In de loop van de ontwikkeling van de Betuweroute is hetproject voorzien van een vijftal tunnels en een overkap-ping bij Barendrecht. Inclusief de toeritten, met een leng-te van circa 18 km, zijn de tunnels goed voor ruim 10%van de totale lengte. De tunnels maken deel uit van dedoorgaande lijn van de Betuweroute, ze zijn niet zicht-baar omdat de toeritten lang zijn door flauwe hellingen,smal en ? afhankelijk van ligging en waarnemingsposi-ties ? meer of minder present. Geen tunnels zonderdienstgebouwen, die de meest concrete en manifeste ver-schijning zijn van tunnels. De vormgeving van deze tun-nels is het onderwerp van dit artikel. Van west naar oostzijn het: de Botlektunnel, de Sophiaspoortunnel, de tun-nel Giessen, de tunnel Pannerdensch Kanaal en de tunnelZevenaar. Drie zijn boortunnels: Sophia, Botlek enPannerdensch Kanaal. De beide andere zijn volgens klas-sieke tunnelmethoden gebouwd.Het Masterplan Vormgeving Betuweroute voorzietin ??n vormgeving voor de gehele doorgaande lijnvan de Betuweroute. Onderscheid is gemaakt naarhet type kruising. Bij de zogeheten bovenregionalekruisingen ? dat zijn kruisingen met een gelijk-waardige infrastructuur, zoals een autosnelweg ofeen rivier ? wordt de gelijkwaardigheid tot uitdruk-king gebracht. Hier mag worden afgeweken van dieene vormgeving. Zo ontstaan als het ware bijzonderekralen aan een snoer. Dit principe van gelijkwaar-digheid bij bovenregionale kruisingen is ook van toe-passing bij de tunnels. Uitzondering is de tunnelZevenaar die in een trac?deel ligt dat samenvalt metde personenspoorlijn Arnhem ? Duitsland. In dezebundeling is het Masterplan niet van toepassing.Deze aanpak heeft geleid tot vijf afzonderlijke op-gaven die geen onderlinge afstemming behoefden.Dat was praktisch voor de drie betrokken adviesbu-reaus en hun architecten. In aanvang heeft dit tot vijfontwerpen geleid of ? anders gezegd ? tot vijf visiesop het fenomeen tunnel. Visies op de zichtbare con-sequenties van ondergrondse tunnels.De twee dienstgebouwen van de Botlekspoortunnel(op elke oever ??n) zijn uiterst klein en staan op eenweinig waarneembare plek. Ze gaan onopvallend opin hun karakteristieke industri?le omgeving van hetBotlekgebied. Markant blijven de toeritten met ge?n-tegreerde torenvormige dienstgebouwen van de Bot-lekautotunnel. Vanaf deze autosnelweg (A15) is deBotlekspoortunnel niet waarneembaar. Deze tunnelwordt in dit artikel verder niet behandeld.Dit artikel gaat niet in op de aansluitende geluids-schermen en bovenleidingen. Zie daarvoor hetartikel over het Masterplan.Hierna worden de vier tunnels van west naar oostkort en bondig beschreven.SophiaspoortunnelEerste Nederlandse tunnel, vernoemd naar een vrouw,verleidelijk liggend in het landschap...ir. M.P. BaauwDe Sophiaspoortunnel duikt onder op Kijfhoek enkruist vervolgens de spoorlijn Rotterdam ? Dor-drecht, sportpark Bakestein, de autosnelweg A16, deVinexlocatie Volgerlanden, de waterloop de Riet-baan, de Sophiapolder, de rivier De Noord, bedrij-venterrein Alblas en ten slotte de autosnelweg A15.Centraal gelegen is de Sophiapolder waar de tunnelnaar vernoemd is. De eerste tunnel die naar eenvrouwvernoemdis(Sophia,eenvrouwuitdeOranje-geschiedenis). Inclusief de toeritten ligt het projectin vijf gemeenten: Zwijndrecht, Hendrik Ido Am-bacht,OudAlblas,GraafstroomenPapendrecht.Hetproject is circa 8 km lang, waarvan circa 6 km tunnel.Ruimtelijk doorsnijdt het project diverse (dynami-sche) landschappen en ligt het op het snijvlak