Voorschriften voor de toepassing van betonstenen 1955opgesteld door de Diensten van Bouw- en Woningtoezichtvan de Gemeenten Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhageart. I. Geldigheid van de voorschriftenDe hierna volgende voorschriften zijn op I Mei 1955 vastgestelddoor de Diensten van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezichtvan Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage.De 'Richtlijnen voor de toepassing van betonstenen', vastgesteldin de vergadering van I April 1952 van genoemde Diensten,komen hiermee te vervallen.art. 2. SamenstellingBetonstenen moeten o.a. worden samengesteld uit cement, zanden ??n of meer van de volgende toeslagmaterialen :grind, lavalit, natuurbims, hoogovenbims, klinkerisoliet,hollith, baksteenpuin, sintels of slakken.De voor de vervaardiging van betonstenen bestemde sintels ofslakken dienen aan een voorbehandeling te worden onderworpen.Zij moeten na deze behandeling vrij zijn van fijne as en ongeblusteof dolomitische kalk. Het gehalte aan onverbrande bestanddelen(kolen of kooks) van het droge materiaal, bepaald zowel van departij in zijn geheel als van het gedeelte dat de zeef N 480-d-9,6passeert, mag ten hoogste 18 gewichtsprocenten bedragen. Bo-vendien mogen de sintels of slakken ten hoogste I gewichts-procent in zoutzuur oplosbare sulfaten, berekend als zwavelzuur-anhydride (SOa), bevatten.De fabrikant is verplicht om de herkomst van de voor de vervaar-diging van de stenen gebruikte sintels of slakken aan te tonen.Van elke partij, doch tenminste maandelijks, moet een analyseworden gemaakt. De directie en de toezichthoudende instantiesmoeten te allen tijde inzage hebben van de hiervan opgestelderapporten, terwijl zij het recht hebben monsters te trekken endeze op kosten van belanghebbenden te doen onderzoeken.Van stenen, samengesteld met sintels of slakken, welke bestemdzijn voor muren die vochtig kunnen worden, mag het gehalte aanonverbrande bestanddelen van de droge sintels of slakken tenhoogste 5 gewichtsprocenten bedragen; dit geldt eveneens voorachterwerkers.Stenen voor funderingen, trasramen en voor niet van een afwerk-laag voorziene buitenmuren mogen uitsluitend worden samenge-steld uit grindbeton (zie ook art. 16).art. 3. KeuringseisenOnverminderd het bepaalde in art. 2, mogen de toeslagstoffen nietin noemenswaardige mate zijn verontreinigd; zij moeten boven-dien bestendig zijn.De stenen moeten voldoen aan mechanische keuringseisen be-treffende de druksterkte (zie onder art. 4 en art. 10) en aan diebetreffende de krimp (zie onder art. 5).De stenen moeten een goede aanhechting geven aan de metsel-en pleisterspecie. Een behoorlijke spijkerbaarheid is gewenst.art. 4. Bepaling druksterkteDe druksterkte van de stenen moet worden bepaald van monstersgetrokken uit op het werk aanwezige stenen.De stenen moeten worden gedrukt in de richting, waarin zij inhet werk worden belast.Stenen, welke voor het verhogen van het draagvermogen van demuren in het werk met betonspecie worden gevuld, moeten bijde bepaling van de druksterkte-bovendien in gevulde toestandworden beproefd.De druksterkte moet worden berekend over het volle oppervlakvan de stenen, dus zonder aftrek van eventuele gaten.Er wordt onderscheid gemaakt tussen :a. stenen waarvan de hoogte gelijk ofgroter isdan de kleinste dwars-afmeting.Deze stenen moeten in hun geheel worden beproefd.b. stenen waarvan de hoogte kleiner is dan de kleinste dwarsafme-ting.1)Van deze stenen moeten proefstukken worden gemaakt alsvoor lichte sintelsteen is voorgeschreven in normblad N 698.De op de bovenomschreven wijze vastgestelde druksterkte magniet minder zijn dan in art. 10 en 12 is voorgeschreven.art. 5. KrimpproefIn het algemeen moet de krimp worden bepaald door middel vaneen zgn. 'versnelde krimpproef'. In dat geval mag de verkortingvan de proefstukken, aan het einde van deze proef, gemiddeld tenhoogste 0,40?/00 bedragen.Onder 'versnelde krimpproef' wordt het volgende verstaan. Deproefstukken worden gedurende 14 dagen onder water bewaarden daarna gedurende 14 dagen gedroogd bij een temperatuur vanongeveer 40 ?C.De proefstukken moeten bij voorkeur een afmeting hebben van50? 10? 10 cm; zij moeten worden samengesteld uit stukken vanuit de toe te passen betonstenen getrokken monsters.De verkorting van het proefstuk is het verschil van de meetleng-ten, die aan het begin en aan het einde van de tweede 14-daagseperiode worden gemeten. Indien de op deze wijze gevondenkrimpmaat kleiner is dan de uitzetting tijdens de eerste 14-daagseperiode, dan wordt voor de berekening van de krimp deze laatstewaarde aangenomen.art. 6. MuurgewichtIndien de muren scheidingen vormen tussen twee woningen oftussen een woning en een niet tot die woning behorende ruimte,moet het gewicht van I m2muurwerk tenminste 360 kg bedragen.Bij de berekening van dit gewicht moet worden uitgegaan vanstenen en specie in droge toestand. Eventuele pleisterlagen mogenworden medegerekend tegen een gewicht van 20 kg/m2per I cmdikte.art. 7. Toelaatbare drukspanningenIn muren of in muurgedeelten, niet zijnde muurdammen als be-doeld in art. 8, bedraagt bij toepassing van stenen met een gemid-delde druksterkte van 100 kg/cm2, de toelaatbare drukspanning10 kg/cm2.Bij toepassing van stenen met een gemiddelde druksterkte van75 kg/cm2bedraagt de toelaatbare drukspanning 7 5 kg/cm2.art. 8. MuurdammenIndien in vloer- of balkdragende muren muurdammen voorko-men, die smaller zijn dan de halve som van de breedten der aan-grenzende openingen, moeten deze muurdammen worden be-rekend aan de hand van onderstaande Tabel I.Tabel IToe te laten drukspanningen in muurdammen, in kg/cm2verhoudingenvan hoogteen diktebetonstenen met een druksterktein kg/cm2van 75 tot 100 van 100tot 150gelijk ofgroter dan 150d h d0,30 3,33 7,5 10 150,25 4 7 9 120,20 5 6 8 100,15 6,7 5 7 80,10 10 4 6 70,08 12,5 3 5 6Voor tussenliggende waarden mag rechtlijnig worden ge?nterpo-leerd.Als hoogte (h) van de muurdam moet bij de berekening tenminstede grootste hoogte van de aangrenzende openingen worden aan-gehouden. De muurdammen moeten over de volle verdiepings-hoogte dezelfde dikte hebben. In tabel I is d = de kleinste dwars-afmeting van de muurdam.De afmetingen van de muurdammen en van de stenen moeten zo-danig zijn, dat behoorlijk in verband kan worden gemetseld.1) Uit diverse proeven kan worden afgeleid, dat proefstukken, waarvande hoogte 2 of meer maal de kleinste dwarsafmeting bedraagt, bij beproe-ving een druksterkte behalen die ongeveer 80% is van de druksterkte vanproefstukken, waarvan de hoogte|gelijk is aan de kleinste dwarsafmeting.Bovendien is het een bekend verschijnsel, dat kubusvormige proefstukkenmet een zijde van 10 cm een druksterkte behalen, die ongeveer 10 ? 