Log in
inloggen bij Cement
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Alle kennis / Blogs

Mijn koffer staat gepakt

Column Maya Sule, Rijkswaterstaat - 24 oktober 2023

Voor de zomer is het kabinet gevallen over de kwestie immigratie. Een dag daarvoor heb ik te horen gekregen dat ik vanaf medio oktober voor vier maanden stage mag lopen bij de Europese Commissie. Nu is het zover. Mijn koffer staat gepakt. Ik ga me onderdompelen in een nieuwe werkcultuur en leren over de regelgeving rond duurzame financiering onder de Green Deal.

Volgens de definitie was ik in mijn jeugd in Duitsland tweede generatie immigrant. Dat voelde gek, want mensen kijken je anders aan en als kind weet je eigenlijk niet zo goed waarom. Je bent immers met dezelfde taal en gebruiken opgegroeid, met daarbij als bonus een andere cultuur. Op een gegeven moment besloot ik (daarom) om te promoveren naar een immigrant eerste generatie. Ik wilde bewust en met recht bekeken worden als immigrant en daarvoor kwam ik naar Nederland.

Zoals de oplettende lezer ondertussen weet, houd ik van beeldspraak. Klinker (de grondstof voor cement) wordt niet meer in Nederland geproduceerd (komt o.a. uit Duitsland) en is dus een eerste generatie immigrant. Het product van cement, toeslagmateriaal en water, beton, zou je als tweede generatie immigrant kunnen beschouwen. De vergelijking gaat natuurlijk mank, maar toch ga ik nog even door: Is de derde generatie dan hergebruik van betonnen elementen in een tweede levenscyclus?
In hoeverre maakt het uit of je als eerste, tweede of derde generatie succesvol bent? En wat is dan succes? Ik denk dat dat van het systeem afhangt waarin de immigrant terechtkomt en de eisen die het systeem aan de immigrant stelt.

Het systeem voor hergebruik van betonnen elementen is zeker nog niet af

Het systeem voor hergebruik van betonnen elementen is zeker nog niet af. Betonnen stoeptegels en straatklinkers worden al hergebruikt. Op dit moment experimenteren een aantal marktpartijen samen met Rijkswaterstaat met hergebruik van constructieve elementen in nieuwe viaducten. Het eerste prototype over een rijksweg is gereed en ligt bij Hoog Burel. Bij de opschaling van gebruikte constructieve elementen lopen we tegen tal van belemmeringen en dilemma’s van het systeem aan. Dat is niet gek, want we zitten in de transitie naar een nieuw circulair systeem.

Deze column leent zich er mooi voor om een tipje van de sluier op te lichten van fase 2 van het markttransformatiemodel [1]. (In mijn vorige column staat een korte toelichting op fase 1). In fase 2 is het de rol van de overheid om de markt op duurzame principes uit te dagen met de nadruk op de langetermijnontwikkeling. Dat is in dit geval 3,5 jaar geleden in de SBIR (Small Business Innovation Research [2]) oproep Circulaire Viaducten [3] gebeurd. Door het realiseren van prototypes in het eigen areaal vervult Rijkswaterstaat de rol van launching customer. Volgens het markttransformatiemodel [1] is in fase 2 de markt aan zet om duurzame businessmodellen te ontwikkelen. Dat was dan ook een van de uit te werken vragen uit de haalbaarheidsstudie van deze SBIR-oproep. Naast Rijkswaterstaat realiseren ook andere opdrachtgevers circulaire viaducten en bruggen. Om die reden zetten we als opdrachtgevers nu de volgende stap, door een gezamenlijke inkoopstrategie voor circulaire bruggen en viaducten op te stellen en te implementeren. Met deze inkoopstrategie willen we gezamenlijk de markt uitdagen op de principes van circulair bouwen.

Met een gezamenlijke inkoopstrategie willen we de markt uitdagen op de principes van circulair bouwen

Naast de rollen van overheid en markt, worden in het markttransformatiemodel ook drie andere rollen in de transitie onderscheiden: maatschappelijke organisaties, financiële instituten en onderzoeksinstituten. Ik zie veel initiatieven van onderzoeksinstituten die bij deze tweede fase horen, zoals het opzetten van een kennisagenda, het bestuderen van best practices en briljante mislukkingen, en het opnemen van showcases in lesmateriaal. Een punt om nog een keer over door te praten is het ontwikkelen van een maatstaf en het communiceren over de resultaten. Deze activiteit wordt in het model toegeschreven aan de onderzoeksinstituten. Pakken jullie dat op?

Financiële instituten zouden in deze fase van de transitie idealiter middelen moeten verstrekken voor de koplopers en financiële voordelen voor duurzame businessmodellen moeten bieden. Daarnaast zouden zij in bedrijven moeten beleggen vanwege hun positieve ESG (Environmental, Social and Governance)-prestaties [4] in vergelijking met sectorgenoten. En ik las dat vanaf 2024 alle beursgenoteerde bedrijven en grote ondernemingen verplicht zijn verslag uit te brengen over duurzaamheidsbeleid en ESG-prestaties. 

Zoals eerder gezegd ga ik nu voor vier maanden naar Brussel. Ik vraag me wel af in welk Nederland ik terug zal komen. Is er nog plek voor immigranten van de eerste generatie? Voor traditioneel geproduceerd cement zal het in ieder geval lastig worden. Het voldoet (nog) niet aan de uitgangspunten van een systeem van een circulaire economie. Misschien moet ik me alvast in alternatieven verdiepen.

Zal ik een houtbouwboek in mijn koffer stoppen? ;-)


Bronnen:
[1] Lucas Simons and Andre Nijhof (2021). Changing the Game - Sustainable market transformation strategies to understand and tackle the big and complex sustainability challenges of our generation
[2] https://www.rvo.nl/subsidies-financiering/sbir/sbir-innovatie-opdracht
[3] https://www.circulaireviaducten.nl/sbir-9-stappen/
[4] https://business.gov.nl/amendment/large-companies-must-report-sustainability/

Maya Sule is programmamanager van het transitiepad duurzame kunstwerken bij Rijkswaterstaat. Zij heeft civiele techniek in Duitsland gestudeerd en in verschillende domeinen van de GWW sector gewerkt.

Samen met Karel Terwel zal Maya Sule gedurende een jaar invuling geven aan de column van Cement.

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.

Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie AccepterenWeigeren