Er zijn er in Nederland weinigen die meer weten van het materiaal beton dan Jeannette Bouwmeester. Zeker geen vrouwen. Bouwmeester werkt al haar hele carrière bij een bouwbedrijf en ervaart bijna dagelijks de waarde van materialenkennis voor de bouwpraktijk. En ze blijft sleutelen aan die kennis. Zo is ze op dit moment bezig met een promotiestudie op de TU Delft. Tijdens het interview klinkt kennis in alles door en gaat ze meer dan eens de diepte in om uit te leggen hoe het beton zich precies gedraagt en waarom. In het dossier Interviews vindt u alle interviews vanaf editie 2008/8.
Jeannette Bouwmeester7201052interviewinterviewBetonspecialist pur sangJeannetteBouwmeesterAls kind is Jeannette Bouwmeester veel in de weer met gronden water: laarzen aan, kanaaltjes graven. Maar vooral na hetlezen van het boek Oosterschelde Windkracht 10 weet ze hetzeker: dit wil ik ook. Als op de middelbare school blijkt dat zeook nog eens aanleg heeft voor exacte vakken, is de keuze voorCiviele Techniek snel gemaakt. Ze twijfelt alleen nog tussen deHTS en de TU. Het feit dat sport ? niet haar grootste passie ?geen belangrijk onderdeel is van de universitaire opleidinggeeft uiteindelijk de doorslag. Het wordt de TU Delft.Ze studeert af in de richting Mechanica & Constructies,vakgroep beton. Haar afstudeerhoogleraar is Charles Vos."Beton sprak me toen al het meeste aan. Mechanica stondbekend als de moeilijkste richting. Daar heb ik bewust voorgekozen." Ze studeert af op kwaliteitsbeheersing van hogesterktebeton. Dat materiaal is in die tijd nieuw; in Nederland ishet zelfs nog helemaal niet toegepast. Het eerste proefproject,het hoofdkantoor van Albouw BBM, moet nog van start gaan.Vanwege de hogere eisen, is het de vraag of het materiaalgevoeliger is voor fouten tijdens de productie en uitvoering.1 Jeannette Bouwmeesterbij de Maeslantkeringfoto: Hans StakelbeekEr zijn er in Nederland weinigen die meer weten vanhet materiaal beton dan Jeannette Bouwmeester.Zeker geen vrouwen. Bouwmeester werkt al haar helecarri?re bij een bouwbedrijf en ervaart bijna dagelijksde waarde van materialenkennis voor de bouwprak-tijk. En ze blijft sleutelen aan die kennis. Zo is ze op ditmoment bezig met een promotiestudie op de TU Delft.Tijdens het interview klinkt kennis in alles door en gaatze meer dan eens de diepte in om uit te leggen hoe hetbeton zich precies gedraagt en waarom.1CVnaam ir. Jeannette Bouwmeester? van den Bosleeftijd 43opleiding TU Delft, fac. CiTGwerkgever BAM InfraconsultJeannette Bouwmeester7201054interviewBouwmeester licht het belang van koelen toe: "Grote betonconstructies ontwikkelen zo veel warmte dat er risico bestaatop scheurvorming door verhinderde vervorming, vooraltijdens het afkoelen. De betonsamenstelling speelt daarin eenbeperkte rol. Het type of de hoeveelheid cement scheelt maarenkele graden. De constructie zelf heeft veel meer invloed. Omscheurvorming te voorkomen wordt de temperatuurontwikkeling beheerst door actieve koeling. Dit werd in eerste instantiemet eendimensionale modellen berekend, waarbij we depositie van de koelbuizen vaststelden om de gewenste temperatuurontwikkeling te bereiken."Een van haar eerste projecten is de Grote Beltbrug (Storebaeltsbroen) in Denemarken (foto 2). Daar maakt ze kennismet een andere benadering van het materiaal beton. De betonsamenstelling voor het project is speciaal ontwikkeld om eenlevensduur van tenminste 100 jaar te bereiken. Voor de uitvoering houdt dit in dat er vele eisen zijn waarmee rekening moetworden gehouden. E?n daarvan betreft de verhardingsbeheersing. Er wordt veel gekoeld om scheurvorming te voorkomen.Toch is dit niet geheel gelukt. Dat komt echter niet door detemperatuur. "We maakten hier voor het eerst kennis met hetfenomeen autogene krimp. Oorzaak lag in de zogenoemde`Three Powder Mix', een mengsel dat bestaat uit cement, silicafume en vliegas met een zeer lage watercementfactor. Bij eendergelijk mengsel ontstaat een watertekort. Dankzij de capillaire werking in de pori?n