15%hoger ligt dan de druksterkte van proefstukken met een zijde van 20 cm.Cement 8 (1956) Nr 13-14 311art. 9. Drukverdeiende laagOnder de opleggingen van balken moeten over de volle muur-lengte en over een hoogte van tenminste 25 cm massieve stenenworden toegepast.Indien de vorm van de stenen zich hiertoe leent, kan worden toe-gestaan, dat ook onder de opleggingen van balken, stenen metgaten worden toegepast, mits deze gaten zorgvuldig met grind-betonspecie worden gevuld.art. 10. Druksterkte - muurdikte - bouwhoogteBetonstenen mogen worden toegepast in de gevallen, die ver-meld zijn in Tabel 2. Hierbij wordt, voor de bepaling van het 'aan-tal vloeren van boven af', niet medegerekend een platvloer, of eenzoldervloer met daarboven een schuine kap.In verband met de zeer slechte grondgesteldheid van Rotter-dam is er onderscheid gemaakt tussen de vereiste muurdikten inde Gemeenten Amsterdam en 's-Gravenhage, en de GemeenteRotterdam. Voor laatstgenoemde gemeente geldt tabel 2 uit-sluitend voor muren gelegen boven de beganegrond vloer.art. 11. Merken van de stenenOp eenzelfde bouwwerk mogen geen stenen met verschillendegegarandeerde druksterkten, samenstellingen of gewichten aan-wezig zijn, tenzij ook na het verwerken van de stenen, het onder-scheid door een duidelijk vooraf overeengekomen merk in destenen is te herkennen en de wijze van merken op de werkteke-ningen is aangegeven.art. 12. Afwijkende muurdiktenBij balk- of vloerdragende muren van een grotere dikte dan de intabel 2 voorgeschreven maten, kan worden toegestaan, dat dedruksterkte lager ligt dan voor de verschillende gevallen wordtge?ist, echter met een minimum van 75 kg/cm2(individueel 70kg/cm2).Bovendien mag het product van muurdikte en gemiddelde druk-sterkte niet kleiner zijn dan de waarde, welke uit tabel 2 hiervooris af te leiden.1) Voor bouwwerken, die de goedkeuring behoeven van het Ministerievan Wederopbouw en Volkshuisvesting, mogen gestapelde betonstenenslechts worden toegepast bij door dat Ministerie goedgekeurde bouw-systemen.art. 13. Stenen met betonvullingA. Indien betonstenen, waarvan de holle ruimten in het werkmet betonspecie worden gevuld, worden toegepast als metsel-werk, moet de druksterkte van de met beton gevulde stenen vol-doen aan de eisen, die in tabel 2 t.a.v. betonstenen worden gesteld.De druksterkte van het materiaal van de ongevulde stenen moettenminste 75 kg/cm2(individueel 70 kg/cm2) bedragen. Dezedruksterkte moet worden bepaald op de wijze, als is omschrevenin art. 4, met dien verstande echter dat zij mag worden berekendover de oppervlakte van het steenmateriaal na aftrek van de gaten.B. Voor gestapelde betonstenen, waarvan de holle ruimten in hetwerk met betonspecie worden gevuld1), moet de druksterkte vande betonvulling na 28 dagen verharding tenminste 150 kg/cm2resp. 120 kg/cm2bedragen, indien deze betonvulling wordt toe-gepast in muren, waarvoor in tabel 2, voor de druksterkte van destenen 100 kg/cm2resp. 75 kg/cm2wordt ge?ist.De druksterkte van het materiaal der ongevulde stenen moet indit geval tenminste 50 kg/cm2(individueel 40 kg/cm2) bedragen.De druksterkte van de betonvulling moet worden bepaald volgensart. 40 der G.B.V. 1950; de druksterkte der ongevulde stenendient men te bepalen op de wijze, als vermeld is onder A van ditartikel.Muren van betonstenen als hierboven onder A en bedoeld,dienen in halfsteensverband te worden opgetrokken. V??r hetvullen van de holle ruimten moeten morsspecie en andere onge-rechtigheden daaruit worden verwijderd.art. 14. Vorm van de stenenAan de vorm van betonstenen, die worden verwerkt aan balk- ofvloerdragende muren en aan gevels, worden de volgende eisengesteld :a. betonstenen voor muren met een dikte (onafgewerkt) kleinerdan 15 cm moeten massief zijn;b. betonstenen voor muren met een dikte (onafgewerkt) > 15cm mogen vertikale gaten hebben, mits de stenen een geslotenbovenvlak bezitten (twee duimgaten, elk met een oppervlakvan ten hoogste 15 cm2zijn toegestaan) en de vertikale