Als onderdeel van de weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (SAA) verbreedt Rijkswaterstaat momenteel de A9 tussen de knooppunten Badhoevedorp en Holendrecht (A9 BAHO). Drie rijstroken per rijrichting worden er vier en er komt een wisselbaan. Daarbij worden meerdere bestaande bruggen en viaducten vervangen. In eerste instantie was de gedachte om een deel van deze kunstwerken te versterken, maar dat bleek niet de beste keuze. De liggers zijn zonder aanpassingen niet geschikt voor toepassing in de nieuwe autosnelweg. Ze zijn echter wel nog in prima conditie, dus is het zonde om ze te vernietigen. Rijkswaterstaat zocht naar een meer circulaire oplossing.              
                
             
                              
                                      
                      Hergebruik liggers A9
Prefab voorgespannen liggers uit 11 viaducten tussen 
Badhoevedorp en Holendrecht worden geoogst
1 Bestaand viaduct in de A9 over de Keizer Karelweg
1 
24?CEMENT?8 2022
Rijkswaterstaat heeft de ambitie 
in 2030 klimaatneutraal en cir-
culair te werken.
 Ook het project A9 
BAHO wil hier een bijdrage aan leveren. 
Mede naar aanleiding van de SBIR (Strategic 
Business Innovation Research) Circulaire 
Viaducten (zie kader) ontstond het idee om 
na te gaan of de liggers uit de A9 elders kon-
den worden hergebruikt.
Vanuit andere projecten van Rijkswa-
terstaat, maar ook vanuit provincies en ge-
meenten is er veel interesse in de liggers. 
Ook diverse aannemers hebben belangstel-
ling. Dat heeft enerzijds te maken met de 
stijgende grondstofprijzen en anderzijds 
met het feit dat aanbiedingen van aanne-
mers voor circulaire voorstellen worden  
beloond.
Hergebruik is echter geen sinecure. 
Slopen kost veel minder tijd en geld dan de 
liggers oogsten en geschikt maken voor her-
gebruik. Een van de obstakels in het project 
A9 BAHO was verder dat in het contract is 
afgesproken dat de opdrachtnemer VeenIX 
eigenaar wordt van de liggers. En een con-
tract wijzigen is complex. Ondertussen wor-
den vanuit de SBIR de eerste liggers bij de 
A9 geoogst en is met VeenIX de intentie uit-
gesproken ook de overige liggers uit de A9 zo 
veel mogelijk te gaan oogsten.
Ontwikkeling brugdekken
Bij elf bruggen en viaducten in de A9 (in het  
gedeelte tussen de brug over de Ringvaart 
en knooppunt Holendrecht) is bij de bouw 
van de dekconstructies gebruikgemaakt van 
prefab liggers (foto 1, fig. 2). Er komen drie 
typen liggers voor: HNP-liggers, HIP-liggers 
en contactliggers. De lengte varieert van 10 
tot 28 m. Onderzoek naar de liggers geeft 
een interessante terugblik op de ontwikke-
ling van viaductdekken met voorgespannen 
geprefabriceerde liggers uit de aanlegperiode.
HNP-liggers?Uit de archieven blijkt dat er 
door Rijkswaterstaat directie Wegen in 1968 
een bestelling (als zogenoemde directieleve-
ring; een levering voor kosten van de opdracht-
gever) werd gedaan bij Spanbeton voor de  
levering van 521 HNP750-liggers voor in totaal 
vier
 kunstwerken (foto 3). Deze HNP-ligger 
was een gestandaardiseerde ligger met een 
breedte van 980 mm (fig. 4).
De lengte van de toegepaste HNP750- 
liggers bedraagt 10 tot 23 m. Op een rooster 
van de liggers werd een in het werk te stor-
ten gewapende druklaag van 180 mm dikte 
aangebracht. De liggers werden voorzien 
van een zogenoemd hamereind waarbij de 
breedte van het lijf was vergroot van 200 
naar 400 mm.
IR. DRIEK NUIJENS
Technisch Manager
Rijkswaterstaat
IR. KEES QUARTEL
Senior Adviseur  
Bruggen en Viaducten
Rijkswaterstaat
auteurs 
Als onderdeel van de weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (SAA) verbreedt 
Rijkswaterstaat momenteel de A9 tussen de knooppunten Badhoevedorp en Holendrecht  
(A9 BAHO). Drie rijstroken per rijrichting worden er vier en er komt een wisselbaan. Daarbij 
worden meerdere bestaande bruggen en viaducten vervangen. In eerste instantie was de 
gedachte om een deel van deze kunstwerken te versterken, maar dat bleek niet de beste keuze. 