heeft het beton de neiging water aante zuigen, waardoor er aan de cementsteen getrokken wordt.VerhardingsbeheersingNa haar studie gaat Bouwmeester werken. Ze wil graag ietsdoen in de bouwpraktijk maar dan wel op een plek waar ze watkan met haar kennis. Ze gaat aan de slag als technoloog bij deafdeling kwaliteitstechnologie bij HBW (onderdeel van HBG)ook wel de afdeling van Peter Prins genoemd. Deze afdeling isoorspronkelijk opgericht om ervoor te zorgen dat de kwaliteitvan beton in de uitvoering van voldoende niveau is. In feite ishaar functie sindsdien niet meer gewijzigd. Maar inhoudelijkis er veel veranderd.Haar eerste specialisme wordt verhardingsbeheersing en hetkoelen van betonconstructies. "Dit vak was toen betrekkelijknieuw voor mij. Binnen HBG was deze kennis volop inontwikkeling. Door onder meer Piet van den Berg en HansRamler was er een basis gelegd, waarmee ik verder gegaan ben.Dit betrof onder andere het bestuderen van literatuur vanMandry uit Duitsland, die had gepubliceerd over het koelenvan stuwdammen. Ik heb deze berekeningswijze verdervertaald naar voor ons relevante situaties."foto:HansStakelbeek2Jeannette Bouwmeester 72010 55"Betoniek is voor mij ??nlanglopende cursus"2 ??n van de eerste projecten vanBouwmeester is de Grote Beltbrug inDenemarken3 De koelkist is voor het eerst ingezet bij hetproject Amazonehavenkunnen brengen. Wat extra leuk was, was dat we overal werdenbijgehaald, ook bij feestelijkheden. Dat maakte dat het ookecht als mijn project voelde."Ook de Poort van Den Bosch mag niet ongenoemd blijven(foto 5). "Dit is mijn eerste project waarbij duurzaamheid(durability, red.) een item werd. Er werd een levensduur van100 jaar gevraagd. Een voordeel was dat het een PPScontractwas. De opdrachtgever stond daardoor op afstand. We kondenzelf onze methodiek bepalen op basis waarvan we de langerelevensduur konden aantonen. De aanpak die we hier hebbenontwikkeld, is zeer betrouwbaar en bruikbaar. Hij wordt nogsteeds toegepast."BetonsamenstellingHaar kennis over het materiaal heeft Bouwmeester bij al dezeprojecten nuttig kunnen inzetten. Duidelijk is wel dat het vakinhoudelijk erg is veranderd: van pure betontechnologie naarverhardingsbeheersing, duurzaamheid en toepassing vanandere grondstoffen. "Wij vinden kennis van het materiaaldaarom alleen maar belangrijker worden. Deze kennis zit zekerniet alleen bij ons, ook andere partijen in het bouwprocesbeschikken over kennis. Om onze soms ingewikkelde projecten te realiseren is het belangrijk dat de partijen hun kennissamenbrengen en samenwerken. Op die manier bereiken wehet beste resultaat. Dat wordt in de markt niet altijd zoervaren. Sommige leveranciers willen zelf bepalen wat er in hetbeton komt zonder ons hierover informatie te geven. Aan onsis het om het eindresultaat te specificeren. Aan hen de taakdaar een mengsel voor te leveren. Maar helaas gaat dit nietHierdoor wil de constructie als geheel krimpen. Als dit wordtverhinderd, ontstaan spanningen en mogelijk scheurvorming.Je kunt hier weinig aan doen." Het fenomeen autogene krimp isin de normen altijd onderbelicht gebleven. In de Eurocodewordt er wel aandacht aan besteed. In een volgende uitgave vanCement zal Bouwmeester hierover een artikel publiceren.De ervaring van de Grote Belt neemt Bouwmeester mee naareen van haar volgende grote projecten, de Stormvloedkering inde Nieuwe Waterweg (Maeslantkering). Bij de enorme scharnierpunten van de stalen kering wordt een groot betonnenfundament gestort. Scheurvorming moet worden voorkomen.Niet eens zozeer vanwege de duurzaamheid als wel vanwege destijfheid van het blok.Behalve aan verhardingbeheersing besteedt ze ook aandacht aanhogesterktebeton. Het materiaal is nieuw in die tijd en bij HBWvinden ze dat ze er ook het nodige van moeten weten. Daartoewordt een groep geformeerd waarvan Bouwmeester deeluitmaakt. De kennis die hier is ontwikkeld, is niet direct toegepastin projecten, simpelweg omdat HBW bijna geen projecten methogesterktebeton heeft