Bij toepassing van een reparatiemiddel moet aandacht worden besteed aan de vochtigheid van het bestaande beton. Er kan immers vochttransport optreden vanuit het reparatiemiddel naar het beton en vice versa. Aan dat fenomeen is aandacht besteed in een promotieonderzoek aan de TU Delft.               
                
             
                              
                                          
                         
                       
                                      
                      56	
thema	
Interactie beton en 
reparatiemiddel (1)	
1	
Onderzoek naar de invloed van de vochtuitwisseling in het reparatiesysteem
Bij toepassing van een reparatiemiddel moet aandacht worden 
besteed aan de vochtigheid van het bestaande beton. Er kan 
immers vochttransport optreden vanuit het reparatiemiddel naar 
het beton en vice versa. Aan dat fenomeen is aandacht besteed 
in een promotieonderzoek aan de TU Delft [1].	Ongeveer 50% van het Europese bouwbudget wordt besteed 
aan onderhoud, herstel en reparatie. Reparaties van beton zijn 
hierin een belangrijk onderdeel. De huidige reparaties aan 
betonconstructies blijken echter veelal problemen te vertonen. 
Uit onderzoek blijkt dat in Europa 20% van reparaties binnen  
5 jaar, 55% binnen 10 jaar en 90% binnen 25 jaar falen [2]. In 
Nederland wordt een vergelijkbaar gedrag van reparaties waar-
genomen [3]. Ondanks de voortdurende ontwikkelingen en 
verbeteringen op het gebied van reparatiematerialen en  
technieken, blijft de prestatie van reparaties in de praktijk 
thema	
Interactie beton en reparatiemiddel (1)	7 2016
57	
beperkt. De vraag is wat we moeten doen om dit te verbeteren.
Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moeten we naar het 
reparatiesysteem in zijn geheel kijken. Dat bestaat uit zowel het 
reparatiemateriaal als de ondergrond (het beton). De aandacht 
is tot nu toe erg gericht geweest op de ontwikkeling en toepas-
sing van een 'perfect' reparatiemateriaal. Maar ondertussen 
begrijpen we nog maar nauwelijks de interactie tussen het 
oude, bestaande beton en de nieuwe reparatiematerialen. Het 
gaat daarbij om twee belangrijke aspecten. Als eerste de  
vochtuitwisseling in het reparatiesysteem. Die bepaalt hoe het 
reparatiemateriaal en de interface verharden. En als tweede het 
aspect van de samenwerking tussen verhardend reparatiemate-
riaal en het beton onder belasting. In dit artikel wordt ingegaan 
op het eerste aspect. In een volgend artikel zal aandacht worden 
geschonken aan het tweede aspect.
Vochtuitwisseling in het reparatiesysteem
Beton heeft water nodig om te verharden. De beschikbaarheid 
van water en de verdeling daarvan bepaalt de ontwikkeling van 
de eigenschappen van het materiaal (sterkte, elasticiteitsmodulus, 
doorlaatbaarheid). Na het aanbrengen van het reparatiemateriaal 
begint de uitwisseling van water tussen het reparatiemateriaal 
en het beton. In het begin zal het droge beton water absorberen 
van het pas aangebrachte reparatiemateriaal. Dit heeft zeker 
voordelen ? het verbetert de 'chemische' hechting tussen de 
twee materialen. In geval van een met water verzadigde onder-
grond gebeurt het vaak dat het oppervlak van het beton niet 
voldoende wordt drooggemaakt, wat leidt tot het ontstaan van 
een waterlaagje dat de hechting vermindert. Is de ondergrond 
te droog, dan wordt er te veel water aan het reparatiemateriaal 
onttrokken en blijft er te weinig water over voor het verharden 
van het reparatiemateriaal. Vochtuitwisseling kan het succes 
van een betonreparatie behoorlijk beïnvloeden maar de invloed  daarvan is nog steeds niet duidelijk en vraagt om meer inzicht 
in wat er echt gebeurt.
