5EJAARGANG7-8AUGUSTUS1953CEMENTtijdschrift gewijd aancement en betonalgemeen-redacteur:ing. G. J. Hamer(verantwoordelijk voor de inhoud)redactie-secretaris :H. M. Mosredactie-adres:Herengracht 507, Amsterdam-C,telefoonnummers: 34821 en 34552administratie-adres :Nw. Achtergracht 102-104, A'dam-C,tel. 56968, Postgiro 525812 t.n.v. N.V.Uitg. Mij ,,Met Couragie", A'damabonnementsprijzen:1. Nederland, Indonesi?,Overzeese Gebiedsdelen,Belgi? en Luxemburg 9,-- p.j.2. Studie-abonnementen voor:T.H.-studenten, M.T.S.-ersen militairen f 5,-- p.j.3. Buitenland 12,--p.j.Overneming van artikelen en illu-straties na schriftelijke toestemminguitgave ENCI-CEMIJ n.v.Beton en gewapend beton bij zeedijksbouwdoor A. N. Dekker, Techn. Hoofdopz. van de R.W.A. Toepassingen in vroeger jarenDe eerste toepassingen van beton alsverdediging van zeedijken daterenin ons land uit het jaar 1904. Hetwas wijlen Jhr ir De Muralt, dieverschillende constructies ontwierpvoor dijksverdedigingen; zijn trap-jesglooi?ng, spijkerglooi?ng, dijks-verhogingen, leidammen en zink-stokken van beton vonden in hetbegin dezer eeuw, vooral in de pro-vincie Zeeland, een ruime toepas-sing. Dat deze dijksverdedigingenin onbruik zijn geraakt, is niet tenvolle aan zijn ontwerpen, dan welaan de onjuiste toepassing daarvante wijten. Immers, in die jaren hadhet verwerken van beton, als wel dewapening daarvan, nog niet het peilbereikt, waarop wij thans staan.Ondoelmatige samenstelling en ver-werking van het beton en vaak ookhet gebruik van zeewater bij hetaanmaken van de specie, zijn welde voornaamste oorzaken geweest,dat genoemde toepassingen de tanddes tijds niet konden doorstaan.De dijksverhogingen door middelvan betonmuurtjes (foto 1) waar-van tek. 1 een doorsnede aangeeft,hebben het langst stand gehouden,wat wel is te wijten aan het feit, datzij zeer zelden met zeewater in aan-raking kwamen. In totaal werdenca 120 km van deze betonmuurtjesaangelegd. Tientallen kilometers zijnop de Zeeuwse dijken nog aanwezig.De trapjesglooi?ng (tek. 2) was he-laas een kortere levensduur be-.schoren. Hiervan moeten nog enigegedeelten aanwezig zijn, doch hetgrootste percentage is geleidelijkdoor een andere verdediging ver-vangen. De eerste trapjesglooi?ngvolgens de methode van ir De Mu-rait werd in 1904 aangelegd nabijBrouwershaven (foto 2).De spijkerglooi?ng vond bij de ver-dediging van zeedijken slechts ge-ringe toepassing en dan nog alleenals lichte verdediging op het boven-tek. 1. dijksverhoging met (gewapend-)betonmuur, syst. De Muraitfoto 1. dijksverhogingmet betonmuurfoto 2. de eerste, in 1904 aangelegdetek. 2trapjes-glooi?ngvan (gew.)beton, syst.De MuraitCement S (1953) Nr 7-8 91trapjesglooi?ng, syst. De Muraitfoto 3. de eerste, in 1908, op Schouwenaangelegde spijkerglooi?ng,syst. De Muraittek. 5. schets van de platen van een betonzinkstuk, syst. De Murait foto 5. dezelfde leidam als foto 4bij hoog watertek. 