Zijn allervroegste herinneringen ademen "die heerlijke geur van cement". Op de bouwplaats met een pet op achter de steenwagen lopen, sjouwen, opperen, specie maken: dat oerbeeld van bouwen zal hem altijd bijblijven. Aan de vooravond van zijn afscheid als hoogleraar in Eindhoven én als hoofdredacteur van Cement, blikt Cees Kleinman tevreden, maar toch ook met enige weemoed terug op een leven in de bouw.
Cees Kleinman8201152interviewinterviewCeesKleinmanEeuwig jong, ?n eigenwijsCV1Op de middelbare school gaan alle vakken goed, maar demeeste aanleg heeft Kleinman voor de exacte richting. Omdatzijn vader een aannemingsbedrijf heeft, ligt een vervolgstudiein de bouwtechniek voor de hand. Even twijfelt hij over eencarri?re als chirurg, maar na het zien van een nogal bloederigefilm van een hartoperatie is hij in elk geval genezen. Eenmaalin Delft moet hij nog kiezen tussen Bouwkunde en Civieletechniek. "Ik heb even bij Bouwkunde gekeken, maar vond hetdaar maar een archa?sch zooitje: een beetje knutselen en gelulover kleuren, de spanning van een lijn,... Ik dacht: `Ik wil eenvak leren, inhoudelijk bezig zijn'. Civiele techniek was daaromvoor mij een perfecte opleiding, het paste bij me en ik kon eralle kanten mee op: de ontwerpkant, maar ook de theoretischekant, zowel theoretisch/experimenteel als theoretisch/constructief." Hij studeert uiteindelijk af in de richting theore-tisch/constructief. "Dat waren heel veel kromme d's, Fourier-analyse, mathematische methode, trillingen. Het accent lagvooral op mechanica en wiskunde en de toepassing daarvan."1 Cees Kleinman in het Van MusschenbroeckLaboratorium foto: Peter de Koning / PDK FotoZijn allervroegste herinneringen ademen "die heer-lijke geur van cement". Op de bouwplaats met eenpet op achter de steenwagen lopen, sjouwen,opperen, specie maken: dat oerbeeld van bouwenzal hem altijd bijblijven. Aan de vooravond van zijnafscheid als hoogleraar in Eindhoven ?n als hoofd-redacteur van Cement, blikt Cees Kleinman tevre-den, maar toch ook met enige weemoed terug opeen leven in de bouw.naam prof.ir. Cees Kleinmanleeftijd 66 jaaropleiding TU Delft, Civiele techniekwerkgevers AIA, Grabowsky enPoort, TU Eindhoven, KleinmanHoldingCees Kleinman8201154interviewhij als 22-jarige een opdracht van twee maanden in Heerlen bijAIA, architecten-/ingenieursassociatie A.W. Groenendijk. "Ikhad een prima relatie met Haas, die tot zijn dood in stand isgebleven. Hij heeft me een enorme liefde voor het vak bijge-bracht. Het gaat niet alleen om het vergaren van kennis om hetvak uit te oefenen, maar ook om het genieten van de schoon-heid van wat je met dat vak kunt doen."Als assistent schrijft hij voor Haas enkele collegedictaten. Ookkomen er nu en dan mensen uit het buitenland, die hij helpt metbijvoorbeeld hyparschalen. Verder bezoekt hij af en toe eencongres. "Daar zat ik dan met mijn 22 jaar, aan tafel tussen, inmijn ogen, de groten der aarde. Ik keek aanvankelijk enorm optegen al die intelligentsia, maar ze waren natuurlijk ook maargewoon mensen. Bij hen vergeleken was ik nog een `pikkie'. Soci-aal-maatschappelijk was ik een ei van wat heb ik jou daar, dievan de hele wereld nog niets snapte, maar wel van het vak."DirecteurHet contract met AIA voorziet erin dat hij na zijn studie bij hetbureau mag terugkeren. Als het in 1968 zover