De ontwikkeling van slanke hoogbouw is internationaal gezien een duidelijke trend. IMd Raadgevende Ingenieurs ziet ook voor de Nederlandse bouw veel potentie voor slankere en lichtere hoogbouw. De transitie naar een meer duurzame bouwsector in combinatie met de huidige woningnood kunnen hiervoor een katalysator zijn. Om tot haalbare ontwerpen te komen zijn oplossingen nodig om de effecten van dynamische windbelastingen te verminderen. Uit een afstudeeronderzoek aan de TU Delft blijkt dat het gebruik van dempers hierin een rol kan spelen.              
                
             
                              
                                      
                      1 Hoogbouw New York, met in het midden de Steinway Tower, 's werelds slankste wolkenkrabber	
1
54?	CEMENT	 4 20	22
De ontwikkeling van steeds hoge-
re en zwaardere torens is uit het 
oogpunt van duurzaamheid, ma-
teriaalgebruik en bouwkosten 
geen toekomstbestendige manier 
van bouwen.	
 Lichte en slanke hoogbouw 
is hiervoor een interessant alternatief. De 
voordelen van slankere torens, met een  
grotere hoogte-breedteratio (h/b > 6), zijn 
meervoudig. Allereerst bieden gebouwen 
met een kleinere plot kansen om efficiënter 
met schaarse bouwgrond om te gaan. Daar-
naast zorgen gebouwen met een slanker  
silhouet voor minder horizonvervuiling, 
schaduwhinder en windoverlast in de omge- ving. Dit verbetert het stedelijk leefklimaat 
rondom hoogbouw en resulteert in minder 
weerstand vanuit omwonenden en overhe-
den. Ook hebben slanke torens een relatief 
groter geveloppervlak ten opzichte van het 
vloeroppervlak, waardoor eenvoudiger wordt 
 
voldaan aan de eisen met betrekking tot 
daglichtinval. Als deze slankere torens daar-
naast minder zwaar worden uitgevoerd dan 
traditionele gebouwen, nemen de voordelen 
verder toe. Lichtgewicht torens resulteren 
in besparingen op bouwmaterialen en verei-
sen een minder zware fundering. Dit wordt 
steeds belangrijker met de huidige schaarste 
aan materialen en de wens om het 	RENS VAN LIEROP
Constructeur
IMd Raadgevende  Ingenieursauteur 	
Kansen voor dempers 
in Nederlandse hoogbouw	
De ontwikkeling van slanke hoogbouw is internationaal gezien een duidelijke trend.   
IMd Raadgevende Ingenieurs ziet ook voor de Nederlandse bouw veel potentie voor slankere  en lichtere hoogbouw. De transitie naar een meer duurzame bouwsector in combinatie met   
de huidige woningnood kunnen hiervoor een katalysator zijn. Om tot haalbare ontwerpen   
te komen zijn oplossingen nodig om de effecten van dynamische windbelastingen te 
verminderen. Uit een afstudeeronderzoek aan de TU Delft blijkt dat het gebruik van dempers  hierin een rol kan spelen.	
Mogelijkheden van tuned mass dampers onderzocht in afstudeerstudie TU Delft	
CEMENT 4 2022	?55
CO?-gebruik in de bouw te verminderen. Alle 
reden dus om de ontwikkeling van slanke en 
lichte hoogbouw te stimuleren.Het ontwerp van dit soort constructies 
biedt voor een constructeur echter een be-
langrijke uitdaging: hoe slanker en lichter 
een gebouw, hoe groter de gevoeligheid voor 
dynamische windbelastingen. Hierdoor 
kunnen windtrillingen en versnellingen het 
maatgevende ontwerpcriterium worden. 
Doelgerichte oplossingen zijn dan nodig om 
hinder terug te brengen tot een acceptabel 
niveau. Internationaal zijn er positieve erva-
ringen met het gebruik van dynamische 
dempers in torens. Ook voor Nederlandse 
hoogbouw biedt het gebruik van dempers 
kansen. In het in dit artikel beschreven af-
studeeronderzoek is onderzocht hoe en 
wanneer dempers ook in Nederland effectief 
en efficiënt kunnen worden toegepast.
