BRL 5022, de beoordelingsrichtlijn over de coördinerend constructeur, kan een belangrijke rol gaan vervullen bij een betere borging van constructieve veiligheid. Deze BRL is op 27 april 2021 bindend verklaard. Aansluitend zijn twee pilotprojecten gestart: één bij een grote aannemer en één bij een middelgroot ingenieursbureau. De BRL, die aanvankelijk 'op de tekentafel' tot stand is gekomen, zal op grond van de in deze projecten opgedane ervaringen worden bijgewerkt voor een betere afstemming op de engineeringspraktijk. Een blik op de ervaringen tot nu toe en de aandachtspunten voor verdere uitwerking.
Foto 1. Bij het borgen van constructieve veiligheid van een bouwwerk speelt de coördinerend constructeur een belangrijke rol
Dit artikel is het derde in de artikelenserie ‘Borgen constructieve veiligheid’ die Cement in samenwerking met VNconstructeurs in 2022 en 2023 publiceert. In de artikelenreeks wordt de manier belicht waarop procesverbeteringen moeten leiden tot meer constructieve veiligheid. De artikelen zijn online te raadplegen op www.cementonline.nl/serie-borgen-constructieve-veiligheid
Bij het borgen van constructieve veiligheid van een bouwwerk speelt de coördinerend constructeur een belangrijke rol. Om deze rol zo in te richten dat een hoog kwaliteitsniveau van de geleverde engineering wordt geborgd, is de beoordelingsrichtlijn BRL 5022 opgesteld. Op basis van de BRL kunnen ingenieursbureaus een ‘KOMO-dienstencertificaat voor de engineering van bouwwerken in de woning- en utiliteitsbouw door de coördinerend constructeur’ behalen.
De verdere uitwerking van de BRL wordt afgestemd op alle andere relevante ontwikkelingen en systemen die van belang zijn voor de kwaliteitsboring van de engineering. Dat zijn bijvoorbeeld:
Naast het voeren van dezelfde terminologie zijn nog lopende, maar zinvolle ontwikkelingen alvast in de BRL opgenomen. Een voorbeeld is de BRL-eis dat het overdrachtsdossier DO-TO (Definitief Ontwerp – Technisch Ontwerp) ook de constructieve ontwerpberekeningen moet bevatten.
Reacties