aangenomen. Wel vormt deze kennis debasis voor andere ontwikkelingen, zoals zelfverdichtend beton.KoelkistOndertussen doet zij op diverse projecten kennis op oververhardingsbeheersing. "Ik heb daarbij vooral veel geleerd overde uitvoerbaarheid van koeling. In de praktijk bleken die koelbuizen heel lastig te zijn in de uitvoering. Ik ging mij afvragenwaarom we niet van buiten zouden koelen in plaats van vanbinnenuit. Toen is het idee ontstaan voor een koelkist. Diekoelkist is voor het eerst ingezet bij het project Amazonehaven(foto 3). Die eerste toepassing was best spannend. We haddener veel aan gerekend, maar de uitkomsten van de modellenvertrouwden we niet helemaal. Die leken veel te positief. Maarin de praktijk bleek het allemaal nog veel beter te werken. Lateris die bekisting ook toegepast bij ballastwanden in de hogesnelheidslijn, maar dan omgekeerd. In plaats van koud water iser warm water gebruikt, juist om de verharding te versnellen.Dit wordt de knuffelkist genoemd."De koelkist wordt ook ingezet bij de Tweede Beneluxtunnel."Dit is een van mijn leukste projecten. We hebben toen veeluitgevonden en uitgedacht. We hebben bijvoorbeeld het watergebruikt dat was verwarmd door het beton, om beton opandere plaatsen te verwarmen. Zo ontstond er een meerconstante temperatuur in de gehele constructie en nam hetrisico op scheurvorming af. In dit project is ook fijn zandtoegepast en voor het eerst zelfverdichtend beton. Het was eenproject waarin we diverse innovaties in de praktijk hebben3Jeannette Bouwmeester7201056interviewinterviewNaast verhardingsbeheersing is ze ook erg enthousiast over hetbevriezen van grond. "Modelmatig is dit eigenlijk hetzelfde alskoelen. Het gaat ook om het onttrekken van warmte aan eenmateriaal met behulp van een vloeistof. En ook hier heb je temaken met stroming en warmteoverdracht. Grond heeft weliswaar andere eigenschappen dan beton maar dat is een kwestievan aanpassen van parameters. Extra uitdagend is de faseverandering van water naar ijs. Om de kennis over dit onderwerpvast te leggen ben ik een week naar Boston geweest. Daar werdde techniek toegepast bij een project van ons zusterbedrijfInterbeton (foto 6). In die periode heb ik veel gelezen en metmensen gepraat, maar vooral ook buiten in de praktijk detoepassing gezien. Uiteindelijk is alles vastgelegd in rapporten.Het bevriezen van grond als methode van grondstabilisatie enwaterafsluiting staat hier nog in de kinderschoenen. Helaashebben we dit op deze manier nog niet in Nederland in depraktijk kunnen brengen. Dat zou ik wel heel graag nog eenkeer willen doen."altijd op. Je hebt immers te maken met een halfproduct en nietalles is goed te specificeren. Uiteindelijk wil je bijvoorbeeldbeton zonder scheuren. Maar de omstandigheden en deuitvoering hebben daar ook invloed op. Wel is het zo dat deaannemer erop aangesproken wordt als er iets mis is. Daaromwillen wij wel altijd toegang tot bepaalde informatie hebben."Haar kennis over het materiaal moet dus op peil blijven. Hoeze dat doet? "Deels is dat een kwestie van uitzoeken zodra ervragen komen. Maar ??n van de belangrijkste bronnen is mijnbetrokkenheid bij het vakblad Betoniek. Sinds 1998 ben ik lidvan de redactie. Ik zie dit als een langlopende cursus. We zittenals redactie vooraan bij alle ontwikkelingen. Alles wat op technologie en normgebied gebeurt, komt langs en wordt vollediguitgeplozen. Ik begeleid daarnaast ook regelmatig afstudeerders. Ook dat is een grote bron van informatie."InnovatiesBouwmeester raakt ook betrokken bij de ontwikkeling vansoftware. Eerst het eendimensionale `Verhardings BeheersSysteem' (VBS), later het twee / driedimensionale FeC3S. Metdeze programma's is de verhardingsbeheersing te modelleren.FeC3S is gebaseerd op Ansys waardoor het veel meer kan danverhardingsbeheersing alleen. "Ik heb me daar toen volledig inmoeten verdiepen. Ben er in totaal een jaar nagenoeg fulltimemee bezig geweest.""De gedachte heerst dat bouwensimpel is, dat iedereen het kan"4Jeannette Bouwmeester 