? bruggenbouw ? uitvoeringstechniek?ir.S.J.F. de Koning, Koninklijke Aannemingsmaatschappij Van Drunen BVOp 1.8januari1996 is de nieuweWaalbrugZaltbommel officieel in gebruikgenomen. Ditisvier maanden eerder dan gepland als gevolg van de succesvolle uitvoering van een alter-natief ontwerp van deaannemerscombinatie.In vorige uitgaven van Cement is volop aandacht besteed aan ontwerp-, berekenings- enalgemene uitvoeringsaspecten. In dit artikel wordt de uitvoering in detail belicht van hetrijdekvan de aanbrugen van de pylonen en de ~ijoverspanningvandetuibrug. Ook is ereentoelichting op het gebruik van verdichtingsarme betonspecie voor bepaalde onderdelen.In een afsluitend artikel in het aprilnummer van Cement ~al nog wat dieper worden inge-gaan op de uitvoering van de hoofdoverspanningover de Waal.WAALBRUGZALTBOMMEL(11)ENKELE UITVOERINGSASPECTENAANBRUGDe aanbrug bestaatuit een aaneengeslotenbetonnen brugdek, lang 570 m. Het brug~dek, dat wordt ondersteund door pijlers dieongeveer 60 m uit elkaar staan, bestaat uitvier langsliggers en een rijdekplaat van terplaatse gestort beton. De rijdekplaat en delangsliggers samen vormen in dWarsrichting??n constructief geheel, waarover het ver-keer kan rijden.De figuren 1 en 2 geven een beeld van deconstructie.Het brugdek van de aanbrug is per veld vancirca 60 m in ??n keer gestort. Na verhardingis het veld voorgespannen. De voorspanka-bels zijn doorgekoppeld in de stortvoeg, diecirca 12 m voorbij een pijler ligt.Het brugdek is gebouwd met een verrolbarebekisting. Deze bekisting werd steeds overeen tijdelijke ondersteuning van moot naarmoot verplaatst (fig. 3). De bouw van eenmoot duurde vier weken.Q) Zijaanzicht en bovenaanzicht van de aanbrugdilatatievoeg vaste oplegging dilatatievoegvervormingscapacite?twr??"ro_m_m-;::==.:...,__,61 61.1570 mvervormingscapaciteitvoegovergrg 400 mmir.S.J.F. de Koning is werkzaam bij Koninklijke Aan-nemingsmaatschappij Van Drunen BV en functio-neerde tijdens de uitvoeringsfase van het projectals projectco?rdinator voor de aannemerscombi-natie Tuikom 11.Tuikom 11 v.o.f. is een combinatie van Heijmans NVen Philipp Holzmann AG. De respectievelijkedochterondernemingen KoninklijkeAannemings-maatschappij Van Drunen BV uit 's"Hertogen-bosch en BVAannemingsbedrijfDubbers-Maldente Malden voeren het werk uit. Deze bedrijvenvormden ook de combinatie Tuikom I, die destijdsde betonnen tuibrug over de Maas bij Heusdenheeft gebouwd.CEMENT1996/2~~S, "5 6 7 ~:& 8@ Doorsnede over de aanbrug: dwarsdoorsnede over het dekIg ~ I ~~",I I?< 21 I 0~! -I~:~ :tI:9 ~I-I "I~ ~ ", ~ ,175~~ E21825 5 1775 3530 1775275 8530 85JO =0 42753414013? bruggenbouw ? uitvoeringstechniek?verrolbare bekistingonderslagen waarover de bekisting wordt verroldL.......,~...,....I..~~-+-~~.L-~~-tijdelijke steunpuntenL.......,~~~~~~~~~~~~--l--definitieve steunpunten? Bouwproces met verrolbare bekisting ? Ondersteuning en ro/kist voor de aanbrug in aanbouwDe tijdelijke ondersteuning had de volgendeopbouw: tussen de definitieve steunpuntenwerden, afhankelijk van de overspanning,vier of vijf tijdelijke hulpsteunpunten opge-bouwd. Twee van de hulpsteunpunten be-stonden uit vlakke jukken, die werden opge-steldop de fundering van de definitievesteunpunten. De overige hulpsteunpuntenbestonden uit stalen torens, die waren ge-fundeerd op palen (fig. 4),Op de jukken en stalen torens waren moer-balken gemonteerd, waarop onderslagenwerden gelegd. Ter plaatse van de hoofdlig-gers van de aanbrug lagen vijf onderslagennaast elkaar. Tussen deze vijf onderslagenlagen twee onderslagen waarop de verrolba-re bekistingwas opgesteld en waaroverdezewerd verrold.De verrolbare bekisting bestond uit eenstaalconstructie met een houten mantel (fo-to 5). Onder deze constructie waren wielenen vijzels gemonteerd. In de dwarsdoorsne-de werden vijf 'tunnelkisten' toegepast, driehele en twee halve.