De belangrijkste parameters die invloed hebben op vochtuit-
wisseling in het reparatiesysteem zijn: de poreusheid, initiële 
vochtigheid van het bestaande beton, de water-cementfactor 
(wcf ) van het reparatiemateriaal en de expositieomstandigheden 
van het reparatiesysteem (bijv. de duur en soort van nabehande-
ling, vochtigheid van de omgeving en temperatuur). Dit artikel 
geeft een antwoord op de vraag hoe beton moeten worden 
 
voorbehandeld voor het aanbrengen van het reparatiemateriaal.
dr.ir. Mladena Lukovic, dr.ir. Guang Ye, 
prof.dr.ir. Erik Schlangen,  
prof.dr.ir. Klaas van Breugel
TU Delft, fac. CiTG	
1  
Oud beton nat gemaakt (ter plaatse van de Maastunnel)
2   Een doorsnede over een reparatiesysteem met verschillende onderdelen:  
toeslag, oud en nieuw materiaal, interface en luchtbellen
3   Testopstelling in röntgenmachine (S1 en S2 zijn twee identieke proefstukken)	
Onderzoek naar de invloed van de vochtuitwisseling in het reparatiesysteem	
Artikelen
In twee Cement-artikelen wordt aandacht besteed aan de inter -
actie tussen het beton en het reparatiemiddel. In dit eerste 
artikel gaat het om de invloed van de vochtuitwisseling in het 
gehele reparatiesysteem. In het tweede artikel gaat het om de 
invloed van belastingen en andere blootstellingen.
2	
3a	
3b	
nieuw materiaal
interface luchtbel
aggregaten
oud materiaal	
proefstukken	
vocht- en  
temperatuur -
metingen	
X-raybron	detector	
S1	S2
Interactie beton en reparatiemiddel (1)	7 2016
58	
4  Kwalitatieve voorstelling van de 
waterabsorptie van het twee jaar 
oude mortel als functie van tijd  5  
Het natuurkundige principe dat 
gebruikt kan worden om het vocht -
gehalte in het materiaal te bepalen	
resolutie met de röntgenabsorptietechniek. Wel heeft een 
mortel meer "grenslaag matrix", meestal iets poreuzer dan balk 
matrix, maar dat heeft geen invloed op de onderzoekresultaten.
Zwaartekracht
De snelheid van waterabsorptie wordt beïnvloed door de 
zwaartekracht en is experimenteel onderzocht (fig. 6). Eerst is 
een proefstuk blootgesteld aan vochtabsorptie vanaf de onder -
zijde (fig. 6a en 6b) en daarna vanaf de bovenzijde (fig. 6c en 
6d). Daaruit bleek dat de zwaartekracht geen belangrijke 
Eerst volgt een korte introductie op de meetmethode betref-
fende de vochthuishouding.	
Meetmethode
Vochtuitwisseling in het reparatiesysteem kan worden 
gemeten door middel van de röntgenabsorptietechniek. Het 
is dezelfde techniek die in ziekenhuizen wordt gebruikt om 
botten en organen te scannen, of op vliegvelden bagage te 
controleren. De techniek maakt gebruik van röntgenstralen 
die worden afgeremd (verspreid en geabsorbeerd) door 
materialen. De intensiteit van de doorgelaten straling wordt 
zichtbaar gemaakt door een detector. Dichtere materialen 
remmen de straling meer. Als resultaat kan in het reparatie-
systeem worden 'gekeken' en kunnen toeslagmateriaal,  
reparatiemateriaal, vezels, en luchtbellen worden onderschei
-
den (fig. 2).
Het is ook mogelijk te zien hoe water het materiaal binnen-
dringt. Tijdens het onderzoek zijn twee proefstukken (S1 en 
S2), gebruikt van twee jaar oude mortel, in een plastic vat 
geplaatst en vervolgens in een röntgenmachine (foto 3). De 
mortels zijn blootgesteld aan waterabsorptie vanaf de bodem. 
In de loop van de tijd stijgt het water en kleurt het proefstuk 
donker. Op deze manier kan worden gevolgd hoe de mortel 
het water absorbeert (fig. 4). Aan de hand hiervan kunnen 
vochtprofielen als functie van tijd worden opgesteld (fig. 6b). 
Integratie van deze vochtprofielen over de hoogte van de 
mortel geeft de hoeveelheid geabsorbeerd water(fig. 7). De 
procedure is in het onderhavige onderzoek gecontroleerd 
door de uitkomsten te vergelijken met eenvoudige gravimetrische 
proeven waarmee de verandering in het gewicht van proef-
stukken door absorptie in de loop van de tijd is gemeten.
