmechanismen van zowel een OWB- als SVOWB-vloer aan elkaar te koppelen in een optimalisatietool. Hierbij verkrijgt een gebruiker met beperkte invoer een optimaal ontwerp, op basis van materiaalkosten. Met deze volledige parametrisatie van het ontwerpproces is een extra stap gezet in het slaan van een brug tussen computerwetenschappen en civiele techniek, dat een toenemende rol speelt bij het ontwerpen van constructies.
In dit artikel wordt een voorbeeld gegeven waarbij de invloed van ontwerpparameters op de ponsweerstand inzichtelijk is gemaakt. Daarnaast wordt de gehanteerde ontwerpmethodiek voor een staalvezelgewapende OWB-vloer toegelicht en wordt beschreven hoe op parametrische wijze de toegevoegde waarde van staalvezelwapening inzichtelijk is gemaakt en gekwantificeerd. Tot slot volgt een toelichting van de ontwikkelde optimalisatietool en de toepassing in een casus.
Reacties