@ Dwarsdoorsnede van de aanbrug (t.p.v.de toren) met de opbouw van de tijdelijke ondesteuningIi!!Iii1350) 13502 00 58301350 13502700 29151verrolbare bekisting~1~'"stalen j.Jkkenmeermaalsinzetbaarondersteuningpaalfundering14 CEMENT1996/2De grootste mootlengte bedroeg circa 61 m.In de lengterichting van de brug bestond eentunnelkist uit zeven elementen van 9 m leng-te, waarmee de overgangsboog als veelhoekwerd uitgevoerd.Het voert in dit verband te ver om de bouwvan een mootgeheel te beschrijven. Enkele~bijzonderheden worden hier toegelicht.Voorspannen, lossen en aflaten bekistingDe langsvoorspanning werd in twee fasengerealiseerd. De eerste fase betrof voor-spanning op eigen gewicht, in de tweede fa-se werden de kabels op de eindvoorspan-ning gebracht.Nadat een moot op eigen gewicht was voor-gespannen, werden de tunnelkisten met vij-zels afgelaten. De bekisting stond dan op zijnwielen en was gereed om te worden verrold.Tegen de tijd dat het eerste deel kon wordenverrold, werd de laatste hand gelegd aan deopbouw van de ondersteuning voor de vol-gende moot. Deze bouwfase is in figuur 3ge-tekend.De vijf tunnelkisten, die samen de bekis-tingsmal voor de dwarsdoorsnede vormden,werden niet gelijktijdig naar de volgendemoot verplaatst. Het aanbrengen van de wa-pening en de omhullingsbuizen voor hetvoorspanstaal liet dit niet toe. Tussen hetverrollen van de eerste en de laatste tunnel-kist verliepen twee weken.Nadat de bekisting in de juiste positie wasverrold, werd deze met vijzels op hoogte ge-steld. Het aanbrengen van wapening, sup-porten, omhullingsbuizen en koelleidingenkon dan starten.Storten en koelenNadat de bovenbeschreven werkzaamhe-den waren afgerond, kon een moot wordengestort. Voor een lengte van 61 m was circa1800 m3 beton B 45 nodig, die van drie be-tonmortelcentrales werd aangevoerd. Hetstorten en afwerken nam een etmaal in be-slag.De hoofdliggers en het daartussen gelegendek verschillen qua afmetingen zodanig, datde temperatuurontwikkeling tijdens verhar-den zeer verschillend verloopt. Uit bereke-ningen is gebleken, dat de temperatuur in dehoofdliggers als gevolg van hydratatiewarm-te zou kunnen oplopen tot 65?C; detempera-tuur van het tussen de hoofdliggers gelegendek zou niet hoger worden dan 35?C.Zondermaatregelen zouden de hoofdliggersdus langzamer afkoelen dan het dek. Doorde hydratatiekrimp zouden de hoofdliggerswillen verkorten, wat door het reeds afge-CEMENT1996/2koelde dek zou worden verhinderd. Als ge-volg daarvan zouden de hoofdliggers zichkrommen (katterug), waardoor ter plaatsevan de steunpunten onderin de hoofdliggersgrote trekspanningen zouden ontstaan enhet ontkisten van het overstek zeer moei-zaam zou verlopen.Teneinde deze vervormingen te voorkomen,werden de hoofdliggerstijdens de eerste vierdagen na het storten gekoeld. De intensiteitvan de koeling (koelwaterdebiet en aantalen ligging van de koelleidingen) werd steedsafhankelijk van de omstandigheden geko-zen.Als uitgangspunten voor hetontwerp van hetkoelsysteem golden de eisen, dat de tempe-ratuur in de hoofdligger niet hoger mochtworden dan 45?C en dat hettemperatuurver-schil tussen hoofdligger