van deA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pI n f r a s t r u c t u u rcement 2003 6 15De kralen aan het snoer van de BetuwerouteVISIE OP DE TUNNELSir. Mari P. Baauw, architect Grontmij ? de Weger (de Weger is onderdeel van Royal Haskoning). Met bijdragen van:ir. Beate O. Vlaanderen-Geimer (architect, Arcadis) en ir. J. Nienke van de Lune (architect HR Studio)Schacht- en toerit-gebouw oostrandstad (Drechtsteden) en het landelijk gebied vande Alblasserwaard.Duidelijk zichtbaar van de tunnel zijn:? de toeritten (aan weerszijden);? twee toeritgebouwen;? twee vluchtschachten;? twee schachtgebouwen.Tot zover gaat het om `symmetrische' bouwdelen,boven de open bak van toerit oost komen drie ver-keerspoorten.O n t w e r pAls gevolg van aanvullende uitgangspunten is hetontwerp een aantal malen opnieuw gemaakt. Inchronologische volgorde:1. open bak met korte zinktunnel onder de Riet-baan en de Noord;2. als 1, maar met afdekking open bak;3. geboorde tunnel double stack (tweehoogcontainers).Op hoofdlijnen zijn steeds de algemene uitgangs-punten gehanteerd en bruikbaar gebleken.1. Het vormgevingsconcept is toepasbaar op hetdynamische landschap, verschuiving van kas-sengebied naar Vinexlocatie (Volgerlanden,Hendrik Ido Ambacht) en bijvoorbeeld vanagrarisch landschap naar recreatielandschap(Alblasserwaard).2. De betekenis voor het landschap geldt voor de(toegevoegde) functie of directe functionaliteitin en voor de omgeving.3. Vanuit het Masterplan volgen bovenregionalekruisingen met een eigen architectonische uit-werking.4. Alle zes gebouwen van ??n architectuur, opdatze, gaande door het landschap als zijndefamilie van elkaar herkend kunnen worden.U i t w e r k i n gHet resultaat laat zich als volgt verwoorden:? messcherpe uitsnede in het landschap(harmonie door contrast);? autonome plaatsing en verschijning (eigenrichting in het landschap);? expressie van de fascinatie voor de boortechniek(boren als verbeelding van beweging en hightechtechniek);? betreedbare grondsculpturen en bruikbareuitkijktorens;? zelfde materialisering en detaillering.De toeritgebouwen markeren de overgang van deopen bak naar de afgedekte bak of tunnel. De gebou-wen, relatief plat en klein, dragen de naam `Sop-hiaspoortunnel'. De schachtgebouwen staan op deplaats waar met boren is begonnen en zijn doorvormgeving, expressie en richting manifest voor de-ze techniek: borend, grondverzettend (grondsculp-tuur) en hightech techniek. Materialisatie: aards enhightech (ondergronds en bovengronds comple-mentair).De vluchtgebouwen, bedoeld voor een calamiteit diemeteenwaarschijnlijkheidvaneensinde10.000jaarkan optreden, krijgen een dagelijkse functie die veruitstijgt boven de veiligheidsfunctie.In de toeritten manifesteert zich de messcherpe uit-snede in het landschap: in Kijfhoek duikt dit spooronder, ten noorden van Papendrecht komt het spoorboven en ligt in een dunne groef in het weidse wei-delandschap. Op Kijfhoek waarneembaar uit de om-liggende omgeving en met name vanaf het spoorRotterdam ? Dordrecht. In de Alblasserwaard metnamewaarneembaarvanafdeA15endeomliggendeen kruisende infrastructuur. De combinatie van hetflauwgebogentrac?vandeBetuwerouteenhetvoort-durend kruisen van de locale infrastructuur maaktdat de ligging aandacht afdwingt.De drie verkeerspoorten zijn uitgevoerd volgens hetMasterplan. Door de scherpe kruisingshoeken en detoegepaste uitvoeringstechniek (zelfverdichtendbeton) zijn uiterst karakteristieke betonsculpturengerealiseerd. De eerste verkeerspoort, komend uitRotterdam, wordt overtuigend neergezet als karak-teristiek onderdeel van de Betuweroute. Evenalselders op de Betuweroute wisselt, gezien de oost ?west ori?ntatie, het beeld door een andere zonne-stand op verschillende tijdstippen van de dag. In deochtend en de avond zullen karakteristieke scha-duwbeelden zich aftekenen.