De liggers zijn zonder aanpassingen niet geschikt voor toepassing in de nieuwe autosnelweg. 
Ze zijn echter wel nog in prima conditie, dus is het zonde om ze te vernietigen. 
Rijkswaterstaat zocht naar een meer circulaire oplossing. 
CEMENT 8 2022 ?25
Twee kenmerken zijn interessant in relatie 
tot het eventuele hergebruik van deze liggers. 
De viaducten werden statisch onbepaald  
uitgevoerd met drie of vier overspanningen. 
De liggervelden werden daartoe boven de 
steunpunten verbonden door een buigstijve, 
gewapende verbinding (fig. 5). Bij twee 
kunstwerken werden geprefabriceerde pij-
lerbalken toegepast van het type Preflex, 
een in die tijd gangbaar systeem waarbij  
de onderflens van een stalen HEA-ligger 
werd verbonden met een betonomstorting 
800 × 300 mm² (b × h) (fig. 6, foto 7). Tijdens 
het productieproces werd de stalen HEA- 
ligger voorbelast, zodat na het storten en 
verharden van het beton en het wegnemen 
2 Tracé A9 Badhoevedorp ? Holendrecht
3 Brug met HNP-liggers in uitvoering
4 Doorsnede HNP-liggers zonder en met druklaag
2
3
4 
26?CEMENT?8 2022
5 Statisch onbepaalde pijleroplegging HNP-liggers
6 Detail Preflex-pijlerbalk met HNP-liggers
7 Preflex-pijlerbalk in uitvoering
De kwaliteit van 
voorgespannen 
prefab liggers 
uit de periode 
1965-1985 blijkt 
uitzonderlijk 
goed te zijn en 
de restlevensduur 
veel groter dan 
100 jaar
5
van de voorbelasting een drukspanning in 
de betonnen flens werd geïntroduceerd.
Het statisch onbepaalde systeem geeft 
extra uitdagingen voor het oogsten van de 
liggers. In de eerste plaats omdat het los-
maken van de liggers uit de samengestelde 
constructie moeilijk is, maar ook omdat het 
risico groot is dat de liggerkop bij het oog-
sten beschadigt en moet worden ingekort, 
waardoor de aanwezige splijtwapening moet 
worden opgeofferd. Overigens zal dit ook  
gebeuren wanneer de ligger moet worden 
ingekort om de lengte aan te laten sluiten op 
de nieuwe toepassing.
Verder ontbreekt in de HNP-liggers 
echte beugelwapening. Wel zijn verticale 
6
7 
CEMENT 8 2022 ?27
haarspelden Ø6 hart-op-hart 500 mm 
(QR40, ofwel f
yk
 = 400 N/mm²) aangebracht. 
De toenmalige voorschriften RVB 1962/67 
stelden geen verdere eisen aan een minimale 
beugelwapening, wanneer de dwarskracht-
capaciteit maar kon worden gewaarborgd 
op basis van een toets op hoofdtrekspannin-
gen. Alleen ter plaatse van de liggereinden is 
sprake van verticale wapening (QR24, ofwel 
f
yk
 = 240 N/mm²), om de optredende splijt- 
spanningen ten gevolge van voorspanning 
op te nemen. Verticaal uitstekende haar-
speldwapening verzorgde de verbindings- 
wapening met de druklaag.
HIP-liggers?Ten tijde van het vervolg van 
het ontwerp en de bouw van de viaducten, 
in 1969, had Spanbeton de HIP-ligger als  
opvolger van de HNP-ligger geïntroduceerd. 
Daarmee werd invulling gegeven aan de 
nieuwe visie dat bij prefabricage meer 
moest worden ingezet op een industriële 
productietechniek en een gestandaardi-
seerd ontwerp.
De HIP-ligger onderscheidde zich van 
de HNP-ligger door een prismatische door-
snede over de gehele liggerlengte, een grotere 
breedte (1180 mm, werkende breedte 1,2 m), 
een op vaste hoogte in het 300 mm dikke lijf 
aangebrachte oplegprofilering voor de verlo-
ren houten bekisting van de druklaag (fig. 8), 
en de aanwezigheid van beugelwapening. 