en dek niet grotermocht worden dan 5?C.Voor diverse omstandigheden is de warmte-ontwikkeling in de hoofdliggers berekendmet behulp van het programma SPATEM.Aan de beide eisen is steeds voldaan en on-gewenste vervormingen en scheurvormingzijn niet voorgekomen.PYLONENDe vier pylonen dragen praktisch de gehelerijdekconstructie. De krachten in de pylonenworden via een massieve pijlerwand afge-dragen naar de fundering, die bestaat uiteen funderingssloof op 280 geprefabriceer-de palen ( If'l 450 mm,h.o.h. 1,50 m).De aanzet van de pylonen bevindt zich opNAP + 12 m. De top van de pylonen ligt opruim NAP + 83 m. De pylonen zijn met eenklimbekistingin 23 stappen van circa 3m ge-bouwd.In de pylonen zijn dertig tuien verankerd,veertien aan de zijde van de zijoverspanningen zestien aan de zijde van dehoofdover-spanning. De tuiverankeringen bevindenzich in de pyloonschacht. In de wanden vande pylonen zijn voor het doorvoeren van detuikabels stalen buizen ingestort (fig. 6).Ter plaatse van de tuiverankeringen wordengrote krachten op de betondoorsnede uitge-oefend. De verticale ontbondenen van detuikrachten vinden via de pyloondoorsnedehun weg naar de fundering, de horizontaleontbondenen van de tuikrachten vinden hunreactie in de tuikrachten van tegenoverlig-gende tuien. Voor de overdracht van de hori-zontale trekkrachten is in de pyloondoorsne-de een 'ring' van wapeninggevormd. Figuur 7geefteen beeld van de wapening van een py-loonmoot. ~I? Doorsnede over een pyloonpijler15g;;;, ,? Klimkist, nog zonder doorvoerbuizenwaarna kan worden geklommen. Het geheelwordt vervolgens een moot hoger opgehan-gen, waarna de werkzaamheden kunnenworden voortgezet. Het aanbrengen van wa-pening gebeurt in een ruimte van ongeveer600 mm, die ontstaat nadat het schot is'weggespindeld'. In het algemeen volstaatdeze 600 mm werkruimte, omdat kemwan-den zelden dikker zijn dan 400 mm.Voor de bouw van de pylonen van de Waal-brug is echter een breder bordes toegepast(foto 9). Voor het aanbrengen van de wape-ning van de pyloonwanden, hier minimaal1 mdik, is namelijk meer ruimte nodig.?o Horizontale en verticale doorsnede over een pyloon? uitvoeringstechniek? Doorsnede van een klimkistTuidoorvoerbuizenDe richting van de as van een ingestortedoorvoerbuis mocht niet meer dan ??ngraad afwijken van de theoretische maat-voering. Teneinde de buizen binnen de toe"gestane tolerantie te kunnen instorten, zijnstalen stelconstructies ontworpen, die snelen nauwkeurig in het werk konden wordengemonteerd en waarin de tuidoorvoerbuizensimpelweg konden worden opgehangen. Destelconstructieswarenopgebouwd uitUNP160-profielen en zijn in figuur 7 ingetekend.? bruggenbouwKlimkistFiguur 8 geeft een doorsnede van een klim-kist zoals deze over het algemeen wordt toe-gepastvoor de bouwvan bijvoorbeeld stabili-teitskernen. Wanneer het beton voldoendeis verhard, worden de wandschotten met be-hulp van een spindel van de wand gelost,16 CEMENT1996!2Teneinde het aantal handelingen dat op deklimkist moest worden uitgevoerd tebeper-ken, werd de wapening van de pylonen zo-veel mogelijk op maaiveld of dek samenge-steld. De aldus geprefabriceerde korven wer-den met de torenkraan (capaciteit: 50 kN op45 m) op de pyloon geplaatst. De wapeningvoor de moten waarin zich geen tuidoorvoer-buizen bevonden, werd geheel als korf ge-prefabriceerd en in het werk gesteld.Voor de andere moten (foto 10), kon de wa-pening niet als korf worden samengesteld;ten eerste vanwege de vorm van de binnen-kist, ten tweede vanwege