In deze rubriek maken we kennis met Maarten Meek. Hij vertelt over zijn keuze voor het constructeursvak, de overgang van studie naar werk en zijn ervaringen bij een van zijn eerste projecten bij Van Rossum Raadgevende Ingenieurs, Clubhouse Boompjes aan de Maas in Rotterdam.
80? CEMENT 1 20 24
Wat heeft je overtuigd
constructeur te worden?
Sinds de basisschool ben ik geïn-
teresseerd in iconische en hoge
gebouwen. Op jonge leeftijd ken-
de ik de rol van een constructeur
nog niet en zei ik altijd dat ik
architect wilde worden en een
studie Bouwkunde wilde gaan
volgen. Richting het einde van
de middelbare school was het
duidelijk dat mijn interesses meer
lagen bij vakken zoals wiskunde
en natuurkunde. In diezelfde
periode leerde ik over de studie
Civiele Techniek en ontdekte dat
dit veel meer in mijn straatje lag.
Tijdens mijn bachelor Civiele
Techniek aan de TU Delft werd
dit ook echt duidelijk voor mijzelf.
De mechanica en de constructie-
ve werking in een gebouw spra-
ken mij veel meer aan dan ik mij
als kind had voorgesteld. Als ik
tegenwoordig ergens binnenloop
in een gebouw, kijk ik uit interes-
se altijd even rond wat voor
draagstructuur er zichtbaar en
werkzaam is. Mijn eerste werkervaring,
een stageplek bij Van Rossum
tijdens mijn master Structural
Engineering, bevestigde dat ik
constructeur wilde worden, met
de mogelijkheid om zelf mee te werken aan bijzondere construc
-
ties en gebouwen.
Hoe heb je de overgang
tussen studie en werk
ervaren?
Het grootste verschil tussen
studie en werk lag in de theore-
tische en praktische aanpak.
Tijdens de studie ligt de focus
meer op de theorie en het nage-
noeg perfect ontwerpen van
constructieve onderdelen. In de
praktijk is dit een stuk pragmati-
scher. Als constructeur moet je
uiteraard voldoen aan alle nor-
men, maar de uitvoerbaarheid
speelt ook een belangrijke rol.
Je moet in de schoenen van een
aannemer kunnen staan en be-
denken wat voor ontwerp en
uitvoeringsmethodiek de voor-
keur heeft. Dit vraagt een be-
paalde vakspecifieke denkwijze
die je pas goed leert in de prak -
tijk. Ik raad dan ook alle studen-
ten aan om, tijdens de studie,
"Ik raad studenten aan om een
stage of bijbaan in de civiele
sector te nemen, om alvast
praktijkervaring op te doen"
In deze rubriek maken we kennis met
de jonge constructeur Maarten Meek.
Hij deelt zijn mening over het vak en
belicht een van zijn eerste projecten,
Clubhouse Boompjes.
een stage of bijbaan in de civiele
sector te nemen, om alvast
praktijkervaring op te doen.
Hoe zal het vak construc-
teur zich in de toekomst
ontwikkelen?
De toenemende vraag naar
duurzame projecten zorgt ervoor
dat we in de toekomst minder
traditioneel gaan werken met
beton en staal. Als constructeur
kun je een positieve bijdrage
leveren aan materiaalgebruik.
Met hout, hergebruikte materia-
len of groen beton kan een
grote impact worden bereikt.
We gaan vaker met nieuwe en
duurzame materialen ontwer-
pen, waarbij demontabele en
herbruikbare constructies de
voorkeur hebben om de CO
2-
voetprint te minimaliseren.
Daarnaast denk ik dat de ont -
wikkeling in artificiële intelligen-
tie (AI) uiteindelijk ook ons
vakgebied zal binnendringen.