Deze HIP-liggers zijn in vier van de elf kunst-
werken toegepast, in drie uitvoeringen: 
8 Doorsnede HIP-liggers
9 Detail Preflex-pijlerbalk met HIP-liggers
10 HIP-inhangliggers in opslag
SCENARIO'S
Om te leren wat werkt en wat 
niet werkt, wil Rijkswaterstaat 
de matching uitwerken in ver-
schillende scenario's:
'Coördinerende klant'; RWS 
blijft eigenaar
Liggers worden geoogst en op 
een hublocatie neergelegd  
binnen het areaal van Rijks
waterstaat en bijvoorbeeld op 
de bruggenbank geplaatst. 'Coördinerende klant'; eigen- dom gaat (tijdelijk) over naar de markt Liggers worden geoogst, gemo- dificeerd, opgeslagen en herge- bruikt door de markt. Beheer in een samenwerkings- verband en gezamenlijke  coördinatie Liggers woorden deels door de markt (en andere opdrachtge- vers) geoogst, gemodificeerd en opgeslagen en deels zal Rijkswaterstaat dit beheer op zich nemen.
8
9
10 
28?CEMENT?8 2022
Belangrijk  
aspect is dat in 
de vrijkomende 
liggers nauwe-
lijks tot geen 
beugelwapening 
aanwezig is, 
terwijl volgens 
de Eurocode voor 
nieuwe liggers 
een minimale 
beugelwapening 
geldt
11 Dwarsdoorsnede contactliggers met dwarsvoorspanning
12 Dwarsdoorsnede contactliggers met positie langsvoorspanning (a) en wapening (b)
HIP800, HIP900 en HIP1100. De benodigde 
dikte van die druklaag was slechts 160 mm. 
Voor een deel van de viaducten zijn ook deze 
liggers in een statisch onbepaald systeem 
toegepast, gecombineerd met Preflex-liggers 
(fig. 9). Bij twee kunstwerken zijn de HIP-lig-
gers toegepast als inhangliggers door middel 
van een oplegtand (foto 10).
Contactliggers?Eén viaduct heeft een geheel 
afwijkende dekconstructie. Het gaat om een 
kunstwerk met vier overspanningen, waar-
bij het dek is opgebouwd uit 216 statisch  
bepaalde contactliggers met een lengte van 
14 en 16 m. Deze liggers zijn 700 mm hoog en 
680 mm breed, zijn voorzien van beugelwa-
pening en werden door dwarsvoorspanning 
met nagespannen voorspanstaven tot een 
dekconstructie verbonden (fig. 11, 12). Omdat 
dit soort liggers in die periode in een soort 
veldfabriek werden vervaardigd, werd ook 
de langsvoorspanning ? in verband met het 
ontbreken van de gangbare spanbank ? door 
naspanning met behulp van spanstaven en 
bijbehorende spanverankeringen in het  
liggereinde aangebracht.
Met deze spanverankeringen moet bij de-
montage nadrukkelijk rekening worden  
gehouden. Ze mogen op geen enkele wijze 
beschadigd raken of worden afgezaagd,  
omdat dan de voorspanning zou kunnen  
afnemen.
Restlevensduur
Uit grootschalig onderzoek van Rijkwater-
staat is gebleken, dat de gemiddelde beton-
druksterkte tot 104,4 MPa is toegenomen voor 
g
eprefabriceerde betonnen liggers die vóór 
1976 zijn geproduceerd (zie ook artikel 'Her-
gebruik prefab T-liggers' in Cement 2022/6). 
In 2006 zijn er
 voor bijna alle hier besproken 
A9-viaducten nieuwe onderzoeken gedaan 
naar de betondruksterkte. Voor de HNP-lig-
gers komt daar een overeenkomstig resul-
taat uit. De HIP-liggers scoren iets lager.
Om te kunnen worden hergebruikt, is 
voor de liggers een minimale restlevensduur 
van 50 jaar (beter 100 jaar) nodig. Recent is 
bij prefab liggers van twee kunstwerken in 
de A9 onderzoek gedaan naar de chloride- 
indringing en carbonatatie. Deze liggers blij-
ken een restlevensduur van meer dan 100 
jaar te rechtvaardigen, hoewel de toegepaste 
dekkingen kleiner zijn dan volgens de huidige 
norm vereist wordt.
Deze bevindingen komen overeen met 
diverse onderzoeken bij andere prefab-beton-
viaducten. In het algemeen blijkt de kwaliteit 
van voorgespannen prefab liggers uit de pe-
riode 1965-1985 uitzonderlijk goed te zijn en 
de restlevensduur veel groter dan 100 jaar. 
Wel moet een voorbehoud worden gemaakt 
voor de liggerkoppen. Zolang de viaducten 
nog in gebruik zijn, kunnen er geen cilinders 
worden geboord voor onderzoek omdat de 
liggerkoppen daarvoor niet toegankelijk zijn. 