de voor het stellenvan de tuidoorvoerbuilen benodigde ruimte(aan deze buizen was een ankerplaat ge-last) en ten derde vanwege het gewicht vandeze wapening (tot elf ton voor een moot!).Deze wapening werd daarom in twee delengeprefabriceerd.De delen werden afzonderlijk op de pyloongesteld. Vervolgens werden in het gebiedrond de tuidoorvoerbuizen afwisselend spa-ringkisten gemonteerd, tuidoorvoerbuizengesteld en wapening aangebracht. De wape-ningsstaven, met een lengte van 3 m,kon-den niet vanuit de (normaal gesproken) cir-ca 600 mm brede ruimte tussen wandschoten wapeningskorfworden aangebracht. Voorhet aanbrengen van deze lange stavenmoesten daarom de wandschotten van deklimkist worden verwijderd.BinnenkistVoor de schachten is gekozen voor een pa-neelbekisting. Deze werd op een meeklim-mende vloer gesteld. De paneelbekistingkon eenvoudig aan de wisselende schacht-afmetingen worden aangepast. Voor het be-kisten van de ankerkoppen werden sparing-kisten op de paneelbekisting gemonteerd.Bouwproces en planningDe bouw van een moot verliep in grote lijnenals volgt (een moot mettuidoorvoerbuizen ishier als voorbeeld genomen):@ Tuidoorvoerbuis tussen de wapening? kl.immen met de vier secties waaruit deklimkist is opgebouwd;? stellen vloer voor de binnenkist;? stellen binnenkist;? stellen stelconstructies voor tuidoorvoer-buizen;? stellen prefab wapeningskorven;? start vlechten wapening onder de tuidoor-voerbuizen;? afwisselend:- aanbrengen van tuidoorvoerbuizen;- aanbrengen sparingkisten op binnenkist;- aanbrengen van wapening;? sluiten wandkisten van de klimkist;? storten en laten verharden;? ontkisten buiten- en binnenkist;? aanbrengen klimconussen;? verwijderen binnenkist;? monteren trappen en bordessen in pyloon-schacht;? klimmen, etc.Enkele uitzonderingen daargelaten is steedseen moot per pyloon per week gestort. Degrootste spelbreker was de wind; bij wind-kracht zes mag de torenkraan niet meerdraaien en op een hoogte van 90 mbovenmaaiveld wordt die grens al snel bereikt.ZIJOVERSPANNINGENHet rijdek van een zijoverspanninng is uitvierverschillende elementen opgebouwd (fig.11):1. in het werk gestorte randbalken;2. geprefabriceerde dwarsdragers;3. geprefabriceerde bekistingsplaten;4. een in het werk gestorte druklaag.De in hetwerkgestorterandbalken en de ge-prefabriceerde dwarsdragers van het rijdekvan detuibrugvormen een balkenrooster. Degeprefabriceerde bekistingsplaten wordenop de dwarsdragers opgelegd, waarna dedruklaag kan worden aangebracht. Door de-ze constructieopbouwbehoeven alleen derandbalken te worden bekist en volstaat eentijdelijke ondersteuning ter plaatse van derandbalken. Deze ondersteuning draagt zo-wel de bekistingvan de randbalken alsde ge-prefabriceerde dwarsdragers, waarvan dekoppen in de randbalken worden ingestort.~@ Opbouw van het rijdek van een zijoverspanning in dwarsdoorsnedetuidoorvoerbuis tuikabelvoorspanningskabelsCEMENT1996/2prefab betonplatenprefab betonnen dwarsdrager38,84 mtuiv17? bruggenbouw ?? uitvoeringstechniek?~,1 mootzij~overspanning2? mootsluitmaat aanzetstuk t.p.vzij-overspanning zij-overspanning pyloonpijler1"'13 Ilu' 14 -rT!\1 1LlI..'