Bouwwerken komen tot stand en blijven in stand door de inbreng van tal van partijen: de initiatiefnemers, projectontwikkelaars, ontwerpers, uitvoerders, financiers, verzekeraars, en de partijen belast met onderhoud en beheer. En aan het eind van het technische of economische leven van een gebouw zijn er ook nog eens slopers nodig. Of partijen die weten hoe om te gaan met transformatie zodat sloop niet nodig is. Al deze partijen hebben relaties met elkaar, in veel gevallen ook contractuele. Om die relaties goed te laten verlopen, speelt het bouwrecht een grote rol. auteur:prof.mr.dr. Monika Chao-Duivis,Instituut voor Bouwrecht / TU Delft, fac. Bouwkunde
16
thema
Bouwrecht in een
veranderende
wereld
1
Invloed nieuwe ontwikkelingen op het Nederlandse bouwrecht
thema
Bouwrecht in een veranderende wereld 3 2016
17
Bouwwerken komen tot stand en blijven in stand
door de inbreng van tal van partijen: de initiatief-
nemers, projectontwikkelaars, ontwerpers, uitvoer-
ders, financiers, verzekeraars, en de partijen belast
met onderhoud en beheer. En aan het eind van het
technische of economische leven van een gebouw
zijn er ook nog eens slopers nodig. Of partijen die
weten hoe om te gaan met transformatie zodat
sloop niet nodig is. Al deze partijen hebben relaties
met elkaar, in veel gevallen ook contractuele. Om
die relaties goed te laten verlopen, speelt het
bouwrecht een grote rol.
Bouwrecht
Bouwrecht is het geheel van rechtsregels in Nederland, die tot
doel hebben bouwprocessen en bouwactiviteiten te regelen en
te waarborgen. Bouwrechtelijke bepalingen zijn deels publiek-
rechtelijk van aard en deels privaatrechtelijk. Dat laatste is het
geval als het gaat om afspraken tussen opdrachtgevers en
opdrachtnemers. In dit artikel wordt alleen ingegaan op het
privaatrechtelijk bouwrecht.
Het privaatrechtelijk, contractenbouwrecht bestaat met name
uit algemene voorwaarden. De Afdeling Aanneming van Werk
in het BW (Boek 7 titel 12) is heel summier, omdat, aldus de
wetgever, er goede algemene voorwaarden zijn. Anders gezegd:
het bouwrecht wordt beheerst door het zogeheten autonome
bouwrecht.
Algemene voorwaarden
Ten behoeve van de totstandkoming van de algemene voor -
waarden is er idealiter sprake van een wisselwerking tussen
opdrachtgevers en opdrachtnemers enerzijds en juristen ander -
zijds. Deze wisselwerking is een bekend fenomeen in Nederland:
het brede overleg. Denk daarbij concreet aan de UAV 2012 (en
de voorgangers daarvan) en ook de UAV-GC 2005. De juristen
moeten hun oor goed te luisteren leggen en, binnen de grenzen
van de wet, de wensen van partijen vormgeven in overeenkom-
sten. Omgekeerd is het goed dat partijen luisteren naar juristen,
omdat juristen vaak het overzicht hebben van wat er allemaal
moet worden geregeld en hoe dat op een goede manier kan. Zo
kan er rekening worden gehouden met mogelijke valkuilen of
juist ideeën die de relaties beter kunnen maken en waarvan
juristen door hun werk kennis hebben. Dit naar elkaar luisteren,
verkleint de kans op problemen tijdens de looptijd van een
project. En als er problemen ontstaan, ligt er een oplossing
gereed.
Kennis
Kennis omtrent bouwrecht is bij bouwpartijen vaak in onvol-
doende mate aanwezig. Het is uiteraard niet zo dat partijen
halve juristen moeten zijn. Maar het kan geen kwaad te weten
hoe een relatie in grote lijnen juridisch is vormgegeven. En nog
praktischer: het is goed kennis te hebben van een aantal basale
belangrijke juridische figuren zoals algemene voorwaarden.