is, werkt hij erook korte tijd als constructeur. Tevens treedt hij vrijwel directin het huwelijk. Een jaar later moet hij bij de SRO-A in Bredade officiersopleiding volgen. Nadat hij weer is afgezwaaid,wordt hij bij AIA meteen directeur van de constructieafdelingen adjunct-directeur van de holding. "Ik heb er nooit bij stilge-staan dat een directeursfunctie op zo'n jonge leeftijd ietsbijzonders was. Ja, ik was verantwoordelijk voor het ontwerp,maar ik rekende en tekende het ook zelf. De tekenkamermaakte er vervolgens wel weer iets fatsoenlijks van. Ook kwamik op de bouw; leiding geven was eigenlijk hetzelfde als wat eenprojectmanager deed."Kleinman ontwerpt onder meer het staaloverslagbedrijfLommaert in Born en ondergrondse parkeergarages inHeerlen en onder het Vrijthof te Maastricht. Dan wordt AIA in1971 overgenomen door de Heidemij. "Het salaris dat ik bijAIA als directeur ?n 26-jarige inmiddels verdiende, paste nietin de salarisschalen van de Heidemij. De directeur Personeels-zaken vertelde me daarom dat hij noodgedwongen mijn salarisminimaal een jaar of tien moest bevriezen!"Dan polst professor Haas hem voor een directeursfunctie bij hetvermaarde ingenieursbureau Grabowsky en Poort. "Dat bureauwas in het vakgebied toch wel een van de allerbeste van Neder-Assistent van Haas`Jong' en `eigenwijs' zijn twee kwaliteiten die maken dat hijopvalt. Docenten valt hij in de rede als hij vindt dat ze het foutdoen. Regelmatig moet hij van een hoogleraar "dan maar naarvoren komen als je het zo goed weet!" Dat laat hij zich geentwee keer zeggen! "De laatste bij wie ik dat flikte, was professorHaas, de hoogleraar Beton. Hij stond op een gegeven ogenblikverschrikkelijk te haspelen, waarop ik zijn schrijfsels op hetbord verbeterde. Na afloop van het college vroeg hij me naarzijn `kabinet' te komen. Ik dacht: `Nu krijg ik wat te horen!' Hijwilde me echter als zijn assistent hebben. Ik was zeer verrast,maar hapte gretig toe. Ik was net 21 geworden en mijn vaderhad zijn belofte gestand gedaan mijn studie slechts tot die leef-tijd te betalen. Ik kon het geld dus goed gebruiken en had nuineens een royaal inkomen tijdens de rest van mijn studie."Haas heeft een zwak voor Kleinman en regelt de nodige tijde-lijke werkplekken voor hem. Tijdens de eerstvolgende zomer-vakantie komt hij zo voor een klus van twee maanden in Zuid-Limburg terecht, waar hij en passant zijn latere vrouwontmoet. Haas heeft nog meer, wat kleinere klussen voor hemin het zuiden. Kleinman klaart ze vaak in een weekend,voordat hij weer naar Delft terugkeert. Een zomer later doetfoto:PeterdeKoning/PDKFoto"Het werk dat je maakt en goedvakmanschap daarbij, zijn deallerbeste acquisiteurs"2Cees Kleinman 82011 552 Het Pieter vanMusschenbroeck Laboratorium waar Kleinmanmenig onderzoek uitvoert en begeleidt3 Statenzaal in hetProvinciehuis inMaastricht met Arabischwiel als plafondfoto: Loraine Bodewes / Novumadviseur is dan helemaal niet zo belangrijk. Kennis, kunde enop tijd klaar, zijn veel belangrijker dan welk honorarium danook." Vanuit Maastricht stuurt hij tevens een bureau in D?ssel-dorf aan, met uitsluitend projecten voor de Duitse markt. "Wehebben bijvoorbeeld het hoofdkantoor van de Rheinisch/West-f?lische Elektrizit?tswerke (RWE) in Essen ontworpen (foto 2).Verder deden we samen met de beroemde professor Zerna, dieonze partner was, allerlei projecten."