4strandhoofdof leidam van(gew.) beton,syst. De Muraittek 3spijkerglooi?ng van betonsysteem De Muraitfoto 4leidam van beton,syst. De Muraitbeloop (foto 3). Tek. 3 geeft vandeze glooiing een bovenaanzicht endoorsnede. De trapjesglooi?ng en despijkerglooi?ng zijn te beschouwenals het prototype van de betonglooi-ingen, welke thans worden toegepast.Tek. 4 geeft een dwarsdoorsnede vanhet omstreeks 1907 aangelegde Os-sehoofd nabij Brouwershaven (foto4 en 5). Voor de kop van de Stuif-dijk aan de Zuidzijde van het eilandTexel werd een soortgelijk hoofdgemaakt.De door ir De Murait ontworpenzinkstukken van beton bestondenuit licht gewapende betonplatenmet op de vier hoeken uitstekendeogen van de wapeningsstaven(tek. 5). De platen werden op eenvooraf gemaakte krammat van rijs-hout (foto 6) aangelegd en op dehoeken aan elkaar verbonden metboutjes door de uitstekende ogen.Op de hoekpunten van elke 4 platenwerd de moerbout vervangen dooreen bout met katrol. Deze katrollendeden dienst als geleidingen voorde staaldraden, waaraan het beton-zinkstuk werd opgehangen aan eenponton. Naast de plaats, waar hetzinkstuk werd gemonteerd, werdeen jukkenstelsel gemaakt, waaroptijdens de vloed de drijver (foto 7),bestaande uit aan elkaar gekoppeldehouten drijfkisten, werd geplaatst.Op deze drijver stonden lieren,waarvan de staaldraden door gelei-dingen naar het betonzinkstuk wer-den gebracht.Wanneer de ponton met hoogwatervlot kwam, werd deze boven hetbetonzinkstuk verhaald en werd ditlaatste met de lieren tegen de pon-ton opgehaald. Het aan de drijverhangende zinkstuk kon aldus wor-den versleept naar de plaats vanzinking en op het juiste momentmiddels de lieren op de bodem wor-den afgevierd. Hierna was het, doorophanging met staaldraden viakatrollen, mogelijk de draden loste maken en kon de drijver wordenteruggesleept.Een uitgebreide beschrijving van dezevernuftige constructie vindt men inKoole, Waterbouwkundige Constructies.Deze betonzinkstukken hebbenechter niet voldaan. Het is denk-baar, dat de boutverbindingen tus-sen de platen zullen doorroesten,waardoor de platen op zichzelf ko-men te liggen. Verdiepingen, bijv.langs de randen van het betonzink-stuk, doen deze afglijden, waarmedede geleidelijke vernieling van dezebezinking is begonnen.Ook kan het aanbrengen van beton-zinkstukken op taluds, met een stei-lere helling dan bijv. 1 op 4, be-denkelijk zijn. Het betonzinkstukkan door zijn betrekkelijk gladdeonderkant van het talud afzakken,hetgeen bij rijzen zinkstukken min-der is te duchten.foto 6. het monteren van een beton-zinkstuk, syst. De Murait92Cement 5 (1953) Nr 7-8foto 7. De drijver ligt bij laag water op de jukken,naast het reeds gedeeltelijk gemonteerde zinkstukB. Huidige toepassingen van betonglooiingen op zeedijken1. De glooiing vanzeshoekige betonzuilenDeze betonglooi?ng, welke in feiteeen nabootsing is van de basaltzuil,kwam ca een 30-tal jaren geledenvoor het eerst in gebruik. Het be-zwaar van deze methode is wel, datdoor de zuivere aansluiting van dezijvlakken van de betonzuilen eendergelijke glooiing de zetting vanhet dijksbeloop moeilijk kan volgenen blijft hangen, terwijl de gronddaaronder inklinkt of wegspoelt.Het gevolg kan zijn, dat tijdens eenstormperiode gehele stukken ineensinstorten. Deze vorm van taludver-dediging geraakt meer en meer inonbruik.Blijkens een beschrijving in ,,Exca-vating Engineer" van October 1952,waarvan een uittreksel voorkomt inhet Polytechnisch Tijdschrift