Op vrijdag 8 februari 2008 hield prof.ir. Aad van der Horst zijn intreerede als hoogleraar ‘Uitvoering van Civieltechnische Constructies’, waarin hij de plannen met de leerstoelontvouwde. In een serie van drie artikelen publiceert Cement een bewerking. In het eerste deel kwamen de waarneming van de huidige toestand en de zichtbare trends aan bod. In dit tweede artikel wordt de conversie van deze trends naar invullingin onderwijs toegelicht. Lees ook deel 1 en deel 3 in deze serie
Bouwen, het ambacht voorbij (2)3200966Bouwen, hetambacht voorbij (2)1denken vanuit het ontwerp naar kosten, planning, bouwme-thoden, onderhoud en beheer. Ervaringsopbouw door het laten uitvoeren van een realisti-sche oefening, in groepsverband, waarin de lesstof integraalmoet worden toegepast. Het integreren van de aan het bouw-proces gerelateerde disciplines in het ontwerp (eenvoudigwegintegraal ontwerpen genoemd) blijkt een grote meerwaardevoor de studenten te hebben die, ondanks de grote inspan-ning, bijzonder gewaardeerd wordt. Ten slotte het enthousiasme dat ons drijft. Het bouwenschenkt het ons. Ik zal dat proberen over te brengen door eenfrequente koppeling van de stof met de praktijk door voor-beelden te laten zien, zowel van successen als van zaken dieniet goed zijn gegaan.De uitwerking op onderwijsDe methodiekIk wil mij bij de inrichting van het onderwijs concentreren ophet overdragen van kennis, het ontwikkelen van kunde, deaanzet geven tot ervaring en het versterken van enthousiasme. Kennis door het aanreiken van de stof, de elementaire basis-bagage. Kunde door studenten het bewustzijn te laten ontwikkelenover het bouwproces als geheel, de onderliggende processenen de verbanden ertussen. Ik zal dat doen door het uiteenzet-ten van het principe van interactie tussen de disciplinesontwerp, uitvoering en onderhoud. Om er handen en voetenaan te geven zal daarbij veel nadruk liggen op de inhoudelijk-heid van de interactie. Sleutelbegrip is daarbij integraalBouwen, het ambacht voorbij (2) 32009 67Een nadere invullingIn het eerste deel [1] zijn vier trends genoemd waarop onder-wijs en onderzoek antwoord kunnen bieden:1 juridisering2 formalisering processen3 contractvormen4 numerieke hulpmiddelenBij de nadere invulling van de methodiek zijn de volgendehoofdaandachtsvelden te onderscheiden (tabel 1): De inhoudelijke interactie tussen ontwerp, uitvoering en onder-houd. Hiermee wordt mede geanticipeerd op de derde trend. Het bouwen van civieltechnische constructies: de beheersingvan het bouwproces. Met dit aandachtsveld wordt een relatiegelegd naar de tweede en de derde trend. Bouwkosten en planning: vanwege het elementaire karakter. Ditpunt heeft een relatie met de eerste en de derde trend. Ontwerpmethodieken in relatie tot de uitvoering en het onder-houd. Dit aandachtsveld heeft een relatie naar alle vier de trends. Life Cycle Management met focus op de derde en vierde trend. Duurzaamheid, vanwege de eerste, derde en vierde trend.Interactie tussen ontwerp, uitvoering en onderhoudIn figuur 2 staat een sterk vereenvoudigd schema van de inter-actie tussen de verschillende disciplines.Interactie tussen de functionele eisen en het ontwerpFunctionele eisen hebben een verband met de hoofdfunctie vaneen constructie. Op haar beurt heeft de hoofdfunctie een relatiemet de basisvorm van deze constructie. Dat is veelal een rede-lijk stabiele relatie: de basisvorm van een viaduct, een tunnel,een kademuur etc. Wat ons vak zo intrigerend maakt, is het feitdat de locatie- en/of projectspecifieke randvoorwaarden roet inhet eten kunnen gooien: randvoorwaarden leiden vanuit eenbasisvorm naar varianten.Eerst nog een kanttekening. Functionele eisen zijn bijna tegen-natuurlijk voor veel civiel-ingenieurs. Het vraagt senioriteit inkennis en ervaring om ons te kunnen beperken tot hetabstracte niveau van de functionaliteit. Hoe vaak gebeurt hetniet dat we van