72010 574 Een project waar Bouwmeester goede herinneringenaan bewaart is de Botlekspoortunnel foto: Fotograf!e RonaldTilleman5 Voor de Poort van Den Boschwerd een levensduur van 100jaar gevraagd foto: Aeroviewmeeste anderen kwamen uit de medische of andere technischehoek. "In overleg met prof. Klaas van Breugel koos ik voor eenonderzoek naar de invloed van nabehandeling op de microstructuur van beton. Hij heeft me toen aangeraden het meteengoed te doen en er een promotiestudie van te maken. In 2006ben ik parttime aan de slag gegaan op de TU Delft. De subsidievanuit de overheid is op 1 juli jl. ge?indigd. Sinds dat momentheb ik verlof en richt ik mij een half jaar lang fulltime op hetafronden van het onderzoek. Uiteindelijk ben ik er dus 5 jaarbezig, best een hele tijd. Maar zo heb ik het niet ervaren. Ik hebhet altijd heel leuk en leerzaam gevonden. Ik doe hier dingendie ik leuk vind, in mijn eigen vakgebied. En het is handig datik deze kennis weer in de praktijk kan toepassen.""Je leert ook hoe langer hoe meer de dingen in perspectief tezien. Zo moet je je niet blind staren op het betonmengsel.Waar sommige mensen zich nog druk maken om een verschilvan 0,01 in de watercementfactor, heb ik geleerd dat er anderefactoren veel meer invloed hebben. Behalve nabehandeling watik nu aan het onderzoeken ben, is dat ook bijvoorbeeld hetverdichten van beton. We weten eigenlijk niet eens wat goedverdichten is. We zouden ons meer moeten verdiepen in datsoort aspecten. Dat zou ook recht doen aan de mensen buiten."Promotieonderzoek is volgens Bouwmeester erg waardevol.Maar juist de toepasbaarheid in de praktijk laat wel eens tewensen over. "Er is een grote kloof met de praktijk. Veel onderzoek is absoluut bruikbaar maar mist de vertaalslag waardoorhet op de plank blijft liggen. Dat is hartstikke jammer." Dat isvolgens Bouwmeester niet te wijten aan de promovendi. "DeBouwmeester heeft zich ook altijd veel verdiept in scheurvorming in constructievloeren op onderwaterbeton. Het begonmet haar eerste afstudeerder (Matthijs den Boef) over Scheurvorming in tunnelvloeren. "Een studie naar aanleiding van eenprobleem op ??n van onze projecten. Het onderwerp is nogsteeds heel actueel. Een andere afstudeerder, Wim van derWoerdt, heeft net zijn studie afgerond. Daarmee lijken nu allepuzzelstukjes in elkaar te vallen. Als we dit model in de praktijk brengen denk ik dat we scheurvorming eindelijk kunnenbeheersen. In de studie komen in ieder geval de parameterswaarvan we weten dat ze invloed hebben naar voren. Bijvoorbeeld dat vloeren gestort in de zomer meer last van scheurvorming hebben dan in de winter. Dingen uit de praktijk wordennu onderbouwd."HBG wordt BAMIn de tussentijd verandert haar werkgever een aantal keer, alleenvan naam wel te verstaan. Het Waterbouwkundig ontwerpbureau bij HBW wordt Delta Marine Consultants (DMC) bij HBGCiviel en ? na de overname van HBG door BAM in 2002 ? bijBAM Civiel. In 2008 komt de dan 100 man sterke divisie volledig los te staan van BAM Civiel en gaat zij samen met het ingenieursbureau Multiconsult (BAM) verder onder de naam BAMInfraconsult. Het wordt daarmee het ingenieursbureau voor deNederlandse Infrasector van BAM. "De overname van HBGdoor BAM heeft voor ons voornamelijk positieve gevolgengehad. Het heeft geleid tot meer werk en vooral meer kansen enuitdagingen. Bovendien is er door de samenvoeging eenontwikkeling te zien naar een meer integrale aanpak. En onsbureau is enorm gegroeid, naar zo'n 200 man nu."De leiding bij DMC is in handen van prof. Charles Vos, haarafstudeerhoogleraar. Hij is het die Bouwmeester in 2001 voordraagt voor het fib Diploma to Younger Engineers. Een eer dieeen aantal jonge ingenieurs ten deel valt die zich bewezenhebben in de praktijk en de wetenschap. Bouwmeester zelf wasniet op de hoogte van de voordracht. Groot was dan ook deverbazing toen zij het diploma ontving. Prof. Vos heeft dit zelfhelaas niet meer mogen meemaken.OnderzoekVoorliefde voor de wetenschap heeft ze altijd