De bestaande constructies zorgden voor de nodige uitdagingen in het constructief ontwerp van de entree van de westelijke reizigerstunnel in station Amsterdam Centraal (werknaam project: Westknoop). De archiefgegevens van het oorspronkelijk monument waren bovendien beperkt.
16?CEMENT?4 2025 1 Sloop perron
1
CEMENT 4 2025 ?17 Entree westelijke reizigerstunnel Amsterdam Centraal (2)
Het monumentale Cuypersgebouw
is deels een kantoorgebouw, deels
een transfergebied, deels commer-
cie, deels overkapping en deels
een verweven installatie (foto 5).
De historie van meer dan honderd jaar aan
verbouwingen vormde het uitgangspunt bij
de verbouwing van de entree van de weste-
lijke reizigerstunnel (Westknoop). Het sta-
tionscomplex in bedrijf laten was van groot
belang tijdens de bouwfase.
Onder het gebouw is op kelderniveau
een raster van gemetselde kelderwanden
aanwezig, die rusten op een kespenvloer
(fig. 2 en 6). Deze kespenvloer bestaat uit een
eikenhouten plank- en balklaag op houten
palen, die over het gehele grondvlak van het
gebouw aanwezig is. De ruimtes tussen de
kelderwanden zijn opgevuld met een zand-
lichaam, dat rust op de kespenvloer. Ter
plaatse van de zwaarst belaste delen van de
fundering is destijds een dichter paalstra-
mien toegepast.
Vanaf halniveau bestaat het Cuypersgebouw
uit een combinatie van metselwerk wanden
en metselwerk kolommen, en stalen liggers
(fig. 2). De primaire liggers op de hoofdassen
van het gebouw bestaan uit met klinknagels
samengestelde profielen. Met deze techniek
kon men destijds met relatief kleine onder-
delen naar wens zware stalen balken reali-
seren, met een significant grotere draag-
kracht dan de standaard walsprofielen.
De oorspronkelijke vloeren in het Cuy-
persgebouw bestaan uit trogvloeren, waarbij
een serie stalen walsprofielen met een vaste
tussenmaat is geplaatst en de tussenruimte
is dichtgezet met gemetselde gewelven.
De te slopen constructie tussen as Q
en P sluit aan op de monumentale gevel van
het Cuypersgebouw (as Q), en op de spoor-
constructie (as O). Bij een eerdere verbou-
wing was de oorspronkelijke bogenwand op
as P vervangen door een stalen portaal, om
zo ruimte te maken voor de perrontrap (foto 1
en 4, fig. 3). De bogenwand is terugge-
ING. DENNIS
KOOIJMAN RC/RO
Senior Constructeur
Arcadis
auteur
Constructief ontwerp
van een monumentale
verbouwing
De bestaande constructies zorgden voor de nodige uitdagingen in het
constructief ontwerp van de entree van de westelijke reizigerstunnel in station
Amsterdam Centraal (werknaam project: Westknoop). De archiefgegevens van
het oorspronkelijk monument waren bovendien beperkt.
18?CEMENT?4 2025
bracht, zonder hiermee een obstakel te
vormen voor de nieuwe perrontrap.
Bestaande situatie perronvloer
De perronvloer die tegen het Cuypersgebouw
aan lag, bestond uit in beton gestorte stalen
liggers, met daarop een met zachtstaal gewa
-
pende orthotrope betonplaat (fig. 8). De per-
ronvloer had drie steunpunten: de noord-
gevel van het Cuypersgebouw (as Q, fig. 2),
een bogenwand (as P) en een grondkerende
metselwerk wand naast het spoor (as O). De
bogenwand bestond uit metselwerk bogen
en kolommen, en is bij eerdere verbouwin
-
gen deels vervangen door staalportalen om
zo ruimte te maken voor de perrontrap. De
grondkerende wand bestond uit metselwerk
tot circa 1 m dik, en had met de bouw van
eerdere passages deels zijn grondkerende
rol verloren. Een deel van het metselwerk
is zichtbaar op perronniveau en heeft een
monumentale status.