vraagstelling naar oplossingen springen en datde functionele eis niets anders is dan een verpakte specificatievan een concept? Het kenmerk van civiel-ingenieurs, hun sterkprobleemoplossende vermogen, is hierbij soms hun valkuil. Hetvraagt aandacht in het onderwijs, training in de praktijk enalertheid binnen de projecten om die vaardigheid bij groteregroepen te ontwikkelen. Hier is nog een lange weg te gaan.Helaas is dit niet erg uitdagend, maar tegelijkertijd een conditiosine qua non (`voorwaarde zonder welke [] niet []').Terug naar de randvoorwaarden. We hebben er vele: ruimtelijk,geotechnisch, omgeving (aardbevingen en orkanen met dedaaruit volgende consequenties op bijvoorbeeld bewegingen engolven), de tijdschaal (tijdelijk versus permanent) etc. Elk vande randvoorwaarden vraagt een antwoord in keuzen en leidtdaarmee, in gezamenlijkheid, tot een of meer varianten.Interactie tussen ontwerp en uitvoeringBij de interactie tussen ontwerp en uitvoering spelen begrippenals bouwbaarheid, betrouwbaarheid en economie een rol.Op vrijdag 8 februari 2008 hield prof.ir. Aad van der Horst zijnintreerede als hoogleraar `Uitvoering van CivieltechnischeConstructies', waarin hij de plannen met de leerstoelontvouwde. In een serie van drie artikelen publiceert Cementeen bewerking. In het eerste deel kwamen de waarneming vande huidige toestand en de zichtbare trends aan bod. In dittweede artikel wordt de conversie van deze trends naar invul-ling in onderwijs toegelicht.prof.ir. Aad van der HorstTU Delft, fac. CiTG/BAM Infraconsult bv1 HSL viaduct nabij Bergschenhoek2 Interactie tussen ontwerp, uitvoe-ring en onderhoudfunctionele eisenrandvoorwaarden ontwerpbouwmethodiekbouwkostenbouwtijdonderhoudoverige ontwerpdisciplineskwaliteit, arbo en milieuhoofdaandachtsgebiedtrend1 2 3 4inhoudelijke interactie ontwerp/uitvoering ?het bouwen van civieltechnische contructies ? ?bouwkosten en planning ? ?ontwerpmethodiek versus uitvoering / onderhoud ? ? ? ?life cycle management ? ?duurzaamheid ? ? ?Tabel 1 Relatie hoofdaandachtsgebieden en trends2Bouwen, het ambacht voorbij (2)68komen hierbij op de interactie tussen ontwerp, werkmethodie-ken, materieel en hulpconstructies. In de civiele techniek zijnhulpconstructies veelal bouwwerken op zichzelf. Ook nu weereen paar voorbeelden. Allereerst kijken we naar de hulpcon-structie ten behoeve van het HSL-viaduct nabij Bergschenhoek.De rode staalconstructie (foto 6) draagt complete velden. Dezehulpconstructie is dermate slim doordacht dat, na enigeaanloopproblemen, van industriële, efficiënte productie sprakewas. Daar was wel vakkennis voor nodig, kennis van hoe dedingen werken en hoe je viaducten kunt bouwen. Dat kan opvele manieren. En steeds weer is het de opgave om tot de opti-male aanpak te komen.Van een andere orde zijn de hulpconstructies bij grote over-spanningen en/of diepe dalen. Op het eiland La Réunionbevindt zich een brug over een diepe kloof. Het is een gebogenen hybride constructie: beton en staal in een goed doordachtebalans: onderrand en bovendek in beton, de diagonalen instaal. Door middel van uitbouwwagens (foto 9) wordt de brugvanaf de landhoofden opgebouwd. Deze uitbouwwagen is opzichzelf niet uniek. Het principe wordt vaker toegepast en het isdaarom ook verstandig deze principes te onderwijzen. Maarzoals gebruikelijk, ook hier vragen de specifieke omstandighe-den om een verstandige aanpassing van het generieke principe.Het hybride karakter en het inbouwen van de stalen diagonalenzijn dergelijke specifieke omstandigheden. De voldoening isdan ook groot als tekeningen werkelijkheid worden.Onderwijskundig behoor ik nog een stap verder terug te gaan.Want wanneer je weet hoe je een brug kunt bouwen, dan blijftde vraag: hoe bouw ik de hulpconstructie? Want ooit, ergens,moet iemand beginnen met mensen, materialen en materieel.Ofwel heel concreet: met handen, liggers, planken