Versnellingen in gebouwen
Elke constructeur is bekend met de ontwerp-
criteria voor sterkte en vervormingen: een 
g
 ebouw moet voldoende sterk (UGT) en stijf 
(BGT) zijn. Er bestaat daarnaast nog een derde 
ontwerpcriterium: optredende versnellingen 
en trillingen moeten worden beperkt (BGT). 
Deze versnellingen zijn een gevolg van dyna -
mische windbelastingen waardoor een ge-
bouw in trilling kan raken. Deze versnellingen 
zijn niet g
 evaarlijk voor de draagconstructie, 
maar ze kunnen wel leiden tot (ernstige) hin -
der voor de gebruikers. 	
Een gebouw is in principe altijd in be-
weging, lage versnellingen zijn voor mensen 
echter niet voelbaar en leiden dus niet tot 
problemen. Als de optredende versnellingen 
echter te groot worden en een bepaalde 
drempelwaarde overschrijden, kan dit wel 
leiden tot problemen. Dit uit zich in discom-
fort, angst, concentratieproblemen, balans-
problemen en klachten lijkend op zeeziekte. 
Het is de taak van de constructeur om te 
zorgen dat de versnellingen binnen de limie-
ten van de norm blijven en dit soort proble-
men worden voorkomen. Voor de huidige 
Nederlandse hoogbouw is het beperken van 
versnellingen slechts zelden het maatgevende 
ontwerpcriterium. Voor slankere en lichtere 
torens verandert dit.  	
Ontwerpen met versnellingen
Om de versnellingen van een gebouw te be-
perken zijn er in essentie drie constructieve 
knoppen om aan te draaien: 
 het verhogen van de massa;
 het verhogen van de stijfheid;
 het verhogen van de demping.
Verhogen van massa of stijfheid ?	Door het 
sterk verhogen van de massa of de stijfheid 
worden de dynamische eigenschappen van 
het gebouw zoals de eigenfrequentie beïn-
vloed, waardoor het gebouw minder gevoelig 
wordt voor dynamische problemen en de 
optredende versnellingen dus verminderen. 
Dit zijn beide effectieve en simpele ontwerp-
oplossingen, echter zijn ze niet efficiënt wat 
betreft materiaalgebruik en duurzaamheid. 
Deze oplossingen staan daarmee haaks op 
de voordelen van slanke en lichte hoogbouw. 
Hier komt bij dat voor houten hoogbouw het 
verhogen van de massa en stijfheid vaak 
geen haalbare optie is.	
Verhogen demping?	De derde optie om ver- 
snellingen te reduceren is het verhogen van 
de hoeveelheid demping. Demping is een 
dynamische eigenschap van een gebouw die 
iets zegt over hoe snel bewegingsenergie 
wordt omgezet in andere energievormen, 
zoals warmte. Hoe hoger de demping, hoe 
minder gevoelig een gebouw is voor dynami-
sche problemen.  Elk gebouw bevat van nature een be-
paalde hoeveelheid demping, dit wordt de 
initiële demping genoemd. Deze initiële dem -
pingratio ligt in de orde van 1%. Voor de meeste 
gebouwen is dit genoeg om problemen met 
dynamica te voorkomen. Bij slankere en lich -
tere gebouwen is de initiële demping echter 
niet altijd meer voldoende om de versnellin -
gen tot een acceptabel niveau te reduceren.	
In dergelijke gevallen kan de demping 
kunstmatig worden verhoogd met behulp 
van geïnstalleerde dempers. Dit kost minder 
bouwmateriaal dan het verhogen van de 
stijfheid en massa en heeft een zelfde effect 
op de versnellingen. Daarnaast wordt door 
de kunstmatige toevoeging van demping de 
afhankelijkheid van de initiële demping   
vermindert. Een juiste voorspelling van de 
initiële hoe	
 veelheid demping in een gebouw 	
AFSTUDEERONDERZOEK
Dit artikel is gebaseerd op het afstu-
deeronderzoek 'The opportunities of 
supplementary damping systems in 
Dutch high-rise buildings', dat Rens 
van Lierop uitvoerde op de TU Delft, 
fac. CiTG, in samenwerking met IMd 
Raadgevende Ingenieurs. Het bijbe-  
horende rapport is beschikbaar op 
repository.tudelft.nl. In de afstudeer-
commissie hadden zitting: dr.ir. Karel 
Terwel (TU Delft), dr. Alice Cicirello   
(TU Delft), ir. Roy Crielaard (TU Delft), 
ir. Remko Wiltjer (IMd Raadgevende 
Ingenieurs) en ir. Rob Treels (IMd 
Raadgevende Ingenieurs).