~~Lc L.. ?1J.?1 :: I!lilNadatdein hetwerkgestorte randliggers wa-ren verhard, werden bekisting, onderslagenen moerbalken verwijderd. De randbalk rust-te vanaf dat moment op de hiervoor al ge-noemde rubber oplegblokken, die op kortekolommen waren geplaatst (h.o.h. 7,80 rn ==de tuiafstand). De paalgroepen dienden opeen verticale belasting van 3320 kN te zijnontworpen (maximale verticale paaibelas-ting 1464 kN). De paallengtes varieerdenvan 26 m tot 28 m. Hiervan stak circa 15 mboven maaiveld uit, hetgeen een zeer slankeindruk maakte.? Zija~nZicht zijoverspanning en doorsnede rijdek met ondersteuningHet rijdek is opgebouwd uit geprefabriceer-de bekistingsplaten en een daarover aange-brachtedruklaag. De vijfton wegende bekis-tingsplaten (zestien stuks in de doorsnede)werden metmobiele kranen op de dwarsdra-gers gelegd. Daarna werden de voegen afge"dicht, wapening aangebracht en beton ge-stort.MontageDe uiteinden van de geprefabriceerdedwarsdragers zijn 50 mm in de randbalkeningestort. De dwarsdragers moesten dus inde bekisting voor de randbalken worden op-genomen. De dwarsdragers, die bijna 33 mlang waren en 65 ton wogen, werden over deweg aangevoerd en met 400- en 500-tonstelescoopkranen opde tijdelijke ondersteu-ning gesteld (foto 13). Daartoe zijn tijdenshet opbouwen van de ondersteuning sparin-gen gehouden, zodat de dwarsdragers vanafmaaiveld konden worden ingehesen.Nadat de randbalken (gefaseerd) waren ge-maakt, kon op het aldus ontstane balken-rooster het rijdek worden gemaakt.lOost1:40 I? Plaatsen vaneen dwarsdrager met een SOO-tons kraan op een tijdelijke ondersteuningDe basis van detijdeljke ondersteuning werdgevormd door paalgroepen, die uit vijf of zesgeprefabriceerde funderingspalen warenopgebouwd. Op deze paalgroepen warenpoeren gestort, waarop de moerbalken, on-derslagen en bekisting voor de randbalken,alsmede de geprefabriceerde dwarsdragerswerden opgelegd.tuien afwisselend in de zij- en hoofdover-spanning gemonteerd.Gedurende de periode tussen ontkisten entuimontagelag de zijoverspanning op rubberoplegblokken.Tijdelijke ondersteuningDe tijdelijke ondersteuning van de zijover-spanning had twee functies. In eerste in-stantie werd deze gebruikt tijdens de bouwvan de zijoverspanning, in tweede instantiegedurende de periode vanaf het momentvan ontkisten van de randbalken tot het aan-brengen van de tuien, omdat de tuien nietdi-rect na de bouw van het rijdek werden ge-monteerd.De tuien moesten bij montage op een be-paalde spanning worden gebracht (andersfunctioneren de wiggen niet) en de pylonenkonden een ??nzijdige belasting door veer-tien tuien niet weerstaan. Pas tijdens debouw van de hoofdoverspanning werden deFiguur 12 geeft een beeld van de ondersteu-ning van de zijoverspanning.Voordat met de uitbouw boven de Waal werdbegonnen, is in vijf fasen de zijoverspanninggebouwd, die de halve hoofdoverspanning inevenwichthoudt. Eerstzijn ter plaatse van dedefinitieve steunpunten (eind- en pyloonpij-ler) de aanzetstukken gebouwd, vervolgensis op een tijdelijke ondersteuning de daartus-sengelegen overspanning van het rijdek (dezijoverspanning) gebouwd.Dit gedeelte is in drie stappen uitgevoerd:twee moten met een lengte van circa 30 men een sluitmoot tussen het aanzetstuk terplaatse van de pylonen en de gerealiseerdezijoverspanning.18 CEMENT1996/2? ? onderzoek ? betontechnologieIng.G.J. van Aalst, uitvoeringsleider B.V.W. / Rijkswaterstaating.N.Vonk, kwaliteitsingenieur Stichting Kwaliteitsdienst BetonmortelIr.S.J.F. de Koning, projectco?rdinator Tuikom I1Bij de bouw van de tuibrug over de Waal is voor het storten van twee zogeheten aanzet?stukken een bijzonder betonmengsel toegepast. Dit artikel beoogt een indruk te gevenvan de omstandigheden die hebben geleid tot de keuze voor dit mengsel en eventuele mo?gelijke toepassingen in de toekomst.TOEPASSING VERDICHTINGSARME BETONSPECIE BIJ DE WAALBRUGProbleemstellingDe dichtheid van de wapening is hoog (ruim320 kg perm3 ) en de verdelingervan is medebepaald door het aantal en de plaats van dedoorvoerbuizen. Tijdens het vlechten van dewapening van het aanzetstuk werd duidelijkdat zonder maatregelen bij het storten enverdichten van de betonspecie problemenzouden ontstaan.De betonspecie zou worden gestort met eenbetonpomp. De stortslang kon op weinigplaatsen in de wapening worden ingelaten.Dit zou betekenen dat de valhoogte van debetonspecie groot zou zijn (risico van ont-menging) en dat de betonspecie zelf zoumoeten uitvloeien, terwijl de grote hoeveel-heid wapening dit zou belemmeren engrintophopingen zou kunnen veroorzaken.Ook zou erweinig ruimte zijn voortrilnaalden.Omdat de verzwaring minimaal 2,67 mbreed iS,zoudenbekistingstrillers het pro-bleem slechts gedeeltelijk oplossen.Bij toepassing van een normaal betonmeng-sel zou de vereiste verdichtingsgraad nietkunnen worden gerealiseerd, wat de dicht-heid (en daarmee de sterkte en de duur-zaamheid) niet ten goede zou komen.Er was geen ruimte om iemand de restantenvan binddraad en laselektroden uit de bekis-ting te laten verwijderen. Spoelen met waterzou niet volstaan, omdat alleen van bovenafkon worden gespoeld en achter het groteaantal betonblokjes (de wapening van deverzwaring woog ruim 70 ton) nog veel vuilzou kunnen blijven hangen.Het zicht op de gestorte betonspecie vooruitvoerend en toezichthoudend personeelwas door de wapening en doorvoerbuizenbeperkt. De storthoogte, de mate van uit-vloeien, het ontstaan van grintophopingenen het oppervlak van de gestorte specie zou-den slechtte zien zijn en daardoor moeilijktebeoordelen. Zonder maatregelen zou de ver-eiste kwaliteit voor dit onderdeel van de brugniet kunnen worden gehaald.brugdekDOORSNEDE B2 3 4 5 6trekverankeringDe randbalkenyan het rijdek zijn verzwaardter plaatse van de eindopleggingen (hetaanzetstuk). Dit is noodzakelijk, omdat hetverankeren van de volgende onderdelen denodige ruimte vereist:? zes achtertuien;? vier trekverankeringskabels;? twintigvoorspankabelsvoorde dwarsvoor"spanning van de einddwarsdrager;? twee voorspankabels voor een in te stor-ten prefab dwarsdrager.Ook is voor heUn het dekinleiden van de ho-rizontale componenten van de zes achtertui-krachten een behoorlijke betondoorsnedevereist.In figuur 14zijn detailsvan de aanzetstukkenvan het brugdek gegeven. Voor het aanbren-gen van tui-, trekverankerings- en voorspan-kabels zijn doorvoerbuizen in de verzwarin-gen ingestort.2 3 4 5 6? Aanzetstuk ter plaatse van deeindopleggingen van de tuibrugCEMENT1996/2 19? ? onderzoek ? betontechnologie? de gevraagde sterkteklasse wordt pro"bleemloos gehaald;? de specietrektnietsnel aan. Dit kan bij ho-ge bekistingen (in dit geval dus) een gerin-ge stortsnelheid tot gevolg hebben.?Het eerste aanzetstuk is in oktober 1993 ge-stort, het tweede in juli 1994. De stortsnel-heid bedroeg bij aanvang van beide stortscirca twintigm3 per uur. De specie vloeide inde kist goed uitzonder datontmenging is ge-constateerd of grintnesten zijn ontstaan. Eris, waar mogelijk, getrild. De vereiste sterkteis ruim gehaald.