C o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gSchade28 cement 2006 7Dat verzekeringsmaatschappijenpas in een laat stadium wordeningeschakeld, is te verklaren,want een brandverzekeringspoliswordt pas afgesloten als eengebouw in gebruik wordtgenomen. Richard Oets, branchespecialist bij Delta Lloyd Schadebedrijf, vindt echter dat gebouweigenaren zichzelf daarmee tekortdoen: "Onze primaire taak alsverzekeraar is het verzekeren vanrisico's. Als je dat goed wilt doen,wil je kennis hebben van hetrisico en weten hoe een gebouwin elkaar zit. Pas dan kun jenamelijk preventiemaatregelenvoorstellen en aanbevelingendoen. Hoe eerder je wordt ge?nformeerd, hoe makkelijker engoedkoper dat kan. Als je weet datde tekening nog moet wordengemaakt, kun je aangeven waar jeeen brandhaspel, een sprinkler ofeen brandmuur zou willenhebben. Nu worden we door onzetussenpersoon pas ingeschakeldals een gebouw er al staat. Je kuntje wel voorstellen welke extrakosten er zoal gemoeid zijn methet openleggen van bijvoorbeeldde plafonds om extra sprinklerkoppen en buizen aan te leggen.Die kosten zouden maar eenfractie zijn geweest als men onsin een veel vroeger stadium bijhet project had betrokken. Wehebben een professionele schadeexpertisedienst met vijftien ?twintig technisch specialisten;hoogopgeleide inspecteurs metveel kennis en ervaring op hetgebied van schade en preventie.De gebruiker mist nu allerleibruikbare adviezen."Zijn Delta Lloydcollega GerardWesterduin, technisch adviseurConstruction All Risks (CAR) enmontagewerkpolissen, heeft hierwel een verklaring voor: "Het laaghouden van het brandrisico bij hetingebruiknemen van het gebouwis in het belang van de opdrachtgever; hij bouwt niet zo vaak en isveelal niet deskundig op datgebied. Zijn architect en constructeur zijn dat wel. Juist deopdrachtgever zou ons eigenlijkvooraf moeten inschakelen."K o s t e nDelta Lloyd werkt samen metonafhankelijke tussenpersonen.Richard Oets: "Samen ondersteunen wij onze klanten met kennis,deskundigheid en kwalitatiefhoogwaardige verzekeringen.Graag willen wij onze expertise inde ontwerpfase al inzetten. Wijkunnen samen met de tussenpersoon een proactievere rol spelendoor klanten vaker en frequenterte informeren en adviseren omons in een eerdere fase erbij tebetrekken. Dat is overigens vrijblijvend en kosteloos. We hebbenspecialisten rondlopen die sneleen bouwtekening kunnen beoordelen en preventiemaatregelenkunnen voorstellen die een veellagere verzekeringspremie opleveren. Helaas zijn onze tussenpersonen ook niet altijd vroeg genoegop de hoogte van de nieuwbouwplannen van hun klanten. Misschien is ook wel het probleem datmensen niet in de eerste plaatsdenken aan de verzekering vanhun object."Er valt dus heel wat te verdienenvoor de opdrachtgever. Hoeveel, isvan verschillende factoren afhankelijk. "Onze enige relatie metaannemer, architect of opdrachtgever is dat wij hem een verzekeringverkopen. Daarvoor rekenen wijeen prijs die te maken heeft metde aard, omvang en kwaliteit vanhet risico. Preventieve maatregelen, zoals een goede beveiliging,zijn dus ook van invloed op dehoogte van de premie. Dat geldtvoor CAR, dat geldt voor brand endat geldt voor de aansprakelijkheidsverzekering. Wij verdienenniet aan het feit dat we in eenvroeger stadium bij een risicoworden betrokken, maar het heeftwel later weer effect op onzepremie. De nieuwe eigenaar vanhet gebouw verdient wel, want hijkan met preventiemaatregelendirect het risico op brand beperken en naar een lagere premie toewerken."S t a t i s t i e kDe premies worden vastgesteldaan de hand van gemiddeldecijfers. Richard Oets: "We werkenmet de wet van de grote aantallen.Hoe meer gebouwen we verzekeren, hoe beter we kunnen uitrekenen wat de gemiddelde schadeper tak van industrie is. Wijstellen een premie altijd vast pergebouw. Een premie is dus altijdmaatwerk, maar wel afgeleid vande gemiddelde premies die wij inons bestand hebben staan. Van demetaalsector in Nederland bijvoorbeeld, die tienduizendenbedrijven telt, liggen bij het CBStoegankelijke statistieken. Daarnaast hebben wij statistieken vanhonderden metaalbedrijven. Weweten hoeveel bedrijven wehebben verzekerd, hoeveel