`Thuis' in Maastricht werkt hij aan het Boschstraatplan: groot-schalige binnenstedelijke woningbouw. Voor de Europesewoningbouwmarkt transformeert hij samen met architectRinus Goud en Gerd Cleuren, een collega-architect uit Aken,het Finse Dominosysteem tot het CS-systeem: een demontabelsysteem van stalen dragers en prefab betonnen platen incassettevorm. CS staat daarbij voor Cornelis Sacharias, zijnvoornamen.land. Haas was er commissaris en had me aanbevolen bij HaroldGrabowsky. Ik was amper 27, maar had toch al de nodige jarenwerkervaring. Ik hoefde al met al niet lang te twijfelen."Grabowsky en PoortZes vestigingen en ruim 100 personeelsleden heeft Grabowskyen Poort in 1972, wanneer Kleinman directeur wordt van devestiging Maastricht. "Het was feitelijk een opvolgingskwestie.De drie eigenaren ? Harold Grabowsky, Johan Poort en Jan vanden Berg ? hadden ieder een derde van de aandelen, maar warenvijftigers. Voor de continu?teit van het bedrijf zochten ze jonge,enthousiaste mensen. Mensen die hen later konden opvolgen."Er is in het zuiden veel werk voor de industrie, onder meerMelchior, DSM, ENCI en de papierfabriek van KNP. "Werkenvoor de industrie ging heel veel op urenbasis. De prijs voor een3Cees Kleinman8201156interview4 Artist Imprtession van de Nieuwe Euromast5 Uitvoering van het hoofdkantoor van de Rheinisch/Westf?lische Elektrizit?tswerke (RWE) in Essen6 De`nokkenkwestie'zorgt voor veel opschudding inde constructeurswereldDirecteureigenaarIn 1975 wordt Kleinman directeur van de holding Grabowskyen Poort. Twee jaar later krijgt hij de kans zich in de holding inte kopen. Hij is dan 32 jaar oud. "Ik kreeg na wat onderhandeleneen kwart van het bedrijf aangeboden. Hugo Snoek, een anderejonge directeur, kreeg ook een kwart en het aandeel van JohanPoort werd vergroot tot de helft." Veel geld om de aandelen tekunnen kopen, hebben ze echter niet. "Een vriend van mij kongelukkig een financiering regelen, maar vervolgens was het welhard werken! Het duurde wel een jaar of tien voordat we van diefinanciering verlost waren. We waren nu wel directeur-eigenaar,maar moesten ons he-le-maal uit de naad werken om het hoofdboven water te kunnen houden. Ik deed alles zelf: mensenaannemen, projecten verwerven, constructeur ?n projectleiderspelen, soms zelfs lichtdrukker zijn."Technici aansturen vindt hij overigens helemaal niet moeilijk."Technici houden allemaal van hun vak. Een beton- of staalte-kenaar of- constructeur: ze zijn zelf z? bevlogen. Als je maareen goede praatpaal voor ze bent of waardering voor ze hebt,dan gaan ze voor je door het vuur." Ook het projecten verwer-ven valt mee. "Als je goed werk aflevert, krijg je vanzelf eengoede relatie met ontwikkelaars, architecten en aannemers,met opdrachtgevers. Het werk dat je maakt en goed vakman-schap daarbij, zijn de allerbeste acquisiteurs."Binnen de holding krijgt hij Zuid-Nederland als aandachtsge-bied. Daar komen al gauw Duitsland en later ook Belgi? bij.Eens per maand vergaderen de directieleden plenair. "Manage-ment vergde maar een klein deel van onze aandacht; we wareneigenlijk altijd technisch-inhoudelijk bezig." Om zich financi-eel-economisch staande te kunnen houden, volgt hij de nodigestudies en opleidingen in dat vakgebied. Het maakt hemsterker in de