Het is aannemelijk dat er bij de liggerkop-
pen die zich onder voegovergangen bevinden, 
minder gunstige waarnemingen worden ge-
daan ten gevolge van lekkage en indringing 
van dooizouten. Daar waar de liggervelden 
continu zijn gemaakt (dus buigstijf verbon-
den), zal dit een minder groot probleem zijn. 
Dit komt doordat deze liggerkoppen volledig 
zijn afgedekt met de in-situbeton van de 
dwarsbalk en druklaag.
Wederom een uitzondering vormt het 
viaduct met de contactliggers. Juist de 
11
12b12a 
CEMENT 8 2022 ?29
kwetsbare liggerkoppen waar zich kort ach-
ter het betonvlak verankeringen van de 
langsvoorspanning bevinden, kunnen zijn 
aangetast als gevolg van lekkage door de 
voegovergangen. Dit komt overeen met be-
vindingen die Rijkswaterstaat eerder bij veel 
viaducten met dit type contactliggers heeft 
moeten vaststellen. Voor het A9-viaduct zal 
hier op korte termijn nader onderzoek 
plaatsvinden.
Mogelijkheden tot hergebruik
Met het SBIR-project van combinatie Ligger 
2.0 (zie artikel 'Hergebruik prefab T-liggers' 
(1) en (2)) is al veel ervaring opgedaan met 
het beoordelen en bepalen van constructieve 
aspecten van bestaande liggers. Het uit-
gangspunt in dat project is dat de oorspron-
kelijke druklaag van de ligger wordt verwij-
derd, zodat een 'kale' ligger, type railbalk 
resteert. Daarbij moet worden bedacht dat 
het beton voor de druklaag een veel lagere 
sterkte heeft, gescheurde doorsneden zal 
hebben en zich altijd in een agressieve om-
geving heeft bevonden. De restlevensduur 
van dit druklaagbeton zal dus niet in ver-
houding staan tot de restlevensduur van de 
prefab ligger.
Bij het hergebruik van de liggers moet 
? zoals eerder aangegeven ? rekening wor-
den gehouden met beschadigingen van het 
kopgedeelte, die zijn ontstaan bij het losma-
ken van de ligger. Hierdoor zal de aanwezige 
kopsplijtwapening worden gereduceerd of 
geheel verloren gaan.
Toetsing
Zolang er nog geen rekenvoorschriften zijn 
voor hergebruik, moet de constructieve  
veiligheid van deze liggers voldoen aan het 
nieu
wbouwniveau volgens de Eurocode.  
Belangrijk aspect daarbij is dat in een deel 
v
an de liggers (de HNP-liggers) nauwelijks tot 
geen beugelwapening aanwezig is. Dit terwijl 
volgens de Eurocode voor nieuwe liggers een 
minimale beugelwapening geldt, ook als er 
geen berekende beugelwapening nodig is.
De betreffende eis uit de Eurocode 
komt waarschijnlijk voort uit de behoefte 
aan een zekere robuustheid van de ligger, 
om scheurvorming door onverwachte 
krachtswerkingen te beperken. Om na te 
gaan of dit een belemmering vormt voor 
hergebruik, verdient het aanbeveling hier 
proefbelastingen op uit te voeren. Een ander 
aspect is dat de liggers indertijd niet op een 
mogelijke aanrijdbelasting zijn ontworpen.
Rijkswaterstaat zet voor hergebruik 
van de A9-liggers nu primair in op de HIP- 
liggers met beugelwapening, voor toepas-
sing in eigen nieuwe kunstwerken, en nodigt 
andere opdrachtgevers (provincies, gemeen-
ten) uit om ook hergebruik van de HNP-lig-
gers te gaan overwegen.
Inzet liggers
De eerste liggers uit de kunstwerken van de 
A9 worden begin 2023 geoogst door VeenIX 
(in samenwerking met Bnext.nl). Dit aan de 
hand van het oogstplan dat is opgesteld door 
het consortium Closing the Loop. Ze worden 
ingezet voor circulair viaduct Daelderweg in 
de A76 in Nuth (zie artikel 'Circulair tenzij', 
elders in dit nummer). Voor de overige lig-
gers uit de A9 worden nu geschikte partijen 
gezocht. Inmiddels komen ook daarvoor de 
eerste matches in zicht. Zo heeft het project 
A44 voor één van de bruggen een groot aan-
tal liggers nodig. Ook de provincie Noord- 
Holland heeft interesse getoond om diverse 
liggers over te nemen voor het project N201.
