De Catharinabrug, uitgevoerd met geprefabriceerde elementen van ultra-hogesterktebeton (UHSB), ligt in het historische hart van Leiden. Die ligging leverde nogal wat beperkingen op in de uitvoering, die al vanaf het voorlopig ontwerp zijn meegenomen. Door een aantal slimme oplossingen heeft de aannemer, mede dankzij een nauwe samenwerking met het ingenieursbureau, enkele risicovolle aspecten kunnen ondervangen. Het betrof onder meer het transport, de kraaninzet, de bouwput in relatie tot de bestaande bebouwing en de plaatsing van de diverse elementen.              
                Artikelenserie over Catharinabrug
In een serie van drie artikelen wordt aandacht besteed aan de Catharinabrug. Het eerste deel ging over het ontwerp, het tweede deel over de fabricage. Dit derde artikel gaat over de uitvoering. 
             
                              
                                      
                      17	
De Catharinabrug is een voetgangers- en fietsersbrug in de 
binnenstad van Leiden op het punt waar de Oude en Nieuwe 
Rijn samenkomen. De brug loopt van de Stille Rijn aan de ene 
zijde van het water naar de Aalmarkt aan de andere zijde. De 
Catharinabrug moet voor een goede verbinding gaan zorgen 
met een nieuwe winkelstraat, de Catharinasteeg. 
Aanvoer van het dek
Aanvankelijk ging het ontwerp uit van een opdeling van het 
dek in zowel de breedte- als de lengterichting. Deze opdeling 	
Bouwen in  
de binnenstad	
Artikelenserie over Catharinabrug
In een serie van drie artikelen wordt aandacht 
besteed aan de Catharinabrug. Het eerste deel 
ging over het ontwerp, het tweede deel over  
de fabricage. Dit derde artikel gaat over de  
uitvoering. Alle delen zijn beschikbaar op  
www.cementonline.nl.	
De Catharinabrug, uitgevoerd met geprefabriceerde elementen 
van ultrahogesterktebeton (UHSB), ligt in het historische hart  
van Leiden. Die ligging leverde nogal wat beperkingen op in de 
uitvoering, die al vanaf het voorlopig ontwerp zijn meegenomen. 
Door een aantal slimme oplossingen heeft de aannemer, mede 
dankzij een nauwe samenwerking met het ingenieursbureau, 
enkele risicovolle aspecten kunnen ondervangen. Het betrof onder 
meer het transport, de kraaninzet, de bouwput in relatie tot de 
bestaande bebouwing en de plaatsing van de diverse elementen.
Catharinabrug in Leiden (3): uitvoering	
1
Bouwen in de binnenstad	4 2017
18	
maakte de uitvoering echter erg complex, waardoor uiteindelijk 
de opdeling in breedterichting is losgelaten. Daarom moest 
worden gezocht naar een manier om de acht in grootte varië-
rende elementen (circa 6 m breed en 4 tot ruim 6 m lang) elk 
in zijn geheel aan te voeren. In eerste instantie was het idee 
de elementen via het water aan te voeren, gezien de ligging 
van de brug een voor de hand liggende optie. Echter, 
vanwege de beperkte breedte en doorvaarthoogte van enkele 
bruggen op de route, was deze oplossing niet probleemloos. 
Sommige elementen zouden over een van de bruggen 
moeten worden gehesen. De kosten hiervoor waren fors. Met 
de transporteur van de prefab-betonleverancier is daarom 
bekeken of het mogelijk was de elementen via speciaal trans-
port ter plaatse te krijgen. Dit bleek uiteindelijk het geval, 
onder andere dankzij de inzet van een hydraulisch verstelbare 
schuinstelling (foto 2). Hiervoor moest wel de wekelijkse 
markt gedeeltelijk worden verplaatst en moesten de nodige 
verkeersmaatregelen worden getroffen om het drukke 
verkeer in de binnenstad in goede banen te leiden.
Kraan
Vanwege de grootte van de elementen was het de vraag of het 
wel mogelijk was deze elementen te hijsen. Al in het 
ontwerpstadium is een bouwplaatsinrichting uitgewerkt 
waarbij is gekeken naar de kraanopstelling. Zowel de plaatsing, 
de benodigde grootte als de belasting speelden daarbij een 
rol. In het oorspronkelijke plan werd op elke kade en zo dicht 
mogelijk bij de brug een kraan geplaatst. De kades bleken 
hierbij de belasting nét aan te kunnen. Voordeel was het  
relatief geringe gewicht van de elementen door toepassing 
van UHSB.