enz. VanuitBouwbaarheidMet bouwbaarheid bedoel ik hier de bouwtechnische haalbaar-heid van een plan. Klopt het qua methodiek en inzet van mate-rieel binnen de uitvoeringstechnische randvoorwaarden? Kloptde fasering en is die transparant met de statische schema's vanhet ontwerp? Dan is de volgende vraag wat keuzen betekenenvoor de toleranties en wat de haalbaarheid ervan is. Inhoudgeven aan het begrip bouwbaarheid is uitdagend en nooit af.Ter illustratie van het begrip bouwbaarheid de volgende voor-beelden. Het eerste betreft een LNG-steiger (foto 3) waarbijgezien de omstandigheden verregaand geprefabriceerd en zelfsgepreassembleerd is. De interactie tussen ontwerp en uitvoe-ring spreekt voor zichzelf (in dit voorbeeld specifiek de bouw-methodiek en de inzet van materieel).Maar ook op kleinere schaal moet de bouwbaarheid aandachtkrijgen. Het complexe spel tussen ontwerp en uitvoering bij hetrealiseren van rail-infrastructuur omvat naast de hoofdcon-structie ook de tijdelijke voorzieningen, zeker als daarbij hetrailverkeer door blijft gaan (foto 4).Ook een ogenschijnlijk eenvoudige bouwput is in al zijncompactheid een knooppunt van materialen (en daarmeebeperkingen), activiteiten van mens en materieel en tijdelijkevoorzieningen. Ook hier vraagt het begrip bouwbaarheidaandacht, en het maken van keuzen.Zelfs op elementniveau is de interactie soms heel direct. Eenvoorbeeld daarvan is het concept van de blokkenmuur. Een blok-kenmuur wordt buiten de Nederlandse landsgrenzen redelijkvaak gebruikt in de toepassing als kademuur. Om stabiel te zijnheeft de muur massa nodig. Dat komt uit de blokken. Maar ominwendig stabiel te zijn hebben de blokken op zichzelf ook eenzekere massa nodig. En daarmee wordt direct de interactieduidelijk tussen het ontwerp van de muur, het individuele bloken het (zware en specialistische) gereedschap om de muur tebouwen. Foto 5 toont dat gereedschap. Het is eenvoudig, op eenindrukwekkende manier. Omdat ik van harte hoop dat onzestudenten wereldwijd naam zullen maken of op z'n minst inter-nationaal actief zullen zijn, krijgen ook internationale aspectenvan bouwbaarheid aandacht in mijn onderwijs.Naast het interactieve element van bouwbaarheid speelt ookhet inhoudelijke element vanzelfsprekend een grote rol: hoeworden civieltechnische concepten gebouwd, wat zijn de speci-ale technieken en vooral waarom worden die toegepast? We354Bouwen, het ambacht voorbij (2) 69320093 Interactie ontwerp en uitvoering op projectschaal bij de LNG-steiger in Brunei4 Interactie ontwerp en uitvoering op hulpconstructie schaal5 Blokkenmuur, interactie op element niveau6 Hulpconstructie voor het HSL viaduct nabij Bergschenhoek7 Interactieschema ontwerp-uitvoering8 Keuzeoverwegingen/indicatorenInteracties zijn geen doel op zichzelf. Ze moeten leiden tot vari-anten waaruit vervolgens keuzen gemaakt moeten worden. Datis niet alleen voor studenten aan een universiteit lastig, maarook voor onze jongere collega's in de praktijk. Ik zal in mijnonderwijs dan ook aandacht schenken aan het inhoud gevenaan interacties en de wederzijdse beïnvloeding. Een hulpmiddeldaarbij is een schema, specifiek voor de interactie tussen hetontwerp en de uitvoering (fig. 7), dat in de praktijk een route-kaart blijkt te zijn voor studenten bij het uitvoeren van de oefe-ning die volgt op het aanreiken van de lesstof.Het gaat bij interacties om het leren maken van keuzen.Vandaar dat het woord ontwerpvarianten in het stroomschema(fig. 7) dan ook niet het einde van het schema mag zijn, erhoort nog iets achter. Vanuit het besef dat het uiteindelijkmaken van keuzen een uiterst complex, multidisciplinair eninteractief proces is, stel ik mij ten doel de basisgereedschappendaartoe in mijn onderwijs te integreren. Hierbij moet wordengeleerd hoe je een indruk kunt krijgen van de kosten encomplexiteit van de diverse varianten, veelal de hoeksteen vande keuzen, door de