De vervangings- en renovatieopgave in de Nederlandse bouw is immens. Maar welke betonconstructies moeten nu daadwerkelijk worden vervangen? En welke kunnen met onderhoud toch nog langer in stand worden gehouden? Voor bijna alle beheerders bieden visuele inspecties de basis voor het in kaart brengen van de toestand van betonconstructies. Maar niet in alle gevallen levert een visuele inspectie voldoende informatie op. Soms is het bepalen van een schadeoorzaak en -prognose noodzakelijk om een onderhoudsstrategie te bepalen, of zijn er gebreken dieper in de constructie aanwezig die aan het oppervlak niet zichtbaar zijn. Hier kunnen aanvullende onderzoekstechnieken een uitkomst bieden.
Voor het bepalen van de staat van het beton of het vaststellen van schades zijn er twee categorieën onderzoekstechnieken: niet-destructieve en destructieve. Enkele voorbeelden van niet-destructieve onderzoekstechnieken zijn: dekkingsmetingen, radaronderzoek en ultrasoononderzoek. Voorbeelden van destructieve onderzoekstechnieken zijn: vrijmaken wapening, kernboringen (al dan niet voor laboratoriumonderzoeken), hechtsterktemetingen, potentiaalmetingen, carbonatatiedieptemetingen en chloridegehalte bepalingen.
In dit artikel zoomen we in op drie verschillende cases, waar een of meer onderzoekstechnieken zijn gebruikt om de benodigde informatie te achterhalen. Soms leidt dit tot verrassende conclusies.
Een groot deel van wapeningscorrosie in beton wordt veroorzaakt doordat carbonatatie is gevorderd tot in de wapeningszone. We spreken hier over door carbonatatie geïnitieerde wapeningscorrosie.
Reacties