Grenzend aan de noordgevel van het
Cuypersgebouw (as Q) zijn samengestelde
spanten van de perronoverkapping aanwezig.
Deze boogconstructies rusten via zuivere
scharnierstukken op hardstenen poeren,
die weer op de gemetselde kelderwanden
van het Cuypersgebouw rusten.
De aanwezige dwarsverbanden tussen
2 Doorsnede oorspronkelijke situatie bij de bouw van het Cuypersgebouw
3 Archieftekening situatie na verbouwing in 2000
TIJDSDRUK
Om de verbouwing qua tijdspad te
laten aansluiten aan aangrenzende
spoorprojecten, was er een beperkte
doorlooptijd beschikbaar. Dit aspect
speelde een grote rol in de construc-
tieve ontwerpkeuzes; soms was het
beter om voor een minder efficiënte
constructiemethode te kiezen als hier-
mee de bouwsnelheid werd verhoogd,
of hiermee onzekerheden werden
weggenomen.
Een voorbeeld hiervan is het terug-
brengen van de metselwerk bogen-
wand in as P als tussensteunpunt voor
het nieuwe perron (fig. 10-3b en foto 11).
Om parallelle bouwstromen mogelijk
te maken, is een stalen portaal gereali-
seerd die het perron draagt, dat rela-
tief snel is aan te brengen (foto 11). Met
deze aanpak kon de perronconstructie
verder worden afgebouwd, terwijl men
parallel gefaseerd de boogconstructie
in (bijna) oorspronkelijke staat terug-
bracht. In tegenstelling tot de oor-
spronkelijke bogenwand is de nieuwe
bogenwand verticaal vrijgehouden van
de perronvloer, waarbij deze enkel zijn
eigen gewicht draagt. Hij steunt hori-
zontaal af op diagonale consoles die
op de kolommen van het staalportaal
zijn gelast.
Om de aannemer in de uitvoeringsfase
maximale flexibiliteit te geven, is in het
ontwerp van het staalportaal rekening
gehouden met alle mogelijke metsel-
volgorden van de afzonderlijke bogen.
Dit heeft een raakvlak met logistiek in
de bouwfasen en het in stand houden
van vluchtwegen.
2
3
CEMENT 4 2025 ?19 Entree westelijke reizigerstunnel Amsterdam Centraal (2)
de spanten verkleinen de kniklengte en zor-
gen in combinatie met windverbanden voor
de benodigde samenhang.
Beschikbaarheid gegevens
In de archieven waren slechts beperkt bere-
keningen en constructietekeningen van de
bestaande situatie beschikbaar. Daarom was
het noodzakelijk om in het werk zaken als
overspanningsrichtingen, profielhoogten en
algehele maatvoering te controleren. Om de
kans op fouten te beperken, is gebruikge-
maakt van 3D-inmetingen. De hieruit vol-
gende puntenwolken zijn na verwerking
over de modellen geprojecteerd.
De bestaande constructie is op basis
van een combinatie van archieftekeningen,
inspecties en de puntenwolken gereconstru-
eerd in een integraal BIM-model (fig. 9), zodat
de bouwkundige, constructieve en
4 Oorspronkelijk perron
5 Kabeltracé onder bestaand perron
De gehele
perronconstructie
tussen het
Cuypergebouw
en de perronrand
is gesloopt en
vervangen
4
5
20?CEMENT?4 2025 6 Situatie na sloop perron
7 Kespenvloer onder het Cuypersgebouw en de perronvloer, gevormd door een planklaag (geel),
balkraster (blauw) en palengroep (groen)
6
7
CEMENT 4 2025 ?21 Entree westelijke reizigerstunnel Amsterdam Centraal (2)
installatiecomponenten in de verschillende
deelfasen binnen het project waren gedocu-
menteerd. In het BIM-model zijn de eerdere
verbouwingen aan het Cuypersgebouw ver-
werkt, zodat er een solide basis ontstond
voor het verdere ontwerp.
