In de ambitie de uitstoot van broeikasgassen te verminderen is een centrale rol weggelegd voor groen beton, met een aanzienlijk kleinere CO2-voetafdruk dan gewoon beton [1]. Om een sectorbrede overstap naar dit materiaal mogelijk te maken, moeten economische, institutionele, sociale en technische obstakels worden overwonnen [1, 2 en 3]. Op de TU Delft is de dynamiek rondom deze betontransitie in Nederland onderzocht. Dat onderzoek richtte zich op hoe opdrachtgevers de integratie kunnen versnellen. Daarbij zijn drie casussen geanalyseerd.
Dit artikel is gebaseerd op de masterscriptie van Muhammad Artono 'Stimulating the Adoption of Green Concrete in the Project Level: A Demand Side Perspective' voor de master Construction Management and Engineering aan de TU Delft. In zijn afstudeercommissie hadden zitting Johan Ninan, Yirang Lim en Guang Ye.
Beton is een veelgebruikt materiaal in de bouwsector. De productie ervan is echter sterk afhankelijk van natuurlijke toeslagmaterialen. Schaarste van grondstoffen is een punt van zorg, te meer omdat de vraag ernaar toeneemt. Daarom worden duurzame alternatieven ontwikkeld zoals alternatieve cementgebonden materialen, alkali-geactiveerde bindmiddelen en gerecyclede toeslagmaterialen (fig. 1). Deze alternatieven worden ook wel groen beton genoemd, omdat ze zorgen voor een lagere CO2-uitstoot, een minder groot beroep doen op natuurlijke grondstoffen en minder afval produceren.
Reacties
Bas Bruins Slot - Witteveen+Bos Raadgevende Ingenieurs BV 05 september 2025 08:28
Interessant onderzoek. Het laat zien dat de dialoog in de keten cruciaal is. Met open gesprekken over kansen en risico's komt innovatie van niche-niveau naar common practice. Bij Witteveen+Bos zetten we in op de volgende 4 rollen om de transitie naar duurzaam beton te versnellen. 1. Objectief en genuanceerd adviseren: onafhankelijk, geen belang bij specifieke toepassingen; advies over mengsels, MKI-scores en levenscyclus. 2. Minder materiaalgebruik en alternatieven: circulaire ontwerpprincipes en alternatieve materialen verlagen milieu-impact. 3. Samenwerking in de keten: vroegtijdig aan tafel, betere afstemming en snellere oplossing van knelpunten. 4. Regels en normen: onderbouwing van prestaties en aanpassingen in samenstellingseisen en rekenregels om belemmeringen te verminderen. Goed om te zien dat de aanbevelingen van dit artikel daar mooi op aansluiten. Samen, duurzamer, doen! Bas Bruins Slot