De bestaande constructies zorgden voor de nodige uitdagingen in het constructief ontwerp van de entree van de westelijke reizigerstunnel in station Amsterdam Centraal (werknaam project: Westknoop). De archiefgegevens van het oorspronkelijk monument waren bovendien beperkt.
Dit artikel is het tweede in een drieluik over de vernieuwing van de entree van de westelijke reizigerstunnel in station Amsterdam Centraal. In het eerste artikel worden de ontwerpprincipes toegelicht. Dit tweede artikel gaat in op het constructief ontwerp en het derde artikel op de uitvoering.
Project: Renovatie entree van de westelijke reizigerstunnel Amsterdam Centraal
Opdrachtgever: ProRail
Architect: ZJA Architects & Engineers
Ontwerpend constructeur: Arcadis
Geotechnisch adviseur: Arcadis
Aannemer: BAM Infra Civiel
Coördinerend constructeur: BAM Advies & Engineering
Onderaannemer bouwkunde: Schakel & Schrale
Onderaannemer W-installaties: Verkerk
Onderaannemer E&T-installaties: Klaver Giant Groep
Onderaannemer staalconstructie: Civiele Technieken deBoer bv / Rijnstaal Nieuwegein bv
Onderaannemer sloopwerk: Amovatiebedrijf Aalsmeer
Onderaannemer hulpwerk: BAM Materieel
Het monumentale Cuypersgebouw is deels een kantoorgebouw, deels een transfergebied, deels commercie, deels overkapping en deels een verweven installatie (foto 5). De historie van meer dan honderd jaar aan verbouwingen vormde het uitgangspunt bij de verbouwing van de entree van de westelijke reizigerstunnel (Westknoop). Het stationscomplex in bedrijf laten was van groot belang tijdens de bouwfase.
Onder het gebouw is op kelderniveau een raster van gemetselde kelderwanden aanwezig, die rusten op een kespenvloer (fig. 2 en 6). Deze kespenvloer bestaat uit een eikenhouten plank- en balklaag op houten palen, die over het gehele grondvlak van het gebouw aanwezig is. De ruimtes tussen de kelderwanden zijn opgevuld met een zandlichaam, dat rust op de kespenvloer. Ter plaatse van de zwaarst belaste delen van de fundering is destijds een dichter paalstramien toegepast.
Vanaf halniveau bestaat het Cuypersgebouw uit een combinatie van metselwerk wanden en metselwerk kolommen, en stalen liggers (fig. 2). De primaire liggers op de hoofdassen van het gebouw bestaan uit met klinknagels samengestelde profielen. Met deze techniek kon men destijds met relatief kleine onderdelen naar wens zware stalen balken realiseren, met een significant grotere draagkracht dan de standaard walsprofielen.
De oorspronkelijke vloeren in het Cuypersgebouw bestaan uit trogvloeren, waarbij een serie stalen walsprofielen met een vaste tussenmaat is geplaatst en de tussenruimte is dichtgezet met gemetselde gewelven.
De te slopen constructie tussen as Q en P sluit aan op de monumentale gevel van het Cuypersgebouw (as Q), en op de spoorconstructie (as O). Bij een eerdere verbouwing was de oorspronkelijke bogenwand op as P vervangen door een stalen portaal, om zo ruimte te maken voor de perrontrap (foto 1 en 4, fig. 3). De bogenwand is teruggebracht, zonder hiermee een obstakel te vormen voor de nieuwe perrontrap.
Reacties