Na de aanbesteding vond het kraanongeluk in Alphen aan 
den Rijn plaats. Naar aanleiding daarvan ging er in het hele 
land extra aandacht uit naar kraanplaatsingen, zeker in 
binnensteden. Voor dit project werd in eerste instantie 
gedacht aan het aanbrengen van tijdelijke stalen buispalen 
ter plaatse van de kranen om het risico van overbelasting van   
de kade te voorkomen. Dit was echter kostbaar en lastig 
vanwege de vele kabels en leidingen. Daarom is gezocht naar 
een alternatief. Door de kraan gedeeltelijk op het nabijgelegen 
Waaghoofd te plaatsen, bleek het mogelijk met beperkte 
maatregelen, zoals drukverdelende platen, een 500-tons 
kraan toe te passen (fig. 3 en foto 4). Deze kraan kon alle 
elementen hijsen op de twee verst gelegen aan de zijde van de 
Stille Rijn na. Bij het hijsen van deze twee laatste elementen 
zouden de stempeldrukken vanuit de kraan te hoog worden 
voor de onderliggende constructie. Daarom zijn deze twee 
elementen door een lichtere kraan vanaf de Stille Rijn 
gehesen, ook weer zonder dat hier extra buispalen voor 
nodig waren. ir. Rogier van Nalta
Pieters Bouwtechniek Delft BV
Leen van Belen
Gebr. Schouls BV	
1 
Dwars op de hoofdliggers van de Catharinabrug zijn secundaire  
liggers aangebracht, waarop de prefab elementen zijn gesteld
foto: Gerda van Ekris2 Aanvoer van schuin element met hydraulische schuinstellingfoto: Buro JP3 Uiteindelijke kraanpositie 500-tons kraan 4 
De bouwplaats met de 500-tons kraan op het Waaghoofd	
foto: Buro JP5 Model oorspronkelijk ontwerp fundering in relatie tot reeds aanwezige 
palen
6  Links de fundering uit het ontwerp, rechts de wijzigingen	
2
3
Bouwen in de binnenstad	4 2017
19	
betonnen poer d = 700 mm
stalen buispalen 
Ø457 x 12,5 mm onderwaterbetonvloer
d = 800 mm
ondiepe damwand
combinatie poer +
onderwaterbetonpoer omhoog	
8
10	810	
stalen damwand t.b.v.
bouwkuip na uitvoering
afbranden tot bk poer stalen buis t.b.v. trekelement 
met ankers opnemen in poer
stalen damwand t.b.v. 
bouwkuip
na uitvoering afbranden 
tot bk poer
palen recht
betonnen kolom i.h.w.g.
tussensteunpunt UHPC
4500500
700
800	
7092
stalen damwand
met console t.b.v.
ondersteuning stalen buis	
enskoppeling	
nieuwe palen
bestaande palen	
Bouwput fundering
De V-vormige pijlers van de brug staan samen met de funde-
ring iets van   de kade af. Hierdoor was het mogelijk een slanke 
brug te realiseren en konden de palen onder de bestaande 
kades worden ontweken. Dat laatste was echter niet eenvoudig, 
temeer omdat in het ontwerp werd uitgegaan van schoorpalen 
om de fundering zo stijf mogelijk te maken en de aanvaarbelas-
ting vanuit de rondvaartboten te kunnen opnemen.
Na uitgebreide bestudering van de bestaande tekeningen leek 
het in theorie mogelijk de nieuwe palen tussen de bestaande 
palen aan te brengen (fig. 5). Lastiger was dat echter voor de 
damwanden rond de bouwput van de fundering. Die staken 	
4
5	
6
Bouwen in de binnenstad	4 2017
20	
Palen
In het ontwerp waren stalen buispalen voorzien, gebaseerd op 
sonderingen ter plaatse van de kade. Uiteindelijk zijn Hek-buis-
palen toegepast, trillingsvrij ingeschroefde palen, voorzien van 
groutinjectie. Voor deze paalmethode is gekozen in verband 
met risico's van trillingen. Bij de start van het project was 
namelijk scheurvorming opgetreden bij een naastgelegen 
project. Hierdoor is het project even stilgelegd en zijn de eisen 
voor de trillingen en monitoring aangescherpt. Uiteindelijk zijn 
alle trillingen binnen de toegestane eisen gebleven.