onderhandelingen met banken, zeker op demomenten als het economisch wat minder voor de wind gaat.Toch zijn dit de periodes waarin hij zich het minst op zijngemak voelt. "Elke keer als er een crisis was, dan kwam dat inde bouw dubbel zo hard aan. Dan was ik gedwongen om vanmensen in de organisatie afscheid te nemen. Ik liep dan metmaagpijn rond en kon nauwelijks de slaap vatten. Wel sprak ikaltijd met de betrokkenen af dat ik hen als eerste weer in dienstzou nemen, zodra de bouw zou aantrekken."MultidisciplinairIndustriebouw, infrabouw, woningbouw en utiliteitsbouw:Grabowsky en Poort werkt voor alle sectoren in de markt. "Inde infrasector werden aanvankelijk vrijwel alle grote kunstwer-ken door Rijkswaterstaat of de provinciale waterstaten ontwor-pen. Als particulier bureau kwam je daar niet tussen. In Duits-land mochten we gelukkig wel een paar voorgespannenbruggen doen en vanuit die expertise zijn we ook in de brug-genwereld in Nederland terechtgekomen. En spoorweginfra-structuur werd aanvankelijk uitsluitend door NS zelf gedaan.Toen dit bureau werd opgesplitst, hebben wij het vrijgekomendeel (Articon, red.) gekocht en zaten we opeens ook daarmiddenin."Eind jaren tachtig krijgt hij de verantwoordelijkheid voor eengroot spoorwegproject in Indonesi?. "Het was een opdrachtvoor de Nederlandse overheid. Op Sumatra en Java moestenwe 1000 km railinfra, met daarin zo'n 600 bruggen en viaduc-ten, geschikt maken voor de toekomst. De infrastructuurmoest zowel worden verbouwd en versterkt als nieuwgebouwd. De opdracht omvatte grondmechanisch, hydrolo-gisch en constructief onderzoek. Voor het nemen van bodem-monsters hadden we een trein ingericht als sondeerwagen."Van alle disciplines voelt Kleinman zich echter het meestaangetrokken tot de utiliteitsbouw. "Het mooie in de utiliteits-bouw is de samenwerking en de integratie met een heleboelandere disciplines. In de utiliteitsbouw wordt er veel meer vanje ontwerpkennis ge?ist. Het is niet zo dat je exact ontwerptwat er later zal worden gebouwd; nee, je ontwikkelt een stelvarianten en kijkt vervolgens welke variant het beste bij devisie en de filosofie past van wat de architect wil uitstralen.45Cees Kleinman 82011 57Voor het provinciehuis in Maastricht zat ik samen met dearchitect soms zaterdagen en zondagen te schetsen, net zolangtot we zeiden: `Nu hebben we hem, dit is wat het zijn moet'. Endat we gelijk kregen blijkt wel uit het feit dat in het Cemen-trum in 's-Hertogenbosch (hoofdkantoor ENCI en Mebin,red.) jarenlang een foto van de statenzaal van het provinciehuisals een soort blikvanger voor de mogelijkheden van betonwerd tentoongesteld (foto 3). Dat Arabische wiel in zichtbetonals plafond was schitterend!"ArcadisHet bureau intussen groeit verder. Vanuit de afdeling Planeco-nomie doet Milieu zijn intrede. Daarna worden enkele E+W-bedrijven gekocht en ten slotte volgt projectmanagementbu-reau Starke Diekstra. "We konden nu totaalprojecten aan enwaren niet meer alleen afhankelijk van het spelen vanconstructeur. Soms waren we zelfs gedelegeerd opdrachtgever."In 1997, een kwart eeuw nadat hij bij Grabowsky en Poort isbegonnen, speelt wederom de discussie over de continu?teit."Het bedrijf aan een aantal medewerkers verkopen was nuechter niet meer realistisch, want met inmiddels 1000 mensenwaren we 10 x zo groot als 25 