56?	CEMENT	 4 20	 22
is namelijk lastig [1]. TNO doet hier in het  
HiViBE-consortium onderzoek naar (zie  
Cement-artikel 'HIVIBE ? Monitoring van 
trilling
en in hoogbouw'). Door dempers toe te 
voegen bepaalt de constructeur zelf de hoe -
veelheid demping en kan deze veel preciezer 
w
 orden gestuurd. Dit vermindert risico's en 
reduceert de noodzaak voor grote onzeker -
heidsmarges, waardoor er efficiënter kan 
w
 orden geconstrueerd. Het toepassen van 
een demper is een efficiënte ontwerpoplos -
sing, maar vaagt wel om een ontwerpproces 
w
 aarin dynamica een prominentere rol krijgt.
Kansen voor dempers
Het afstudeeronderzoek bestond uit twee  
fases. Tijdens de eerste fase is onderzocht 
onder welke randvoorwaarden versnellin -gen het maatgevende ontwerpcriterium 
zijn. Hiermee kon inzicht worden verkregen 
in wat voor type gebouwen dempers effici
-	
e	
 nt kunnen worden toegepast. Hiervoor is 
met behulp van een parametrisch eindig-  
elementenmodel een studie uitgevoerd   
naar de dynamische eigenschappen van 
een fictieve toren. Dit model is opgezet in 
Grasshopper, een parametrische omgeving 
in Rhinoceros 3D. Het model beschouwt een 
slanke toren met een geschoorde stalen 
kern en verschillende type vloeren (fig. 2). 
Verschillende eigenschappen konden in dit 
model worden gevarieerd, zoals de hoogte, 
massa, stijfheid en demping. Deze parame-
ters zijn weergeven in tabel 1. Met dit model 
konden ruim 6500 gebouwvarianten worden 
gemodelleerd en onderzocht. 	
2 2D-model van de onderzochte toren in Grasshopper
Voor 6500   
gebouwvarianten 
is automatisch 
een constructie 
gegenereerd, 
waarvan de   
dynamische   
eigenschappen 
zoals massa,   
eigenfrequentie 
en stijfheid en 
resulterende 
versnellingen 
zijn bepaald	
2	
Tabel 1?gehanteerde parameter voor de onderzochte toren
Eigenschap HoogteVloermassaHorizontale  vervormings  limiet 
 
(stijfheid) Type constructie
Totale demping ratio
Onderzochte parameters 60 ? 130 m 300 ? 1000 kg/m² 1/200 ? 1/800 * hoogte Met en zonder outrigger 1,0 % ? 4,0 %	
Variabele
hoogte	Outriggerja / nee	
3,3 m	
7 m	7 m	7 m	
CEMENT  4 2022	?57
3	
3 Voorbeeld van een ontwerpgrafiek voor een 100 m hoog gebouw	
Gezien het grote aantal varianten was het 
niet mogelijk om voor elke variant handma-
tig een constructie te construeren. Dit pro-
ces is daarom geautomatiseerd met behulp 
van de cross-section optimisation tool uit   
Karamba3D, een plug-in voor Grasshopper. 
Deze tool is in staat om voor alle elementen 
uit de constructie een passend profiel te 
vinden dat voldoet aan de opgegeven sterkte 
en vervormingseisen. Hiermee kon voor 
elke set van parameters een realistische 
constructie worden gegenereerd, waarvan 
de dynamische eigenschappen, zoals massa 
en de eigenfrequentie, vervolgens konden 
worden bepaald. Voor elke variant zijn hier-
mee de windversnellingen bepaald met de 
methodiek uit de Eurocode (NEN 1991-1-4). 
Door de dempingratio te variëren konden 
kansen en mogelijkheden voor het toepas-
sen van een demper worden geïdentifi -
ceerd. 
Maatgevende ontwerpgrafieken
De data uit het onderzoek is geanalyseerd 
en gevisualiseerd in een soort ontwerpgra-
fieken, waarmee voor de verschillende para -
meterconfiguraties kansen voor dempers 
inzichtelijk zijn gemaakt. Deze grafieken  
tonen voor verschillende gebouwen welk  van de drie constructieve eisen maatgevend 
is: sterkte, vervormingen of versnellingen. 