Lessen
Rijkswaterstaat heeft veel baat bij het herge-
bruik van liggers. Binnen het areaal is een 
goede match al snel gemaakt: liggers uit een 
oude hoofdoverspanning zijn gemakkelijk 
toe te passen in de zijoverspanning van een 
nieuw viaduct. Rijkswaterstaat kan ook een 
belangrijke aanbieder zijn van herbruikbare 
materialen, bijvoorbeeld voor hergebruik 
door provincies, gemeentes en waterschap-
pen. Hoe meer partijen meedoen, hoe groter 
de kans op een goede match.
Met de huidige SBIR-projecten wordt 
momenteel een hoop geleerd over het her-
gebruik van liggers. Dat is nuttig voor heel 
Rijkswaterstaat. Tegelijkertijd wordt de 
markt gretiger. Er is veel innovatiekracht. 
Daarbij moeten we af van een traditionele 
relatie tussen opdrachtgever en opdracht-
nemer. Partijen moeten meer samen op-
trekken om circulaire bruggen tot een  
succes te maken.
? 
De eerste liggers 
uit de  
kunstwerken 
van de A9  
worden begin 
2023 geoogst 
30?CEMENT?8 2022                  
                 
              
    
    
        SBIR Circulaire Viaducten
        
In 2020 kondigde Rijkswaterstaat tijdens de week van de circulaire economie de SBIR (Strategic Business Innovation Research) Circulaire Viaducten aan. Hiermee daagde Rijkswaterstaat ondernemers uit om circulaire oplossingen voor viaducten te ontwikkelen en valideren. Dit in het kader van de ambitie vanaf 2030 volledig klimaatneutraal en circulair te werken. Er volgden 32 inschrijvingen die door de onafhankelijke beoordelingscommissie werden beoordeeld op impact, haalbaarheid en economisch perspectief. Tien consortia werden geselecteerd om door te gaan naar de volgende fase en een haalbaarheidsonderzoek te presenteren. Daaruit selecteerde Rijkswaterstaat drie partijen die in de volgende fase een prototype van hun circulaire viaduct mogen ontwikkelen: Combinatie Liggers 2.0 (Royal HaskoningDHV, Dura Vermeer, Vlasman Sloopwerken en Haitsma Prefab Beton), Closing the Loop (Nebest, Antea Group, GBN Groep en Strukton Civiel) en Consortium ViCi (Boskalis, Martens Prefab Beton, ABT, Integraaljagers). Meer over de eerste twee projecten staat in de artikelen ‘Hergebruik prefab T-liggers' deel (1) en deel (2) en ‘Circulair tenzij’.
 
             
    
    Rijkswaterstaat heeft de ambitie in 2030 klimaatneutraal en circulair te werken. Ook het project A9 BAHO wil hier een bijdrage aan leveren. Mede naar aanleiding van de SBIR (Strategic Business Innovation Research) Circulaire Viaducten (zie kader) ontstond het idee om na te gaan of de liggers uit de A9 elders konden worden hergebruikt.
Vanuit andere projecten van Rijkswaterstaat, maar ook vanuit provincies en gemeenten is er veel interesse in de liggers. Ook diverse aannemers hebben belangstelling. Dat heeft enerzijds te maken met de stijgende grondstofprijzen en anderzijds met het feit dat aanbiedingen van aannemers voor circulaire voorstellen worden beloond.
Hergebruik is echter geen sinecure. Slopen kost veel minder tijd en geld dan de liggers oogsten en geschikt maken voor hergebruik. Een van de obstakels in het project A9 BAHO was verder dat in het contract is afgesproken dat de opdrachtnemer VeenIX eigenaar wordt van de liggers. En een contract wijzigen is complex. Ondertussen worden vanuit de SBIR de eerste liggers bij de A9 geoogst en is met VeenIX de intentie uitgesproken ook de overige liggers uit de A9 zo veel mogelijk te gaan oogsten.
Bij elf bruggen en viaducten in de A9 (in het gedeelte tussen de brug over de Ringvaart en knooppunt Holendrecht) is bij de bouw van de dekconstructies gebruikgemaakt van prefab liggers (foto 1, fig. 2). Er komen drie typen liggers voor: HNP-liggers, HIP-liggers en contactliggers. De lengte varieert van 10 tot 28 m. Onderzoek naar de liggers geeft een interessante terugblik op de ontwikkeling van viaductdekken met voorgespannen geprefabriceerde liggers uit de aanlegperiode.
Reacties