Momenteel gebruiken we al
krachtige EEM-software, die het
ontwerp van een ingewikkelde
constructie volledig kan doorre-
kenen. In de toekomst zal wel-
licht AI-software ontstaan die in
de ontwerpfase op efficiënte
wijze en op parametrisch niveau
een constructief ontwerp kan
opstellen. Het is hierbij van be-
lang dat we blijven begrijpen
wat er in zo'n ontwerp- of reken-
model gebeurt, zodat we de
uitkomsten kunnen controleren. IR. MAARTEN MEEK
leeftijd 32
opleiding TU Delft,
Structural
Engineering
afstudeerproject
The implementation of alkali-activated
concrete in jointless ground floorswerkgever
Van Rossum
Raadgevende Ingenieursfunctie
constructeur/ projectleider
werkzaam sinds augustus 2019
baan gekregen door sollicitatie
belangrijk in
ontwikkeling
collega's en senior/
technisch adviseurs bij VRRI
eerste project
Berkel Centrum West rol bij eerste project constructeur
Mijn mening
de jonge constructeur
Deze rubriek is tot stand gekomen in
samenwerking met YouCon, de
vereniging van en voor jonge
constructeurs.
CEMENT 1 2024 ?81
Mijn
project Mijn rol
Clubhouse Boompjes
In Rotterdam, direct aan de
Maas, wordt momenteel ge-
werkt aan het project Clubhouse
Boompjes, waarbij ik sinds het
begin van de uitvoeringsfase in
de kelder betrokken ben. De
nieuwbouw bestaat uit twee
woontorens van 70 en 100 meter
hoog, die op de onderste lagen
zijn verbonden met een commer-
ciële begane grond en kelder.
Kenmerkend voor de bo-
venbouw zijn de verspringende
volumes over de hoogte van
beide torens. Deze volumes zijn
uitkragend en ter plaatse van
de begane grond veel smaller
dan bovenin de torens. Dit ver-
schil in lengte van de volumes
zorgt voor instabiliteit in de
torens en extra krachten in de
fundering en draagconstructie.
De palen, de funderingsplaat en
de betonnen wanden zijn zo
ontworpen dat ze deze extra krachten opvangen en de torens
de nodige stabiliteit geven.
De constructie bestaat uit
dragende betonwanden met in
het werk gestorte verdiepings-
vloeren. In de kopgevels zijn
betonkolommen in plaats van
-wanden aanwezig voor de open
structuur. Voor de tweede draag-
weg zijn stalen vakwerken van
twee bouwlagen hoog bij de uit -
kragingen geplaatst. Deze vak -
werken kunnen, bij het bezwijken
van een dragende gevelkolom,
de krachtsafwerking herverdelen
over de resterende kolommen. Er zijn verschillende reken-
modellen opgesteld om de
krachten te bepalen. Door de bij-
zondere vorm van het gebouw,
hebben de langeduurzettingen
van de fundering een relatief
grote invloed op de krachtswer-
king in het onderste gedeelte
van het gebouw. Om deze in-
vloed te bepalen, is samen met
CRUX Engineering een grond-
interactiemodel ontwikkeld. Met
dit model in SCIA zijn de extra
krachten die gaan optreden,
nauwkeurig vastgesteld om de
passende wapening te bepalen.
Wapeningsontwerp
Bij Clubhouse Boompjes was ik
als constructeur betrokken tij-
dens de uitvoeringsfase. Ik zorg-
de voor een aanzienlijk deel van
het wapeningsontwerp voor de
kelder, wanden en verdiepings-
vloeren. Ik woonde toen nog op
loopafstand van de bouwlocatie
en ben regelmatig langs de
bouwkuip gelopen tijdens een
avondwandeling. Je kon toen
nog gemakkelijk naar binnen
kijken. Het was mooi en bijzon-
der om stapsgewijs mijn eigen
werk uit de grond omhoog te
zien komen. Vanwege de uitdagende
constructie en de op hoogte
gelegen, uitkragende vloerdelen
was het belangrijk om de bouw-
fase aandachtig te beschouwen.
