In de ambitie de uitstoot van broeikasgassen te verminderen is een centrale rol weggelegd voor groen beton, met een aanzienlijk kleinere CO2-voetafdruk dan gewoon beton [1]. Om een sectorbrede overstap naar dit materiaal mogelijk te maken, moeten economische, institutionele, sociale en technische obstakels worden overwonnen [1, 2 en 3]. Op de TU Delft is de dynamiek rondom deze betontransitie in Nederland onderzocht. Dat onderzoekt richtte zich op hoe opdrachtgevers de integratie kunnen versnellen. Daarbij zijn drie casussen geanalyseerd.
Betontransitie
geanalyseerd
Van concept naar realiteit: een meerlagige analyse
54?CEMENT?5 2025
Achtergrond en doelstellingen
Beton is een veelgebruikt materiaal in de
bouwsector. De productie ervan is echter
sterk afhankelijk van natuurlijke toeslagma-
terialen. Schaarste van grondstoffen is een
punt van zorg, te meer omdat de vraag er-
naar toeneemt. Daarom worden duurzame
alternatieven ontwikkeld zoals alternatieve
cementgebonden materialen, alkali-geacti-
veerde bindmiddelen en gerecyclede toe-
slagmaterialen (fig. 1). Deze alternatieven
worden ook wel groen beton genoemd, om-
dat ze zorgen voor een lagere CO?-uitstoot,
een minder groot beroep doen op natuurlijke
grondstoffen en minder afval produceren.
Groen beton is op dit moment echter
nog een nicheproduct. Voor een sectorbrede
overstap moeten meerdere obstakels wor-
den overwonnen [5]. En om het proces te
versnellen is beter inzicht nodig in de tech-
nische prestaties en kosteneffectiviteit. Dit
zal bijdragen aan de acceptatie door organi-
saties aan zowel de vraag- als aanbodzijde,
toezichthouders, onderzoekers en financiële
instellingen (fig. 2). Organisaties aan de
vraagzijde, zoals gemeenten, particuliere
projectontwikkelaars en publieke opdracht-
gevers, zijn vaak risicomijdend. Bovendien
zijn ze meestal niet bekend met innovatieve
betonsoorten en geven ze de prioriteit aan
bewezen technieken boven duurzaamheids-
doelstellingen [5]. Hun betrokkenheid is dan
ook een randvoorwaarde voor de succesvolle
introductie van groen beton.
De betontransitie is in het onderzoek
op verschillende niveaus benaderd: niche,
regime en landschap (zie verderop). Deze
aanpak wordt ook wel Multi-Level Perspec-
tive Analysis genoemd ofwel MLP-analyse.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek is kwalitatief, waarbij onder
andere gebruik is gemaakt van een literatuur-
onderzoek en interviews. Er is een cross-case-
analyse toegepast, een onderzoeksmethode
waarbij de resultaten van meerdere casestu-
dies met elkaar worden vergeleken (fig. 3).
Er zijn drie anonieme casussen geselecteerd:
(1) een snelwegrenovatieproject (SRP), (2) een
kademuurrenovatie (KMR) en (3) een fiets-
en voetgangersbrugproject (FVP). Voor elk
van deze casussen zijn interviews afgeno-
men met relevante deskundigen (tabel 1) om
een beeld te krijgen van de huidige houding
binnen de bouwsector ten opzichte van
groen beton. Ook is onderzocht hoe de
vraagzijde tegen duurzame innovatie aan-
kijkt.
Casus A?Provincie A heeft een brede visie
op duurzaamheid, mede ingegeven door de
ambitieuze doelen op het gebied van
In de ambitie de uitstoot van broeikasgassen te verminderen is een centrale rol weggelegd
voor groen beton, met een aanzienlijk kleinere CO2 -voetafdruk dan gewoon beton [1].
Om een sectorbrede overstap naar dit materiaal mogelijk te maken, moeten economische,
institutionele, sociale en technische obstakels worden overwonnen [1, 2 en 3].
Op de TU Delft is de dynamiek rondom deze betontransitie in Nederland onderzocht.
