De in de laatste jaren voor de staatsmijnenuitgevoerde betonwerkenVerslag van een voordracht voor de BetonvereenigingOp 6 Februari 1951 hield Ir. C. W. J. Groot-hoff voor de Betonvereeniging een voordrachtover het hierboven vermelde onderwerp. Aande hand van een groot aantal lantaarnplaatjesgaf hij een overzicht van de voornaamste dervele betonwerken, die in de laatste vijf jarenvoor de Staatsmljnen tot uitvoering kwamen.Het is moeilijk hiervan een kort overzicht tegeven, zodat het onderstaande zich zal be-perken tot het vermelden van enkele werkendoor Ir. Groothoff besproken.Op de steenberg van Staatsmijn Maurlts moesteen reservoir van 1 200 m3inhoud worden ge-bouwd.Tot uitvoering zijn gekomen twee reservoirsvan 600 m3inhoud met cylindervormige wanden, en bodem In de vorm van een afgeknottekegel. Bij de ontgraving was duidelijk voel-baar, dat deze steenberg inwendig brandt,zodat zettingen te verwachten zijn, hoewel dittot nu toe wel meegevallen is.. Alle toe- enafvoerleidingen zijn flexibel aan de reservoirsverbonden. In de berghelling zijn deze lei-dingen op regelmatige afstanden met beton-blokken verankerd, zoals ook op foto 1 tezien is. Deze oplossing Is natuurlijk heel watgoedkoper dan een watertoren van 70 mhoogte!foto 1. de steenberg van StaatsmijnMaurits met waterreservoirs(links) en bunker- enleesgebouw (rechts) met hetfiltergebouw achter deiransportbrugAlle nieuwe koeltorens (v??r de oorlog warener 23 en thans zijn er 42) kregen gradeer-werken van gewapend beton, terwijl ook allehouten gradeerwerken, die vernieuwd moestenworden, door betonnen gradeerwerken werdenvervangen (foto 2).Na de bevrijding zijn ook nog, een achttal openkoelwerken gebouwd, alle geheel van ge-wapend beton.Een koeltoren van Staatsmijn Emma was doormijnschade dermate beschadigd, dat dezemoest worden opgeblazen. Nadien bleek, datde drempel, die tengevolge van de mijnver-zakkingen was ontstaan, niet ver uit het hartvan de toren lag. Daar het noodzakelijk wasop dezelfde plaats een nieuwe koeltoren tebouwen, moest deze geheel aan ??n zijde vande drempel worden gefundeerd. 3 toonthet schema van de constructie. De eigenlijkefundering bestaat uit een strook van 4,30 mbreedte, gelegen langs de drempel, waarophet torengewicht met behulp van 4 spanten en4 kolommen werd overgebracht. Het gedeeltevan de toren, gelegen aan de andere zijdevan de drempel, kraagt dus geheel over.foto 2. betonnen gradeerwerk van koel-toren VI op Staatsmijn EmmaDeze koeltoren is niet aan deomtrek ondersteund (zie DeIngenieur 1946, Nr 30).op de achtergrond de schacht-toren van schacht IIICement 3 (1951) Nr 7-8139foto 4gaswasgebouw metontgassingstorensfoto 5fosfaatloods in uitvoeringDe kap is nog niet aangebracht.In de uitkragende blinkertjeswordt later de fosfaat met dekraan gedeponeerd.(foto Jaap d'Oliveira)foto 6bovengrondse toevoerkanalenvoor de koeltorens Vll en VIIIop Staatsmijn Maurits140Cement 3 (1951) Nr 7-8tek. 3. schema van de onderbouwvan koeltoren IVa op S.M. Emmatek. 