wandenaan de lange zijden van de stenen tenminste 60 mm dik en dieaan de korte zijden tenminste 40 mm dik zijn ;Tabel 2toepassing minimum muurdikte(onafgewerkt) in cmvereiste druksterkte in kg/cm2.A'dam enDen HaagR'dam gemiddeld individueel1 In balk- of vloerdragende binnenmuren waarop doorgaandevloeren of balken dragen, waarvan de som der aangrenzendeoverspanningen > 6,00 m (zie ook ort. 16 onder 1-c):II In balk- of vloerdragende binnenmuren waarop doorgaandevloeren of balken dragen, waarvan de som der aangrenzendeoverspanningen _< 6,00 m:A. boven de 2e vloer van boven af .......................................B. boven de 4e vloer van boven af (zie art. II) .......................C. tussen de 4e en 5e vloer van boven af .............................lil In balk- of vloerdragende bouwmuren en in binnenmuren waaropde uiteinden van balken- of vloeren dragen:B. boven de 4e vloer van boven af (zie art. 11) .....................C. tussen de 4e en 5e vloer van boven af ...............................IV In niet balk- of vloerdragende binnenmuren:A. die niet hoger opgaan dan ??n verdieping (zgn. lichtescheidingswanden) .........................................................................B. die opgaan tot ten hoogste twee verdiepingen .................V In de binnenspouwmuur van buitenmuren uitsluitend bij laagbouw,boven de 2e vloer van boven af:A. indien balk-of vloerdragend ......................................................202030^10,--1520202030diktebetr.S 15) 2 0?)20/ 1 51510202030202030202030volgensbouwver.152015107510010010010075100100751001002050755075757570909090907090907090901645704570. 7070312 Cement 8 (1956) Nr 13-14c. betonstenen, die worden gemetseld en daarna ter verkrijgingvan de nodige sterkte met betonspecie worden gevuld, moetendoorgaande vertikale gaten bezitten, die elk een horizontaledoorsnede hebben van tenminste 190 cm2; de kleinste dwars-afmeting van deze gaten moet tenminste 12 cm zijn; de wand-dikte van de stenen mag nergens minder zijn dan 40 mm.d. betonstenen die worden gestapeld, waarna de holle ruimtenmet betonspecie worden gevuld, moeten doorgaande vertikalegaten bezitten: destenen moeten in verband worden gestapeld,waarbij in de horizontale projectie van de muur nergens eenmet beton te vullen opening mag voorkomen, die kleiner is dan2S0 cm2; de afmeting van deze opening, gemeten loodrecht ophet muurvlak, moet tenminste 80% van de vereiste muurdiktezijn; de gezamenlijke lengte van de horizontale doorsnedenvan de met beton te vullen gaten moet tenminste 75% be-dragen van de muurlengte (na aftrek van de raam- en deur-openingen).art. 15. Samenstelling van de metselspecieMetselwerk van betonstenen moet worden uitgevoerd in eenmortel van geen mindere hoedanigheid dan hieronder is bepaald(zie ook normblad V 1592):a. voor cementramen:I portlandcement -- 21/2 zandb. voor buitenmuren:1 portlandcement -- 1/4 poederkalk -- 3 1/2zandI portlandcement -- 1/4 schelpkalk -- 3 1/2 zandI portlandcement -- 1/8 kalkdeeg -- 3 1/2 zandof1/4 portlandcement -- I poederkalk -- 2 1/2 zand1/4 portlandcement -- I schelpkalk -- 2 1/2 zand1/4 portlandcement -- j kalkdeeg -- 2 1/2 zandvoor binnenmuren:I portlandcement -- 1/2 poederkalk -- 4 1/2 zandI portlandcement -- 1/2 schelpkalk -- 4 1/2 zandI portlandcement -- 1/4 kalkdeeg -- 4 1/2 zandofI portlandcement -- I schelpkalk -- 5 1/2 zandart. 