van 7Juli j.l., worden betonzinkstukken,hoewel in andere vorm en geheelafwijkende wijze van zinken, sedert1951 in de U.S.A. toegepast bij deoeververdediging van de Mississippi.Het gebruik van betonzinkstukkenwordt hierdoor weer in een nieuwdaglicht gesteld en de vraag rijst,gezien de grote vernielingen, welkede paalworm in ons land aan dezinkstukken van rijshout toebrengt,of betonzinkstukken van een soort-gelijke constructie als toegepast opde Mississippi en met een wijze vanzinken, die ook op grote dieptensnel kan geschieden, geen aanbe-veling verdient.Indien het mogelijk blijkt in kortetijd grote oppervlakken te bezinken,lijkt de toepassing van betonzink-stukken aantrekkelijk, speciaal indie gevallen, waar de bezinking vantijdelijke aard is, bijv. bij het af-sluiten van de zeegaten.(Foto's 1 t/m 7, overgenomen uit ,,Koole,Waterbouwkundige Constructies").of calamiteiten verdragen en heeftbij de jongste stormen goed vol-daan. Tek. 6 geeft een doorsnedevan deze diaboolglooi?ng.In totaal werden reeds ca 110 000 m2volgens dit systeem toegepast.De foto's 8--11 van deze diabool-glooi?ngen werden welwillend be-schikbaar gesteld door de N.V. ,,DeHoop" te Terneuzen.2. De diaboolglooi?ngsysteem ,,Streefkerk"Deze glooiing bestaat uit diabool-vormige betonblokken. Blokken met12 cm uitstekende koppen kunnennaar wens op bepaalde afstanden,meestal in hoogte- en lengterichtingom de ander verspringend, wordenaangebracht met het oog op vermin-dering van de golfomloop. De blok-ken worden gemaakt in dikten van20 en 25 cm, met of zonder uitste-kende koppen. De glooiing wordtveelal gezet op een laagje zand, dik2 cm, aangebracht op het voorafnauwkeurig onder profiel gebrachtekleibeloop. Deze glooiing kan enigezetting in het beloop zonder schade3. Betonglooi?ngsysteem ,,Leendertse"Deze methode doet ongetwijfelddenken aan de trapjesglooi?ng vanDe Muralt. De blokken overlappenelkaar, hetgeen het uitslaan van eenblok moet tegengaan. Tek. 7 geeft 2foto 8. een diaboolglooi?ng verdedigd dijksbeloop,In lengterichting gezienloto Steef Zoetmulder. R'damtek. 6. dwarsprofiel van een met diaboolglooi?ng van betonverdedigd dijksbeloop, systeem StreefkerkCement 5 (1953) Nr 7-8 93tek. 7. twee typen betonblokken, syst. Leendertse,met dwarsprofielen over de glooiingenDeze tekening werd welwillend afgestaan door de Betonindustrie,,Zwammerdam" te Zwammerdam.bloktypen weer en doorsneden vandeze blokkenglooi?ng.Door de trapsgewijze opbouw zal degolfoploop aanmerkelijk wordenverminderd.Bij de Noordoostpolder en de thansnog in uitvoering zijnde Oosterpol-der vindt het systeem ,,Leendertse"uitgebreide toepassing.Bij deze werken wordt dit glooi-ingstype gezet op een enkele vlij-laag met daarop een dunne laaggeklopt puin; elders, o.a. v??r deOnrustpolder op Noord-Beveland,alleen op een enkele vlij laag. Hetmet betonblokkensysteem ,,Leen-dertse" bezette en zwaar aangeval-len waterbeloop van de zeedijk vandeze polder heeft zieh tijdens dejongste stormvloed goed gehouden,hoewel de zeedijk nagenoeg wasdoorgebroken.Ook dit betonglooi?ngtype kan, bin-nen redelijke grenzen, de zettingvan het beloop volgen.foto 9duinvoet verdedigd met diabool-glooi?ng van het Water-chap Oud-en Jong-Breskens (Z.