8. dwarsdoorsnede over de fosfaatloods (links)met doorsnede over een tussenwand (rechts)foto 7verplaatsbare wand vanhet Conversiegebouw metontgassingstorens op devoorgrondTen behoeve van de uitbreiding van de kunst-mestproductie was het nodig een fosfaatloodste bouwen, die een inhoud moest krijgen van30 000 m3. Omdat de lengte van de loods doorde situatie beperkt werd, moest de benodigdeinhoud worden verkregen door grote hoogte,hetgeen zware eisen stelde aan de constructieder omsluitende wanden. De loods sluit aanbij de tweede nitraatfabriek, een hoge skelet-bouw met vijf rijen kolommen. De horizontalebelasting van de mergel in de naastliggendeloods kan gemakkelijk door de stijve spantenvan het betonskelet worden opgenomen. Demoeilijkheid deed zich echter voor, dat welde loods doch nog niet de fabriek moest wor-den uitgebreid. Een zware langswand met con-terforten zou latere uitbreiding van de fabriekin de weg hebben gestaan. Als oplossing werdgekozen van de toekomstige fabriek voorlopig??n travee te maken met twee rijen kolommen.De hierdoor geformeerde spanten zullen dehorizontale fosfaatdruk moeten opnemen. Omdeze druk zo klein mogelijk te houden, wordtde fosfaat in de ruimte onder 5,50 m + onder talud gestort om dan langs de hellendebodem terug te glijden tot onder bereik vande grijper (deze wand in uitvoering is te zienin tek. 8 en foto 5). Ook aan de tegenover-liggende wand is gestreefd naar verminderingvan de horizontale druk. De steunberen voordeze wand zijn gecombineerd met de onder-bouw voor het spoor en de fundering voorde overkapping (tek. 3).Om de verschillende soorten fosfaat geschei-den te houden werd nog de eis gesteld, datin de loods twee tussenwanden moesten ko-men, hetgeen neerkwam op het bouwen van19 m hoge keermuren, welke over de vollehoogte ??nzijdig kunnen worden belast. Inplaats van een vlakke fundering toe te passenis een zadel van de l?ss blijven staan (tek. 3).De fosfaat glijdt langs de zijkanten af, zodatdeze kan worden weggehaald zonder metde grijper tussen de conterforten te manoeu-vreren. De constructie kan hierdoor veel min-der zwaar worden, hoewel de ingeschrevenhoeveelheden staal bij het knikpunt erop wij-zen, dat deze allerminst licht is geworden.Foto 4 stelt het gaswasgebouw in gewapendbeton voor, met vierendeelspanten. Dit ge-bouw heeft geen tussenkolommen, waardoorde breedte van het gebouw tot een minimumwordt beperkt en een maximale vrije hoogteis verkregen.Foto 6 toont de bovengrondse toevoerkanalenin gewapend beton van de nieuwe koeltorensVII en VIII op Staatsmijn Maurits. De door-snede van het kanaal op de voorgrond be-draagt 2,10 m hoog bij 2,80 m breed; de over-spanning bedraagt 19,7 m. Evengoed zijn dezekanalen toch berekend volgens stadium I meteen toelaatbare trekspanning van 18 kg/m2.Foto 7 geeft op de voorgrond de drie ont-gassingstorens van gewapend beton met be-tonnen ringgoot. en daarachter het conversie-gebouw bestaande uit drie hallen van 22 m,die precies hetzelfde van constructie zijn alsde bestaande hallen van het gasscheidings-gebouw. Voor uitbreiding is de wand ver-plaatsbaar.Aan het einde van zijn voordracht wees Ir.Groothoff er op, dat de titel van zijn voor-dracht feitelijk had moeten luiden: ,,EnkeleIn de laatste jaren voor de Staatsmijnen uitge-voerde betonwerken". Daar hij zich moest be-perken, Is dit bij dit overzicht uiteraard ?n nogveel sterker mate het geval en moest, zoalshierboven reeds vermeld, met enkele grepenuit de voordracht worden volstaan. Sw.Cement 3 (1951) Nr 7-8 141
Reacties