De nieuwe fietsbrug over de N274 bij Schinveld (Limburg) valt niet alleen op door het geïntegreerde kunstobject, maar vooral ook door het doorlopende slanke dek. Dit 188 m lange dek is in het werk gestort, ligt in een bocht en is over de gehele lengte voorgespannen.              
                
             
                              
                                      
                      Doorgaande 
voorspanning in 
gekromde f ietsbrug	
Brug Onderbanken in de N274 	
1 Pijler fietsbrug over de N274 met enkele oplegging en fixatie in dwarsrichting, foto: Henk Snaterse / ipv Delft	
De nieuwe fietsbrug over de N274 bij Schinveld (Limburg) valt niet alleen op 
door het geïntegreerde kunstobject, maar vooral ook door het doorlopende 	
slanke dek (foto 1). Dit 188 m lange dek is in het werk gestort, ligt in een bocht 	
en is over de gehele lengte voorgespannen. 	
1	
6?	CEMENT  5 2020
Ontwerp en realisatie van de brug 
maakten deel uit van de recon-
structie en aanpassing van de 
N274 in de gemeente Beekdaelen 
(voorheen Onderbanken).	
 Met de 
brug is voor fietsers een veilige oversteek  
gecreëerd ter hoogte van de nieuwe turbo- 
rotonde bij de Jabeekerweg. Samen met drie 
kunstobjecten accentueert de brug de 
poortfunctie voor de plusregio Parkstad, bij 
de grens met Duitsland.  	
Tracéstudie
Aan het ontwerp van de brug ging een uitge-
breide variantenstudie vooraf. Ipv Delft zocht 
daarbij met een werkgroep naar het meest 
geschikte tracé op basis van onder meer land -
schappelijke inpassing, fietserscomfort en 
uitvoeringskosten. Dit leidde tot een 350 m 
lang tracé, dat bestaat uit een 188 m lange 
brugconstructie met een fietspad op grond -
lichamen aan weerszijden (fig. 2). In boven -
aanzicht vormt de gehele brug een lange 
bocht met een radius van 185 m.  De ontwerpers stond een zo slank mo-
gelijke brug voor ogen met grote overspan -
ningen. Om dit mogelijk te maken is gekozen 
voor een geheel in het werk gestorte con -
structie met doorlopende voorspanning.  
Zowel pijlers als brugdek zijn ter plaatste  
gestort. Dankzij deze uitvoeringsmethode 
heeft de brug een doorlopend dek gekregen 
dat zorgt voor een helder en continu beeld. 
Door de grote overspanningen is de ruimte 
onder de brug vrij in te delen en bleef het 
zicht op het kenmerkende landschap intact. De optie met prefab brugdekdelen 
werd ook onderzocht, evenals prefab dekde-
len in combinatie met natte knopen. Prefab 
bleek met name qua bouwtijd voordeliger te 
zijn, maar was tegelijkertijd ook duurder, 
meer onderhoudsgevoelig en minder slank. 
Bovendien zouden de brugdekdelen te groot 
en zwaar (280 ton) zijn voor transport. Ook 
de combinatie van een prefab dek met de 
gewenste slanke steunpunten zou de uitvoe-
ring er niet makkelijker op maken. Een 
eventuele deling van de prefab dekken in 
kleinere secties is overwogen, maar bracht 
ongewenste consequenties en risico's met 
zich mee. Een in het werk gestort en voorge-
spannen dek bleek de beste optie.  	
PROJECTGEGEVENS 
project 
Poort van Parkstad,  fietsbrug N274 Onderbanken
opdrachtgever 
Provincie Limburg architect brug  ipv Delft
constructeur definitief  ontwerp  
Adams Civiel Advies, 
Jeroen Koot Constructie  Advies
ontwerper stalen  kunstobjecten 
Marijke de Goeij   aannemer 
BAM Infra Regionaal   constructeur 
uitvoeringsontwerp Palte B.V.  
leverancier 
voorspanning 
Dywidag Systems  International
leverancier voegen en  opleggingen  Freyssinet
oplevering  april 2019	
CEMENT  5 2020	?7
Brugdek
Om de haalbaarheid van de voorspanning  
in het brugdek te onderzoeken, voerden 
constructeur en ontwerper een studie uit, 
waarbij zaken als bouwfasering, principe 
van stortnaden, globale hoeveelheid voor-
spanning én het voorspanverloop werden 
beschouwd. Een massieve doorsnede was 
daarbij het uitgangspunt. De beoogde slanke 
constructie vroeg namelijk om relatief hoge 
voorspanning, met een groot aantal meer-
veldse kabels. Die kabels lopen van hoog  
boven de steunpunten naar laag in het veld-
midden. Hierdoor was de ruimte voor ge-
wichtsbesparende holtes beperkt en zou 
toepassing van holtes bovendien zowel ont-
werp als uitvoering complexer maken. 
