VARCE is een rubriek van Cement waarin vragen over de Eurocode 2 worden beantwoord door
een werkgroep Onderhoud EC2 van de normcommissie TGB Betonconstructies. In deze elfde
aflevering worden vier vragen beantwoord en een opmerking geplaatst bij de vertaling van
Eurocode 2.
Vragen aan VARCE
De werkgroep Onderhoud EC2 van TGB Betonconstructies heeft tot nu toe ruim driehonderd
vragen ontvangen over de meest uiteenlopende zaken die gerelateerd zijn aan Eurocode 2.
Alle vragenstellers krijgen antwoord op de gestelde vraag, maar door het grote aantal vragen
is de werkgroep niet altijd in staat om op korte termijn te reageren. Vragen die van belang
worden geacht voor een breder publiek worden in de VARCE-rubriek geplaatst.
Wilt u zelf een vraag stellen, dan kan dat op www.cementonline.nl/varce. Hierop staat ook
achtergrondinformatie over de nieuwe norm en een verwijzing naar interessante vakinformatie.
54
34 Scheurwijdte en het Bouwbesluit
VRAAG?
In het Bouwbesluit 2012 wordt geëist dat een nieuw te bouwen
constructie bestand is tegen de effecten die volgen uit de funda-
mentele en buitengewone belastingscombinaties. Het toetsen
van de scheurwijdte, zoals beschreven in Eurocode 2, wordt
gedaan bij de frequente belastingscombinatie. Het Bouwbesluit
eist hier niets over. Mag Bouw- en Woningtoezicht bij de
publiekrechtelijke toets dan wel de scheurwijdteberekening
beoordelen?
ANTWOORD!
In het Bouwbesluit staat dat de constructie gedurende de
ontwerplevensduur niet mag bezwijken ten gevolge van het
effect van de fundamentele belastingscombinatie. Het Bouw-
besluit stelt daarmee dus ook een eis aan de duurzaamheid van
de constructie. Daarom moet worden aangetoond dat de
constructie aan het einde van de ontwerplevensduur nog steeds
voldoende weerstand heeft. Die weerstand kan tijdens de
levensduur achteruit gaan ten gevolge van degradatie, zoals
corrosie van de wapening of vries-dooi-schade aan het beton.
De duurzaamheid van de constructie voldoet aan de eis indien
wordt voldaan aan de dekkings- en scheurwijdte-eisen in
Eurocode 2. Daarnaast moet het toegepaste beton conform
NEN-EN 206 en NEN 8005 geschikt zijn voor de van toepassing
zijnde milieuklassen.
Bouw- en Woningtoezicht mag daarom bij de publiekrechtelijke
toets ook de scheurwijdteberekening beoordelen.
35 Oplegging van prefab elementen
VRAAG?
In paragraaf 10.9.5 wordt ingegaan op de opleglengte voor
prefab elementen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen
opleggingen voor doorgaande elementen (10.9.5.2) en opleg-
gingen voor afzonderlijke elementen (10.9.5.3). In de regel is er
voor afzonderlijke elementen een 20 mm grotere opleglengte
voorgeschreven. Kan worden aangegeven wanneer welke regels
moeten worden toegepast?
ANTWOORD!
Volgens de definitie in 10.1.1 is een afzonderlijk geprefabriceerd
element, een element waarbij in geval van bezwijken geen tweede
draagweg beschikbaar is. Bij bezwijken van een oplegging van
zo'n element kan de op het element aangrijpende belasting niet
op een andere wijze worden afgedragen. De Engelstalige term
voor een afzonderlijke element is 'isolated member'. De tegen -
hanger van 'isolated member' is 'non-isolated member'. In de
Nederlandse vertaling zijn deze elementen aangeduid als afzon -
derlijke elementen respectievelijk doorgaande elementen. Bij de
beoordeling van de benodigde opleglengte is een element als
doorgaand element te beschouwen, als in het geval van het
Vragen aan VARCE
De werkgroep Onderhoud EC2 van TGB Betonconstructies heeft tot nu toe ruim driehonderd
vragen ontvangen over de meest uiteenlopende zaken die gerelateerd zijn aan Eurocode 2.
Alle vragenstellers krijgen antwoord op de gestelde vraag, maar door het grote aantal vragen
is de werkgroep niet altijd in staat om op korte termijn te reageren. Vragen die van belang
worden geacht voor een breder publiek worden in de VARCE-rubriek geplaatst.
Wilt u zelf een vraag stellen, dan kan dat op www.cementonline.nl/varce. Hierop staat ook
achtergrondinformatie over de nieuwe norm en een verwijzing naar interessante vakinformatie.