Overigens is in het onderzoek mortel (mengsel van cement, 
zand en water, dus zonder grind) toegepast in plaats van beton, 
omdat hiermee kleinere proefstukken kunnen worden 
gemaakt. Dit heeft een belangrijk voordeel: het leidt tot hogere 	
Meten vochtgehalte
In droog beton worden röntgenstralen door het droge materiaal afgeremd (fig. 5, links). In nat 
beton worden de stralen afgeremd door én het droge materiaal én de hoeveelheid water in 
het materiaal (fig.5, midden). Als enerzijds het verschil tussen de afgeremde intensiteit in een 
nat en droog monster en anderzijds de verzwakkingscoëfficiënt van water bekend zijn, kan de 
hoeveelheid water in het materiaal worden bepaald (fig. 5, rechts).	
röntgen bron röntgenbron
röntgenbron
röntgendetector
röntgendetector
röntgendetector
röntgenstraal
doorgaan
intensiteit
(na droog
materiaal) doorgaan
intensiteit
(na vochtig
materiaal)doorgaan
intensiteit
(na droog
materiaal + water)
water-	
hoeveelheid	
gestraalde
intensiteit gestraalde
intensiteitgestraalde
intensiteit	
4a	
5	
 4a t=10 min, 4b t= 71 min, 4c t = 120 min 4d t = 210 min	
4b	4c	4d
thema	
Interactie beton en reparatiemiddel (1)	7 2016
59	
verandering in vochtgehalte [g/cm	3]	
00,05 0,10,15	
hoogte [mm]
0 5
10
15
20 25 30 35	
water geabsorbeerd van bodem in S2 
ABS - bodem -S 2	
t = 542mint = 483mint = 420mint = 362mint = 300mint = 240mint = 180mint = 120mint = 71mint = 30mint = 10min	
verandering in vochtgehalte [g/cm	3]	00,05 0,10,15	
hoogte [mm]
0 5
10
15
20
25
30
35
40	
water geabsorbeerd van top in S2 
ABS - top - S2	
t = 7mint = 30mint = 60mint = 116mint = 187mint = 240mint = 300mint = 360mint = 426mint = 487mint = 552mint = 601min	
tijd [h	0,5]	0                        2                        4                     \
   6                         8	
cumulatieve vocht absorptie [g/cm
2]	
0
0,1 0,2
0,3
0,4	
ABS - bovenkant - S1ABS - bovenkant - S2ABS - onderkant - S1ABS - onderkant - S2ABS - w/c=0.3ABS - w/c=0.4	
absorptie door het
mortel wanneer het water is 
geabsorbeerd
absorptie door 
de ondergrond in
het reparatiesysteem	
vocht uit het reparatiemateriaal in de eerste 5 uur met dezelfde 
snelheid werd geabsorbeerd als wanneer puur water op het 
beton is aangebracht. Dit is vergelijkbaar met wat eerder is 
waargenomen voor de snelheid waarmee steen water absor -
beert in mortel-steencomposiet[4].
Omdat de snelheid waarmee water van het reparatiemateriaal 
wordt geabsorbeerd heel hoog is, blijft er minder water over in 
het reparatiemateriaal. Hierdoor wordt de hydratatie gehinderd. 
Waterverlies kan tot ongeveer 40% van de initiële vochtgehalte 
van het reparatiemateriaal bedragen. Als gevolg daarvan kan de 
effectieve wcf van het reparatiemateriaal aanzienlijk lager 
worden (tabel 1). Deze invloed is relatief groter bij dunnere 
overlagingen of een meer poreuze of gescheurde ondergrond.
invloed heeft op de waterabsorptie. Dit komt doordat de  
poriënstructuur van de cementsteen, de mortel en het beton 
zodanig is, dat capillaire krachten heel sterk en overheersend 
zijn en de zwaartekracht kan worden verwaarloosd. Dit bete-
kent dat het water van het reparatiemateriaal dat op een vloer, 
een plafond of een muur wordt aangebracht in alle gevallen 
vrijwel even snel wordt geabsorbeerd.	
Invloed water-cementfactor reparatiemateriaal
Vervolgens is vochtuitwisseling tussen reparatiemateriaal en 
ondergrond in een pas gestort reparatiesysteem onderzocht. 
Hiervoor zijn mengsels op basis van portlandcement met 
verschillende wcf en zonder hulpstoffen op het beton aange-
bracht. Ter vereenvoudiging is cementpasta gebruikt. Het 
toeslagmateriaal, dat meestal impermeabel is, is weggelaten.
De gebruikte ondergrond was droog voordat het reparatiema-
teriaal werd aangebracht. Voor het reparatiemateriaal zijn 
mengsels met respectievelijk een wcf van 0,3 en 0,4 gebruikt. 