Dat onderzoekt richtte zich op hoe opdrachtgevers de integratie kunnen versnellen.
Daarbij zijn drie casussen geanalyseerd.
CEMENT 5 2025 ?55
Grondstof-
winning
Voorbeeldoplo ssinge n:
?Alternatieve cementgebonden
materialen (SCM's)
?Alkali-geactiveerde bindmiddelen
(geopolymeren)
?Gecalcineerde klei
?Calciumsulfo-aluminaat (CSA)
Cement-
productie
(bindmiddel)
Beton-
productie
Gebruik
Sloop
Organisatie aan
de vraagzijde
Toezichthouders
Onderzoekers
Financiële
instellingen
Aanbodzijde
(cementfabrikant)
? Ministeries, provincies en gemee nten
? Bouwbedrijven
? Betonproducenten
? Ingenieurs- en architectenbureaus
Selectie van
casussen
Semi-
gestructureerde
interviews
Cross-case-
analyse
Interpretatie
1 Voorbeeld van een groene betonoplossing voor de gehele levenscyclus van het materiaal
2 Belanghebbenden in de betonindustrie
3 Onderzoeksstappen
2
1
DR. YIRANG LIM
Postdoc Onderzoeker
Faculty of Civil
Engineering and
Geosciences, TU Delft
MUHAMMAD
ARTONO MSC.
Engineer Pipeline Facility
Design, PT Pertamina
Patra Niaga, Indonesia
Faculty of Civil
Engineering and
Geosciences, TU Delft
PROF.DR.IR GUANG
YE
Professor
Faculty of Civil
Engineering and
Geosciences, TU Delft
DR. IR. JOHAN
NINAN
Assistant Professor
Faculty of Civil
Engineering and
Geosciences, TU Delft
auteurs
3
Tabel 1?Overzicht van geselecteerde casussen en gesprekspartners
Casus Actorcode Categorie Rol Datum interview
Renovatie snelweg SRP1 Opdrachtgever Projectmanager 30 april 2024
SRP2 Opdrachtgever Senior projectleider 2 mei 2024
SRP3 Opdrachtgever Duurzaamheidsadviseur 29 april 2024
SRP4 Ingenieursbureau Technisch team 15 april 2024
SRP5 Aannemer Projectmanager 10 mei 2024
SRP6 Opdrachtgever Inkoper 28 mei 2024
Renovatie kademuur KMR1 Opdrachtgever Technisch team 11 april 2024
KMR2 Opdrachtgever Projectleider 17 april 2024
KMR3 Opdrachtgever Activateam 12 april 2024
KMR4 Opdrachtgever Duurzaamheidsadviseur 9 april 2024
KMR5 Opdrachtgever Duurzaamheidsadviseur 18 april 2024
Fiets- en voetgangersbrug FVP1 Opdrachtgever Projectmanager 22 april 2024
FVP2 Aannemer Projectteam 1 mei 2024
FVP3 Betonproducent Projectteam 26 april 2024
56?CEMENT?5 2025
CO2-vermindering en circulariteit die de
overheid heeft gesteld voor 2030 en 2050. De
respondenten merken echter op dat er een
gebrek is aan specifieke, meetbare doelen
of KPI's op projectniveau, waardoor het ge-
bruik van groen beton sterk afhangt van de
interesse van individuele projectleiders. Er
wordt prioriteit gegeven aan veiligheid en
onderhoud. Daarnaast denken belangheb-
benden dat innovatieve materialen, zoals
groen beton, risico's met zich mee kunnen
brengen op het gebied van levensduur en
veiligheid. Het gebrek aan interne techni-
sche expertise belemmert bovendien de
controle die nodig is om groene innovaties
te implementeren. Hierdoor krijgt een con-
servatieve aanpak de voorkeur in zowel de
ontwerp- als aanbestedingsfase.
Deze casus laat zien dat de traditionele
infrasector vanwege de vermeende risico's
terughoudend is ten aanzien van groen
beton.