Constructieve hoofdlijnen
Om de nieuwe functies te huisvesten, is de
gehele perronconstructie tussen de noord-
gevel van het Cuypergebouw (as Q) en de
grondkerende wand/monumentale perron-
rand (as O) gesloopt en vervangen door een
nieuwe constructie (fig. 10). De historische
bogenwand in as P is in gemoderniseerde
vorm teruggebracht door het te combineren
met een inwendig staalportaal (foto 11). In
het Cuypersgebouw zelf zijn gemetselde
stabiliteitswanden vervangen door buigstijve
staalportalen, en er is een nieuwe onder-
grondse gang voor kabels en leidingen op
kelderniveau aangebracht.
Perronconstructie?De nieuwe perroncon-
structie bestaat uit een staalplaatbetonvloer
op drie steunpunten; as O, P en Q. Ter plaat-
se van de nieuwe perrontrap is er een vide
met aan weerszijden een staalportaal. Dit
staalportaal is voorbereid op het in de toe-
komst deels kunnen dichtleggen van de vide
en is opgehangen aan de liftconstructie. De
liftconstructie heeft daarom aan de zijkan-
ten consoles, die ingeklemd zijn op een ver-
zwaarde ringbalk (fig. 13).
8 Orthotrope plaat perronvloer
9 BIM-model, waarin zowel de bestaande als de nieuwe situatie zijn uitgewerkt
8
9
22?CEMENT?4 2025
Doorbraak grondkerende wand en monu-
mentale perronrand?
Rond 2000 is over de
breedte van de Westtunnel een grote door-
braak gemaakt in de voormalig grondkeren-
de wand/monumentale perronrand (as O).
Bij de huidige verbouwing is aan weerszij-
den van doorgang nog een extra doorgang
gemaakt, gebruikmakend van betonportalen.
In de nieuwe situatie zijn de steun-
punten van de bestaande betonbalk in de
bestaande doorbraak in deze grond kerende
wand (fig. 7) vervangen door nieuwe steun-
punten. De eindopleggingen op de metsel-
werkwand zijn vervangen door opleggingen
op de nieuwe, aangrenzende betonportalen
(fig. 10-2 en fig. 12). Het tussensteunpunt in
de bestaande balk is vervangen door een
nieuwe betonkolom die op de nieuwe lager
gelegen betonfundering is gefundeerd. De
betonbalk zelf moest worden gehandhaafd,
omdat hier in de bestaande situatie monu-
mentaal metselwerk op rust.
In het derde deel van deze artikelserie
wordt verder ingegaan op de uitvoeringsas-
pecten van het overnemen van het metsel-
werk en het borgen van de betonbalk tijdens
het vervangen van de steunpunten.
Kabels- en leidingengang?Om het grotere
verbouwingsproject van het station, dat la-
ter startte, mogelijk te maken, zijn een aan-
tal installaties naar de zuidwestelijke hoek
van het station verplaatst. Om deze nieuwe
installatieruimten installatietechnisch te
ontsluiten, is een nieuwe installatiegang on-
der de stationshal gerealiseerd, evenwijdig
aan de sporen (fig. 10-4). Deze installatiegang
doorkruist diverse metselwerk funderings-
wanden waar het Cuypersgebouw en de
spanten van de overkapping op rusten. Een
10 Van bestaande (a) naar nieuwe situatie (b). Het deel tussen de gevel van het Cuypersgebouw en de perronrand is grotendeels
gesloopt. De hoofdingrepen zijn: (1) Nieuwe doorbraken in de gevel, (2) uitbreiding betonportaal as O, (3) nieuwe perronvloer op
gereconstrueerde bogenwand, (4) nieuwe ondergrondse kabels- en leidingentunnel, (5) vervangen stabiliteitswanden door portalen
en (6) realisatie nieuwe perrondragende liftconstructie
10
Twee stabiliteits-
wanden in het
Cuypersgebouw
zijn vervangen
door buigstijve
dwarsstaal-
portalen
UITWERKINGSNIVEAU
ONTWERP
Doordat er bij de entree van de wes-
telijke reizigerstunnel vanuit het inte-
grale plan veel faseringsstappen zijn,
de deelconstructies sterk met elkaar
zijn verweven en er een beperkte
doorlooptijd is voor het project, is
gekozen voor een relatief hoog uit-
werkingsniveau van het contractont-
werp. Hiermee is ervoor gezorgd dat
na aanbesteding snel voldoende
begrip van het ontwerp kon ontstaan
bij de aannemer, en er gelijktijdig
sneller kon worden gestart met het
uitwerken van het UO. Een van de
onderdelen waar sprake was van een
beperkte doorlooptijd, hogere com-
plexiteit en nauwe constructieve
samenhang is de zone rondom de te
verwijderen stabiliteitswanden (fig. 15).