Hoe er voor te zorgen dat algemene voorwaarden onderdeel
van de relatie worden en wat te doen wanneer de wederpartij
tekortschiet in de nakoming? Welke verplichtingen rusten op
de opdrachtgever op het gebied van veiligheid? Wat zijn de
consequenties van de Wet op de Arbeid Vreemdelingen? Wie
die kennis niet heeft, kan met vervelende gevolgen worden
geconfronteerd. Bijvoorbeeld omdat er niet tijdig een ingebreke-
stelling is verstuurd, omdat de algemene voorwaarden niet van
toepassing blijken te zijn, of omdat de aansprakelijkheid niet is
beperkt.
Het kennisniveau kan worden verbeterd door onderwijs. Dit
kan zowel in het regulier onderwijs (MBO/HBO/Universiteiten)
als in het cursorisch onderwijs (voor werkenden). Er wordt veel
goed onderwijs aangeboden en daar moet meer gebruik van
worden gemaakt. In het reguliere onderwijs is het aantal
beschikbare uren te weinig. Dat zou moeten worden uitgebreid.
Contractvormen
De opkomst van nieuwe contractmodellen is van groot belang
voor het privaatrechtelijk bouwrecht. Het traditionele model,
waarbij de opdrachtgever ? gechargeerd gezegd ? eerst een
ontwerp laat maken en dat vervolgens laat uitvoeren, is al lang
niet meer het enige model. In dit model, dat wordt beheerst
door de DNR 2011 (2005) en de UAV 2012 (1989) hebben
opdrachtgevers twee contractuele relaties: een met de ontwer -
pende partij en een met de uitvoerende partijen.
Geïntegreerde contracten
Opdrachtgevers begonnen het op een gegeven ogenblik
(laatste kwart van de vorige eeuw) in sommige gevallen
bezwaarlijk te vinden twee contractuele relaties met de daarbij
behorende verantwoordelijkheden te moeten onderhouden.
Tegelijkertijd bleek dat ontwerpende en uitvoerende partijen
kenbaar maakten, dat zij in staat zijn beide taken op zich te
nemen. Dit leidde tot de opkomst van het geïntegreerde
model. In dit model contracteert de opdrachtgever maar één
partij die verantwoordelijk is voor zowel ontwerp als uitvoering.
Dit model wordt heel vaak beheerst door de UAV-GC 2005.
Het geïntegreerde model heeft in ieder geval betrekking op
ontwerp en uitvoering, maar kan daarboven op ook betrekking
hebben op meerjarig onderhoud en, nog een stap verder, op
financiering en beheer. In het laatste geval is er sprake van een
DBFMO-contract. De geïntegreerde contracten regelen alleen
prof.mr.dr. Monika Chao-Duivis
Instituut voor Bouwrecht / TU Delft, fac. Bouwkunde
1
Internationaal Strafhof in Den Haag,
gebouwd met een NEC3-contract
foto: Vincent van Zeijst
Bouwrecht in een veranderende wereld 3 2016
18
2 Botlekbrug, onderdeel van DBFMO-project A15foto: Rijkswaterstaat, Joop van Houdt
uitvoeringswerkzaamheden. Waarmee niet gezegd wil zijn dat
de inbreng van uitvoeringskennis niet ook al in de ontwerpfase
essentieel kan zijn.
Allianties
Het geïntegreerde en het traditionele model gaan uit van een
hiërarchische verhouding, waarbij partijen, ook al zijn ze
verbonden door middel van een overeenkomst, een zekere
afstand tot elkaar hebben. Gebleken is dat dit niet altijd ten
goede komt aan de samenwerking die nodig is tussen beide
partijen. Om die betere samenwerking vorm te geven, is het
alliantiemodel opgekomen. In allianties staan partijen veel
meer op gelijke voet tot elkaar en delen zij de risico's tot op
zekere hoogte en investeren zij zwaar in al datgene wat ten
goede komt aan goede relaties.