verzekerde waarde eraan hangt enhoeveel schade we ervan hebben.Met die gegevens kunnen we uitrekenen welk percentage we vooreen gemiddeld metaalbedrijfmoeten vaststellen. Dit toetsenVoorkomen is beterdan blussenVerzekeringsmaatschappijen bezitten een schat aan statistische gegevens ophet gebied van brandschade. Dat moet ook wel, want statistieken vormen debasis voor hun bedrijfsvoering. Als geen ander kunnen zij dan ook bouwcon-structies beoordelen op hun brandveiligheid. Toch worden hun specialistendoor opdrachtgevers en architecten in de belangrijke ontwerpfase nog maarmondjesmaat geraadpleegd. En dat is jammer, want het zou zowel opdracht-gevers als verzekeraars veel geld kunnen besparen en de gebruiker voor veelellende kunnen behoeden.C o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gSchad ecement 2006 7 29we nog eens aan de cijfers van hetCBS en daarna hebben we eengemiddelde premie voor hetgemiddelde metaalbedrijf. Vervolgens krijgen we een concretevraag van onze tussenpersoon.Dan kijken we allereerst naar depreventiemaatregelen die zijngenomen. Bijvoorbeeld: er hangteen rookmelder en een inbraakmeldsysteem dat direct gekoppeldis aan de politie, het terrein ishelemaal afgesloten met eengroot hek met prikkeldraad erop,alle pallets worden ver vanuit degevel van het bedrijf neergezet,enz. Op basis van al deze gegevens maken we een maatwerkaanbieding."B o u w m a t e r i a l e nTussen de verschillende gangbarebouwmaterialen is een groot verschil in brandbaarheid. Je zoudaarom verwachten dat verzekeringsmaatschappijen ook bij demateriaalkeuze een rol zoudenwillen spelen. Dat ligt echter tochwat genuanceerder. Gerard Westerduin: "Voor de CARverzekering gaan wij ervan uit dat debouwmaterialen voldoen aan hetBouwbesluit. Voor de risicobeoordeling kijken wij niet zozeer naarmaterialen, als wel naar constructies. Die zijn namelijk meer vanrisicotechnisch belang. Natuurlijk,als wij zien dat brandgevaarlijkmateriaal wordt gebruikt, danwijzen we daar wel op. Maar deverantwoordelijkheid ligt bij deontwerper; materiaalkeuze is zijnvakgebied."Ook met de te hanteren uitvoeringsmethodiek met betrekkingtot het risico op brand bemoeit deverzekeraar zich nauwelijks."Tijdens de bouw worden over hetalgemeen zeer weinig brandpreventieeisen gesteld. We hanterenvoornamelijk de clausule `Brandgevaarlijke werkzaamheden', waaronder activiteiten vallen als lassen,slijpen, vlamsolderen en het aanbrengen van dakbedekkingen. Bijschade geldt dan een verhoogdeigen risico als niet wordt voldaanaan de eisen als de aanwezigheidvan voldoende brandblussers enhet hebben van een brandwacht.Volgens onze gegevens ontstaanoverigens niet veel brandschadesdoor uitvoeringsfouten; de meestebrandschades ontstaan door vandalisme en daarop heb je weiniginvloed. Je moet denken aan containers die in brand worden gestoken, en het door brandstichtinguitwissen van sporen na eeninbraak."Richard Oets: "Ons belang is hetcre?ren van een zo veilig mogelijke omgeving op gebied vanbrand en inbraak. Voor isolatie endakbedekking bijvoorbeeldworden dikwijls materialengebruikt die de brandontwikkeSprinklersysteemfoto: Aqua+ Sprinklersystemenb.v., GoorC o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gSchade30 cement 2006 7ling kunnen bespoedigen. Hoeminder brandbare isolatie in eengebouw zit, hoe beter het voorverzekerden is. En dit zijn eenvoudige manieren om een grotebrand te voorkomen! Mensen diebrand hebben beleefd, hebbendaar ongelooflijk veel narigheidvan. Meer dan 50% van de bedrijven in de MKBsector dat brandheeft gehad, is binnen drie jaarna dato failliet.""Ik signaleer wel dat we in Nederland steeds dunner en goedkoperbouwen: een stalen frame meteen damwandprofiel ertegenaan,een dak eroverheen, een beetje(brandbare) isolatie. Het gekke isvervolgens dat er de duurstedingen in worden opgeslagen:computers, laptops, enz. Hier zieje duidelijk dat de belangen vande eigenaar, die een pand slechtsvoor een paar jaar nodig heeft,niet parallel lopen met de belangen van de verzekeraar en debrandweer. We proberen daaromsteeds meer de discussie op tezoeken: waar hebben we gemeenschappelijke belangen?"B r a n d p r e v e n t i