CEMENT 4 2025 ?23 Entree westelijke reizigerstunnel Amsterdam Centraal (2)
deel van de bestaande vloeren die aan de
nieuwe installatiegang grenzen, zijn op het
zandpakket gefundeerd, en daarmee indi-
rect op de kespenvloer. Om de bestaande
vloeren grotendeels in stand te kunnen hou-
den, is aangrenzend aan de nieuwe gang een
geotechnische injectie toegepast, zodat de
vloer op het zandpakket de krachten kan
blijven afdragen in de bouwfase. Door de
aanwezigheid van de kespenvloer was bij-
voorbeeld een Berlinerwand geen optie. Geveldoorbraak Cuypersgebouw?Drie be-
staande gevelopeningen op halniveau in het
Cuypersgebouw (as Q) zijn verbreed (fig. 10-1
en fig. 14) . Er zijn hiervoor nieuwe staalpor-
talen en lateien ingebracht, die zowel de
gevel als het nieuwe aangrenzende perron
dragen.
Stabiliteitswanden?Op halniveau bestaat de
draagstructuur van het Cuypersgebouw uit
een combinatie van kolommen en metsel
-
11 Nieuwe metselwerk bogenwand op as P met inwendig dragend staalportaal voor het perron. De staalconstructie kon snel worden
opgetrokken en maakte het mogelijk daarna de bogenwand en perronvloer gelijktijdig verder te bouwen
12 Nieuwe betonnen langsportalen onder perronrand in as O. De bestaande betonbalk (oranje) is in de bouwfase opgevangen, en bij
de nieuwe portalen (groen) is het monumentale metselwerk van de perronrand tijdelijk opgevangen en vervolgens overgenomen
11
12
24?CEMENT?4 2025
werk wanden. Op twee assen zouden de be-
staande stabiliteitswanden voor reizigers een
obstakel vormen in het gebruik. Daarom is
besloten om twee stabiliteitswanden te ver
-
vangen door buigstijve dwarsstaal portalen,
zodat er een open structuur ontstaat. Tevens
is een tussengelegen verticaal dragende
wand deels verwijderd en opgevangen. Het
gebied waar de stabiliteitswanden zijn ver
-
vangen (fig. 14-5a) valt samen met de nieuwe
kabels- en leidingentunnel op kelderniveau,
en grenst aan een geveldeel waar een nieuw
langsportaal is toegepast (waar tevens het
perron op rust, fig. 14-1).
Het samenvallen van voorgenoemde
constructieonderdelen zorgde voor een ster-
ke verwevenheid van uitvoeringsvolgorde,
fasering en draagkracht. In verband met de
relatief hoge complexiteit van deze knoop is
in de DO-fase besloten om de constructieve
deelfasering van deze zone verder uit te
werken. Hierover volgt verderop in het arti-
kel meer.
Fasering aanpassing
stabiliteits portalen boven nieuwe
installatiegang
Het deel van het Cuypersgebouw waar de
nieuwe stabiliteitsportalen en de nieuwe
installatiegang elkaar kruisen (fig. 9-4 en
fig. 14-5a), is dusdanig complex dat al in het
definitief ontwerp de constructieve deel
fasering van dit gebied is uitgewerkt. Op
enkele optimalisaties na is dit plan gevolgd
in de uitvoeringsfase. De fasering in de ont
-
werpfase wordt hieronder beschreven (fig. 15).