Voor gebouwen waarbij de versnellingen 
maatgevend zijn, liggen er kansen voor  
dempers. Figuur 3 geeft een voorbeeld van 
zo'n grafiek, toegelicht in het kader 'Toepas-
sing grafieken'. 
Met behulp van de grafieken zijn in 
het onderzoek conclusies getrokken over de 
toepasbaarheid van dempers. Uit deze ana-
lyse bleek dat dempers in ieder geval kansen 
bieden voor: 	
 volledig houten hoogbouw;  
 torens met een relatief licht vloersysteem 
rond de 500 kg/m² en een relatief lage stijf-
heid (horizontale vervormingslimiet rond 
1/500 van de hoogte);  
 torens met een zeer licht vloersysteem 
rond de 300 kg/m² en een standaard stijf-
heid (horizontale vervormingslimiet van 
1/800 van de hoogte). Voor alle onderzochte parameters 
blijkt een verhoging van de dempingratio tot 
tussen de 1% en 4% genoeg om de versnellin-
gen voldoende te beperken. Een dergelijke 
toename van de demping is goed te realise-
ren door het toepassen van een demper [2].  De ontwikkelde grafieken kunnen ook 
worden gebruikt om de invloed van con-	
VIDEO'S
Op Cementonline staan enkele 
filmpjes met voorbeelden wat 
het effect is van diverse maat-
regelen op het dynamische 
gedrag.
58?	CEMENT	 4 20	 22
structieve keuzes inzichtelijk te maken in 
een vroeg ontwerpstadium. Met alleen al 
een grove bepaling van de stijfheid en de 
massa kan de gevoeligheid van een gebouw 
voor de winddynamica worden afgetast. Met 
behulp van de grafieken kunnen verschil-
lende ontwerpopties en eventuele besparin-
gen gemakkelijk worden onderzocht. 	Het gebruik van een tuned mass 
damper 
In de tweede fase van het onderzoek is on-
derzocht wat de praktische implicaties zijn 
van het toepassen van een demper. Er be-
staan verschillende soorten dempers, zoals 
tuned mass dampers, viskeuze dempers en 
visco-elastische dempers. In dit onder-	
4	
Met tuned mass 
dampers (TMD's)  
wordt een massa- 
veersysteem toe-
gevoegd waarmee 
energie vanuit het 
gebouw wordt 
overgedragen 
naar de massa 
van de demper 
en de beweging 
van het gebouw 
wordt gedempt	
4 Tuned mass damper in de Tapei 101, foto: Wikimedia Commons / Armand du Plessis
TOEPASSING GRAFIEKEN
De grafiek uit figuur 3 geeft een overzicht van de maatgevende ontwerpcriteria voor een 
toren van 100 m hoog. De x-as representeert de massa, inzichtelijk gemaakt aan de hand 
van de vloermassa. De y-as representeert de stijfheid van een toren, aan de hand van het 
horizontale vervormingslimiet. De markers in de figuur geven aan welk ontwerpcriterium 
maatgevend is. Bij de groene markers is de sterkte of de stijfheid maatgevend. Voor de 
geel/rode geldt dat de versnelling maatgevend is. De groene markers tonen bijvoorbeeld 
dat bij een hoge vloermassa (bijvoorbeeld massieve betonvloer, 800 kg/m²) en een hoge 
stijfheid (vervormingslimiet 1/800 · hoogte) de beperking van de horizontale vervormingen 
het maatgevende criterium is. In dat geval hoeven dus geen extra maatregelen te worden 
genomen om te voldoen aan de versnellingslimieten. Dit is in lijn met wat we verwachten 
van een zware, stijve toren van 100 m hoog. Hier tegenover staan de varianten met oranje-
kleurige markers. Voor deze lichtere en minder stijve gebouwen wordt de dynamica het 
maatgevende criterium. In dit soort situaties heeft de constructeur twee opties. Optie 1:  
de stijfheid en massa van het gebouw verhogen, zodat tot het ontwerp alsnog eindigt in 
de groene zone. Optie 2: de dempingratio verhogen door het toepassen van een demper. 