varianten te toetsen op de belangrijksteindicatoren (fig. 8): vormaspecten, mate van repetitie, plan-ningsaspecten en specifieke details.het niets. En ook die fase vraagt (volledige) aandacht omdat deomstandigheden weliswaar tijdelijk, maar veelal kritischkunnen zijn in termen van bouwbaarheid en niet te vergetenveiligheid. De opbouw van de uitbouwwagens is daarvan eenvoorbeeld.BetrouwbaarheidBetrouwbaarheid richt zich in deze context niet op deconstructieve veiligheid, maar op de betrouwbaarheid van hetontwerp en de uitvoering in de tijd: de beheersbaarheid vankwaliteit, tijd en budget tijdens de realisatie van de constructie.Het in een vroeg stadium leren onderkennen van de conse-quenties van conceptkeuzen en analyseaanpak voor debetrouwbaarheid is onderdeel van dit aandachtspunt. Onzegehele beroepsgroep heeft hier nog een lange weg te gaangezien de praktijk van (sommige) geïntegreerde projecten.EconomieDe economie van de oplossing is vanzelfsprekend een belang-rijke parameter. Dat hier een wisselwerking is tussen concept,uitvoering en onderhoud, is helder. Het huidige scala aancontractvormen maakt dat er ook een scala aan kostensoorten is:van redelijk eenduidige bouwkosten en bouwkosten gecorrigeerdvoor versnelde beschikbaarheid van het project tot aan integralelevensduurkosten. Vooral bij dit laatste is het zeer complex eenkostenberekening te maken met voldoende betrouwbaarheid.Methodisch is het redelijk bekend, inhoudelijk een stuk minder.Dat maakt de keuze in de praktijk dan ook niet zo eenvoudig. Endaarom is het mijns inziens goed dat studenten de stand vanheden meekrijgen, ook al zijn er nog vragen. Bewustzijn heet dat.Interactie tussen de ontwerpdisciplines onderlingDe ontwerpdisciplines die betrokken zijn bij civieltechnischeconstructies zijn veelal civiele techniek, elektrotechniek, werk-tuigbouwkunde en installatietechniek. Met civiele techniekbedoel ik de brede context , inclusief wegbouwkunde en rail-bouwkunde. De wisselwerking tussen de disciplines heeft conse-quenties en vraagt, naast afstemmingen, ook conceptkeuzen. Endaarom moet deze interactie vroegtijdig worden opgestart. Hetontwikkelen van begrip van en inzicht in de wisselwerkingtussen de ontwerpdisciplines zal tot dit interactieveld behoren.Tot slot staat er in figuur 2: Kwaliteit, Arbo en Milieu: KAM.Over KAM is inhoudelijk veel te zeggen. Nu wil ik me beperkentot de opmerking dat de wisselwerking tussen KAM en concept-keuze mijn aandacht zal hebben in het onderwijs.6ruimtelijk - functioneel ontwerpenconstructief PVE, RWW, gegevensconstructiegedragmax/min afmetingen afstemmenontwerpvariantenpraktische afmetingendoorsnede/pro?elenconstructieonderdelenvoegen/verbindingendoorsnede/pro?elenconstructieonderdelenvoegen/verbindingendimensies (vorm) enschetsen draagconstructieuitvoeringprefab/insituverwerking/faseringspeciale techniekenspecial operationstolerantiesbezwijkfase,gebruiksfase, bouwfase:sterktestijfheidstabiliteitduurzaamheidfunderingontwerp variantentoetsing op:vormrepetitieplanningspeci?eke detailsindruk bouwkostenindruk complexiteitkeuze7 8Bouwen, het ambacht voorbij (2)70proces tot het maken van keuzen zodra die verantwoord zijn, ofafgedwongen worden door de planning. Velen weten hoe lastighet is om keuzen te maken, de zogenoemde `Freeze' toe tepassen, als er nog een potentiële besparing lonkt. Maar hetnegeren van planmatige dwangpunten en hopen dat het daarnawel zal lukken...: het antwoord is bekend. Vanwege de verschil-len tussen ontwerpers en uitvoerenden is het ver-standig datbetrokkenen naast domeinkennis van hun vakgebied ookbegrijpen in wat voor samenwerkingsproces ze zich bevinden,en wat daar de consequenties van zijn op het functioneren:concurrent engineering (en daarmee de veranderde aanpak vanhet ontwerp-, begrotings-, inkoop- en werkvoorbereidingspro-ces), informatieplanning (het planmatig denken in termen vanbenodigde