De reparatiesystemen werden onmiddellijk geseald en in het 
röntgenapparaat geplaatst. De vochtuitwisseling is gemeten als 
functie van tijd.
De cumulatieve vochtabsorptie door het beton van de onder
-
grond als functie van tijd is in figuur 7 weergegeven. In de 
eerste 5 uur na het aanbrengen van het reparatiemateriaal 
absorbeerde de ondergrond bij beide cementmortels dezelfde 
hoeveelheid water. De snelheid waarmee het droge beton het 
vocht van het reparatiemateriaal absorbeert, is dus onafhankelijk 
van de wcf van het reparatiemateriaal, althans in de onderzochte 
range van wcf van 0,3, 0,4 en ook 0,5. Verder is gevonden dat 
6   Invloed van zwaartekracht op waterabsorptie 6a  Beeld op t = 240 min met water dat vanaf de bodem is 
geabsorbeerd (bovenste afbeelding is origineel en 
onderste is gefiltreerd beeld)
6b   Vochtprofielen in proefstuk S2 (aangeduid als ABS-
bodem-S2) als functie van tijd 6c  
Beeld op t = 240 min met water dat vanaf de top is 
geabsorbeerd (bovenste afbeelding is origineel en 
onderste is gefiltreerd beeld)
6d   Vochtprofielen in proefstuk S2 (aangeduid als ABS-
top-S2) als functie van tijd
7  Cumulatieve vochtab -
sorptie door de droge 
ondergrond waarop repa-
ratiemateriaal met wcf 
van 0,3 en 0,4 is aange -
bracht, in vergelijking met 
vochtabsorptie in geval 
van puur water	
7	
6a	6b	6c	6d
Interactie beton en reparatiemiddel (1)	7 2016
60	
8  Proefstukken in het laboratorium
twee oorzaken zijn van waterverlies uit het reparatiemateriaal: 
water dat wordt geabsorbeerd door de onverzadigde betonnen 
ondergrond en water dat wordt gebruikt voor hydratatie in het 
reparatiemateriaal.
Water dat gebruikt wordt voor hydratatie kan niet worden 
waargenomen door de röntgentechniek omdat er geen veran-
dering is in de algehele dichtheid van het materiaal. Wel kan 
het gevolg van de hydratatie worden gedetecteerd. Het hydratatie 
van het reparatiemateriaal zorgt er namelijk voor dat het repa-
ratiemateriaal uitdroogt. Als gevolg daarvan zal er weer water 
uit de betonnen ondergrond worden opgenomen door het 
reparatiemateriaal. In het reparatiesysteem met het van tevoren 
(water)verzadigde beton is dat duidelijk te zien (fig. 10c). Het 
beton verliest water aan de bovenzijde, terwijl het vochtprofiel 
in het reparatiemateriaal duidt op wateropname vlak bij de 
interface. Dat betekent dat de betonnen ondergrond als een 
reservoir werkt, zodat water voor remigratie naar het reparatie-
materiaal beschikbaar is.
Na drie dagen zijn de reparatiematerialen gescheiden van de 
ondergrond en is het niveau van hydratatie in het reparatiemate-
riaal gemeten. In het systeem met droge ondergrond is het 
hydratatieproces van het reparatiemateriaal vertraagd in  
vergelijking met dat in een systeem met vochtig beton als onder -
grond. Dit komt door de afname van de effectieve wcf, die wordt 
veroorzaakt door het vochtverlies van het reparatiemateriaal.	
Invloed initiële vochtigheid bestaande ondergrond 
op vochtuitwisseling in reparatiesysteem
Om de invloed van de initiële vochtigheid van het bestaande 
beton op vochtuitwisseling in een reparatiesysteem te onder -
zoeken, is reparatiemateriaal met wcf = 0,3 aangebracht op 
respectievelijk droog en vochtig beton (fig. 9). Na drie dagen 
bleek de droge betonondergrond water geabsorbeerd te hebben 
(fig. 9b, links, waterfront gemarkeerd met rode pijl). Hetzelfde 
is waar te nemen in de vochtprofielen (fig. 10). De droge 
ondergrond absorbeert water als functie van tijd, terwijl het 
reparatiemateriaal water verliest (fig. 10a). Daarentegen absorbeert 
het van tevoren verzadigde beton geen water uit het reparatie-
materiaal (fig. 10b).