In de legenda staat aangegeven tot welke waarde de dempingratio hiervoor moet wor-
den verhoogd. Deze laatste optie heeft wat betreft duurzaamheid de voorkeur.	
CEMENT  4 2022	?59
zoek lag de focus op het toepassen van een 
tuned mass damper (TMD), internationaal 
het meest gebruikte type demper voor wind-
dynamica.Bij het toepassen van een TMD wordt 
een blok met een grote massa in het gebouw 
geplaatst. Deze massa kan gedeeltelijk vrij 
bewegen onder de invloed van wind. Hier-
mee wordt energie uit het gebouw geabsor-
beerd. De bekendste toepassing van een 
TMD bevindt zich in de Tapei 101 (foto 4), 
ooit het hoogste gebouw ter wereld. In de  
Tapei 101 is de demper uitgevoerd als een 
pendulum over meerdere verdiepingen. 
Voor lagere gebouwen is het echter voldoen-
de om een TMD uit te voeren als een blok 
massa op een enkele verdieping (foto 5). 
De massa voor een TMD kan worden ge-
maakt uit staal of beton en moet liggen in de 
orde van 1% van de totale gebouwmassa om 
effectief te zijn. Deze massa is met veren of 
met een pendulum verbonden aan de hoofd -
draagconstructie en moet horizontaal vrij 
kunnen bewegen. Hiermee wordt een massa-  
veersysteem met 1 vrijheidsgraad toegevoegd 
aan het gebouw (foto 5, fig. 6). De massa en 
veerstijfheid van dit systeem moeten zo 
worden gekozen dat de eigenfrequentie 
overeenkomt met de eerste eigenfrequentie 
van het gebouw. De werking van een TMD is als volgt: 
ten gevolge van dynamische windbelasting 
zal een gebouw in trilling worden gebracht. 
De grootste trillingsreactie in het gebouw 
treedt op rondom de eigenfrequentie. Deze 
beweging van het gebouw werkt op de dem-
per als een ritmische opgelegde verplaat- sing, in het ritme van de eigenfrequentie. 
Doordat de eigenfrequentie van de demper 
gelijk wordt gekozen aan de eigenfrequentie 
van het gebouw, treedt er door deze ritmi-
sche aandrijving resonantie op in de demper. 
De massa van de TMD wordt hierdoor in  
beweging gebracht. Tijdens dit proces wordt 
energie vanuit het gebouw overgedragen 
naar de massa van de demper. De energie 
wordt tijdelijk in de massa van de TMD ge-
concentreerd en vervolgens als warmte aan 
de omgeving afgedragen, bijvoorbeeld via 
wrijving. Hiermee verdwijnt de energie uit 
de constructie en worden de trillingen en 
daarmee gepaard gaande versnellingen  
gedempt. Dit alles gebeurt mechanisch, er 
komen geen elektrische systemen aan te pas.
Met behulp van een TMD is het moge-
lijk om de dempingratio van een gebouw te 
verhogen tot een waarde van zeker 5% [2]. 
Voor alle gebouwen uit de hiervoor beschre-
ven parameterstudie bleek de versnelling 
afdoende te kunnen worden verminderd.  Belangrijk om op te merken is dat een 
TMD geen rol speelt (en mag spelen) in de 
veiligheidsstrategie van een gebouw in de  
uiterste grenstoestand. Het enige doel van 
de demper is om hinderlijke versnellingen 
te minimaliseren, wat wordt beschouwd als 
een criterium voor de bruikbaarheidsgrens-
toestand. Er worden door het gebruik van 
een TMD dus geen extra risico's geïntrodu-
ceerd op het gebied van veiligheid. 	