VARCE is een rubriek van Cement waarin vragen over de Eurocode 2 worden beantwoord door
een werkgroep Onderhoud EC2 van de normcommissie TGB Betonconstructies
1). In deze elfde
aflevering worden vier vragen beantwoord en een opmerking geplaatst bij de vertaling van
Eurocode 2.
11
1) De werkgroep Onderhoud EC2 van TGB Betonconstructies bestaat uit: ing. Dick
Bezemer (Gemeente Rotterdam dS+V), dr.ir. Hans Bongers (Spanbeton), dr.ir.drs.
René Braam (TU Delft, Adviesbureau Hageman), ir. Gerrie Dieteren (TNO, secretaris),
ir. Hans Galjaard (Volker Infra), ir. Jan Gijsbers (TNO), ir. Dick Schaafsma (Bouw-
dienst Rijkswaterstaat), ing. Mark Verbaten (ABT), prof.ir. Simon Wijte (Advies-
bureau Hageman, TU/e, voorzitter), ir. Carloes Pollemans (NEN, TU Delft).
4 2017
VARCE
a c a
aa
d
l
akritiek /d
l/d c/l
2,0
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
1,8
1,6
1,4
1,2
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
0,0
0,0 2,5 5,07,510,0 12,515,0
l
55
bezwijken van de oplegging van het element de op het element
aangrijpende belastingen op een andere wijze kunnen worden
afgevoerd. Als de op het element aangrijpende belastingen niet
op een andere manier kunnen worden afgevoerd, dan gaat het
dus om een afzonderlijk element.
36 Ponscontrole bij een funderingspoer
op staal
VRAAG?
Bij een ponscontrole wordt de eerste controle-omtrek in het
algemeen beschouwd op een afstand a gelijk aan 2d vanaf de
zijkant van de kolom. In 6.4.4 is echter gesteld dat bij kolom-
voeten zonder ponswapening ook controle-omtrekken moeten
zijn beschouwd binnen 2d vanaf de zijkant van de kolom.
In vraag 24 van VARCE 9 is aangegeven dat de belasting die
binnen de controle-omtrek aangrijpt op de poer in mindering
mag zijn gebracht op de dwarskracht die in de controle omtrek
aangrijpt. Ook is aangegeven dat de afschuifcapaciteit per
eenheid van oppervlakte bij controle-omtrekken op een kleinere
afstand vanaf de kolom dan 2 d toeneemt vanwege de term 2d/a
die in vergelijking 6.50 is opgenomen.
Deze aanwijzingen verplichten de constructeur om controle-
omtrekken op meerdere afstanden te onderzoeken. Is het
mogelijk om hiervoor een verdere aanwijzing te geven?
ANTWOORD!
Ja, dat kan. Voor een poer met een vierkante plattegrond en een
centrisch geplaatste vierkante kolom, kan de positie van de
maatgevende controle-omtrek worden afgeleid uit tabel 1 en de
grafiek in figuur 1. Hierin zijn:
a
kritiek de afstand tussen de zijkant van de kolom en de
maatgevende controle-omtrek
c de dwarsafmeting van de kolom
l de dwarsafmeting van de poer
d de effectieve hoogte van de poer
Bij de bepaling van de grootte van a
kritiek is aangenomen dat de
funderingsdrukken gelijkmatig zijn verdeeld. Het blijkt dat
voor relatief kleine kolomafmetingen, c/l niet groter dan 0,3, de
invloed op de grootte van de kritische afstand voor de controle-
omtrek, verwaarloosbaar is.
Tabel 1 Relatie tussen a kritiek/d en l/d t.b.v. het bepalen van de maatgevende controle-omtrek
akritiek /d c/l
l/d ? 0,3 0,40,50,60,7
1 0,16 0,140,120,100,07
2 0,32 0,280,240,200,15
3 0,48 0,430,360,300,22
4 0,64 0,570,480,390,30
5 0,80 0,710,610,490,37
6 0,95 0,850,730,590,45
7 1,11 0,990,850,690,52
8 1,27 1,130,970,790,60
9 1,43 1,281,090,890,67
10 1,59 1,421,210,990,75
11 1,75 1,561,331,080,82
12 1,91 1,701,451,180,89
13 2,00 1,841,581,280,97
14 1,991,701,381,04
15 2,001,821,481,12
1
Relatie tussen a
kritiek/d en
l/d t.b.v. het bepalen van
de maatgevende controle-
omtrek
1
4 2017
VARCE
56
drukzonedrukzone
M
M
I MI Mr Mr
M
drukkracht drukkracht
trekkracht
trekkracht
37 Detaillering van de wapening in een
vloer-wandaansluiting
VRAAG?