Stap 1?De secundaire dwarswand op as 27½
beperkte de beschikbare ruimte voor de
vervolgstappen. Daarom werd deze als eer-
ste overgenomen door hulpwerk (groen
staalwerk, fig. 15). De gebruikte hulpcon-
structie werd opgelegd op de dwarswanden,
die in een latere stap gefaseerd werden ver-
wijderd.
13 Nieuw stijgpunt perron 1. Aan weerszijden van het nieuwe stijgpunt is een excentrisch opgelegde langsbalk toegepast om zo
maximale vrije ruimte naast de kolommen te realiseren. Deze perrondragende langsbalk is opgehangen aan stalen consoles aan
de zijkant van de liftschacht (6). Ten oosten van de lift wordt overgegaan op het standaard perronsysteem, met een
tussensteunpunt op as P die wordt gevormd door een stalen portaal (3a/3b) en metselwerk bogen
13
CEMENT 4 2025 ?25 Entree westelijke reizigerstunnel Amsterdam Centraal (2) 14 Boven: nieuw aan te brengen lateien op as Q ten behoeve van verbreding/realisatie doorbraken op halniveau. Onder: de bestaande
'zevenheuvelengang' (ten noorden van as O) is voorzien van een nieuwe lagergelegen vloer (5b). Tussen as Q en R is de bestaande
liftinstallatie verwijderd, en de metselwerk stabiliteitswanden zijn vervangen door stijve stalen portalen (5a). Onder deze dwarsportalen is het hoekpunt van
de nieuwe kabels- en leidingentunnel gelegen; ter plaatse van de stabiliteitsportalen is de tunnel uitgevoerd als een gefaseerd te bouwen betonportaal
Stap 2a?Zodra de dwarswand was opgevan-
gen, werd begonnen met het overnemen van
de monumentale gevel op een hulpconstruc-
tie. Om bijkomende vervormingen te mini-
maliseren, moesten er vijzels worden toege-
past. In het ontwerp van de vijzelbelasting
moesten stopcriteria voor zowel de vijzelbe-
lasting en vijzelvervorming worden gebruikt,
om de constructie beheerst over te kunnen
nemen. Na overname kon het nieuwe gevel-
portaal worden gemonteerd en op spanning
worden gebracht.
Stap 2b?Parallel aan het overnemen van de
gevel werd er op halvloerniveau een beton
-
balk in de metselwerk dwarswanden aange-
bracht. De balk vormde later een onderdeel
van een betonportaal op kelderniveau. De balk
werd in fasen gestort, zodat de dwarswand
in alle fasen een oplegging zou behouden.
Stap 2c?De aangrenzende vloeren werden
ter plaatse van de zaagsnede overgenomen
op hulpwerk. Dit had een ophanging aan
stalen liggers kunnen zijn, of een oplegging
op een geotechnische injectie.
Stap 3?Zodra alle aangrenzende construc-
tieonderdelen waren geborgd, kon men
beginnen met de ontgraving, waarna de in-
stallatiegang met betonportaal kon worden
gerealiseerd. Zodra de gang rondom dicht
was, kon worden gestart met het aanbren-
gen van installaties. In verband met het
raakvlak met de installaties, zijn de activitei-
ten horende bij stap 1 tot en met 3 ingedeeld
in een vroege periode in de planning.
Stap 4?De secundaire dwarswand heeft al
deze tijd op hulpwerk boven de diepe ont-
graving gehangen, en werd in dit stadium
overgenomen op definitieve dwarsbalken.
Deze dwarsbalken grijpen aan op het gevel-
portaal uit stap 2, en op een nieuw aan te
brengen langsportaal. Om vervorming van
het metselwerk te voorkomen, werd met
14
26?CEMENT?4 2025
vijzels gewerkt onder de dwarswand. Het
gevelportaal werd eveneens op spanning
gehouden met vijzels ter compensatie van
de extra vervorming, die volgde uit het over-
nemen van de secundaire dwarswand.