eVandalisme in de vorm van brandstichting is veruit de grootste schadeoorzaak in Nederland. Algemeen bekend is dat scholen eenverhoogd risico lopen in brand teworden gestoken. Dat geldt ookvoor bedrijven die afgelegenliggen. Richard Oets: "Neem dieafvalcontainer met papier. Ook alwas het de vandaal alleen om hetbrandje in de container te doen, deoverhangende kap van het bedrijfving wel de vlammen op. Ookpallets worden vaak in brandgestoken. Ons preventieadvieshierbij is: zet ze zover mogelijkvan je gebouw af. Als ze in brandworden gestoken, gaat in elk gevalje gebouw, je bedrijf, je handel, jeomzet, je winst niet mee verloren."Gerard Westerduin: "Hetzelfdegeldt voor de CAR. Negen van detien branden betreffen vandalismeen brandstichting. We proberendaar enigszins rekening mee tehouden en adviseren bijvoorbeeldin de richting van preventie ofbewaking. Sommige locatieshebben een historie; in zulkegevallen eisen we bijvoorbeeld eenmeldinstallatie tijdens deruwbouw. Normaal wordt een dergelijke installatie pas tijdens deafbouw neergezet. Veel meer kunje niet doen."Oets: "Bij scholen zijn we voorzichtig geworden. Daar willen webijvoorbeeld standaard eeninbraakmeldsysteem. Als iemandeen ruit intikt of een deur forceert, gaat er bij de politie meteeneen signaal af. Bij bedrijvenzeggen we: stalen containers,binnen zetten; autobanden, weverzekeren alleen als je ze binnenbewaart of in een stalen container. Zet een goed stalen hekom het terrein heen, laat geenbrandbare spullen buiten liggen,sluit je container af, installeeralarmverlichting en een inbraakmeldsysteem."H e r b o u wEen constructie die in brand heeftgestaan en weer wordt opgebouwd, wordt onbevangen beoordeeld. Gerard Westerduin: "Het isniet anders dan bezit dat metbehulp van de schadeuitkeringherbouwd gaat worden. We kijkendan puur naar de constructie diegeplaatst gaat worden. De schadeuitkering na brand is erop gerichthet pand terug te brengen in deoude staat, de oude waarde."Richard Oets: "Als een brandschade wordt gemeld, nemen wedeze in ontvangst en stellen weeen expert aan. Deze gaat er zosnel mogelijk heen en noteert alleswat van belang is voor de schadeafwikkeling. Alles is erop gerichtom de verzekerde, de ondernemerzo goed mogelijk te helpen. Wijzijn uit op een langdurige relatiemet onze verzekerden. Alsherbouw aan de orde komt en wijraken in gesprek, dan adviserenwij allerlei preventiemaatregelen.Daarmee is hij het meest gediend.Verder kiest hij zijn aannemer, dematerialen. Het is overigens nietalleen een kwestie van uitbetalen,maar ook met elkaar in gesprekzijn."F u n c t i e w i s s e l i n gPreventieve maatregelen verliezenvoor een deel hun doel als eengebouw van functie verandert.Richard Oets: "De architect,bekend met het Bouwbesluit,moet heel nadrukkelijk aan zijnopdrachtgever vragen: wat ga jedoen met dat gebouw? Maar alseen bedrijf van karakter verandert,dan kan het voorkomen dat hetgebouw daar helemaal niet voor isuitgerust. Daar moet de aannemerterdege rekening mee houden.Ook dan is het verstandig dat eenopdrachtgever via zijn tussenpersoon de verzekeraar erbij betrekt.V e r a n t w o o r d e r i s i c o ' sDe verzekeringsmarkt is na eenwoelige periode enkele jarengeleden, in rustiger vaarwaterterecht gekomen. Richard Oets:"Rond de Millenniumwisselingwerden, ingegeven door concurrentie, onverantwoorde risico'sgelopen: lage premies, onvoldoende vereiste preventiemaatregelen. De schaderesultaten warenvervolgens dramatisch. Als gevolghiervan is een aantal verzekeraarsvan de markt verdwenen. Langzaamaan zijn we weer op de goedeweg. Aanvankelijk hebben we deprijzen aangescherpt en goeddoorgerekend en de preventieopgeschroefd. Als resultaat is hetschadebeeld de afgelopen jaren bijalle verzekeraars aanzienlijk verbeterd. Dat zie je overigens terug inde premies. In 2001 hebben we diemet zijn allen fors aangetrokken.De afgelopen twee jaar vervolgenshebben we die op een aantalbelangrijke fronten weer flinkkunnen verlagen. Op het momentdat je het nodig hebt, moet je hetvragen, maar als het wat betergaat, moet je ook je tarievendaarop durven aanpassen. En ditalles dankzij de eis van goede preventie." nHenk Wapperom
Reacties