-V1.) voor deramp(Steef Zoetmulder, R'dam)foto 10dezelfde duinvoet van foto 9 nade storm loed, met weggeslagenvduinvoet(Steef Zoetmulder, R'dam)foto 11overgang van een met diabool-glooi?ng verdedigde duinvoet naarzeedijk met steenglooi?ng en pa-lenrijen na de stormvloed van1.2.1953(Foto-Kino But, Terneuzen)Cement 5 (1953) Nr 7-894 foto 13. dijksbeloop met betonblokkensysteem Haringmantek. 8. bovenaanzicht en doorsnede van een met blokken, syst. Haringman,verdedigd dijksbeloopfoto 12. detail van een betonblokglooi?ng, syst. Haringman4. Betongloo?mgsysteem Haring-manDit glooi?ngsysteem (tek. 8) bestaatuit vierkante betonblokken, welkezonder sponning vlak tegen elkaarsluiten. De blokken zijn op het bo-venvlak van een verdieping voor-zien, teneinde de golfoploop te re-duceren. (foto's 12--14) De blokkenworden door hun gladde vlakkenonderling niet vastgehouden. De af-metingen vari?ren van 40 ? 40 cmtot 50 ? 50 cm en de dikte van 20 tot25 cm. Deze blokken werden tot opheden in Zeeland op het afgewerk-te kleibeloop gezet. De eerste glooi-ing met deze blokken werd ca 4jaar geleden gemaakt.Volgens dit systeem werd in Zee-land ca 9 000 m2gezet.Ook aan de met deze betonblokkenbezette glooiingen kwam tijdens destormvloed van 1 Februari j.l. wei-nig of geen schade voor.De foto's van dit betonglooi?ng-systeem werden welwillend afge-staan door de Betonfabriek Jac.Haringman te Goes. foto 14. dijksverdediging met betonblokken, syst. Haringman,aansluitende op vlakke betonblokkenIn hoevere de hierboven beschrevenwijzen van dijksverdediging metbetonblokken van diverse vormenkunnen wedijveren met de traditio-nele steenglooi?ngen van basalt-zuilen, zal de toekomst moetenleren. De vooruitzichten schijnendienaangaande niet ongunstig; dekwaliteit van het beton behoeftthans geen beletsel meer te zijn omvan het toepassen van betonglooi-ingen af te zien. Wel echter zal voorieder geval de keuze of toepassingvan ??n der bovengenoemde metho-den afhankelijk moeten worden ge-steld van de ligging van de zeedijkten opzichte van de stormstreek.Echter dient te worden opgemerkt,dat het met steenglooi?ng verdedig-de gedeelte van een zeedijk, voor-zover dit beneden stormvloedshoog-te ligt, over het algemeen weinigvan de golfaanval heeft te lijden,hetgeen blijkt uit de betrekkelijkgeringe schade aan het onderste deelvan de steenglooi?ngen n? een hogestormvloed.Cement 5 (1953) Nr 7-8 95C. Toepassing van gewapend beton bij dijksaanleg en dijksherstel1. Het afsluiten van geulen doormiddel van gewapend-betonele-menten en van pontons van ge-wapend betonDe eerste toepassingen van grotepontons van gewapend beton voorhet blokkeren van stroomgeulenhadden plaats bij de droogmakingvan Walcheren, direct na de tweedewereldoorlog. Deze, uit Engelandafkomstige pontons van het typePhoenix , hadden dienst gedaanof waren bestemd voor de geallieer-de landing in Normandi? in 1944om als golfbreker te dienen voor dege?mproviseerde landingshavens.Dit type heeft, bij een waterver-plaatsing van ca 3 400 ton, eenlengte van 62 m, een breedte van13,40 m en een hoogte van 12,10 m(zie tek. 9).Daar deze pontons voor een anderdoel werden gebouwd dan waarvoorze hier te lande werden gebruikt,was de onderwatervorm niet aan-gepast als sluitponton. Het benedende waterlijn afgeschuinde voor- enachtervlak en ook de 1,83 m bredegangboorden maakten het noodza-kelijk, dat bijzondere maatregelenbij de sluitingen moesten wordengetroffen.tek. 9. Phoenixponton, type BXtek. 