jaar daarvoor." Het is de periodedat iedereen zich voorbereidt op `Europa'. Grote Franse aanne-mers tonen interesse, op zoek naar versterking van de markt-positie. Ook de Heidemij komt langs. "Bij hen hadden we hetgoede gevoel dat we zo ook het beste bureau van Europakonden worden. We waren wel internationaal actief, maar nietin alle disciplines in dezelfde mate. We zagen het ook als eensprong voorwaarts." Kleinman blijft nog een jaar verbondenals adviseur van de directie ? door het concurrentiebeding dathij meekrijgt kan hij toch niet anders ? en maakt de naamsver-andering tot Arcadis mee. Na twee jaar is hij weer `vrij man'.CementMedio 1997 nodigt Cement-redacteur Pieter Spits hem uit vooreen rondetafelbijeenkomst over de toekomst van het vakblad.Het vakblad bevindt zich dan aan de vooravond van het50-jarig bestaan.Kleinman is bij Cement een tamelijk onbekende. "Ik leesCement al sinds 1967. Mijn eerste publicatie dateert van 1981:de ondergrondse parkeergarage aan de OLV Wal in omge-keerde bouwvolgorde, in Maastricht. Kort daarna schreef ikover de bouw van het hoofdkantoor van RWE te Essen en ineen internationaal vaktijdschrift publiceerde ik over grondpa-rameters in Indonesi?. Maar verder publiceerde ik niet zoveel;daar had ik helemaal geen tijd voor. Bovendien zat ik niet inhet `wereldje', omdat ik `helemaal in Zuid-Limburg' woonde. Ikheb weleens deel uitgemaakt van een Stupr?-commissie, maarals er een keer een vergadering was voor Betonvereniging,CUR of Stupr?, dan was dat altijd in Amsterdam of Rotterdam.Nodigde ik hen vervolgens naar het zuiden, dan was Eindho-ven al ver. Ik vond het verder goed zo."Spits vraagt hem dan toch als hoofdredacteur. "Ik heb eersteven de kat uit de boom gekeken en enkele redactievergaderin-gen bijgewoond. Maar die term ? `redactievergadering' ?klopte helemaal niet met de inhoud: er werd niet vooruitge-blikt naar de artikelen die moesten komen, maar slechtsbesproken wat er was gepubliceerd. Ik vond het desondankseen uitdaging dat Cement een beetje om te bouwen. Ik zie menog zitten met allemaal uit elkaar gescheurde, oude Cementenom daar een dummy themanummer van te maken. Harde ofslappe kaft, nietjes of rechte rug, de discussies die we hebbengehad. In het begin was het toch wel een verandering, ook voorde overige redactieleden. We hebben open en constructief hetblad omgevormd tot wat het nu is. Dat is de verdienste vaniedereen die aan tafel zat."Menig actueel thema wordt behandeld, zoals de `nokkenkwes-tie' en de brandwerendheid van kanaalplaten. Ook construc-tieve veiligheid ontbreekt niet op de agenda. "Ik vind het wel68201158interviewjammer dat we nooit echt in thema's de bouwfouten aan deorde hebben kunnen stellen. We kregen nooit medewerking:het lag onder de rechter of er was nog geen uitspraak. De werk-groep `Leren van instortingen' heeft alleen maar de bekendegevallen onderzocht, terwijl we juist over al die andere, onbe-kendere zaken zouden hebben moeten rapporteren."OnderwijsAl vrijwel vanaf het begin van zijn loopbaan bemoeit CeesKleinman zich ook met het onderwijs. Vanaf 1972 doceert hijTechnische Wetenschappen aan de Academie van Bouwkunstin Maastricht. Als professor Dick Dicke in 1990 afzwaait aande TU Delft, wil Rinus Goud, de toenmalige decaan van defaculteit Bouwkunde hem als diens opvolger. Voor de