Het gedachtegoed van de alliantie wordt sinds enkele jaren
verder gebracht in het fenomeen ketensamenwerking. Het idee
is, dat wanneer iets moet worden gebouwd, het verstandig is na
te denken over alle rollen in de keten die moeten worden
vervuld. Hoe sluiten die logisch op elkaar aan, wat kan men
naar voren halen aan activiteit of juist niet? Het alliantiedenken
komt tot uiting in het feit dat bij ketensamenwerking partijen
weliswaar niet op gelijke voet staan, maar wel aandacht hebben
voor de zinnige ideeën die elders uit de keten ? mogelijk vanuit
een lagere plek in de hiërarchie ? komen.
de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer. Hoe de opdracht-
nemer op zijn beurt zijn relaties vormgeeft, is een ander
verhaal. Het is heel goed mogelijk dat deze UAV-GC 2005-
opdrachtnemer zelf contracten aangaat op basis van het
traditionele model. Dat laatste is niet erg. Wel is van belang dat
er goed wordt nagedacht over de 'back-to-back'-relatie
die aldus tot stand komt. De UAV-GC 2005-opdrachtnemer
moet natuurlijk niet tussen wal en schip terechtkomen.
Traditioneel model
Het traditionele model is met deze ontwikkeling uitdrukkelijk
niet uit beeld geraakt. Dit model heeft immers duidelijk sterke
punten. Het geeft enerzijds een belangrijke rol aan de
opdrachtgever. Dit is van belang omdat uit onderzoek blijkt
dat opdrachtgevers essentieel zijn voor het doorvoeren van
organisatorische innovaties. Grote opdrachtgevers hebben die
rol ook bij technische innovaties waarvan de risico's wellicht
nog niet helemaal bekend zijn. Anderzijds zijn de functies van
ontwerp, uitvoeren en controle duidelijk gescheiden. De
controlefunctie, die bij alle werkzaamheden nu eenmaal
onontbeerlijk is, vindt in dit model plaats los van de partijen
die worden gecontroleerd. De slager keurt in dit model zijn
eigen vlees ongetwijfeld ook zelf, maar is er ook nog een
derde die dat doet. En voorts wordt in de praktijk vaak verno-
men dat er technische voordelen kunnen zijn aan het eerst
'uit-engineeren' van een ontwerp en dan pas over te gaan tot
2
thema
Bouwrecht in een veranderende wereld 3 2016
19
3 Ministerie van Financiën, het eerste PPS-project
van Rijksvastgoedbedrijf in Nederland
bron: Studio Csany
Buitenland
De invloed van het buitenland op de contractvormen is groot.
Wij kijken dan met name naar de Engelssprekende landen.
Vanuit die landen zijn de 'design build' en 'turnkey' (nu: geïn-
tegreerde contracten genoemd) en de alliantie opgekomen en
overgekomen naar Nederland. Wat het alliantiemodel betreft,
is te wijzen op het NEC3-contract dat bij de bouw van het
Internationaal Strafhof in Den Haag is gebruikt en het JCT-
contract, dat eveneens alliantiekenmerken heeft en in Neder -
land door auteurs als voorbeeld wordt voorgehouden.
Mooie voorbeelden, maar de vraag laat zich stellen of wij niet
ook eens meer zouden moeten kijken naar de andere landen
van de EU. Of wellicht zelfs verder, naar China dat zich enorm
ontwikkelt, ook op bouwrechtelijk gebied. Wat de EU betreft
kan worden gewezen op het boek dat is geschreven onder
auspiciën van de Europese Vereniging voor Bouwrecht: 'Studies
in European Construction Law' [1] en de stand van zaken anno
2015 weergeeft van het privaatrechtelijk bouwrecht in twaalf
landen.
Invloed contractvormen op bouwpraktijk
De nieuwe contractvormen komen tegemoet aan de wensen
van de praktijk. De algemene voorwaarden, die de juridische
vertaling vormen van de contractvormen, faciliteren het werken
in de praktijk en bevorderen daarmee de samen werking.