1?. als overlaatponton verbouwde Phoenixponton BX gebruikt bij deblokkering van het sluitgat in de afsluitdijk van de Braakman (1952)96 Cement 5 (1953) Nr 7 8Bij de afsluiting van de BrielscheMaas werd dit type ponton eveneensgebezigd voor de blokkering van hetsluitgat in de afsluitdijk. Twee vande drie nog resterende Phoenix-pontons deden in 1952 dienst voorhet blokkeren van het grote sluit-gat in de afsluitdijk van de Braak-man. E?n dezer pontons werd ver-bouwd als tijdelijke overlaatpontonen werd het eerst in de afsluitinggezonken.. 10 geeft een indruk van dezeoverlaatponton met schuiven.De tweede ponton, welke daarnawerd aangebracht, zorgde voor degehele blokkering van het sluitgat.De in tek. 11 afgebeelde elemen-ten zonder bodem van dunwandiggewapend beton vonden o.a. toepas-sing bij het vormen van de land-hoofden voor de aanslag van dehierboven genoemde pontons. Voordeze landhoofden werden twee ele-menten op elkaar geplaatst, reiken-de van 6,50 m -- N.A.P. tot 3,25 m+ N.A.P. (foto 15, en foto 16 t/oblz. 91).Deze elementen werden deels ge-vuld met stortsteen en voor hetoverige met klei en zand.In de nummers 1 tot en met 6 van hetPolytechnisch Tijdschrift van dit jaar iseen beschrijving van de afsluiting van deBraakman te vinden.foto 17. afsluiting van deBrielsche Maas (1950)geplaatste betonelementen vanhet open type in de vloedschaar2. De toepassing van gewapend-betonelementen bij de aanleg vandijken op minder diepe plaatsenBij de aanleg van de afsluitdijk inde Brielsche Maas werd in het on-diepe geulgedeelte (de vloedschaar)van het dijkstrac? een aaneengeslo-ten rij van betonelementen geplaatstop een vooraf aangebrachte bodem-bezinking (foto 17, en foto 18 t/oblz. 91). De elementen werden metleem gevuld en zijdelings eveneensmet dezelfde specie aangestort.Deze rij elementen vormde op hetondiepe gedeelte een voldoendeblokkering van de getij stromen omhet dijkslichaam hiertegen te kun-nen aanbrengen. k. 12 en 13 ge-ven van de twee toegepaste typeneen indruk.foto 15. afsluiting Braakman (1952)Een bovenelement van gewapendjbeton (55 t) hangt in de drij-vende bok om te worden ge-plaatst.. 12 geeft het drijvend type weeren tek. 13 het type zonder bodem.In de nummers 19 en 20 van hetPolytechnisch Tijdschrift, 5e jaar-gang 1950, komt een beschrijvingvoor van de afdamming van deBrielsche Maas.tek. 12. dunwandigtbetonelement van hetgesloten type gebruikt bij deafsluiting van de Brielsche Maas(1950)tek. 13. dunwandig betonelement van hetopen type gebruikt bij de af-sluiting van de Brielsche Maas(1950)tek. 11. dunwandig betonelement gebruikt bij het formeren van de landhoofden vanhet sluitgat in de Braakman (1952)Cement 5 (1953) Nr 7-8tek. 14. laag eaissontype van gew. betonmet bodem in gebruik bij hetdijksherstel in Zeeland (1953)foto 20. overzicht van het werkterreinaan de Coenhaven te A'damfoto 21. Een