Stap 5?Nadat de fundering voor de nieuwe
staalportalen gereed was, en de secundaire
dwarswand was overgenomen, konden gefa-
seerd de nieuwe dwarsportalen worden
aangebracht ter plaatse van de primaire
dwarswanden. De dwarsportalen zijn per
wand uitgevoerd als een dubbel portaal,
waarbij elk portaal de helft van de wand
draagt. Ter plaatse van de nieuwe staalko-
lommen is een sparing in de wand opgeno-
men, zodat beide kolommen konden worden
BOUWEN MET DE WINKEL OPEN
Het verbouwen van een station is niet alleen het aan-
passen van technische componenten, maar vooral ook
het in stand houden van het station. Hiermee wordt niet
enkel het borgen van de bestaande situatie bedoeld,
maar ook het in bedrijf houden van het station voor de
gebruikers. In alle bouwstappen moet de reizigersgang
en commercie open zijn, moeten vluchtwegen beschik-
baar blijven en dienen de installaties te blijven draaien.
Om dit mogelijk te maken zijn er meer bouwstappen
en hulpconstructies nodig dan bij een bouwwerk waar
de 'winkel niet open hoeft te blijven'. Om de kantoor-
ruimten in het Cuypersgebouw te ontsluiten is bijvoor-
beeld een tijdelijke loopbrug aan de monumentale
overkapping gehangen, die vervolgens 70 m over het
bouwgebied liep.
15 Faseringsstappen staalconstructie en K&L-gang as 27/28 ~ as R/Q
15
CEMENT 4 2025 ?27 Entree westelijke reizigerstunnel Amsterdam Centraal (2)
geplaatst. Ter plaatse van de nieuwe stalen
balk werd de wand over de halve dikte inge-
kast, waarna één van de twee staalportalen
kon worden afgebouwd en op spanning ge-
bracht. Vervolgens werd het metselwerk
gesloopt ten behoeve van de tweede balk,
zodat het tweede portaal kon worden gerea-
liseerd.
De aannemer heeft de werkzaamhe-
den van stap 4 naar voren gehaald en hier-
mee hulpstaal bespaard. Dit was mogelijk
door het vroegtijdig aanbrengen van een
geotechnische injectie onder de halvloer. In
het derde artikel wordt nader ingegaan op
de uitvoeringsaspecten van het vijzelen en
de bijbehorende monitoring.
Plan van aanpak constructieve
veiligheid
De constructieve complexiteit van dit pro-
ject lag niet primair bij de constructieve
oplossingen, maar in de vele raakvlakken
met de overige disciplines en het faciliteren
van de functies horende bij één van Neder-
lands grootste infrahubs. Gecombineerd
met een bestaande situatie, waarin veelvul-
dig is verbouwd en beperkt is gedocumen-
teerd, lag het voor de hand om een onge-
bruikelijke rolverdeling tussen ontwerpend
constructeur en coördinerend constructeur
te kiezen. Voor het project is een Plan van
Aanpak Constructieve Veiligheid geschreven
met daarin de onderlinge verantwoordelijk-
heden en afstemmingsprocessen. In dit
document is beschreven dat de ontwerpend
constructeur de verantwoording voor het
ontwerp blijft dragen en ook in de uitvoe-
ringsfase primair verantwoordelijk is voor
de constructieve veiligheid. De coördine-
rend constructeur is verantwoordelijk voor
constructieve kwaliteit en de centrale spil
in de onderlinge afstemming van de con-
structieve deelproducten. Alle constructieve
stukken, inclusief werkplannen en fase-
ringsplannen, zijn getoetst door zowel de
ontwerpend constructeur als de coördine-
rend constructeur. In dit zogenoemde
vierogenprincipe moeten beide functiona-
rissen hun akkoord geven voordat een
onderdeel als geaccepteerd mag worden
beschouwd. De constructieve producten
worden gebundeld met het definitieve toets-
formulier om vervolgens door de ontwer-
pend constructeur ingediend bij de omge-
vingsdienst.