Projectmanager van de
opdrachtgever bij casus A (SPR1):
"We moeten ook externe adviseurs inhuren
om daarnaar te kijken, en dat is prima.
Maar een groot nadeel daarvan is dat je
de kennis kwijtraakt wanneer die mensen
weer weggaan, omdat het geen interne
medewerkers zijn. Het is dus echt een
stroom van kennis, in en uit, die je niet in
je organisatie kunt houden."
Casus B?Net als in casus A, is er ook in pro-
vincie B een gebrek aan concrete doelen,
ondanks hoge duurzaamheidsambities. Bij
deze provincie wordt groen beton makkelij-
ker omarmd dankzij aanbestedingsmetho-
den die ruimte scheppen voor flexibiliteit en
innovatie. Momenteel ontwikkelt de provin-
cie een methode om de uitstootverminde-
ring te kunnen meten. Bij innovatie wordt
gebruikgemaakt van zowel interne expertise
als academische samenwerkingsverbanden.
In deze provincie wordt geopolymeer-
beton toegepast bij de renovatie van een
kademuur langs een fietspad. Het team durft
de overstap naar geopolymeerbeton aan
door het gebruik te beperken tot minder
kritieke toepassingen. Zo worden de risico's
geminimaliseerd en kan er ervaring worden
opgedaan met het materiaal. Ondanks de
moeizame kennisoverdracht naar onder-
houdsteams, hiaten in de innovatieplannen
en het beperkte aantal geplande projecten,
zien de respondenten het huidige project als
een mooie kans om stappen te zetten op het
gebied van duurzame innovatie.
De hoogste managementslaag moedigt
transparantie over mogelijke tegenslagen
aan en begrijpt dat leren van uitdagingen
onderdeel is van het innovatieproces. Bij dit
project worden de garantie-eisen voor het
nieuwe materiaal aangepast. Ook wordt er
nauw samengewerkt met onderaannemers
en leveranciers om te voldoen aan speci-
Uit de resultaten
blijkt dat
Nederlandse
infrastructuur-
projecten veel
baat kunnen
hebben bij het
standaardiseren
van duurzaam-
heidseisen
AFSTUDEERONDERZOEK
Dit artikel is gebaseerd op de master-
scriptie van Muhammad Artono 'Stimu-
lating the Adoption of Green Concrete
in the Project Level: A Demand Side
Perspective' voor de master Construc-
tion Management and Engineering aan
de TU Delft. In zijn afstudeercommissie
hadden zitting Johan Ninan, Yirang Lim
en Guang Ye.
Tabel 2?Overzicht van casussen
Casus A B C
Projectomschrijving
Snelwegrenovatieproject
(SRP)
Kademuurrenovatie
(KMR)
Fiets- en voetgangers-
brugproject (FVP)
Opdrachtgever Provincie A Provincie B Gemeente C
Projectstatus In aanbouw In aanbouw Voltooid (gebruiksfase)
Betontype
Conventioneel beton
(CEM III)
Groen beton
(geopolymeer)
Groen beton (geo
polymeer, gerecycled
toeslagmateriaal)
Totale projectomvang Groot Groot Klein
Planning en controle Ingenieursbureau Intern Intern
Bewustzijn bij stakehol-
ders van de pilotstatus
In lage mate In hoge mate In hoge mate
Belangrijkste aanbeste-
dingscriteria
Overlast, prijs en milieu-
kostenindicator (MKI)
Prijs en milieukosten
indicator (MKI)
Prijs
Betaalmethode Standaard Standaard
Aparte vergoeding voor
betongedeelte
Garantie aannemer Standaard Vrijgesteld Vrijgesteld
CEMENT 5 2025 ?57
Innovatie hangt meer af van persoonlijke
interesse dan organisatiebrede motivatie.
Organisaties hebben ambitieuze duurzaamheidsdoelen,
maar het ontbreekt aan heldere, meetbare KPI's op
operationeel niveau.