caisson van 2,12 m hoogtewordt door middel van een hijs-raam met een drijvende bok tewater gelaten.tek. 15. opzetstuk of manchet van gew.beton in gebruik bij het dijks-herstel in Zeeland (1953)3. De bij de dichting van de dijk-breuken in het rampgebied ge-bruikte caissons en opzetstukkenvan gewapend betonDe grote diepten, vari?rend van 10tot 35 m, welke vrij spoedig in ofachter enige doorbraken in destroomgaten ontstonden, deden alspoedig inzien, dat in vele gevallenafsluiting door middel van caissonsnoodzakelijk zou worden. Hiervoorwerden, met het oog op de moge-lijkheid van snelle aanmaak, enkeleeenheidsmodellen ontworpen, diealleen, op grond van hier niet naderuiteen te zetten motieven, eengrondvlak van 11 ? 7,50 m ver-kregen.Met deze modellen is het mogelij hdiverse in hoogte, breedte en lengteverschillende caissons te assemble-ren, al naar gelang de breedte endiepte van het stroomgat vereist.a. Lage caissons met bodemIn de Coenhaven te Amsterdamwerd door de Amsterdamsche Bal-last Mij het in tek. 14 afgebeeldelage caissontype met bodem ge-bouwd. Dit type was bestemd dienstte doen bij de afsluiting in ondiepegedeelten. Door de geringe diep-gang kan dit type bij hoogwater totin het ge?nundeerde polderlandworden versleept.Deze kleine caissons werden op dekade in serie aangemaakt (foto 19en 20) en na voldoende verhardingdoor middel van een bok in hetwater gezet (foto 21). Het transportvan deze caissons kostte aanvanke-lijk enig hoofdbreken, aangezienvervoer op grote zolderbakken ofin een grote Rijnaak te kostbaarwerd. Hiertoe zou nl. op de plaatsvan aanbouw en op of nabij deplaats, waar de caissons in het ramp-gebied hun werk moesten doen, eengrote drijvende bok nodig zijn, ge-schikt om deze 73 ton wegende bak-ken op te nemen. Het drijvend ver-slepen te water, wat aanvankelijkte riskant werd beschouwd, bleekechter goed uitvoerbaar (foto 22).De tot groepen van 4 stuks aan??n-gekoppelde caissons werden totheden door de Rederij T. Muller uitDordrecht zonder enige schade vanAmsterdam naar het rampgebied inZeeland versleept.De lengte van een dergelijke sleepbedroeg circa 44 m. De caissonswerden gekoppeld door kruisdraden.Tussen en langs de buitenwandenwerden houten berghouten aange-bracht. Met het oog op overslaandbuiswater werd de sleep rondommet een houten schot opgeboeid.Tijdens het verslepen was steedseen pompinstallatie aanwezig. Desleeptrossen en de kruisdraden kon-den op afneembare bolders wordenvastgemaakt. Deze kleine caissonswerden o.a. in groepen van 4 stuks98foto 22. een uit 4 caissons van 2,12 mhoogte bestaande sleep vertrektuit de Coenhaven te A'damfoto 19. afgestorte en nog in aanbouw zijnde caissons van 2,12 m hoogte op hetwerkterrein van de A'damsche Ballast Mij aan de Coenhaven te Amsterdamgebezigd voor het aan de polder-zijde dichten van de doorbraak inde westelijke dijk van het haven-kanaal van Zierikzee.Elk compartiment van de caissonswas voorzien van een klepconstruc-tie, welke met een hamer of mokerkon worden uitgeslagen, hetgeenplaats vond, nadat de meestal uit 4caissons samengevoegde combinatievoor het zinken in de raai was ge-bracht. Door de geringe hoogte vandit type was, n? het wegslaan