gehad. Het voorlopige hoogtepunt is de keuze om te gaan promoveren. Zehoort van de Casimir subsidie die de overheid beschikbaarstelt om de uitwisseling van onderzoekers in het bedrijfslevenen bij onderzoeksinstellingen te vergroten. Hiervoor schrijft zeeen voorstel dat in competitieverband meedingt naar dezesubsidie. Van de 151 inzendingen wordt die van haar, samenmet 22 andere, gehonoreerd. Ze was de enige uit de bouw. De5Jeannette Bouwmeester7201058interview6 The Big Dig in Boston;het vriezen met de wittekoppen van de vriesbuizen zijn duidelijkzichtbaar foto: Peter van Dijk,BAM International"Ik ben niet anders gewend dan met mannen samen te werken.Het went dus. Ook daar zijn in de jaren veranderingen temerken. De laatste jaren is er meer aandacht voor de verschillen tussen mannen en vrouwen. Want dat er verschillen zijn, isevident. Ook binnen BAM is hier aandacht voor, onder anderein het vrouwennetwerk Female Capital BAM. Als dit duidelijkis, vallen een heleboel dingen beter op hun plek. Je herkentbepaalde gedragingen en je kunt ze beter plaatsen. Ik vind dateen hele vooruitgang. Er komen ook steeds meer vrouwen. Datwas wel anders toen ik begon. Ik was de derde vrouw bij HBWin een technische functie. Ik geloof dat in 1987 de eerste vrouwin dienst kwam. Maar het is niet alleen zo dat er meer vrouwenkomen. Het type werknemers verandert ook in de breedte. Datkomt door de veranderende rol van ons als aannemer en eenandere verhouding met de opdrachtgever. Er zijn nu anderecompetenties nodig. We hebben minder behoefte aan mannendie een project klaar schreeuwen."Hoewel ze het huidige onderzoek met erg veel plezier verricht,verheugt Bouwmeester zich ook op een terugkeer naar BAMop 1 januari aanstaande. Ze ziet daar nog heel veel uitdagingen. "Zo zal er de komende jaren steeds meer aandacht zijnvoor duurzaamheid, zowel in de vorm van sustainability alsdurability. Bij de universiteiten is dat al gaande en ook bij BAMzien ze dat in. Ik zou me daar graag nog meer in verdiepen.Want dat er wat gaat veranderen staat vast, bijvoorbeeld in hetgebruik van materialen. We kunnen niet blijven omgaan metde aarde zoals we dat nu doen. De toekomstige generatieszullen ons dat nooit vergeven." Jacques LinssenTU legt de nadruk op het wetenschappelijk onderzoek en ziethet niet als haar taak het onderzoek in de praktijk te brengen.Dat moet toch ergens anders vandaan komen. Maar de bouwzelf heeft niets met onderzoek. Dat is het gevolg van decultuur. Daarnaast heerst de gedachte dat bouwen simpel is,dat iedereen het kan. Maar bouwen is echt een vak. Dat zoudenwe meer moeten uitstralen. Gelukkig is dit wel aan het veranderen. Dankzij nieuwe contractvormen als PPS enDesign&Construct komen opdrachtgevers meer op afstand enkrijgen bouwers een grotere rol. Ook de behoefte aan sustainability legt een bepaalde verantwoordelijkheid bij de aannemers.Hierbij past ook aandacht voor onderzoek. En daarmee voorinnovatie en verbeteringen. Maar zolang opdrachtgevers nogaltijd voor de goedkoopste aanbieders gaan, blijft de ruimteom te investeren in onderzoek gering. Ook opdrachtgevers zijnhier uiteindelijk niet bij gebaat. Want je krijgt wat je betaalt, enniets m??r."VrouwRode draad bij alles wat Bouwmeester doet is de omgang metmensen. "Dat vind ik het leukste aan dit vak. Zowel in dewetenschap als in de praktijk heb je met heel veel mensen temaken. Je kunt alleen dingen bereiken als je samen werkt. Ikhad dit alles ook niet kunnen doen zonder de hulp vananderen.In die omgang met mensen is het niet te negeren dat Bouwmeester een vrouw is. Want in de bouw is dat nog altijd eenbijzonderheid. "Het heeft voor en nadelen. Het nadeel is dat jeje moet bewijzen, je begint met een achterstand. Ik merk het alals ik een bouwplaats op rijd. Er komt altijd wel iemand op meaf om te vragen wat ik kom doen. Het voordeel aan de anderekant is dat als je je eenmaal hebt bewezen, je het helemaal hebtgemaakt.""We hebben minder behoefteaan mannen die een projectklaar schreeuwen"6
Reacties