Technische capaciteit,
risicotolerantie
Pilotstatus,
flexibele
inkoop
Conservatief,
gericht op
veiligheid
Casus C
Casus A Casus B
fieke technische eisen, zoals verhardingstij-
den. De provincie ziet het project als pilot,
waarmee interne expertise kan worden op-
gebouwd en een voorbeeld wordt gecreëerd
voor toekomstige projecten.
Duurzaamheidsadviseur van de
opdrachtgever bij casus B (KMR 4):
"Wees transparant. Weet wat de risico's
zijn, en wees bereid om die te accepteren.
En weet ook dat er tegenslagen kunnen zijn
tijdens de ontwikkeling van het project,
bijvoorbeeld qua planning of budget. Ook
die moet je accepteren."
Casus C?Net als in de vorige twee casussen
erkent ook gemeente C het belang van de na-
tionale CO2 - en circulariteitsdoelen voor 2030
en 2050. Toch ontbreekt het ook hier aan
specifieke KPI's en een stapsgewijze aanpak.
Het gebruik van geopolymeerbeton in
dit project is grotendeels het gevolg van de
motivatie van het ingenieursteam en de ma-
teriaalexpertise die aanwezig is binnen de
organisatie. De gemeente, die overigens zon-
der gestructureerde innovatieroutekaart
werkt, heeft ervoor gekozen risico's te om-
armen en accepteert dan ook een bepaalde
mate van onzekerheid over de langetermijn-
prestaties van geopolymeerbeton.
Deze keuze is gemaakt op basis van
ervaringen met eerdere projecten waarbij
een proactieve technische aanpak noodza-
kelijk was. Het project wordt intern beheerd
in samenwerking met een universiteit. Er is
gebruikgemaakt van een conservatief ont-
4
De overstap
naar groen
beton draait
niet alleen om
het vervangen
van technologie,
maar ook om
het inrichten
van bredere
sociotechnische
systemen
4 Belangrijkste obstakels en stimulansen voor de betontransitie (per casus)
werp, een aangepast budget en een voor-
schrijvende aanbesteding. Bij het opschalen
van laboratorium- naar projectniveau ont-
staan enkele uitdagingen, vooral met betrek-
king tot de omgang met verontreinigingen in
toeslagmaterialen. Na de bouwfase wordt er
uitvoerig getest en worden sensoren ingezet
om de veiligheid en prestaties op de lange
termijn te garanderen.
Dit project laat zien dat de organisatie
bereid is om gaandeweg te leren, waarbij het
belang van samenwerking in de transitie
naar duurzame materialen centraal staat.
De ontwerp-, aanbestedings- en bouwfase
laten zien hoe niche-innovaties kunnen wor-
den beheerd en ondersteund.
Projectmanager opdrachtgever
casus C (FVP1)
"Pas als ze ergens mee geconfronteerd
worden, beginnen ze te leren. Zo hebben
wij ook dingen geleerd, door een situatie te
creëren waarin we geconfronteerd werden
met het daadwerkelijk bouwen van een brug
van geopolymeer. [...] Als je alleen maar
documenten leest, leer je niet hoe je het
moet doen. Het is net als met wiskundige
berekeningen. Je kunt een theorieboek lezen,
maar je leert het alleen door te oefenen.
Alsof je leert fietsen of een instrument leert
bespelen"
Overzicht?Tabel 3 biedt voor elke casus een
overzicht van de inzichten. Figuur 4 laat zien
wat de belangrijkste obstakels en stimulansen
waren.
58?CEMENT?5 2025
Lappendeken
van regimes
Niches
(innovatie)
Landschap
Nederlandse betontransitie
gebaseerd op MLP-analyse
De MLP-analyse gaat uit van verschillende
zogenoemde sociotechnische systemen. Een
sociotechnisch systeem is een benadering
die uitgaat van interactie tussen menselijke
middelen en technologie op de werkvloer.
De systemen zijn in het onderzoek verdeeld
in drie eerder genoemde, onderling afhan-
kelijke niveaus: landschap, regime en niche
(fig. 5). Daarbij is ook geanalyseerd hoe deze
niveaus op elkaar inwerken om innovaties
te ondersteunen of juist te belemmeren.