tweedemaal in zijn leven bezoekt hij het faculteitsgebouw, om teconcluderen dat daar niets is veranderd. "Ik overlegde evenmet mijn partners Hugo en Johan. Omdat we nog middenin destrijd naar voren zaten, heb ik het verzoek afgeslagen."Twee jaar later echter wordt hij benaderd voor de leerstoelConstructief Ontwerpen aan de faculteit Bouwkunde van de TUEindhoven, een 0,5 fte functie. Hij aarzelt opnieuw. Inmiddelszijn Dick van Dijk en Herbert de Vries als partner toegetredenen bevindt Grabowsky en Poort zich in een wat rustiger vaarwa-ter. "We hebben wat geschoven met aandachtsgebieden. Ik zoume voor het bedrijf meer met de ontwikkeling van het vak gaanbezighouden en strategie?n ontwikkelen. Voor de dagelijksegang van zaken werden vestigingsdirecteuren aangesteld. Zokreeg ik de handen vrij voor de leerstoel." Voor de vorm moethij nog wel solliciteren. "Op gesprek bij de benoemingscommis-sie liet ik al mijn publicaties zien: drie in totaal! Dat vond mentoch wel wat weinig. Daarop zei ik: `Als jullie willen zien wat ikzoal kan, laten we dan maar een bus huren en op excursie gaanlangs alles wat ik heb gemaakt!' Ik vind dat er veel te veel defocus wordt gelegd op publiceren. Alsof dat gelijk staat aankennis. Er zijn mensen die aan de lopende band publiceren,maar die nog geen fietsenhok hebben gebouwd!" Hij wordtaangesteld en tegelijk met zijn benoeming in Eindhoven neemthij afscheid van de Academie van Bouwkunst in Maastricht.Onderwijs en onderzoek zijn onlosmakelijk met elkaarverbonden. Hij geniet ervan: "Bezig zijn met studenten, dingenuitzoeken, kleine stapjes voorwaarts zetten, afstudeerders enpromovendi begeleiden die een stuk van het vak leren en vanwie ikzelf ook wat leer. Eigenlijk is dat de ideale mix om ophoog niveau het vak uit te oefenen! Het is fantastisch omdingen uit te zoeken, nieuwe wegen te ontdekken. Ook wegen"Er zijn mensen die aan de lopende bandpubliceren, maar die nog geenfietsenhok hebben gebouwd"8Cees Kleinman 82011 598 Het proefproject staalvezelbeton in hetbuitenlaboratorium van de TU Eindhoven9 Kleinman signaleert als eerste de problematiek van kanaalplaatvloeren bij branddie doodlopen. Je leert meer van doodlopende wegen dan vanwegen die slagen. Met studenten kun je bovendien meer danmet werknemers. In de praktijk moet een product op eenbepaald ogenblik klaar zijn en geen minuut later. In de univer-sitaire wereld doet dat minder ter zake. Je hoeft het niet temaken en er mag ook best iets anders uitkomen dan waar jeoorspronkelijk vanuit bent gegaan. De student moet eigenlijkiets uitzoeken wat je zelf nog niet weet. Studenten hebbenbovendien idee?n die nog niet kapot zijn gemaakt met hetstempel: `We doen het altijd zo'."HoogbouwSpeciale interesse heeft hij in hoogbouw. Daarop rust inNederland lange tijd een taboe. Dat verandert als in 1992 inRotterdam het gebouw de Delftse Poort wordt opgeleverd.Grabowsky en Poort tekent samen met Aronsohn voor hetconstructief ontwerp. Tien jaar later probeert hij, helaaszonder resultaat, in Rotterdam een superhoogbouw van maarliefst 392 m van de grond te krijgen (foto 4). "Om een hoog-bouw haalbaar te maken is allereerst de verhouding bruto-netto vloeroppervlak essentieel. Het tweede aspect is bezon-ning: wat is de invloed van de toren op zijn omgeving? Hetderde facet ten slotte is de wind." Het is