Ballast Nedam Offshore heeft een nieuwe funderingspaal en installatiemethode ontworpen voor funderingen van windturbines op zee. In plaats van staal wil Ballast Nedam prefab beton gebruiken dat goedkoper is, minder productiebeperkingen heeft en tijdens de bouw minder overlast veroorzaakt.
De holle buispalen worden aan wal gemaakt en worden vervolgens drijvend naar Ballast Nedams hefschip Svanen (foto) gesleept. Dit hefschip met een hijsvermogen van 8.700 ton plaatst de palen verticaal in de bodem. Als de Svanen de palen loodrecht heeft neergezet, zakken ze door hun gewicht reeds enkele meters de zeebodem in.
Vervolgens gaat de verticale tunnelboormachine naar beneden om de zeebodem weg te boren. Als de weerstand groter wordt, dan wordt boormachine uitgeklapt onder de funderingspaal om de resterende meters weg te halen. Na het boren wordt de verticale tunnelboormachine ingeklapt en uit de buispaal gehaald.
Voor windturbines van 3,6 tot 5 MW bedraagt de buitendiameter 6,5 tot 7 meter, de wanddikte varieert tussen 500 en 700 mm. De totale lengte van de betonnen palen, opgebouwd uit aparte ringen, is 61 tot 64 meter. De betonnen palen wegen afhankelijk van diepte en turbinegrootte tussen de 1450 en 2200 ton.
Reacties