De manier waarop kolomvoetplaatverbindingen moeten worden berekend, is voor veel constructeurs niet duidelijk. In een gezamenlijk rapport van CUR Bouw & Infra en Bouwen met Staal worden om die reden aanbevelingen gegeven voor de berekening. Het rapport is opgesteld door prof.dr.ir. D.A. Hordijk en prof.ir. J.W.B. Stark.
Omdat voor een dergelijke berekening zowel staalgerelateerde als betongerelateerde bepalingen van toepassing zijn, moet de constructeur regels toepassen uit zowel de Eurocodes voor staalconstructies, als die voor betonconstructies en de Europese Technische Specificatie voor ankerbevestigingen. Het is niet eenvoudig de relevante bepalingen te vinden omdat ze niet specifiek voor voetplaatverbindingen zijn geordend en verspreid in de normen voorkomen. Ook zijn sommige aspecten in de verschillende normen niet consistent behandeld, zijn sommige onderdelen onduidelijk of worden zelfs in het geheel niet behandeld. Op basis van genoemde normen is in het CUR/BmS-rapport een berekeningsprocedure en een compacte set van bepalingen gegeven, waarmee kolomvoetplaatverbindingen kunnen worden berekend. De toelichting gaat voor diverse onderdelen in op inconsistenties en omissies in de normen. De berekeningswijze is met enkele uitgewerkte rekenvoorbeelden geïllustreerd.
CUR/BmS-rapport 10 ?Kolomvoetplaatverbindingen. Aanbevelingen voor de berekening volgens de Eurocodes? kost ? 68,50 (incl. BTW en verzendkosten) en kan worden besteld op www.curbouweninfra.nl
Reacties