Door de groutinjectie hebben de palen een iets hoger draag-
vermogen. Dit kwam goed uit, want de sonderingen ter plaatse 
van de steunpunten, die pas vlak voor de uitvoering werden 
gemaakt, bleken tegen te vallen ten opzichte van waarvan in het 
ontwerp was uitgegaan. Nu bleken de palen bij herberekening 
toch te voldoen.
vrij diep en zouden veel bestaande palen kruisen. Door een in 
hoogte variërend verloop van de damwanden en een flink 
stempelraam kon ook dit echter worden opgelost.
Na de aanbesteding kwam de aannemer met het idee de funde-
ring met een aantal aanpassingen eenvoudiger te maken en 
daarmee de risico's te verminderen. Door niet eerst een onder
-
waterbetonvloer te storten met daarop de poer, maar de poer 
deels in het onderwaterbeton te integreren, kon de diepte van 
de bouwput worden verkleind. Bovendien was er geen grond-
wateronttrekking nodig, wat het risico op zettingen zou beperken. 
Doordat het onderwaterbeton ook gelijk functioneert als extra 
stempeling voor de damwand, konden er kortere damwanden 
worden toegepast. Hierdoor zouden deze boven de bestaande 
palen blijven (fig. 6).
Ondanks deze maatregelen kwamen de damwanden aan de 
zijde van de Stille Rijn toch ergens bovenop. Gevreesd werd dat 
de palen van de kade anders liepen dan gedacht. Een duiker 
had de positie van deze palen vooraf echter gecheckt en was 
ervan overtuigd dat dit niet het geval was. Tijdens het ontgraven 
van de bouwkuip werd de oorzaak duidelijk: er bleek nog een 
verlaten kabelzinker te zitten die niet was verwijderd. Als 
gevolg hiervan moest de vorm van de bouwkuip enigszins 
worden aangepast. Dit had echter geen grote gevolgen; de palen 
konden gewoon conform ontwerp worden aangebracht.
Ook ontstond het idee de damwanden niet te trekken en na 
realisatie van het dek onder water af te branden tot vlak boven 
de poer. Door de damwanden in te klemmen in de poer 
ontstond zo een zeer stijve fundering, waardoor schoorstand 
van de palen niet nodig was. Een ander voordeel was dat de 
ondersteuningsconstructie voor de V-vormige pijlers en het dek 
droog in de bouwput kon worden aangebracht en verwijderd.	
7	
8
21	
deel van poer gerealiseerd 
op onderwaterbeton
-4340
-5140sparing in wapeningskorf 
t.p.v. trekband
sparing in wapeningskorf 
t.p.v. paal trekband	
buis Ø244.5 x 20 (S235)	
Wanden pijlers
De prefabbetonnen wanden van de pijlers moesten zeer nauw-
keurig worden geplaatst om goed aan te sluiten op het brugdek. 
De coördinaten van de vier hoeken van elk element zijn daartoe 
opgegeven en de wanden zijn op een ingenieuze stalen onder
-
steunings- en stelconstructie geplaatst (fig. 10 en foto 11). Deze 
constructie moest de zware wanden volledig op z'n plek houden. 
De sokkel waar de wanden op zouden aansluiten, was namelijk 
nog niet gestort. De reden hiervoor was dat zo de stekken uit de 
wanden eenvoudig tussen de wapening in de sokkel konden 
worden gestoken. Er is wel overwogen de sokkel eerst te storten 
en de stekken via gains in te voeren. Door de dichte wapening 
uit de wanden leidde dit echter tot een zeer dichte sokkel. Aange-
zien er sowieso een stelconstructie nodig was voor de wanden, 
besloot de aannemer het risico bij de sokkel te minimaliseren en 
de sokkel dus pas na plaatsing van de wanden te storten.
De kleine driehoek boven de sokkel, die de overgang tussen het 
UHSB van de wanden en het normale C35/45 van de sokkel 
vormt, is daarna met JointCast aangestort (voor meer informatie 
over JointCast, zie eerste artikel uit deze serie).