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pI n f r a s t r u c t u u rcement 2003 616VluchtgebouwoostGiessentunnelKlassieke tunnel in een klassiek landschap met beschei-den markante dienstgebouwenir.M.BaauwDe Giessentunnel is relatief kort en is met de klas-sieke wanden-daktechniek uitgevoerd. Vanaf Slie-drecht tot Schelluinen ligt de Betuweroute niet strakgebundeld met de A15 of een andere infrastructuur(vrijwel de enige plaats waar dit gebeurt). De Betu-weroute loopt min of meer zelfstandig door deAlblasserwaard en kruist op een gegeven plaats eenvan de meest karakteristieke elementen, het rivier-tjedeGiessen.Degevoeligheidvandezelocatieheeftin de loop van het project ertoe geleid dat een tunnelin plaats van een brug wordt gerealiseerd.De Giessen heeft een sterk meanderende karakte-ristiek waarlangs in de loop der eeuwen bebouwingis ontstaan. Deze bebouwing is `historisch authen-tiek' te noemen, al zijn inmiddels alle architectuur-stijlen in min- of meerdere mate vertegenwoordigd.Voor de architectuuropgave van de drie dienstge-bouwen betekende dit enerzijds een lastige opgave,anderzijds een zekere mate van `vrijheid'. Intensieveafstemming met de Welstand heeft geresulteerd indrie markante gebouwen, in zekere zin geen gebouwzijnd, die terughoudend in het landschap staan.Evenals bij de Sophiaspoortunnel heeft de oost-westrichting geleid tot positionering van de dienstge-bouwen corresponderend met de richting van hetspoor. De gebouwen bevinden zich op de overgangopen-dichtaanbeidezijdenenhalverwegeopdewes-telijke oever ligt het pompgebouw. Elk gebouw teltslechts ??n bouwlaag. Ze zijn ontworpen met eengelaagde gevel waarvan de buitenste schil is opge-bouwd uit persroosters. De tweede huid is een ther-misch isolerend gestucte gevel. Tussen deze tweegevelsbevindenzichmogelijkedienstvoorzieningenen de glazen `poorten' naar het gebouw. De pers-roosters zijn begroeibaar. Het eindresultaat is eencompositie in het groen van stucwerk, glas en staal.Het meest westelijk gelegen gebouw heeft een dakdat als ware het opgetilde tunneldak is. Vanaf ditopenbare dak is er een goed zicht op het karakteris-tieke landschap, de Betuweroute en zijn impact ophet landschap. Evenzo is de tunnel met zijn entreeen dienstgebouw vanaf de westelijker gelegen ver-keerspoort goed waarneembaar. Opgemerkt wordtdat het dubbelgebogen dak een goed uitgevoerdcomplex betonwerk is.Tunnel Pannerdensch KanaalDijkgebouwen, zorgvuldig ingepast in het rivierenland-schap ...ir.B.O.Vlaanderen ? GeimerDe Betuweroute kruist het Pannerdensch Kanaaltussen Bemmel en Zevenaar. Het weidse landschapwordt bepaald door dijken, weilanden, steenfabrie-ken en natuurlijke oevers. In dit kenmerkende endynamische rivierenlandschap leven onder meer dezeldzame kamsalamander en de rugstreeppad. Ineerste instantie voorzag het plan in een spoorbrugover het kanaal. Om echter het authentieke land-schap met zijn bijzondere natuurwaarde te behou-den en de uiterwaarden door de bouw van een spoor-brug niet aan te tasten, is gekozen voor een geboordetunnel met een lengte van bijna drie kilometer. Detunnel ligt in de gemeenten