Er heerst al een tijdje een hevige discussie in de (sociale) media: is bouwen met hout zo duurzaam als de sector stelt? En benadeelt de norm het gebruik van hout? De discussie heeft menigmaal het karakter van moddergooien op Olympisch niveau.
IR. PIETER LANSERauteur
Er heerst al een tijdje een hevige discussie
in de (sociale) media: is bouwen met hout
zo duurzaam als de sector stelt?
En bena -
deelt de norm het gebruik van hout? De discussie heeft
menigmaal het karakter van moddergooien op Olym -
pisch niveau. Iedereen die de moeite neemt om naar mijn track
record op LinkedIn te kijken, kan weten dat ik het groot-
ste deel van mijn werkzame leven belangenbehartiger
voor de (Nederlandse en Europese) cement- en betonin -
dustrie was. Mijn hart zal dus wel in het beton liggen.
Maar daar wil ik het hier niet over hebben. Ik kan een steen in de vijver gooien door te stellen
dat de houtsector zich een hoog Calimerogehalte aan -
meet. Of te wijzen op de betonsector die arrogantie en
inertie tentoonspreidt. Dat is olie op het vuur en boven -
dien oninteressant. Links en rechts wordt er van alles geroepen.
Slechts weinigen weten hoe het echt zit. Ik ben vanaf
2004 een aantal jaren lid en zelfs voorzitter geweest van
Nederlandse en Europese normcommissies die zich met
het materiaalgebonden milieuprofiel van gebouwen be-
zig hebben gehouden. Ik ben dus ooggetuige. Maar zelfs
daarover zult u mij niets spannends zien vertellen.
Wat opvalt in de diverse bijdragen is dat de scribenten
het verschil in verantwoordelijkheden bij een bepalings-
methode, een norm en een grenswaarde niet lijken te
kennen. En geen idee hebben hoe de besluitvorming in
de (inter)nationale arena over dit soort onderwerpen
geschiedt. Over de toepasselijke procedures is echt heel goed
nagedacht. En niet sinds vandaag of gisteren. Een bepa -
lingsmethode is in de regel het hart van een norm. De
methode komt voornamelijk tot stand op basis van we-
tenschappelijke consensus. Als belangenbehartiger kun
"Als belangenbehartiger kun je op je kop
gaan staan; als je niets beters hebt, zul je
het ermee moeten doen"
je op je kop gaan staan; als je niets beters hebt, zul je het
ermee moeten doen. Over een Europese norm wordt ge-
stemd door de nationale normcommissies. Europese
brancheorganisaties hebben de status van waarnemer.
Ze mogen wel iets zeggen, maar niet stemmen. Dat is
anders bij nationale normcommissies. Daar kunnen be-
langhebbenden een stoeltje, met stemrecht, kopen. Je
koopt precies één stem. Daarmee bepaal je nooit de uit-
komst van de stemming. Dit is trouwens maar een klein
deel van de kosten. De tijdsbesteding in uren is de echte
investering. Je moet toevallig maar werken bij een bran -
che die iets ziet in het werk van de betreffende normcie.
De staal- en betonindustrie heb ik nimmer kunnen be-
trappen op een meer dan gemiddelde belangstelling.
En de Europese koepels van de staal- en betonindustrie
bestaan uit een man en een halve paardenkop, die on -
mogelijk alle vergaderingen van Europese normcom -
missies kunnen afreizen, zelfs niet als die in Brussel
worden gehouden. De overheid houdt zich verre van normalisatie-
werk. Dat laat zij met liefde aan de markt over. Ingrijpen
in het resultaat van normalisatiewerkzaamheden doet
de overheid niet. Kan ze ook niet. Het zou de bijl aan de
wortel van het normalisatiewerk zijn. Sowieso heeft de
rijksoverheid nauwelijks capaciteit meer voor en kennis
van het normalisatiegebeuren. De overheid komt wel aan bod nadat de bepalings-
methode en de norm zijn vastgesteld. Zij heeft namelijk
de bevoegdheid om een wettelijke grenswaarde aan de
prestatie-eis te stellen. En aan te scherpen als dat zij dat
nodig acht. Daar gaat de normcommissie weer niet over.
Ga niet aan mij vragen wat ik van het al dan niet bena -
delen van hout in de norm vind. Ik heb daar een mening
over, maar die is irrelevant. Maar als u aan mij vraagt,
wat de debatterende partijen als eerste moeten doen,
dan heb ik wel een helder antwoord: verdiep u eerst in
de spelregels voordat u aan het spel gaat meedoen. Doet
u dat niet, dan bent u bezig met een partijtje vrij worste-
len. Dat eindigt met bloedvergieten. Daar is niemand bij
gebaat.
INVLOED LOBBYISTEN OP
NORMGEVING WORDT
SCHROMELIJK OVERSCHAT
opinie
CEMENT 3 2021 ?81
Iedereen die de moeite neemt om naar mijn track record op LinkedIn te kijken, kan weten dat ik het grootste deel van mijn werkzame leven belangenbehartiger voor de (Nederlandse en Europese) cement- en betonindustrie was. Mijn hart zal dus wel in het beton liggen. Maar daar wil ik het hier niet over hebben.
Ik kan een steen in de vijver gooien door te stellen dat de houtsector zich een hoog Calimerogehalte aanmeet. Of te wijzen op de betonsector die arrogantie en inertie tentoonspreidt. Dat is olie op het vuur en bovendien oninteressant.
Links en rechts wordt er van alles geroepen. Slechts weinigen weten hoe het echt zit. Ik ben vanaf 2004 een aantal jaren lid en zelfs voorzitter geweest van Nederlandse en Europese normcommissies die zich met het materiaalgebonden milieuprofiel van gebouwen bezig hebben gehouden. Ik ben dus ooggetuige. Maar zelfs daarover zult u mij niets spannends zien vertellen.
Reacties