vande kleppen, nog tijd genoeg overom met behulp van korte laddertjeshet vollopende compartiment teverlaten.Voor deze caissons werd beton met375 kg cement per m3gebruikt;(Portland-Cement, klasse A, mettoevoeging van chloorcalcium) ; aanwapeningsstaal werd 220 kg/m3be-ton verwerkt.b. Opzetstukken of manchettenzonder bodemDeze manchetten (tek. 15) werdenvervaardigd door de Intern. Gewa-pend Betonbouw (I.G.B.) op hetwerkterrein te Keizersveer (foto23). Dit type had tot doel de hiernate beschrijven caissons van 6 mhoogte, tot 8, 10 of desnoods tot 12 mte verhogen. Het eenheidsformaatvan alle typen schept de mogelijk-heid hiermede vele pontontypen teformeren.De op het werkterrein gemaaktemanchetten moesten om van hetbouwterrein te kunnen worden af-gevoerd eerst verticaal worden op-gevijzeld en daarna zijdelings wor-den verschoven, waarna ze op lor-ries konden worden geplaatst. Opdeze lorries konden de manchettenop een daarvoor aangelegd spoornaar de inlaadplaats worden ver-reden. Het inladen vereiste de bouwvan een tijdelijke steiger. Door mid-del van een drijvende bok (foto 24*)t/o blz. 91) konden de manchettenoo een zolderbak worden geplaatst.Van Keizersveer werden deze man-chetten versleept ?f rechtstreeksnaar het rampgebied ?f naar Rot-terdam, alwaar samenvoeging totpontons van grotere afmetingenplaats vond.Deze manchetten bleken ook zeerbruikbaar bij het leggen van eenringdijk aan de polderzijde van eendoorbraak, o.a. bij Kruiningen. Zewerden geplaatst op een vooraf ge-storte laag van zgn. Boomsche kleiuit Belgi? afkomstig.Per m3beton werd voor deze man-chetten 350 kg cement (klasse C)verwerkt. Voor de manchetten meteen lichte wapening werd ca 140 kgwapeningsstaal per m3beton ver-werkt; voor die met een zware wa-pening was het staalgebruik 230 kgper m3beton. Het gewicht van demanchetten bedroeg ca 48 ton.*) Bern. v. Gils, BredaCement 5 (1953) Nr 7-8C. Hoge caissons met bodemDe aanmaak van deze 6 m hogecaissons, waarvan het bodemvlakwederom de eenheidsmaat van11 ? 7,50 m had, vond te Eotterdamplaats. Aan de Waalhaven werd dittype caissons vervaardigd door deHollandsche Beton Maatschappij,aan de Merwedehaven door de fir-ma's Van Hattum en Blankevoort,Boersma, ,,Bato" en Christiani enNielsen.Teneinde aan de behoeften in hetrampgebied te kunnen voldoen,werden op de kade aan de Waal-haven ook nog caissons met hoogtenvan 2, 3 en 4 m vervaardigd. . 16geeft van het 6 m hoge caissontypeeen indruk.tek. 16. hoog caissontype van gew. betonin gebruik bij het dijksherstelin Zeeland (1953)In tek. 17 is de gedeeltelijke horizon-tale en verticale doornede met aan-duiding van de wapening aangege-foto 23. het aanbrengen van de wapening vaa de 2 m hogemanchetten op het werkterrein van de I.G.B. teKeizersveer foto Bern. v. Gils, BredaCement 5 (1953) Nr 7-8 99tek. 18. drie mogelijkheden tot het sa-menvoegen van 6 m hoge cais-sons en 2 m hoge manchettentot pontons van grote afmetingenfoto 25. het aanbrengen van de wapening van de 6 mhoge caissons te Hotterdam(Tom Kroeze, E'dam)tek. 19 schema van de wijze van koppeling van decaissons onderling foto 26. caissons van 6 m hoogte tijdelijkopgeslagen in de Waalhaven teRotterdam en vastgelegd aantijdelijke meerstoelen(Tom Kroeze, R'dam)foto 27. Te water gelaten caissons van6 m hoogte worden gekoppelden gereedgemaakt voor het ver-slepen.100 Cement 5 (1953) Nr 7-8foto 28. ponton samengesteld uit 6 mhoge caissons, verhoogd met 2manchetten van 2 mponton: 33?15?10 m?