De studie leidde tot het vastleggen van het 
principe van de voorspanning: 8  kabels uit  19 strengen van 150 mm die gefaseerd wor-
den voorgespannen (Zie verder onder 'Voor-
spanning'). 
Het 188 m lange dek van de fietsbrug 
is 4,85 m breed en verdeeld in vijf tussenvel -
den van 28 m en twee eindvelden van 24 m 
(fig. 2). Het streven om de krachten en ver-
vormingen in het gehele brugdek van dezelf -
de orde van grootte te krijgen, leidde tot de 
kortere eindvelden. Uit esthetisch oogpunt 
werd gekozen voor een dek met gekromde 
onderzijde (fig. 3). De maximale dikte is 1,1 m 
en de betonsterkteklasse is C35/45. Dankzij de constante bochtstraal is 
het gehele dek met één en dezelfde mal ge-
maakt die per brugdeel van 28 m bestond 
uit vier mallen van 7 m. Om reden van es-
thetiek, budget en uitvoerbaarheid is de ge-
hele brugconstructie na de bouw gekeimd. 	
2 Dwarsdoorsnede brug, bron: ipv Delft 3 Dekdoorsnede, bron: ipv Delft	
IR. ROB ARTS RC
senior adviseur constructies
Adams Civiel Advies
IR. CHRISTA VAN  DEN BERG
tekstschrijver 
ipv Delft creatieve  ingenieursauteurs 
8?	CEMENT
 5 2020
2	
3
De aangebrachte laag mineraalverf zorgt 
voor een uniforme kleurstelling van het  
beton (foto 4). 
Bekisting pijlers
Behalve het brugdek zijn ook alle pijlers in 
het werk gestort. De steunpunten zijn zo 
ontworpen, dat de aannemer op basis van 
zijn eigen bouwfasering het aantal te ge-
bruiken bekistingen kon kiezen. Hierbij was 
toepassing van een enkele mal een van de 
opties. Uiteindelijk zijn ze inderdaad alle met 
dezelfde mal gemaakt (foto 5). Toch zijn de 
pijlers allemaal anders qua afmetingen: de 
hoogte varieert en ook wat breedte betreft  zijn er twee types. Er is gekozen voor ellips-
vormige pijlers die naar boven toe subtiel 
verbreden. De drie pijlers (as 5, 6 en 7) ter 
plaatse van de rotonde verlopen in breedte 
van circa 1700 mm aan de voet tot 2000 mm 
bij het brugdek, de overige pijlers (as 3, 4 en 
8) verlopen van 1330-1400 mm aan de voet 
tot 1600 mm bij het brugdek. Doordat afron
-
ding en dikte (maximaal 850 mm) in alle 
steunpunten gelijk is gehouden, kon één mal 
volstaan. De onderzijde van de mal is naar 
wens ingekort en voor de breedste kolom -
men werd een inzetstuk gebruikt.	
Mortelschroefpalen
De pijlers zijn gefundeerd op een in het 
werk gestorte poer op schoorpalen (fig. 6). 
Vanwege de aanwezigheid van zeer harde 
bovenlagen is de brug gefundeerd op mortel -
schroefpalen Ø550 mm met maximale 
schoorstand 8:1. De schoorstand was mede 
vanwege de relatief geringe lengte goed te   
realiseren. Onder de drie grootste steunpun -
ten staan in het werk gestorte 10-paals poe-
ren met een afmeting van 6,5 x 2,6 x 1,4 m³, 
de overige zijn gefundeerd op in situ 6-paals 
poeren van 3,4 x 2,4 x 1,4 m³. 