Landschapsniveau?Het landschapsniveau
omvat brede, vaak langzaam veranderende
externe invloeden, zoals klimaatbeleid en
maatschappelijke aandacht voor duurzaam
-
heid. Invloed op de toepassing van groen
komt onder meer vanuit het emissiehandel
-
systeem (ETS) van de EU en de Nederlandse
Klimaatwet, waarin ambitieuze doelen zijn
5
5 De hiërarchie tussen de niveaus [4]
opgenomen voor het verminderen van de
CO2-uitstoot. Ook is er het Carbon Border
Adjustment Mechanism (CBAM), waarmee be -
lasting wordt geheven op CO2 -intensieve im -
port naar Europa. Dit moet bedrijven ervan
weerhouden hun productie te verplaatsen
naar buiten Europa, om zo de Europese emis
-
sieregelgeving te omzeilen. Hierdoor worden
sectoren indirect aangemoedigd zelf milieu
-
vriendelijke alternatieven te onderzoeken.
Regimeniveau?Het zogenoemde regime-
niveau omvat de gevestigde praktijken, regel-
geving en marktstructuren die de status quo
in stand houden (fig. 6). In de Nederlandse
betonsector worden actoren op dit niveau,
zoals brancheverenigingen en publieke op-
drachtgevers, gedreven door de wens winst
te maken en te voldoen aan de geldende
eisen. Ze geven daarbij vaak de voorkeur
aan stapsgewijze verbeteringen boven radi-
cale innovaties.
Tabel 3?Inzichten met betrekking tot de betontransitie
Casus A B C
Belangrijkste stimulans voor omarming
groen beton
-
Bewezen staat van dienst op
het gebied van innovatie en
interne expertise
Interne expertise en partner-
schapsprogramma
Aanbevolen strategie Duurzame inkoop verplichten
Gezamenlijk voor- en nadelen
van innovaties omarmen
Projectkennis moet binnen de
organisatie aanwezig zijn
Duurzaamheidsdoelstellingen overheid
worden erkend
Ja Ja Ja
Specifieke KPI's voor duurzaam bouwen Nee Nee Nee
Capaciteit van intern ingenieursteam Beperkt Groot Groot
Primaire drijfveer voor infrastructuur
innovatie
Regelgeving
Persoonlijke interesse (project-
manager)
Persoonlijke interesse (project-
manager)
Belangrijkste obstakel voor duurzame
infrastructuur
Nadruk op kwaliteit
Afwezigheid van beleid op
operationeel niveau
De geleerde lessen verspreiden
binnen de organisatie
CEMENT 5 2025 ?59
Landschap
Aard van bulksector
EU-ETS Verandering in staalindustrie
Toenemende CO
2
-prijs
SCM-cement
(huidige standaard)
Industriële netwerken
Symbolische culturele betekenis
Sectorbeleid
Infrastructuur
Technologie
Technisch-wetenschappelijke
kennis
Markt, gebruikspraktijk
Regime
Niches
Geopolymeer CCUS
Gecalcineerde
klei
Nieuwe
SCM'sRegime
Niche
SCM-cement
(huidige standaard)
Andere
nieuwe
SCM
Geo-
polymeer
Gecalci-
neerde
klei
Vulka-
nische
as
CCUS
De stabiliteit van het regime is gebaat bij
stapsgewijze innovatie binnen het bestaande
systeem. Dit maakt het moeilijk om ingrij-
pende veranderingen door te voeren, aange-
zien er al veel is geïnvesteerd in bestaande
technologieën en infrastructuur, zowel finan-
cieel (verzonken kosten) als structureel
(padafhankelijkheid).
Nicheniveau?Op het nicheniveau worden
radicale innovaties en nieuwe technologieën
zoals groen beton ontwikkeld. Deze niches
zijn vaak afgeschermd van de druk van de
reguliere markt, waardoor ze de vrijheid
hebben om te experimenteren en te leren.