Bemmel, Rijnwaardenen Duiven.De westelijke toerit ligt bij buurtschap Boerenhoek.Na de Rijndijk begint het geboorde gedeelte en duiktA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pI n f r a s t r u c t u u rcement 2003 6 17DienstgebouwGiessentunnel met hetdubbelgebogen dakonder de uiterwaarden en de steenfabriek Huissen-waard door. Op een diepte van twintig meter kruistde tunnel het Pannerdensch Kanaal en de Kandia-dam. Bij de Kandiadijk komt het spoor bovengronds.De tunnel bestaat uit twee afzonderlijk geboordebuizen met aan de uiteinden open of gedeeltelijkgesloten toeritten. Deze toeritten zijn volgens dewanden-dak methode gebouwd. De westelijke tun-neltoerit is niet direct gekoppeld aan het tunnelge-bouw. Enkele honderden meters nadat het spooronder het maaiveld is verdwenen, ligt het tunnelge-bouw. Bij de oostelijk tunneltoerit komt het spoordirect na het tunnelgebouw aan de oppervlakte.De tunnelgebouwen bevatten dienstruimten en eencoupurekering die noodzakelijk is om de tunnel bijoverstroming te kunnen afsluiten. De plaats van degebouwen is ruimtelijk gekoppeld aan de waterke-ring: de rivierdijk.De tunnelgebouwen aan de oost- en westzijde heb-ben dezelfde vorm gekregen. De bijna identiekegebouwen onderscheiden zich door de ligging inhun omgeving. Aan de westkant ligt de tunnel zodiep, dat de onderbouw van het tunnelgebouw slechteen meter boven de grond te zien is. Op deze plekervaren we eigenlijk alleen de coupuredeuren diecirca 5 meter er bovenuit steken.Aangezien de tunnel aan de oostzijde veel hoger ligten het gebouw in de dijk ingebed is, heeft dit onderandere tot gevolg dat de coupuredeuren hier over dedijk heen 'kijken'. De tunnelwanden van de openbakken zijn aan de binnenkant met antracietkleu-rige houtwolcementplaten bekleed.Bij de architectonische uitwerking heeft de functievan `dijkgebouw' met de coupurekering tegen over-stroming, de nadruk gekregen. De werking van decoupurekering is duidelijk in de vormgeving zicht-baar gemaakt, zonder dat de gebouwen zich van hunnatuurlijke omgeving vervreemden. Het zorgvul-dige inpassen in het rivierenlandschap was eenbelangrijke voorwaarde. De coupuredeuren, dieboven het basement uitsteken, geven het tunnelpro-fiel weer. De twee deuren liggen tussen drie verticalebetonschijven. Het vlak, dat van een transparantegevelbekleding (lamellen) voorzien is, geeft hetdwarsprofiel van de tunnel bovengronds weer.Bij de materiaalkeuze voor het basement ? de tech-nische ruimtes ? is gekozen voor een gevelbekledingvanbaksteeneneenbegroeiddak.Deuren,kozijnen.lamellen en luchtrooster zijn van verzinkt staal meteen poedercoating in een metalen kleur en glas voorde toegangen en vluchtdeuren.Het beton van de tunnelbak zet zich door tot het cou-puregedeelte. De betonnen gevel is opgebouwd uitprefab elementen.Tunnel ZevenaarTunnelgebouwen maken de tunnel expressief bovenmaaiveld: beton verbergt, glas verhultir.J.N. van de LuneHet Masterplan Vormgeving Betuweroute is nietmeer van toepassing wanneer we Zevenaar binnen-rijden. De geluidsschermen, randelementen van dekunstwerken en de bovenleidingmasten op dit trac?onderscheiden zich in vorm van wat we aantreffenop de andere trac?delen. In nauwe samenspraak metde gemeente Zevenaar zijn de civiele objecten loca-tiespecifiek ontworpen.Twee tunnelgebouwen vormen het zichtbare ge-deelte van de ondergrondse infrastructuur in Zeve-naar. De bouw van de 2,3 km lange tunnel is in dezomer van 2003 gereed. De aanleg van de tunnel iseen ingreep op