De gedachten gaan uit naar de UAV-GC 2005 en de DBFMO-
standaarden, ontwikkeld door Rijkswaterstaat en het Rijks-
vastgoedbedrijf. Het geïntegreerde denken is in die sets van
algemene voorwaarden vervat, in ieder geval wat betreft de
relatie van de opdrachtgever met de opdrachtnemer. Het is aan
de opdrachtnemer om ook op zijn niveau in de relaties met
'onderopdrachtnemers' de geïntegreerde gedachte niet te laten
varen, maar ook daar de vruchten te blijven plukken van het
zoeken naar integrale oplossingen.
Zoals aangegeven is er de nodige invloed merkbaar vanuit
andere landen op de contractvormen. Invloed op regelgeving
zelf vanuit het buitenland is er bijna niet. Het contractenrecht
is een kwestie van de lidstaten. Dit ligt anders bij het aanbeste-
dingsrecht, waar de Europese richtlijnen dwingend voorschrij-
ven hoe de regelgeving eruit moet zien. Maar dat gaat buiten
dit artikel om.
Overige ontwikkelingen
Geïntegreerde oplossingen
Het is essentieel dat er specialisten zijn en dat men specialistisch
is opgeleid (aan verwaterde opleidingen heeft niemand iets),
3
Bouwrecht in een veranderende wereld 3 2016
Bouwrecht in een veranderende wereld 3 2016 20
thema
4 JuBI, een voorbeeld van een tradioneel projectfoto: Frits de Jong5 Alliantieproject OV SAAL, KW13: bouw van het nieuwe spoorviaduct over de
Amstelveenseweg in Amsterdam
foto: ProRail
Een bouwwerk is dan ook al lang niet meer alleen een middel
tot huisvesting of een middel om zich van A naar B te begeven.
In dit verband kan worden gedacht aan energieleverantie en de
rol van bouwwerken bij de problemen als gevolg van de
klimaatverandering. Zo kunnen garages, naar verluidt, worden
ingezet als tijdelijke reservoirs voor overtollig water.
Deze nieuwe kijk op bouwwerken zal in de komende tijd
moeten worden voorzien van een goed juridisch fundament.
Dat is de nieuwe, opwindende ontwikkeling voor het bouw-
contractenrecht.
BIM, 3D-printen en robotisering
Naast nieuwe contractvormen spelen ook nieuwe technologieën
als BIM, 3D-printen en robotisering een belangrijke rol in de
bouw. Deze nopen tot aanpassingen dan wel opnieuw door-
denken van contractuele relaties. Dat is nodig, omdat de wijze
waarop wordt gewerkt anders is dan zoals in de bestaande alge-
mene voorwaarden is voorzien. Een voorbeeld van een begin
van juridische vertaling wordt gevormd door de 'Juridische
handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011' (voor advi-
seurs en opdrachtgevers) [2].
Flexwerken
De voorgaande ontwikkelingen stemmen vooral positief. Er
is ook een ontwikkeling die grote vraagtekens oproept en
mogelijk op vele manieren desastreus kan zijn, uitdrukkelijk
ook in de bouw: het flexwerken. We kunnen daar flink over
doen en zeggen dat vaste verbanden 'niet van deze tijd zijn'
(wat betekent dat overigens?). Maar wanneer in het bestaan
van mensen onzekerheid troef is, heeft dat veel nadelige
gevolgen op het handelen van mensen. En dan gaat het nog
niet eens over de invloed op het welzijn van deze mensen. De
relatie met het bouwrecht ligt voor de hand: bestaansonzeker -
heid kan leiden tot prijsduiken om maar aan een opdracht te
komen. En hoe die opdracht dan toch uit te kunnen voeren?
Er zal dan worden bezuinigd, wellicht op veiligheid. De gevol-
gen daarvan laten zich raden. Ook hier ligt het voor de hand
dat de oplossing voor deze negatieve ontwikkelingen moet
worden gezocht in een integrale benadering: het gaat immers
niet alleen om aanbestedingsregelgeving (kwestie van het
ministerie van Economische Zaken) of alleen om veiligheids-
aspecten (kwestie van met name het ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid).