Binnen de context van groen beton omvat
dit niveau pilotprojecten en experimentele
technologieën (fig. 7), zoals geopolymeer-
beton en alternatieve cementgebonden
materialen (SCM's), die de traditionele, CO2-
intensieve bestanddelen van beton moeten
vervangen. Voor de lange termijn wordt ook
CCUS (Carbon Capture Utilisation Storage)
als oplossing gezien, omdat het kan worden
geïntegreerd in de bestaande infrastructuur.
Niche-innovaties kunnen doorgaans
niet op eigen kracht tot wasdom komen. Ze
vereisen ondersteuning, bijvoorbeeld in de
6 De Nederlandse betontransitie binnen de MLP-analyse
7 De Nederlandse betontransitie op nicheniveau
6
7
60?CEMENT?5 2025
vorm van financiering voor onderzoek en
ontwikkeling of pilotprojecten om de prakti-
sche toepasbaarheid aan te tonen.
Als niche-innovaties breed genoeg
worden opgepakt, kunnen ze het stelsel mo-
gelijk veranderen. Hiervoor is het echter wel
noodzakelijk dat de ondersteunende regel-
gevende kaders en de vraag vanuit de markt
goed op elkaar zijn afgestemd.
Dynamiek?De MLP-analyse illustreert hoe
de druk vanuit het landschap en de reacties
van het regime vorm geven aan niche-inno-
vaties, en dat deze dynamiek uiteindelijk
bepalend is voor het succes van materialen
zoals groen beton. In Nederland blijft het
landschap (onder meer als gevolg van het
EU-ETS en het CBAM) aansturen op CO2-
besparende oplossingen en zijn regime-
actoren groen beton gaan zien als een haal-
bare en voordelige optie.
Relevantie voor Nederland
De casussen laten zien hoe Nederland pro-
jectstrategieën kan inzetten om de overstap
naar groen beton te ondersteunen. Uit de
resultaten blijkt dat Nederlandse infrastruc-
tuurprojecten veel baat kunnen hebben bij
het standaardiseren van duurzaamheidsei-
sen bij aanbestedingen, en bij financiële en
juridische ondersteuning. Dit zou een drem-
pelverlagend effect kunnen hebben. Organi-
saties aan de vraagzijde, zoals gemeenten
en publieke opdrachtgevers, kunnen een
belangrijke rol spelen door heldere duur-
zaamheidsdoelen te stellen, innovatie aan te
moedigen en stimulansen te bieden voor
leveranciers van groen beton.
Uit de MLP-analyse blijkt dat de over-
stap naar groen beton in Nederland niet al-
leen draait om het vervangen van technolo-
gie, maar ook om het opnieuw inrichten van
bredere sociotechnische systemen. Land-
schapsdruk (bijvoorbeeld als gevolg van kli-
maatdoelen) destabiliseert het traditionele
regime, waardoor er mogelijkheden ont-
staan voor het opschalen van niche-innova-
ties. Initiatieven zoals het Betonakkoord
fungeren als intermediair: ze brengen acto-
ren uit het regime op één lijn met niche-op-
lossingen en zorgen voor meer samenwer-
king tussen de verschillende niveaus.
De cruciale rol van beton in Nederland reikt
dus verder dan enkel functionele toepassin-
gen, en symboliseert daarmee de bredere
uitdaging met betrekking tot duurzame
groei. Door effectief gebruik te maken van
de dynamiek tussen de verschillende ni-
veaus, kan Nederland een voortrekkersrol
spelen bij systeemveranderingen in de
bouwsector en zichzelf positioneren als we-
reldleider op het gebied van duurzame
bouwpraktijken. De MLP-analyse benadrukt
het samenspel tussen technische innovaties,
beleidsinterventies en maatschappelijke
betrokkenheid bij het stimuleren van de
betontransitie.
Conclusies en aanbevelingen
De overstap naar groen beton kan een grote
bijdrage leveren aan het behalen van de Ne-
derlandse klimaatdoelstellingen. Dit vereist
echter wel actieve participatie en ondersteu-
ning op alle niveaus van het sociotechnische
systeem. Door gebruik te maken van strate-
gieën uit de MLP-analye en inzichten uit
Nederlandse casuïstiek, kunnen organisaties
aan de vraagzijde een centrale rol spelen bij
de normalisering van groen beton en duur-
zame bouwmethoden, en zo een internatio-
naal voorbeeld stellen.