informatie, in tegenstelling tot de conventioneleplanning van taken), Systems Engineering enz.Risicomanagement en de rol van het ontwerp erinVanuit de interactie tussen ontwerp, uitvoering en onderhoudwordt steeds beter begrepen hoe bepalend het ontwerp is voorde totale risicoblootstelling van een project. Uitvoerendenkunnen niet repareren wat ontwerpers laten liggen. Naast hetbijbrengen van inzicht in domeinkennis (zoals de verschillentussen perceptierisico en procesrisico) zal ik me vooral richtenop hoe door de interactie tussen de disciplines risico's kunnenworden onderkend en beheerst, zowel in de conceptvormingals ook in de eraan verbonden bouw- en werkmethodieken.KwaliteitsborgingDit zal vanzelfsprekend worden benaderd vanuit de normge-ving, systemen en methodieken, verificaties enz., maar ookvanuit de internationale ontwikkelingen zoals op risicoanalysegebaseerde borgingssystemen en de discussie rondom het func-tioneren van zelfcorrigerende teams.OnderhoudDit raakt aan het thema Life Cycle Management. Het is vanuit deintegrale aanpak van veel civieltechnische werken niet meer wegte denken uit de praktijk van het bouwen. Het denken in termenvan levensduur vraagt een andere aanpak van het hedendaagsebouwen, zowel qua inhoud binnen de diverse disciplines als quaproces tussen de disciplines. Het raakt daarmee ook een wezen-Het bouwen van civieltechnische constructiesOm tot een beheersing van het bouwproces te komen moetzowel de effectiviteit als de economie van het concept en hetbouwwerk worden geborgd. Deze effectiviteit heeft te makenmet het kunnen vervullen van een functie: het voldoen aan deeisen van de opdrachtgever en het vervullen van de beoogdefunctie van het bouwwerk zelf. De economie heeft te makenmet het beheersen van budget en tijdschema. Om de borging,en daarmee de beheersing, een kans te geven moeten devolgende aspecten de aandacht krijgen: de wisselwerking tussen ontwerpende en uitvoerende disci-plines, maar nu vanuit de werkwijze gezien; risicomanagement; kwaliteitsborging; onderhoud; (sloop).De interactie vanuit de werkwijzeDe werkwijze van ontwerpers en uitvoerenden is verschillend.Globaal (en daarmee onrecht doend aan uitzonderingen) kun jestellen dat ontwerpers cyclisch denkende mensen zijn en uitvoe-renden lineair denkende mensen. En dat is maar goed ook voorde taken waarvoor ze verantwoordelijk zijn.Ontwerpen is in zijn algemeenheid een rondgaand proces:beginnend met een vraagstelling wordt een oplossing gegene-reerd waarbij veelal een zekere spanning ontstaat tussen de voor-lopige oplossing en het complex van randvoorwaarden, eisen,criteria, voorkeuren enz. Uit een beoordeling van dit spannings-veld volgt dan een bijstelling en wordt de cirkel nogmaals door-lopen. De noodzaak tot beheersing dwingt wel tot convergentie.Dat is in figuur 11 in groen aangegeven in tegenstelling tot het telang in cirkels blijven ronddraaien, schematisch in rood aange-geven. Dat vraagt in de praktijk wel discipline en training.Het daadwerkelijk uitvoeren van werken behoort lineair te zijn:van de oplossing via een of meer optimalisaties naar de imple-mentatie en realisatie. Ook hier dwingt de beheersing van het9Bouwen, het ambacht voorbij (2) 32009 71I LiterAtuur1 Horst, A.C.Q, Bouwenhet ambacht voorbij(1). Cement 2009/1.9 Uitbouwwagen in bedrijffoto: Jean Müller International (Frankrijk)10 `State of the Art'- begin 190011 Cyclisch gedragbron: H.A.J. de Ridderof meer onvermijdelijke afwijkingen terecht komen doordat hetniet in redelijkheid te bouwen is. Dat vraagt inzicht over dedisciplines heen. En daar knelt het in de praktijk regelmatig. Deterugkoppeling van uitvoeringsaspecten naar het ontwerp zieik dan ook als belangrijk in mijn onderwijs.Duurzaamheidsvragen zijn niet nieuw, en duurzaam bouwenevenmin. Maar je moet wel weten waar het om gaat. En diekennis is beschikbaar omdat we al heel lang bouwen in staal