Botsbelasting
Voor de dimensionering van de steunpunten 
en onderbouw was de botsbelasting, naast 
het eigen gewicht en de verkeersbelasting, 
van groot belang. De calamiteit was hier 
ruimschoots maatgevend. De N274 is een 
provinciale weg. Voor provinciale wegen 
moet normaliter de hoogste categorie van 
tabel NB.1 ? 4.1 van NEN-EN 1991-1-7 te wor-
den aangehouden. Omdat de brug de pro-
vinciale weg echter kruist ter plaatse van de 
rotonde, werd bepaald dat de brug qua bots-
belasting op de tweede categorie kon worden 
berekend: rijkswegen in landelijk gebied. De 
snelheid waarmee voertuigen de brug pas-
seren, zal relatief laag zijn; het verkeer moet 
afremmen voor ze de rotonde oprijden. De brug heeft een vereiste vrije onder-
doorgang van 4,6 m. Dit betekende dat er 
geen reductie van de botsbelasting mogelijk 
was. Dit alles leverde een botsbelasting op 
van  F	
dx = 1500 kN, F	dy = 750 kN. Zo werd voor-
komen dat de brug onnodig fors en duur 
zou zijn.  
 	
4 Al het beton van de brug is uiteindelijk gekeimd, foto: Joost Vreugdenhil / ipv Delft	CEMENT  5 2020	?9	
4
Logischerwijs wordt een eventuele stootbelas-
ting met name opgenomen door de steun-
punten rond de rotonde (fig. 7). Daarom zijn 
deze pijlers forser uitgevoerd. De pijler op as 6, 
in het midden van de rotonde, is ontworpen 
als het vaste punt van de brug. Bij een botsing 
tegen het dek neemt dit steunpunt het groot-
ste aandeel van de botsbelasting op. Het door-
gaande dek is vervolgens in staat de botsbe-
lasting te verdelen over meerdere pijlers. De zware wapening van Ø40 mm 
moest rechtstreeks vanuit de poer in de  
pijler doorlopen, zonder overlappingslassen. 
In dergelijke gevallen mag het wapenings-
percentage hoger zijn dan 4%. 
Fixatie
De pijlers nabij de rotonde (as 5, 6 en 7) zijn 
uitgevoerd met twee oplegpunten. De pijlers 
op as 3, 4 en 8 hebben één centrale opleg -
ging (fig. 7). Er is gekozen voor opleggingen 
met een fixatie in dwarsrichting. Alleen de 	
5	
5 Voor het storten van alle pijlers volstond één houten mal, foto: Joost Vreugdenhil / ipv Delft	
pijler op de rotonde heeft fixaties in zowel 
langs- als dwarsrichting. Het brugdek kan 
zo de vervorming onder invloed van tempe-
ratuur in lengterichting hoofdzakelijk vrij 
ondergaan en blijft in dwarsrichting op zijn 
plaats. Horizontale belastingen in dwars-
richting worden op elke as door de discrete 
fixatie opgenomen.  Er zijn staalgewapende rubber opleg -
blokken toegepast met geïntegreerde staal -
fixaties. Op een zo laat mogelijk moment  
tijdens de bouw is de scheefstand van de 
rubber opleggingen door de tot dan toe op-
getreden krimp, kruip en voorspanning  
geneutraliseerd. Dit gebeurde door het dek 
kort op te vijzelen en daarna weer te laten 
zakken. Bij de landhoofden werden in een zo 
laat mogelijk stadium voegen van het type 
Freyssinet Multiflex SX270 aangebracht. Dit 
zodat een deel van de vervormingen door 
krimp en kruip onder invloed van de voor-
spanning al had plaatsgevonden. 	
Het slanke 
ontwerp   
met grote 
overspanningen 
vroeg om een in 
het werk gestorte 
constructie met 
doorlopende 
voorspanning
10?	CEMENT  5 2020
6
7
De pijlers zijn 
ondanks variërende 
afmetingen met 
dezelfde mal gemaakt	
methode te kiezen waarbij de bekisting  
vaker kon worden gebruikt. Het had uitein-
delijk ook met minder bekisting gekund, 
maar dan was de bouwtijd langer geweest.
De toegepaste langsvoorspanning is opge-
bouwd uit een 19 strengs-systeem. Iedere 
fase werd apart voorgespannen met vier 
voorspankabels die zorgden voor evenwicht 
tussen eigen gewicht en de voorspanning.  
Met vier afgespannen kabels voldeed het 
dek in de bouwfase en was het mogelijk te 
ontkisten voordat de volledige voorspanning 
aanwezig was. De bekisting werd vervol -	
Voorspanning
De definitieve engineering van de voorspan -
ning is in de uitvoeringsfase gedaan. De aan -
nemer kreeg hierbij de vrijheid om de 
bouwmethode binnen de in het bestek ge-
noemde randvoorwaarden aan te passen. 