Belangrijkste aanbevelingen:
Moedig pilotprojecten aan: ondersteun
pilotprojecten op het gebied van groen beton
in verschillende sectoren, om zo de presta-
ties en betrouwbaarheid van het materiaal
te bewijzen.
Moedig innovatie aan: bied financiële sti-
mulansen voor organisaties aan de vraagzij-
de die gebruikmaken van groen beton, om
zo de zorgen over de eventuele risico's te
verminderen.
Pas de normen aan: neem duurzaamheids-
criteria op in nationale en regionale bouw-
normen, zodat groen beton voldoet aan
zowel de wettelijke vereisten als de verwach-
tingen van de markt.
Het onderzoek laat zien dat de vergroening
van de bouwsector afhankelijk is van samen-
werking tussen beleidsmakers, organisaties
aan de vraagzijde en belanghebbenden uit
de sector zelf.?
LITERATUUR
1?Liew, K.M., Sojobi, A.O., & Zhang, L.W.,
Green concrete: Prospects and
challenges. Construction and Building
Materials 156, 2017, 1063?1095.
2?Sivakrishna, A., Adesina, A., Awoyera,
P.O., & Rajesh Kumar, K., Green
concrete: A review of recent
developments. Materials Today:
Proceedings 27, 2020, 54?58.
3?Suhendro, B., Toward Green Concrete
for Better Sustainable Environment.
Procedia Engineering 95, 2024, 305?320.
4?Geels, F.W., Technological transitions
as evolutionary reconfiguration
processes: A multi-level perspective
and a case-study. Research Policy 31(8),
2002, 1257?1274.
5?Wesseling, J.H., & Van der Vooren, A.,
Lock-in of mature innovation systems:
The transformation toward clean
concrete in the Netherlands. Journal of
Cleaner Production 155, 2017, 114?124.
6?Geels, F.W., Ontologies, socio-
technical transitions (to sustainability),
and the multi-level perspective.
Research Policy 39(4), 2010, 495?510.
CEMENT 5 2025 ?61
Beton is een veelgebruikt materiaal in de bouwsector. De productie ervan is echter sterk afhankelijk van natuurlijke toeslagmaterialen. Schaarste van grondstoffen is een punt van zorg, te meer omdat de vraag ernaar toeneemt. Daarom worden duurzame alternatieven ontwikkeld zoals alternatieve cementgebonden materialen, alkali-geactiveerde bindmiddelen en gerecyclede toeslagmaterialen (fig. 1). Deze alternatieven worden ook wel groen beton genoemd, omdat ze zorgen voor een lagere CO?-uitstoot, een minder groot beroep doen op natuurlijke grondstoffen en minder afval produceren.
Reacties
Bas Bruins Slot - Witteveen+Bos Raadgevende Ingenieurs BV 05 september 2025 08:28
Interessant onderzoek. Het laat zien dat de dialoog in de keten cruciaal is. Met open gesprekken over kansen en risico's komt innovatie van niche-niveau naar common practice. Bij Witteveen+Bos zetten we in op de volgende 4 rollen om de transitie naar duurzaam beton te versnellen. 1. Objectief en genuanceerd adviseren: onafhankelijk, geen belang bij specifieke toepassingen; advies over mengsels, MKI-scores en levenscyclus. 2. Minder materiaalgebruik en alternatieven: circulaire ontwerpprincipes en alternatieve materialen verlagen milieu-impact. 3. Samenwerking in de keten: vroegtijdig aan tafel, betere afstemming en snellere oplossing van knelpunten. 4. Regels en normen: onderbouwing van prestaties en aanpassingen in samenstellingseisen en rekenregels om belemmeringen te verminderen. Goed om te zien dat de aanbevelingen van dit artikel daar mooi op aansluiten. Samen, duurzamer, doen! Bas Bruins Slot