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Veel aandacht gaat uit naar de Wet kwaliteitsborging. Op dit
moment is echter nog niet zeker wat er mee zal gebeuren. In
een onderzoek [3] van het Instituut voor Bouwrecht in de
aanloop naar dit voorstel is uitdrukkelijk aandacht gevraagd
voor de gevaren die kunnen schuilen in het niet langer (dan wel
minder) door de overheid laten controleren van activiteiten, die
maar in de praktijk moeten organisaties zo in elkaar zitten
dat de specialisten elkaar weten te vinden, elkaar ruimte
geven en zo geïntegreerd tot oplossingen komen. Dit besef is
op dit moment wat velen bezighoudt. Of het nu om nieuw-
bouw of transformatie gaat of sloop, alle opdrachten zijn
gebaat bij een totaaloplossing en geïntegreerde oplossingen,
waarbij rekening wordt gehouden met de gehele betekenis
van een bouwwerk in de omgeving. Dat betekent dat wordt
gekeken naar de primaire functie van huisvesting of trans-
portfunctie (infrastructuur), maar ook naar 'verdienmodel-
len' van verschillende aard: financiële verdienmodellen,
duurzaamheids- en energieverdienmodellen. Bouwwerken
kunnen immers op tal van manieren lucratief zijn: voor de
eigenaar, bewoner en gebruiker maar ook voor de maat-
schappij als geheel. Iedereen verdient immers als de lucht
niet wordt vervuild door het bouwen of het gebruiken van
e e n g e b o u w.
4
21
kennen. Daaraan willen en zullen de juridische wereld en de
juridische wetenschap meewerken.
Wat er in de maatschappij gebeurt, stemt niet altijd tot vrolijk-
heid. Maar niet vergeten mag worden dat wij er zelf bij zijn en
dat wij zelf invloed kunnen uitoefenen op wat er gebeurt.
Oplossingen voor heel veel problemen liggen binnen handbereik.
Er wordt veel nagedacht en bedacht: daar naar luisteren en
handelen voorkomt veel en maakt heel veel mogelijk.
?
?
LITERATUUR
1 Chao-Duivis, M.A.B., Iudica, G., Kohl, B., Lavers, A., Périnet-
Marquet, H., Stöckli, H., Verveniotis, P., Studies in European
Construction Law, Instituut voor Bouwrecht, 2015.
2 Chao-Duivis, M.A.B., Juridische handreiking relatie
BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en
opdrachtgevers), BNA, 2015.
3 Strang, H., Chao-Duivis, M.A.B., Naar een andere verdeling
van verantwoordelijkheid in de bouw, Onderzoek naar
privaatrechtelijke verbeteringsmogelijkheden van de
bouwkwaliteit, Instituut voor Bouwrecht, 2013.
gevolgen voor derden kunnen hebben. Dit resulteerde in de
volgende aanbeveling: 'Bij de inrichting van een stelsel van
private beoordeling dienen zoveel mogelijk waarborgen te
worden gecreëerd, opdat beïnvloeding van de private beoor-
deling als gevolg van de commerciële relatie tussen private
beoordelingsinstantie en de aanvrager/vergunninghouder
(de te beoordelen partij) wordt voorkomen.' In dit onderzoek
is veel aandacht besteed aan de voor- en nadelen van zelfregu-
lering. Indien het komt tot het nieuwe systeem moet het een
voortdurende zorg zijn, dat deze voor- en nadelen permanent
worden gemonitord en indien de nadelen gaan overheersen,
moet de mogelijkheid bestaan tot wijzigingen over te gaan.
Waarbij niet per se wordt gezegd, dat teruggegaan zou moeten
naar het systeem waar men juist afscheid van wilde nemen.
Mogelijk zijn andere oplossingen denkbaar.
Doordenken
De bouwopgave verandert erg op dit moment, onder andere als
gevolg van demografische ontwikkelingen, technologische
ontwikkelingen, klimaatverandering en nieuwe wensen van de
'afnemers' van bouwproducten. Dat alles vraagt om een nieuw
doordenken van bouwrechtelijke oplossingen zoals we die
5
Bouwrecht in een veranderende wereld 3 2016
Reacties