Verder waren er optimalisaties mogelijk in 
bijvoorbeeld de keuze van de sterkteklasse 
van het beton, het verloop van de voorspan -
ning, het toepassen van sparingbuizen, de 
positie van de stortnaden, de mate van voor-
spanning en de toepassing van traditionele 
wapening (foto 8).  Al deze randvoorwaarden bepaalden 
uiteindelijk de keuze voor het aantal velden 
per stort. Er is gestort in drie fasen (fig. 6) 
met twee stortnaden uit het zicht van de  
rotonde. De eerste stort betrof het midden -
gedeelte van de brug nabij de rotonde op  
as 5-7. De tweede en derde stort betrof de 
velden vanaf de landhoofden tot aan deze 
stortnaden. De kunst was een uitvoerings-
6  De fundering in 3D, bron: Palte B.V.
7  Botsbelasting, bron: ipv Delft knip
knip
stort 2 as 2-5 stort 1 as 5-7
stort 3 as 7-9	CEMENT 5 2020	?11
10	
Omdat de brug de provinciale weg 
kruist ter plaatse van een rotonde,  
kon de botsbelasting voor 
rijkswegen in landelijke gebieden 
worden aangehouden 	
8	9	
8 De bekisting en wapening van een brugdeel met doorvoeren voor de voorspanning, foto: Joost Vreugdenhil / ipv Delft
9 Langsvoorspanning, bron: Palte B.V.  10 Verbinding kunstobject-brugrand, bron: ipv Delft	12?	CEMENT 5 2020
gens voor de volgende fase opnieuw gebruikt. 
Wat meespeelde bij het aanbrengen van de 
voorspanning, was dat fase 1 niet  
direct op honderd procent kon worden afge-
spannen. Er zou dan te veel trek boven het 
steunpunt ontstaan, doordat het moment 
door het eigen gewicht van de uitkraging 
naar de stortnaad kleiner is dan het mo-
ment uit de voorspanning.De voorspankabels werden iedere 
keer doorgekoppeld met speciale voorspan -
koppen. In de eindfase zijn nog vier kabels 
over de gehele lengte van de brug voorge-
KUNSTOBJECTEN
Bij de uitwerking van het brugontwerp 
vroeg ook de aansluiting van het centrale 
kunstobject met stalen kubussen om aan-
dacht. Dit object vormt een geheel met de 
twee kleinere kunstobjecten aan weerszij-
den van de brug en de brug zelf. Elk object 
is opgebouwd uit een stapeling van kubus-
sen uit stalen buisprofielen. Tezamen visua-
liseren ze de poortfunctie van de brug. 
Het grootste kunstobject is daadwerkelijk 	
spannen. Dat gebeurde tweezijdig om de 
verliezen te beperken. Het totaal aan voor-
spankabels komt zo op 8 per doorsnede, 
conform de uitgangspunten van het DO  
(fig. 9).
Uitgebalanceerd kunstwerk
Het eindresultaat is een slanke witte brug 
die in één vloeiende beweging door het land -
schap snijdt en fietsers snel en veilig de 
N274 laat kruisen. Kunstobjecten en fiets-
brug vormen samen een uitgebalanceerd 
kunstwerk. 
geïntegreerd in de brugconstructie: de 
bevestiging bevindt zich uit het zicht. Het 
kunstwerk is met stalen oplegschoenen en 
DEMU-ankers bevestigd aan het betonnen 
brugdek (fig. 10). Toegepast zijn twee rijen 
ankers van vier stuks DEMU 3010 M30x155 
A4-80. De oplegschoenen zijn in een inkas-
sing geplaatst, zodat het rvs spijlenhekwerk 
van de brug vloeiend doorloopt (foto 11). 
Bovendien zorgde de plaatsing van de ver- binding in een inkassing voor een groter 
contactoppervlak, waardoor er meer 
ruimte was voor de benodigde ankers. Het 
hekwerk is hier overigens aangebracht op 
een overbruggingsconstructie in rvs 
bestaande uit een geïntegreerde koker. 
Vanwege de hoogte van het kunstobject, 
zijn de ankers mede getoetst op vermoeiing 
door windbelasting op de kubusstapeling. De 
brugrand zelf is voorzien van splijtwapening. 	
11
11 Het grootste kunstobject is zo gemonteerd, dat de brugrand doorloopt, foto: Henk Snaterse / ipv Delft	CEMENT 
5 2020	?13                  
                 
                                
Reacties