De bouwmethodiek is met de
aannemer afgestemd. Een kri-
tisch element was de bekisting
voor de uitkragende verdiepings-
vloeren en -wanden, omdat de
uitkragingen te groot waren
voor de standaard toegepaste
vloerbekistingen. De belastingen in de
bouwfase waren voor enkele
constructie-elementen maatge-
vend ten opzichte van de eind-
situatie. Het was dus noodzake-
lijk om de elementen te toetsen
op beide situaties. De uitdaging
lag in het doorberekenen van de
constructie met verschillende
maatgevende SCIA-modellen en
twee mogelijke maatgevende
belastingsituaties.
PROJECTGEGEVENS
project
Clubhouse Boompjes opdrachtgever Amvest
architect
Team V Architectuur hoofdconstructeur (coördinerend,
ontwerpend en
deelconstructeur) Van Rossum
Raadgevende Ingenieurs
1 Project Clubhouse Boompjes, aan de Maas in Rotterdam (bron: Team V Architecture / Zwartlicht)
2 Zij-aanzicht hoofddraagconstructie
(bron: Van Rossum Raadgevende
Ingenieurs)
de jonge constructeur
ir. Maarten Meek
Leeftijd: 32
Opleiding: TU Delft, Structural engineering
Afstudeerproject: The implementation of alkali-activated concrete in jointless ground floors
Werkgever: Van Rossum Raadgevende Ingenieurs
Functie: constructeur/projectleider
Werkzaam sinds: augustus 2019
Baan gekregen door: sollicitatie
Belangrijk in ontwikkeling: collega’s en senior/technisch adviseurs bij VRRI
Eerste project: Berkel Centrum West
Rol bij eerste project: constructeur
Wat heeft je overtuigd constructeur te worden?
Sinds de basisschool ben ik geïnteresseerd in iconische en hoge gebouwen. Op jonge leeftijd kende ik de rol van een constructeur nog niet en zei ik altijd dat ik architect wilde worden en een studie Bouwkunde wilde gaan volgen. Richting het einde van de middelbare school was het duidelijk dat mijn interesses meer lagen bij vakken zoals wiskunde en natuurkunde. In diezelfde periode leerde ik over de studie Civiele Techniek en ontdekte dat dit veel meer in mijn straatje lag. Tijdens mijn bachelor Civiele Techniek aan de TU Delft werd dit ook echt duidelijk voor mijzelf. De mechanica en de constructieve werking in een gebouw spraken mij veel meer aan dan ik mij als kind had voorgesteld. Als ik tegenwoordig ergens binnenloop in een gebouw, kijk ik uit interesse altijd even rond wat voor draagstructuur er zichtbaar en werkzaam is.
Mijn eerste werkervaring, een stageplek bij Van Rossum tijdens mijn master Structural Engineering, bevestigde dat ik constructeur wilde worden, met de mogelijkheid om zelf mee te werken aan bijzondere constructies en gebouwen.
Hoe heb je de overgang tussen studie en werk ervaren?
Het grootste verschil tussen studie en werk lag in de theoretische en praktische aanpak. Tijdens de studie ligt de focus meer op de theorie en het nagenoeg perfect ontwerpen van constructieve onderdelen. In de praktijk is dit een stuk pragmatischer. Als constructeur moet je uiteraard voldoen aan alle normen, maar de uitvoerbaarheid speelt ook een belangrijke rol. Je moet in de schoenen van een aannemer kunnen staan en bedenken wat voor ontwerp en uitvoeringsmethodiek de voorkeur heeft. Dit vraagt een bepaalde vakspecifieke denkwijze die je pas goed leert in de praktijk. Ik raad dan ook alle studenten aan om, tijdens de studie, een stage of bijbaan in de civiele sector te nemen, om alvast praktijkervaring op te doen.
Reacties