Ontwerpen met een TMD
Het toepassen van een TMD voegt complexi-
teit toe aan het constructief ontwerp. Het is 
aan te bevelen hiervoor samen te werken 	
5	6	
5 Voorbeeld van een tuned mass damper in een gebouw, bron: Gerb
6 Schema van een gebouw met TMD: een massa-veersysteem met 1 vrijheidsgraad	60?	CEMENT	 4 20	 22
met een gespecialiseerde partij of leveran-
cier. Wel is het als constructeur belangrijk 
om inzicht te hebben in de praktische impli-
caties van het gebruik en ontwerp van een 
demper. Hiervoor zijn verschillende bena-
deringen mogelijk.Een eerste inschatting van het gedrag 
van een gebouw met demper kan worden 
verkregen met de windformules uit de Euro-
code. De hoeveelheid demping die nodig is 
om de versnellingen te beperken tot een  
acceptabel niveau, kan worden gevonden 
door de dempingsparameter uit de versnel-
lingsformule te variëren. Met behulp van 
vuistregels en ontwerpformules, zoals bij-
voorbeeld beschreven in het boek 'Introduc- tion to Structural Motion Control' [3], kan 
vervolgens een inschatting worden gemaakt 
van de benodigde eigenschappen van een 
TMD, zoals massa en stijfheden. Met deze 
gegevens kan al in een vroeg stadium wor-
den afgewogen of het gebruik van een dem-
per kansen biedt. In een latere fase kan het 
systeem samen met een demperspecialist 
verder worden uitgewerkt. 
Met de formules uit de Eurocode is het 
niet mogelijk het dynamische gedrag van 
een gebouw met een demper precies te mo-
delleren en onderzoeken. Tijdens het afstu-
deeronderzoek was daarom een diepgaan-
dere dynamische analyse noodzakelijk. 
Hiervoor is de theorie van random vibra-	
Met een TMD is 
het mogelijk om 
de dempingratio 
van een gebouw 
te verhogen tot 
een waarde van 
zeker 5%	
7
8
7 Voorbeeld van een dynamisch wind respons spectrum van een gebouw met en zonder TMD
8 Effect van een TMD voor verschillende TMD-massa's (percentage t.o.v. de gebouwmassa) bij een referentie gebouw van 100 m 
hoog, uitgezet tegen de versnellingslimieten uit de Eurocode	CEMENT  4 2022	?61
ties [4] toegepast. Dit is de theorie achter de 
formules uit Eurocode. Hiermee was het 
mogelijk om het dynamisch gedrag van een 
gebouw met en zonder TMD inzichtelijk te 
maken, met als resultaat een dynamisch 
responsspectrum van een gebouw. Figuur 7 
toont hiervan een voorbeeld. Voor de variant 
zonder TMD is duidelijk een piek waar-
neembaar in het dynamische gedrag bij de 
eerste eigenfrequentie van het gebouw. In de 
variant met TMD is deze piek grotendeels 
afgevlakt, wat resulteert in een flinke ver-
mindering van de optredende versnellingen. 
Deze reductie van de versnellingen met een 
TMD is inzichtelijk gemaakt in figuur 8.
Praktische aspecten
Bij het ontwerp van een TMD is een con-
structeur gebonden aan verschillende rand-
voorwaarden. De eigenfrequentie van de demper 
moet gelijk zijn aan de eigenfrequentie van 
het gebouw, de massa van de TMD kan niet 
te zwaar worden gekozen en de maximale 
toegestane verplaatsing van de demper is 
afhankelijk van de fysiek beschikbare ruim-
te in de toren. Een andere belangrijke ont-
werpparameter is daarnaast de locatie van 
de TMD. Een TMD is het meest effectief op 
de hoogste verdiepingen van het gebouw. 
Het is mogelijk om een TMD te plaatsen op 
een lagere verdieping, bijvoorbeeld om het 
penthouse te ontzien. In dat geval is er wel 
meer massa en ruimte nodig om hetzelfde 
dempende effect te genereren. Het is aan de 
ontwerper om hierin een afweging te maken. De kosten voor een TMD in een gemiddelde 
toren zullen liggen in de orde van grootte 
van één tot enkele honderd duizenden euro's. 
De kosten worden voornamelijk bepaald 
door de materiaalkosten, het ruimtegebruik 
en de ontwikkelkosten. In een case study 
naar het oorspronkelijke ontwerp van de 
150 m hoge Baantoren bleek het mogelijk 
om met het toepassen van een demper bijna 
? 300.000 aan materiaalkosten te besparen 
ten opzichte van een ontwerp waarin de 
stijfheid werd verhoogd. De implementatie 
van een TMD resulteerde daarnaast in een 
geschatte vermindering van de CO?-uitstoot 
met ruim 80 ton. Voor gebouwen die gevoeli-
ger zijn voor dynamica zijn de voordelen 
vermoedelijk nog groter. 	