stedenbouwkundig schaalniveau. Detwee identieke gebouwen markeren de oostelijke enA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pI n f r a s t r u c t u u rcement 2003 618Tunneltrac? en hetdienstgebouwoostelijke toeritwestelijke tunneltoeritten en daarmee tevens debebouwingsgrens van Zevenaar.De gebouwen zijn de `technische machinerie' van detunnel en zijn tot in detail technisch, minimalistischen abstract vormgegeven. De gebouwen hebben eeninteractie met zowel de omgeving als de tunnel. Degebouwen staan zonder omheining `tastbaar' in decontext. Door een deel van het gebouw op te tillen,wordt de open tunnelbak voor het publiek zichtbaar.Het casco van de tunnelgebouwen bestaat vollediguit beton. Dubbele vloeren van ter plaatse gestortbeton en massieve betonnen wanden, omkleed meteen vlies van glas en keramiek, vormen gezamenlijkde uiterlijke verschijning van de tunnelgebouwen.Dit solide casco (ver)bergt de installatietechniek vande tunnel, zoals de telecominstallatie, noodstroomaggregaten (NSA), trafocellen en een meld- en be-stuursruimte voor de brandweer. Brandoverslag vanen naar de tunnel wordt op deze wijze vermeden. Bijcalamiteiten is het functioneren van de installatie-techniek blijvend geborgd. Eigenlijk kunnen de ge-bouwen worden beschouwd als bovengrondse bun-kers, verhuld in een uitdagende glazen huid.Ondanks het ongenuanceerde karakter van het be-tonnen casco lijkt het tunnelgebouw uit twee bouw-massa's te bestaan die door het rooster van de NSAgescheiden worden. Door de opdeling van hetgebouw in het keramische deel (de romp) dat bovende laatste gesloten tunnelmoot staat en het reflecte-rende glazen deel (de kop) dat boven de tunneltoeritzweeft, wordt het totaal-volume optisch verkleind.De gelaagde gevel van de ` kop' bestaat uit profiel-loos geprint glas, gezet voor de massieve betonnenwand en bevestigd met glasklemmen. De romp isbekleedmetkeramischeelementenvoorzienvaneenpatroon van vierkanten dat een abstractie geeft aande bouwmassa. Het geheel staat op een betonnenplint van waaruit de kolommen achter het glasvliesverdwijnen.In de avond zal deze verticaal gelaagde structuurbenadrukt worden door lijnen glasfiber die verholenin de kolommen liggen.Resum?De Botlekspoortunnel gaat onopgemerkt op in hetindustri?le landschap: geen waarneming, geen ge-bruikers: geen expressie.De Sophiaspoortunnel kan gezien worden vanuitvelerlei standpunten. De tunnel verbeeldt de fasci-natie voor de (voor Nederland relatief nieuwe) boor-techniek, met een toegevoegde waarde voor degebruikers van het landschap.DetunnelGiessenmanifesteertzichmetkleinedochmarkante gebouwen in een gevoelig kleinschaliglandschap: op de beste plek wordt op dit landschapeen nieuw perspectief geboden.De tunnel Pannerdensch Kanaal is bescheiden dochstoer aanwezig in het unieke Rijnstrangengebied.De tunnel Zevenaar geeft ruimte aan de stad, debeide tunnelgebouwen markeren dag en nacht debebouwingsgrens.De interactie met de omgeving enerzijds en de fas-cinatie voor de (boor)tunneltechniek anderzijds,komen tot uiting in de expressie van de tunnels methun dienstgebouwen. Deze gebouwen zijn in eersteinstantie door hun positie en richting autonoomgeplaatst, maar hebben tegelijkertijd een duidelijkebetekenisvolle en functionele relatie met de omge-ving.Al met al: bijzondere kralen aan het snoer van deBetuweroute. sA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pI n f r a s t r u c t u u rcement 2003 6 19Tunnelgebouw zuiden tunnelingang
Reacties