@ Het bepalen van de vloeimaatAfsluitendDe kosten voor deze verdichtingsarme be-tonspecie zijn, net als bij normale betonspe-cies, van diverse factoren afhankelijk. Er zaldus overleg met de betonspecieleveranciermoeten plaatshebben of en tegen welkeprijs levering mogelijk is.Verdichtingsarme betonspecie kan in princi"pe voor alle constructies (funderingen, ko-lommen, wanden, balken, vloeren,dekken)worden toegepast. Uitzonderingen vormenhellende vlakken (brugdekken onder ver-kanting) en wanden met schuin aflopendebovenkant. Bijzondere aandacht dient teworden besteed aan het oppervlak van debekisting (deze tekent sterk af), aan dedichtheid van de kist (naden), aan de toege-paste bekistingsolie (gelijkmatig uitvloeienvan de specie) en aan de stijgsnelheid.De hogere kosten van verdichtingsarme be-tonspeciekunnen gedeeltelijk worden terug-verdiend doordat tijdens het storten mindermensen behoeven te worden ingezet.De ontwikkeling van verdichtingsarme be-tonspecie kan vanuit het oogpunt van ar-beidsomstandigheden uiteraard alleenmaar worden toegejuicht.hoge sterkte beton-VLASO-normaaiCRETEDe proefstorten hebben de volgende erva-ringen opgeleverd:? levering van betonspecie met deze uit-vloeimaat (foto 17) en zetmaat vormt geenprobleem;verwerkbaarheid@ De plaats van VLASOCRETE ten opzich-te van de reguliere betonspecies en hogesterkte beton@ Wapening voor het aanzetstukOnderzoekIn eerste instantie zijn laboratoriumproevengedaan, daarna zijn op locatie vier proefstor-tenuitgevoerd.Voor dit project zijn voor het ontwikkelen vanverdichtingsarmbeton de volgende uit"gangspunten gehanteerd:? sterkteklasse B 45;? milieuklasse 3;? zetmaat > 250 mm, 10-60 minuten naaanmaak;? uitvloeimaat > 550 mm, 10-60 minutenna aanmaak;? toepassing van portlandcement klasse Aen C;? toepassing van vliegas;? Dmax = 16 mm;? toepassing Cugla"hulpstoffensysteem:SPL = superplastificeerder = type 8020.dium onderkend dat enige verdichting als-nog noodzakelijk zou kunnen zijn. Om die re-den is het beter te spreken van verdichtings-arm beton. Trillen is persaldo niet verboden.B55Tabel 1Eigenschappen VLASOCRETEVanuit hoge sterkte beton wordt door deSPOB verder gewerkt aan de ontwikkelingvan een productsysteem voor verdichtings"vrije beton. De projectnaam voor dit onder"zoek is: VLASOCRETE (Very Liquid And Stabi"lised Ordinary conCRETE). Het doel is omvoorde reguliere betonkwaliteiten een hoog"vloeibare en stabiele specie te ontwikkelen.Met ondersteuning van de Stichting Kwali"teitsdienst Betonmortel te Gouda is de ont-wikkelingvan verdichtingsarme betonspecievoor dit werk versneld uitgevoerd.De gewenste eigenschappen zijn in tabel 1weergegeven, de plaats van VLASOCRETEten opzichte van de reguliere betonspeciesen hoge sterkte beton in figuur 16.De ontwikkeling van het productsysteemVLASOCRETE (dit is een geregistreerde pro-ductnaam) is op dit moment nog niet afge-rond. De naam VLASOCRETE mag om die re-den nog niet worden gebruikt. Vanwege degrote hoeveelheid wapening en in te stortenonderdelen bij dit project is in een vroeg sta-Overleg en oplos$ingenIn overleg met de directie is de wapening (fo"to 15) aangepast en zijn tussen de wape"ningsstaven 'sparingen' gehouden voor destortkoker en de trilnaalden. Voor de beton"pomp is een aangepaste stortkoker ge"maakt.Met de betonspecieleverancier is contactopgenomen om na te gaan of een aangepastbetonmengsel een oplossing zou kunnenbieden. In feite werd gezochtnaar een hoog"vloeibaar en stabiel mengsel, dat bij wijzevan spreken blindelings en zonder te trillenzou kunnen worden verwerkt en dat toch tothet vereiste resultaat zou leiden.Deze vraagstelling leek zeer theoretisch,maarde leverancierwees opde ontwikkelingvan hoge sterkte beton bij de Stichting Pro"ductOntwikkeling Betonmortel (SPOB),waardoor wellicht aan de vraag tegemoetzou kunnen worden gekomen.20 CEMENT1996/2
Reacties