Brugdek
De ondersteuning waarop het brugdek werd geassembleerd, 
was een project op zich. In eerste instantie werd ervan uitgegaan 
dat de vaarroute (buiten het seizoen) werd afgesloten en is een 
ontwerp gemaakt met twee doorgaande stalen liggers die als 
een tijdelijke brug op de steunpunten zouden staan. Uiteindelijk 
bleek dat de doorvaart voor met name de rondvaartboten 
continu vrij moest zijn. Daarom is in het midden een stuk uit 
de hoofdliggers geknipt en verhoogd. Dit betekende wel dat de 
ondersteuningsconstructie uit twee losse delen bestond die elk 
moesten worden ingeklemd in de fundering van de steunpunten. 
Dwars op de hoofdliggers zijn secundaire liggers aangebracht 
De funderingspalen zijn, na droogpompen van de put, boven 
het onderwaterbeton afgebrand en gevuld met wapening en 
beton. Ze zijn voorzien van ribbels door middel van aange-
laste hoeklijnen om de trekkracht die vanuit het onderwater
-
beton wordt uitgeoefend, te kunnen overdragen. Doordat de 
palen in het aangepaste ontwerp deels in de poer steken, 
schuift het aangrijppunt van de drukbelasting op de paal 
omhoog. Hierdoor wordt de nuttige hoogte van de poer 
verminderd.
De ribbels hadden niet voldoende capaciteit om de druk-
kracht vanuit de brug te kunnen overdragen. De palen zijn 
daarom onder in de poer, onder de ribbels, voorzien van een 
met schotten verstijfde stalen ring die de drukkracht zo laag 
mogelijk in de poer kan opnemen (foto 8). De schotten zijn 
deels iets langer uitgevoerd, zodat ze konden fungeren als 
steun voor de wapeningskorf in het onderwaterbeton.	
Wapening in de poeren
Het samenvoegen van poer en onderwaterbeton betekende dat 
het onderwaterbeton moest worden gewapend en dat de palen 
deels in de poer steken. Hierdoor moest de wapeningskorf voor 
de poer over de palen worden gehesen. Hiervoor zijn sparingen 
opgenomen in de wapening (fig. 9). De korf moest ook over de 
trekbanden zakken, die zich tussen de twee poeren bevinden. 
Om dit mogelijk te maken, is een uitschuifbaar deel in de korf 
gemaakt, die is uitgeschoven onder te trekbanden, nog vóórdat 
het onderwaterbeton is gestort.
Ondersteuning pijlers en brugdek
Naast het transport van de dekelementen en de situering van de 
bouwput, vormde ook de plaatsing van de V-vormige pijlers en 
het brugdek een grote uitdaging.	
9	
7  Aanbrengen van de damwand vanaf het water
8  Palen met ribbels voor trek en een ring voor de druk; deze delen 
worden op de al aangebrachte paal gelast
9  Wapening in poer die met onderwaterbeton is gecombineerd
Bouwen in de binnenstad	4 2017
waarop de prefab elementen zijn gesteld (foto 1).
Voor het verhoogde deel is een brug gemaakt van lichtere staal-
profielen waarop de middelste dekelementen konden worden 
neergelegd. Hierdoor was een doorvaartopening van 6 m breed 
en 1,50 m hoog gecreëerd en was de doorvaart gegarandeerd 
(foto 12).
Voor het plaatsen van de dekelementen is gebruikgemaakt van 
vijzels. Onder elk element zijn vier vijzels toegepast zodat het 
element op alle hoekpunten was te stellen. De gehele constructie is doorgerekend in alle stadia van de montage. Dit was van 
belang omdat er maar zeer weinig ruimte was tussen de stalen 
liggers en het dek. Bij het neerleggen van de dekplaten was een 
aanzienlijke vervorming van de staalconstructie voorzien, die 
de vijzels moesten kunnen compenseren. Een te kleine vijzel 
kon niet de benodigde uitslag maken, terwijl een te grote vijzel 
klem zou komen te zitten. Het was dus van belang voor elk 
vijzelpunt de doorbuiging te berekenen bij elk element dat 
werd geplaatst. Dit moest vervolgens ook worden gedaan voor 
het verwijderen van de vijzels. De staalconstructie boog 	
10	
11
23	
10 Ondersteuningsconstructie wanden
11   
De wanden van de pijlers zijn op een verstelbare,  
stalen ondersteuningsconstructie geplaatst 	
foto: Buro JP	
12 De stalen ondersteuningsconstructie voor het dek met 
doorvaartopening
13  De prefabbetonnen pijlers van de Catharinabrug, gezien 
vanaf het water	
wel dat de rondvaartboten een uitdagendere vaarroute hadden, 
maar door elkaar continu te informeren over de voortgang en 
nabije werkzaamheden hebben alle partijen hun werkzaamheden 
kunnen uitvoeren.