Blijft de vraag of het water terug kan migreren vanuit de  
betonnen ondergrond naar het reparatiemiddel.
Als het reparatiesysteem is geseald, kan er geen verdamping 
optreden van water naar de omgeving en kunnen er slechts 	
Tabel 1 Percentage waterverlies en effectieve wcf in geteste reparatiesystemen 
op een droge ondergrond
initiële wcf initieel vocht-
gehalte [g/cm	2] waterverlies
[g/cm	2] effectieve 
 
wcf totaal water
-
verlies [%]
0,3 0,73 0,2750,1938
0,4 0,84 0,3250,2439
0,5 0,92 0,3250,3235	
8
thema	
Interactie beton en reparatiemiddel (1)	7 2016
61	
9  Röntgenopnamen van reparatiesystemen op beton dat van tevoren 
is gedroogd en dat met water is verzadigd: 9a onmiddellijk en 9b 
drie dagen na het aanbrengen (gesealde nabehandeling)
10   Veranderingen in watergehalten in reparatiesystemen als functie van 
tijd (tijd na het aanbrengen van het reparatiemateriaal)	
luchtbellen kleiner zijn dan 2 mm en dat ze in een zone van 
ongeveer 2 mm in het reparatiemateriaal vlak bij de interface 
zijn gelokaliseerd.
Aanbevelingen
Een aanbeveling voor nader onderzoek is na te gaan wat de 
optimale mate van verzadiging van de betonnen ondergrond is. 
Tot hoe diep moet het oude beton worden verzadigd en hebben 
verschillende verzadigingsmethoden (bijv. combinatie van 
bevochtiging en droging, impregnatie) invloed op de vochtuit-
wisseling, de hoeveelheid luchtbellen en het gedrag van het 
reparatiesysteem?
Tot slot
Het uitgevoerde onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat beton 
moet worden verzadigd voordat reparatiemateriaal wordt 
aangebracht (foto 1). Wel moet het oppervlak van de ondergrond 
weer droog worden gemaakt om te voorkomen dat een water -
laagje de binding benadeelt. Als het beton niet is verzadigd, zal 
De duur van de nabehandeling is ook onderzocht. De repara-
tiesystemen zijn gedurende een, drie of vijf dagen verzegeld en 
daarna gedroogd. Het waterverlies in het reparatiemateriaal is 
berekend uit de gemeten vochtprofielen. Bij de vochtige  
ondergrond had de verlenging van de duur van nabehandeling 
(afsluiting van de omgeving) altijd gunstige gevolgen voor de 
hydratatie van het reparatiemateriaal. Bij de droge ondergrond 
was dit niet het geval. Dit toont aan dat de duur van de nabe-
handeling van het reparatiesysteem gevolgen heeft voor de 
ontwikkeling van de eigenschappen van het reparatiemateriaal 
en de interface, en dat de gevolgen afhankelijk zijn van de initiële 
waterverzadiging van het beton waarop het reparatiemateriaal 
wordt aangebracht. Dit geldt voor de onderzochte dikte van het 
reparatiemateriaal van 15 mm.	Gevolgen vochtuitwisseling op structuur 
reparatiesysteem
Vochtuitwisseling beïnvloedt niet alleen de mate van hydratatie 
en de grootte van de effectieve wcf, maar ook de structuur van 
het reparatiemateriaal ter plaatse van de grenslaag tussen oud 
en nieuw materiaal. Na metingen van de vochtuitwisseling zijn 
monsters gescand in een CT-scanner om de effecten van vocht-
uitwisseling op de microstructuur ter plaatse van de grenslaag 
te onderzoeken. Twee dwarsdoorsneden zijn weergegeven in 
figuur 11. Doorsnede I-I bevindt zich direct boven de interface 
in de beide monsters. Er is duidelijk verschil te zien in het 
luchtgehalte van de twee monsters. Het vooraf gedroogde beton 
bevat significant meer luchtbellen bij de interface.