In diverse publicaties komen verschillende voorbeelden voor
van de wijze waarop de wandwapening in de onderliggende
vloerplaat moet zijn verankerd om de wand voldoende bestand
te laten zijn tegen een horizontale belasting, zoals bijvoorbeeld
het geval is bij geprefabriceerde keerwandelementen (fig. 2).
Is op basis van Eurocode 2 een aanwijzing te geven welke
detailleringswijze moet worden toegepast?
ANTWOORD!
In bijlage J van Eurocode 2 zijn aanwijzingen opgenomen
voor de detaillering van wapening bij hoekaansluitingen
met opendraaiende en dichtdraaiende momenten. Uit deze
aanwijzingen kan worden afgeleid dat de detaillering met de naar binnen gebogen wapening veruit de voorkeur geniet.
Dit kan ook worden geconcludeerd als een staafwerkmodel
wordt geschetst van de verbinding van de wand en de vloer
(fig. 3). Te zien is dat de drukdiagonaal in de knoop rechtsonder,
bij de naar buiten gebogen wandwapening niet goed in staat is
evenwicht te maken met de trekkracht in de wandwapening.
De drukdiagonaal wordt namelijk niet goed opgevangen in de
knoop rechtsonder, maar 'schampt' de knoop vanwege de
'afschermende' werking van de omgebogen wapening. De
knoop functioneert dus niet goed (zie ook de in Cement
gevoerde discussie over het wapenen van tanden). Een goed
functionerende knoop is nodig om de drukdiagonaal aan de
onderzijde van de knoop te kunnen afbuigen tot een horizon-
tale kracht omdat anders geen evenwicht wordt gevonden.
Dat de capaciteit van de hoekaansluiting sterk afhankelijk is
van de detaillering van de wapening, is eerder reeds onderkend
en bijvoorbeeld onderzocht in CUR-verband, zie CUR-rapport
2a
3a
2b
3b
VARCE 4 2017
57
130
100
50
0 0,40,81,2 1,6 2,0
sterkte-effectiviteit balkhoogte = hoogte kolomdoorsnede
sterkte-effectiviteit [%]
balkhoogte = 1,75 x hoogte kolomdoorsnede
scheurenpatroon
goed
fout
As
?0 kolom x fc / 500 [%]
f
c = 30 - 40 N/mm 2 ?0 = A s / (bh kolom ) x 100%
147 Kolom-balkverbindingen in gewapend betonconstructies [1].
Ook door Johansson (2000) is hier onderzoek naar gedaan [2].
In beide publicaties wordt de capaciteit van de knoop uitgedrukt
als percentage van de capaciteit van de aansluitende constructie-
delen. In figuur 4 zijn de resultaten van experimenteel onderzoek
naar het gedrag van de beschouwde verbinding volgens CUR-
rapport 147 gegeven. Hieruit blijkt dat de capaciteit van de knoop
met de naar buiten gebogen wapening veel kleiner is dan die
van de aansluitende constructiedelen. In het CUR-rapport wordt
de detaillering met de naar buiten gedraaide wapeningsstaven
dan ook gekwalificeerd als 'fout'.
? LITERATUUR
1 CUR-rapport 147, Kolom-balkverbindingen in gewapend beton-
constructies, SBRCURnet,1991.
2 Johansson, M., Structural behaviour in concrete frame corners of civil
defence shelters non-linear Finite Element analyses and experiments.
Division of concrete structures, Chalmers University of Technology,
Göteborg, Sweden, 2000.
38 Opmerking t.a.v. van de vertaling van
NEN-EN 1992-1-1
Tijdens het gebruik van NEN-EN 1992-1-1 is een onvolkomen-
heid in de vertaling van 8.7.4.1(3) naar voren gekomen. Deze
onvolkomenheid zal in het eerstkomende correctieblad worden
gecorrigeerd. Vooruitlopend daarop wordt de correctie hier
reeds beschreven:
8.7.4.1(3)
Vervang:
'De dwarswapening behoort loodrecht op de richting van de
overlappende wapening te zijn geplaatst.'
door:
'De dwarswapening behoort loodrecht op de richting van de
overlappende wapening en tussen de overlappende wapening
en het oppervlak van het beton te zijn geplaatst.'
?
2 Detailleringswijze van wandstekken in grondplaat met naar buiten gebogen
staven (a) en naar binnen gebogen staven (b)
3 Staafwerkmodellen bij beide wapeningsdetailleringswijzen
4 Invloed van het verloop van de wapening op de sterkte van de aansluiting
(CUR-rapport 147 - figuur 76)
4a 4b
VARCE 4 2017
Reacties