enbeton (foto 10). Onze voorgangers, die aan de bakermat stondenvan de ontwikkeling en eerste toepassingen in gewapend beton,hebben het gedrag van constructies en materialen in menigopzicht moeten doordenken. Daar profiteren wij nu nog steedsvan, want ze hebben het indrukwekkend goed gedaan. Zie deopgang die we hebben beleefd. Die vraagt om te worden voortge-zet. Maar zie ook, en daarom gaat het mij nu, de kunstwerken dierondom de voorgaande eeuwwisseling zijn gemaakt, en er nu nogsteeds zijn. Het is verheugend dat een van die werken, de onder-bouw van de Hofpleinlijn tot monument is bestempeld. Men wistglobaal hoe het zat met de duurzaamheid en wist het met in onzeogen uiterst primitieve middelen en methoden, nog waar temaken ook. Dit project is daadwerkelijk een monument waardig.Sindsdien is er veel inzicht ontwikkeld, vaak impliciet. Dat iswaardevol omdat die kennis al door talloze verbeteringscycli isuitgezuiverd. Dus moet van die kennis gebruik worden gemaakt,ook als we met totaal andere middelen het vraagstuk duurzaam-heid benaderen. Ik doel hierbij op zeer geavanceerde ICT-hulp-middelen en verregaand expliciet gemaakte modellen. Dat isweliswaar de weg naar voren en biedt perspectief, maar moet blij-vend worden gevalideerd tegen die verworvenheid van kennis enervaring. Dat vraagt nog een hele ontwikkeling en veel wijsheid.Ik zal in mijn onderwijs met plezier die brugfunctie vervullentussen het mobiliseren van praktijkervaring en praktijkkunde ophet gebied van duurzaamheid enerzijds en de toekomstgerichte,expliciet georiënteerde, kennisontwikkeling anderzijds. Vanzelf-sprekend komt het ondersteunen van die toekomstgeoriënteerdekennis terug bij de invulling van mijn onderzoek. )lijke kern en in essentie de interactie tussen alle betrokkenen. Hetis daarom geen wonder dat het breed vervlochten zit in mijnonderwijs en dat de begrippen interactie, integratie en optimalisa-tie al eerder zijn genoemd bij de behandeling van de diverseonderdelen. Hoewel al ingeleid door de Design&Construct bena-dering, brengt Life Cycle Management het bouwen daadwerkelijkvoorbij het traditionele ambacht, de titel boven dit artikel.SloopHier blijf ik nog even van af. Zoals dat in de praktijk ookgebeurt. Het is nog een stap te ver om sloop in alle facetten meete nemen in conceptvorming, ontwerp en uitvoering. Hetverdient wel aandacht in de toekomst, maar dat laat ik voorals-nog aan anderen over.DuurzaamheidEen aantal aspecten uit figuur 7 is reeds benoemd. Echter, éénaspect ervan wil ik nader aan de orde stellen: duurzaamheid(durability), eveneens een hoofdaandachtsveld. Hoewel duur-zaamheid nauw verbonden is aan Life Cycle Management,heeft het ook een eigen plaats. Duurzaamheid is het resultaatvan een noodzakelijke samenwerking tussen de disciplinesontwerp, uitvoering en onderhoud. Dat is wat eenvoudiger bijgeïntegreerde contracten (omdat alle disciplines binnen deprojectomgeving aanwezig zijn), maar blijft een `must' als hetgaat om de traditionele aanpak van elkaar opvolgende fasen.Dan moet het via het discipline-overstijgende vakmanschapvan betrokkenen worden geborgd. En dat valt niet mee.De noodzaak tot samenwerken is er omdat constructies onaf-wendbaar onderworpen zijn aan verval. Het is de opgave vanalle betrokkenen dat verval zodanig te beïnvloeden dat hetbinnen acceptabele grenzen blijft. Dat het ontwerp een belang-rijke bijdrage kan leveren aan de duurzaamheid van eenconstructie door conceptkeuze, detaillering en specificaties ishelder. Dat geldt ook voor de uitvoering: door een nauwgezetteuitvoering van wat er op de tekeningen en in de overige specifi-caties staat, levert ook de uitvoering een wezenlijke bijdrageaan de duurzaamheid. De interactie tussen de beide disciplinesis van cruciaal belang: het ontwerp moet (met redelijke inspan-ning) ook wel bouwbaar zijn. De uitvoering moet niet in min10systeemelementen tijd11
Reacties