Dat er meer luchtbellen in het geval van droog beton zijn waar
-
genomen, is te verklaren uit het feit dat wanneer water wordt 
geabsorbeerd door het droge beton, er lucht vrijkomt uit het 
beton. Deze lucht blijft gevangen in de interface, hetgeen resulteert 
in een groot aantal luchtbellen. Deze luchtbellen blijven achter 
in het reparatiemateriaal, waardoor een intrinsiek zwakker 
gebied ontstaat (fig. 12a en 12b). Een vergelijking in hoeveel-
heid luchtbellen is in figuur 13 gegeven. Daar is te zien dat de 	
11   CT-scans van monsters wcf = 0,3, op de droge ondergrond en 
wcf = 0,3, op de vochtige ondergrond gemaakt na drie dagen 
11a   doorsnede II-II, vooraanzicht; 
11b   doorsnede I-I, bovenaanzicht	
9a	10a	10b	
droog
beton vochtig
beton na 3 dagen	
9b	
11	
interface boven het
droge substraat interface boven het
vochtige substraat
reparatie
-
materiaal
vochtig 
substraat
droog 
substraat
I
II
I
II
interface
ondergrond
ondergrond interface bove
nzijde van
reparatiemateriaal
bove
nzijde van
reparatiemateriaal
waterverliesinterface
water
-
opname	
hoogte [mm] hoogte [mm]
hoogte [mm]
veranderingen in vochtgehalte [g/cm	3]
veranderingen in vochtgehalte [g/cm	3]
veranderingen in vochtgehalte [g/cm	3]
60
50
40
30
20
10
0 60
50
40
30
20
10
0 50
45
40
35
30
-0,1 0,1
0 -0,10,1
0 -0,10,1
0
t 
= 150 min
t  = 180 min
t  = 240 min
t  = 359 min
t  = 661 min
t  = 4462 min	
10c
Interactie beton en reparatiemiddel (1)	7 2016
62	
0510 15
afstand van de interface  [mm]0 1 2 3hoeveelheid luchtbellen [%]	
droge ondergrond
vochtige ondergrond	
reparatiemateriaal
ondergrond	
12   Luchtgehalte in het reparatiesysteem vlak bij de interface: 12a en 12b droog 
en 12c en 12d vochtig beton; bij 12c en 12d alleen luchtbellen zichtbaar
13   Hoeveelheid van luchtbellen in het reparatiemateriaal vlak bij de interface
er water uit het reparatiemateriaal worden geabsorbeerd. Bij 
mengsels met wcf = 0,3 ? 0,5 gebeurt dit onafhankelijk van de 
wcf van het reparatiemateriaal met dezelfde snelheid als bij 
'vrij' water op het beton. Bij dunne lagen reparatiemateriaal, 
hoge porositeit van het beton en/of beton dat (micro)scheurtjes 
bevat, is dit effect nog sterker. Uiteindelijk wordt de effectieve 
wcf van het reparatiemateriaal duidelijk verminderd (tot 40% 
in dit onderzoek). Dat zal de mate van uitharding van het repa-
ratiemateriaal en de eigenschappen van de interface (hechting) 
beïnvloeden. Gunstig is dat water terug kan migreren van het 
beton naar het reparatiemateriaal en interface.
Vochtuitwisseling heeft niet alleen gevolgen voor de vochtver -
deling en verharding, maar ook voor de materiaalstructuur 
dicht bij de interface in het reparatiemateriaal. Bij een hogere 
vochtabsorptie door het beton ontstaan aanzienlijk meer lucht-
bellen. Het droge beton absorbeert water uit het reparatiemateriaal 
waardoor lucht wordt verdrongen en wordt ingesloten dicht bij 
de interface en in het reparatiemateriaal. Aanbrengen van repa-
ratiemateriaal op van tevoren verzadigd beton resulteert daardoor 
in een meer uniform en beter beheersbaar reparatiesysteem. 	
?
?	
  LITERATUUR
1  Lukovic. M., Influence of interface and strain hardening cementitious 
composite (SHCC) properties on the performance of concrete repairs. 
PhD Dissertation, TU Delft, Delft University of Technology, 2016.
2  Tilly, G. P.,Jacobs. J., Concrete repairs: Observations on performance in 
service and current practice, CONREPNET Project Report, IHS BRE Press, 
Watford, UK.,2007.
3  Visser. J. H. M., Zon. van Q. F, Performance and service life of repairs of 
concrete structures in Netherlands. Concrete Repair, Rehabilitation and 
Retrofitting III, Taylor & Francis Group, London., 2012.
4  Groot. C, Larbi. I., Bond strength development in young, HERON 44(0): 
2.,1999.	
luchtbel
luchtbel
reparatiemateriaal beton
reparatiemateriaal beton	
13	
12	
3 mm
18 mm
thema	
Interactie beton en reparatiemiddel (1)	7 2016                  
                 
                              
Reacties