de periode dat hij zichsamen met collega-hoogleraar Jaap Wisse op de windtunnelstort. "We onderzochten niet alleen de invloed van de wind ophet gebouw, maar ook de windhinder op maaiveld."Hoe hoger de gebouwen, des te groter de rol van de dynamica."Bij middelhoge bouw kun je de invloed van de wind verdis-conteren door een bepaalde toeslag op te nemen. Bij super-hoogbouw moet je een complete dynamische berekeningmaken om de eerste, tweede of derde harmonische trilling ende respons ervan op de dynamische belasting te bepalen."Cement besteedt een speciaal themanummer aan dynamica."Momenteel wil iedereen maar superlicht bouwen, zelfs zonderbeton. Sommige architecten zeggen: `Beton is iets van deRomeinen'. Bouwen moet lichter dan licht, met alle gevolgenvoor geluid en trillingen van dien. Allerlei trucs wordenbedacht om dat alles weer te verhelpen, maar de meest eenvou-dige oplossing is de keuze voor een iets zwaardere constructie!In mijn ogen is beton voor milieu, warmte, klimaatbeheersing,trillingen, comfort, h?t ideale materiaal. En je kunt het ooknog eens in elke gewenste vorm gieten."ConstructeursbladKleinman heeft het 14 jaar uitgehouden als hoofdredacteur."Ik heb hele goede herinneringen aan alle redactievergaderin-gen, aan alle strijd achter de schermen om iets gedaan tekrijgen. Ik kan me niet herinneren dat we ooit woordenhebben gehad. Het is altijd in goede harmonie gegaan, terwijler bij de uitgever (cementindustrie, later ?neas, red.) toch heelwat veranderde. We hebben gedaan gekregen dat de uitgeveraan tafel kwam en we een gezamenlijk beleid konden voeren,dat we in full color gingen en voorkanten hebben ontworpen,nieuwe stijlen hebben gecre?erd, en dat is allemaal in harmo-nie gegaan." Dieptepunt in die periode is alleen het overlijdenvan zijn vrouw, nu zes jaar geleden. "Zij heeft me al die jarenuit de wind gehouden, ervoor gezorgd dat ik kon doen wat ikheb gedaan."Tijdens de redactievergadering van 13 januari 2012 zal CeesKleinman zijn taak als hoofdredacteur van Cement overdragenaan Dick Hordijk. "Dick moet beginnen met veel luisteren enkennis nemen van de gevoelens van de verschillende redactiele-den. Als hij dat goed doet, kan hij gemakkelijker een eigenbeleid formuleren en de redactie daarin meekrijgen." Er staatveel te gebeuren. Hoe maak je evenwicht tussen een papierenvakblad met voldragen artikelen dat periodiek op de deurmatvalt en een website die korter op het nieuws zit? "Die afwegingvind ik heel moeilijk, want kort bij het nieuws zitten gaat volgensmij toch ook ten koste van de kwaliteit. Je schrijft een artikelnamelijk niet zomaar even op basis van een gebeurtenis. Derge-lijke `snelle' artikelen zullen geen lang leven beschoren zijn.Cement is geen modeblad, het is een blad waaruit je kennis kunthalen over een groot scala aan onderwerpen. We kunnen nudigitaal het hele archief raadplegen, een groot pluspunt tenopzichte van voorheen. Maar het hoeft voor mij geen Cobouw teworden. Niet de snelheid is maatgevend, maar de gedegenheidvan de informatie. Dat gegeven is bij Dick absoluut in goedehanden. Uiteindelijk hoop ik dat het mijn opvolger w?l zallukken mijn ultieme droom waar te maken: een echt construc-teursblad voor Nederland, materiaalonafhankelijk." Henk Wapperom"Je leert meer van doodlopendewegen dan van wegen die slagen"9
Reacties