16. Nadere eisenNadere eisen kunnen worden gesteld:I. met betrekking tot de dikte van de muren voor:a. muren van gebouwen met ??n of meer bouwlagen van groterehoogte dan 3,00 m;b. muren van gebouwen waarbij de in art. 10 bedoelde ruimte,gevormd door een 'zoldervloer met daarboven een schuinekap', een zodanige bestemming of grootte krijgt, dat dezezolderruimte als een normale verdieping gerekend dient teworden1) ;muren die vloeren met grote overspanningen dragen;d. muren die niet voldoende zijdelings zijn gesteund;e. muren die plaatselijk hoge belastingen krijgen.II. met betrekking tot de dichtheid van de stenen voor:a. muren beneden het straat peil en cementramen ;b. buitenmuren.art. 17. VrijstellingenVrijstelling kan worden verleend t.a.v. de muurdikte, die is voor-geschreven in tabel 2, voor:a. muren, welke balken of vloeren van geringe lengte dragen;b. muren, welke door dwarsmuren op korte afstanden zijdelingsworden gesteund.art. 18. SlotbepalingToestemming kan worden verleend om ook andere betonstenen,metselspecies en muurconstructies dan in deze voorschriften zijnomschreven toe te passen, indien deze naar het oordeel van hetbetrokken Bouwtoezicht, gelet op deze voorschriften, tenminsteeven deugdelijk en doelmatig zijn2).') Het Bouw- en Woningtoezicht van de Gemeente Rotterdam beschouwteen zolderruimte, waarvan de gemiddelde hoogte groter is dan 1,20 m, indit verband als een normale verdieping.2) De aandacht wordt er op gevestigd dat voor door het Ministerie vanWederopbouw en Volkshuisvesting goed te keuren werken, door datMinisterie bovendien nadere eisen kunnen worden gesteld.Regulations concerning the application ofconcrete stones, I95SThese regulations have been established by thesurveyors' departments of the three big munici-palities of the Netherlands. The following areprescribed: The composition, the required speci-fications, the determination of the compressivestrength, the shrinking test, the wall weight, theadmissible compressive stresses, window piers(with tables), the pressure-distributing layer,compressive strenght --wall-thickness-- height ofbuilding, the marking of the stones, deviating wallthicknesses (with table), concrete-filled stones,the shape of the stones, the composition of thebuilding mortar, more detailed specifications,exemptions and final provisions.Instructions pour l'emploi de pierres enb?ton 1955Ces instructions ont ?t? r?dig?es par les servicesde l'Inspection du B?timent et des Logements destrois communes principales des Pays-Bas. Elles in-diquent: la composition, les prescriptions d'essais,la d?termination de la r?sistance ? la compression,l'essai de contraction, le poids des murs, lestensions admissibles, les trumeaux des murs (avectableau), la couche de r?partition des tensions, lar?sistance ? la compression-?paisseur du mur-hauteur de construction, la mani?re de marquerles pierres, les ?paisseurs variables des murs (avectableau), les pierres avec interstices remplis deb?ton, la forme des pierres, la composition dumortier, les autres prescriptions, les exceptionset dispositions finales.Vorschriften betreffs der Verwendung vonBetonsteinen 1955Diese Vorschriften sind von der Baupolizei derdrei gr?ssten niederl?ndischen Gemeinden auf-gestellt. Sie enthalten Angaben ?ber: die Zusam-menstellung, die Uebernahmsbestimmungen, dieBestimmung der Druckfestigkeit, die Schwind-probe, das Mauergewicht, die zul?ssigen Druck-spannungen (mit Tabelle), die druckverteiiendenLagen, das Verh?ltnis zwischen Druckfestigkeit -Mauerst?rke - Bauh?he, das Merk der Steine,abnormale Mauerst?rken (mit Tabelle); dann ?berSteine mit Betonf?llung, die Form der Steine, dieZusammenstellung des M?rtels, n?here Bestim-mungen, fallweise gew?hrte Erleichterungen undSchlussbestimmungen.Cement 8 (1956) Nr 13-14 313
Reacties