? PROJECTGEGEVENS
project  Catharinabrug, Leiden
opdrachtgever  Gemeente Leiden
architect  DP6 architectuurstudio BV
constructieadviseur  Pieters Bouwtechniek Delft BV
uitvoering  Gebr. Schouls BV
leverancier UHSB  Hi-Con Nederland BV	
immers bij elke verwijderde vijzel terug terwijl het dek zelf iets 
doorboog. Zo kwamen de nog aanwezige vijzels dus steeds 
meer klem te zitten. De berekening bleek de praktijk zo goed te 
benaderen dat de vijzelexpert complimenten gaf aan de 
constructeur!
De Catharinabrug moest eruit komen te zien als één vloeiend 
doorlopende witte lijn. De delingen in het dek moesten dus zo 
onzichtbaar mogelijk zijn. De eisen voor het schoonbeton 
waren zeer hoog (CUR100) en er was een strenge eis gesteld 
van maximaal 3 mm in de variatie van de voegbreedte. Door de 
stelbare ondersteuning van de wanden en de vijzels onder het 
brugdek kon deze eis worden gehaald.
Omgeving
Tijdens de bouw moesten niet alleen de rondvaartboten 
gewoon door kunnen varen. Ook de verbinding tussen 
Aalmarkt en Stille Rijn moest intact blijven. Hiervoor heeft de 
aannemer een tijdelijke brug aangelegd op tussensteunpunten 
bestaande uit stalen damwanden en houten funderingspalen. 
Deze brug gaf ook een goed zicht voor het publiek op de 
uitvoering van de brug.
Het bouwen van een brug in de binnenstad is al een logistieke 
uitdaging op zich. In dit geval was ook de Catharinasteeg en de 
omringende bebouwing nog volop in uitvoering. Daarbij werd 
een enorme bouwput gemaakt langs monumentale panden. De 
aanvoerroute van deze bouw liep over de Aalmarkt en de 
toegang van de bouwplaats was precies naast de Catharinabrug. 
Door gebruik te maken van pontons voor opslag van materia-
len kon de kade voldoende vrij worden gehouden, zodat beide 
aannemers elkaar niet al te veel in de weg liepen. Het betekende 	? REFERENTIES
1  Nalta, R. van, Hansen, T., Ultradunne 
balkons. Cement 2012/6.
2  Nalta, R. van, Huize Het Oosten. 
BV-Nieuws 3, 2014.
3  Nalta, R. van, Potentie UHSB groeit. 
Cement 2016/2.
4  Van Nalta, R., Let op bij ontwerpen met 
UHSB. Cement 2015/5.
5  Nalta, R. van, Berg, C. van den, Büdgen, 
J., UHSB voor kleinschalige bruggen. 
Cement 2015/3.
6  Grünewald, S., Köhne, H., Nio, M.,   
Sefarini, M., Verdonk, A., Huijben, R., 
Mechtcherine, V., Gielbert, L., Filigraine 
UHSB Parkbrug. Cement 2012/6.    7 
 Bache, H.H., Compact Reinforced 
Composite, Basic Principles. CBL 
Report No. 41, Aalborg Portland, 
1987.
  8  Aarup, B., Jensen, B.C., Bond Proper -
ties of High-Strength Fibre Reinforced 
Concrete, ACI-publication SP-180, 
Bond and Development of Reinforce -
ment, 1998.
  9  Beers, F., Trillingen van betonnen 
voetgangersbruggen, TU Delft,   
2014.
10  Blaauwendraad, J., Plates and FEM, 
Surprises and Pitfalls. Springer 
Science + Business Media B.V., 2010.	
13	12
Bouwen in de binnenstad	4 2017                  
                 
                                  
Reacties