De ervaring leert dat met dit systeem
de ontwerpervaring/-afwegingen uit eerdere
projectfasen en de integrale blik van de de-
tailengineering uit het uitvoeringsontwerp
naadloos samen komen, wat resulteert in
een hoge eindkwaliteit van de ontwerpstuk-
ken. Zeker bij complexe bestaande bouw-
werken is het voor een spoedige verdere
uitwerking van het ontwerp gewenst dat de
ontwerpend constructeur nauw betrokken
blijft na aanbesteding en de verantwoording
draagt die enkel kan worden gedragen met
diepgaande dossierkennis. Dit systeem ver-
eist dat beide constructeurs een open hou-
ding aannemen en zich beiden verantwoor-
delijk voelen voor het opleveren van een
gedegen constructie. Korte communicatie-
lijnen en periodiek overleg zijn hierbij nood-
zakelijk. Gezien de goede ervaring wordt dit
systeem ook toegepast in de grotere verbou-
wing, die na de oplevering van de entree
van de westelijke reizigerstunnel op het
station zal plaatsvinden.?
Projectgegevens
Project: Renovatie entree van de westelijke reizigerstunnel Amsterdam Centraal
Opdrachtgever: ProRail
Architect: ZJA Architects & Engineers
Ontwerpend constructeur: Arcadis
Geotechnisch adviseur: Arcadis
Aannemer: BAM Infra Civiel
Coördinerend constructeur: BAM Advies & Engineering
Onderaannemer bouwkunde: Schakel & Schrale
Onderaannemer W-installaties: Verkerk
Onderaannemer E&T-installaties: Klaver Giant Groep
Onderaannemer staalconstructie: Civiele Technieken deBoer bv / Rijnstaal Nieuwegein bv
Onderaannemer sloopwerk: Amovatiebedrijf Aalsmeer
Onderaannemer hulpwerk: BAM Materieel
Het monumentale Cuypersgebouw is deels een kantoorgebouw, deels een transfergebied, deels commercie, deels overkapping en deels een verweven installatie (foto 5). De historie van meer dan honderd jaar aan verbouwingen vormde het uitgangspunt bij de verbouwing van de entree van de westelijke reizigerstunnel (Westknoop). Het stationscomplex in bedrijf laten was van groot belang tijdens de bouwfase.
Onder het gebouw is op kelderniveau een raster van gemetselde kelderwanden aanwezig, die rusten op een kespenvloer (fig. 2 en 6). Deze kespenvloer bestaat uit een eikenhouten plank- en balklaag op houten palen, die over het gehele grondvlak van het gebouw aanwezig is. De ruimtes tussen de kelderwanden zijn opgevuld met een zandlichaam, dat rust op de kespenvloer. Ter plaatse van de zwaarst belaste delen van de fundering is destijds een dichter paalstramien toegepast.
Vanaf halniveau bestaat het Cuypersgebouw uit een combinatie van metselwerk wanden en metselwerk kolommen, en stalen liggers (fig. 2). De primaire liggers op de hoofdassen van het gebouw bestaan uit met klinknagels samengestelde profielen. Met deze techniek kon men destijds met relatief kleine onderdelen naar wens zware stalen balken realiseren, met een significant grotere draagkracht dan de standaard walsprofielen.
De oorspronkelijke vloeren in het Cuypersgebouw bestaan uit trogvloeren, waarbij een serie stalen walsprofielen met een vaste tussenmaat is geplaatst en de tussenruimte is dichtgezet met gemetselde gewelven.
De te slopen constructie tussen as Q en P sluit aan op de monumentale gevel van het Cuypersgebouw (as Q), en op de spoorconstructie (as O). Bij een eerdere verbouwing was de oorspronkelijke bogenwand op as P vervangen door een stalen portaal, om zo ruimte te maken voor de perrontrap (foto 1 en 4, fig. 3). De bogenwand is teruggebracht, zonder hiermee een obstakel te vormen voor de nieuwe perrontrap.
Reacties