Kansen in Nederland
Het afstudeeronderzoek heeft aangetoond 
dat er ook in Nederland kansen liggen in de 
ontwikkeling van slanke en lichte hoogbouw 
door dempers toe te passen. Het overwegen 
van dempers is een ontwerpoplossing die 
 
bij dynamisch gevoelige hoogbouw min -
stens net zo veel aandacht behoeft als het 
simpelweg verhogen van de stijfheid of de 
gebouwmassa. Enerzijds kan er met dem -
pers worden bespaard op materialen, uit-
stoot en kosten. Anderzijds kunnen dem -
pers een noodzakelijke toevoeging zijn om 
in de toekomst lichtere en slankere hoog -
bouw technisch haalbaar te maken. Dem -
pers zijn hiermee een mooie toevoeging   
aan de ontwerptoolkit van de Nederlandse 
constructeur.
 	
LITERATUUR
1?Geurts, C., Bentum, C. van, Sanchez, 
S., Dijk, S. van, Demping hoogbouw 
voorspeld. Cement 2015/3.
2?Smith, R.J. & Willford, M.R. (2007), The 
damped outrigger concept for tall 
buildings.
3?Connor, J.J. (2003), Introduction to 
Structural Motion Control.
4?Dyrbye, C. & Hansen, S.O. (1997), 
Wind loads on structures.	
9	
9 Impressie van de Baantoren in Rotterdam, bron: Powerhouse Company	62?	CEMENT	 4 20	 22                  
                 
              
    
    
        Afstudeeronderzoek
        
Dit artikel is gebaseerd op het afstudeeronderzoek ‘The opportunities of supplementary damping systems in Dutch high-rise buildings’, dat Rens van Lierop uitvoerde op de TU Delft, fac. CiTG, in samenwerking met IMd Raadgevende Ingenieurs. Het bijbehorende rapport is beschikbaar op repository.tudelft.nl. In de afstudeercommissie hadden zitting: dr.ir. Karel Terwel (TU Delft), dr. Alice Cicirello (TU Delft), ir. Roy Crielaard (TU Delft), ir. Remko Wiltjer (IMd Raadgevende Ingenieurs) en ir. Rob Treels (IMd Raadgevende Ingenieurs).
 
             
    
            De ontwikkeling van steeds hogere en zwaardere torens is uit het oogpunt van duurzaamheid, materiaalgebruik en bouwkosten geen toekomstbestendige manier van bouwen. Lichte en slanke hoogbouw is hiervoor een interessant alternatief. De voordelen van slankere torens, met een grotere hoogte-breedteratio (h/b > 6), zijn meervoudig. Allereerst bieden gebouwen met een kleinere plot kansen om efficiënter met schaarse bouwgrond om te gaan. Daarnaast zorgen gebouwen met een slanker silhouet voor minder horizonvervuiling, schaduwhinder en windoverlast in de omgeving. Dit verbetert het stedelijk leefklimaat rondom hoogbouw en resulteert in minder weerstand vanuit omwonenden en overheden. Ook hebben slanke torens een relatief groter geveloppervlak ten opzichte van het vloeroppervlak, waardoor eenvoudiger wordt voldaan aan de eisen met betrekking tot daglichtinval. Als deze slankere torens daarnaast minder zwaar worden uitgevoerd dan traditionele gebouwen, nemen de voordelen verder toe. Lichtgewicht torens resulteren in besparingen op bouwmaterialen en vereisen een minder zware fundering. Dit wordt steeds belangrijker met de huidige schaarste aan materialen en de wens om het CO2-gebruik in de bouw te verminderen. Alle reden dus om de ontwikkeling van slanke en lichte hoogbouw te stimuleren.
Het ontwerp van dit soort constructies biedt voor een constructeur echter een belangrijke uitdaging: hoe slanker en lichter een gebouw, hoe groter de gevoeligheid voor dynamische windbelastingen. Hierdoor kunnen windtrillingen en versnellingen het maatgevende ontwerpcriterium worden. Doelgerichte oplossingen zijn dan nodig om hinder terug te brengen tot een acceptabel niveau.
Internationaal zijn er positieve ervaringen met het gebruik van dynamische dempers in torens. Ook voor Nederlandse hoogbouw biedt het gebruik van dempers kansen. In het in dit artikel beschreven afstudeeronderzoek is onderzocht hoe en wanneer dempers ook in Nederland effectief en efficiënt kunnen worden toegepast.
Reacties