(Tom Kroeze, R'dam)ven. Aan deze 6 m hoge caissonswerd 375 kg cement (klasse B) en220 kg wapeningsstaal per m3betonverwerkt. De caissons zijn berekendop gehele vulling met nat zand. Debetondekking bedroeg in alle geval-len 1 cm. Het gewicht van deze cais-sons bedroeg circa 173 ton (foto 25).In elk compartiment van dit caisson-type is een afsluiter met een door-laatwijdte van 20 cm aangebracht,ten einde de caisson te kunnen latenzinken. De houtvulling tussen detegen elkaar sluitende caissonwan-den maakt het mogelijk, dat de tegendeze wanden liggende comparti-menten door de afsluiters kunnenworden gevuld (punten a in fig. 19).Een drietal mogelijkheden om metde 6 m hoge caissons en de 2 mhoge manchetten grote pontons teformeren zijn in tek. 18 aangegeven.k. 19 geeft een idee van de wijzevan koppeling van de caissons on-derling. Behalve de koppeling doormiddel van gootijzers N.P. 30 en destarre boutverbindingen werdentevens meer flexibele koppelingenaangebracht door middel van ket-tingen. Het laat zich verstaan, dateen ponton van bijv. een lengte van55 m (5 ?11 m) en een breedte van15 m (2?7,50 m) niet geheel doormiddel van starre boutkoppelingenis te formeren. Tijdens het versle-pen en het op de plaats brengen enzinken dient het samenstel enigesoepelheid te bezitten. De flexibelekoppelingen en de houtvullingendienen hiervoor te zorgen.De te Rotterdam gemaakte caissonswerden, evenals te Amsterdam, doormiddel van een drijvende bok in hetwater geplaatst. Het assemblerentot grote pontons vindt eveneens inRotterdam plaats aan een daartoevan de Gem. Rotterdam gehuurdgedeelte van een kade (foto 26--28).Vandaar worden de pontons ver-sleept (foto 29) naar de plaatsen inhet rampgebied, waar ze in hoofd-zaak dienst zullen doen bij hetblokkeren van de vooraf met zink-stokken vastgelegde stroomgaten(foto 30 en 31).***Omdat het slechts de bedoeling wasom een overzicht te geven van deverschillende toepassingen hier telande van beton en gewapend be-ton bij de bouw en het herstel vanzeedijken is niet verder ingegaanop de methodiek van het gebruikder caissons.Ongetwijfeld zal te zijner tijd daar-over door hen, die daarmee meerrechtstreeks te maken hadden, hetnodige worden gepubliceerd.Intussen mag wel worden geconsta-teerd, dat beton zich in de rijen dermaterialen nodig voor de dijksbouween plaats heeft veroverd, die dezebouwstof zonder overdrijving hetrecht geeft op het praedicaat ,,on-misbaar".Cement 5 (1953) Nr 7 8 foto 29. Een geassembleerde ponton met armetingen 33 ? 7,5 ? 12 m wordt naarZeeland versleept. (Tom Kroeze, H'dam) foto 30. manchetten van 2 m hoogte, deels reeds gevuld met klei, geplaatst voor het,,derde gat" bij Kruiningen (H. Stuvel, Voorburg) foto 31. Een afsluitponton, geformeerd uit lage pontons met bodem en manchetten,totale afmetingen 66?7,5?4,12 m3, wordt nabij Kruiningen naar het gatgesleept. (H. J. Stuvel, Voorburg)101
Reacties