In 2008 is de Hollandse Brug in rijksweg A6 onderhouden en versterkt. Strukton Civiel heeft in samenwerking met de Technische Universiteit Delft onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om verkeershinder tijdens het uitvoeringsproces van een betonnen overlaging te beperken. Dit vijfde en laatste deel van de serie beschrijft de resultaten van het laboratoriumonderzoek naar het effect van verkeerstrillingen op verhardend beton. Ook worden conclusies gegeven van het gehele het onderzoek. Auteurs:ir. Carlos Bosma, ir. Hessel Galenkamp, ing. Bas Obladen (Strukton Civiel)prof.dr.ir. Klaas van Breugel, dr.ir. Eddy Koenders (TU Delft, fac. CiTG) In het dossier Hollandse Brug en het dossier Verkeerstrillingen Hollandse Brug vindt u de andere artikelen met deze thema's.
Verkeers trillingen en jong beton
1 2012
|
online
online
Verkeers
trillingen
en jong beton
In 2008 is de Hollandse Brug in rijksweg A6 onder -
houden en versterkt. Strukton Civiel heeft in
samenwerking met de Technische Universiteit Delft
onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om
verkeershinder tijdens het uitvoeringsproces van
een betonnen overlaging te beperken. Dit vijfde en
laatste deel van de serie beschrijft de resultaten
van het laboratoriumonderzoek naar het effect
van verkeerstrillingen op verhardend beton. Ook
worden conclusies gegeven van het gehele het
onderzoek.
1
Onderzoek effect van verkeerstrillingen op onderhoud kunstwerken (5)
Dit is het vijfde en laatste artikel in een serie over het onderzoek naar het
effect van verkeerstrillingen op het verhardingsgedrag van jong beton.
In de eerst vier delen ging het om:
? inleiding case Hollandse Brug;
? probleemdefinitie en doelstelling;
? ontwerp en functionaliteiten van het monitoringsysteem;
? meetsysteem;
? modellering van interactie voertuig-brug;
? monitoring rek- en trillingswaarden.
In dit vijfde deel komen aan bod:
? laboratoriumonderzoek naar het effect van verkeerstrillingen op
verhardend beton;
? conclusies uit het onderzoek en toekomstvisie.
Verkeers trillingen en jong beton
2
2012
|
online
1 Hollandse brug
2 Storten van de overlaging [4]
3 Opstelling voor reksimulatie [4]
4 Opstelling voor snelheidssimulatie [4]
5 Statisch onbepaalde proefopstelling [4]
wordt opgelegd met een vijzel, die op basis van variabele oliedruk
de kracht kan reguleren om zo de gewenste constructierespons te
simuleren (fig. 3). De proefstukken voor de snelheidsproeven zijn
korter gekozen om zo mogelijke rekverhogende traagheidseffecten
van de vrije uiteinden te voorkomen (fig. 4).
De rekwisselingen ten gevolge van verkeerstrillingen worden
gesimuleerd via een snap-back systeem: de kracht wordt
constant aangepast aan de gemeten vervorming van het proef-
stuk. De snelheden worden gesimuleerd door de vijzelverplaat-
sing als functie van de tijd te programmeren. De maximale
rekwisselingen zullen in de praktijk optreden tijdens een file,
terwijl de grootste verticale snelheden in het brugdek optreden
wanneer er een kritisch voertuig met zeer hoge snelheid over
de brug rijdt. Naast deze praktijkwaarden worden er ook extre-
mere belastingen opgelegd.
Belastingsprogramma
Om de invloed van diverse parameters op de prestatie van het
beton te onderzoeken, worden er proefseries uitgevoerd
waarbij er telkens één parameter wordt gevarieerd, terwijl de
overige parameters constant worden gehouden. Op deze wijze
wordt de invloed onderzocht van de volgende parameters:
? verticale snelheid (deeltjessnelheid);
? rek;
? frequentie;
? statisch schema (statisch bepaald en statisch onbepaald (foto 5));
? tijdstip van belasten (directe belasting of eerste dag geen
belasting);
? oppervlaktebehandeling.
5
2
3
4
ir. Carlos Bosma, ir. Hessel Galenkamp, ing. Bas Obladen
Strukton Civiel
prof.dr.ir. Klaas van Breugel, dr.ir. Eddy Koenders
TU Delft, fac. CiTG
Om het verhardingsgedrag van beton bij trillingen te onderzoe-
ken, zijn diverse proeven uitgevoerd. Het belasten van proef-
stukken met typische trillingskarakteristieken, zoals rek- en
snelheidswaarden, vereist een nauwkeurige modellering van
het systeem. Omdat maximale rekken en maximale snelheden
niet gelijktijdig optreden, is ervoor gekozen deze fenomenen
afzonderlijk te onderzoeken in aparte opstellingen.
Proefopstelling
De proefstukken bestaan elk uit een basisstuk van beton
waarop een betonnen overlaging wordt aangebracht (foto 2).
Deze overlaging wordt vlak vóór het belasten aangebracht door
een scharnierende bekisting te bevestigen aan het basisstuk
waarbinnen het beton wordt gestort. Op deze manier kan het
beton verharden op het proefstuk terwijl het wordt belast. De
belasting moet aan de onderkant van het beton worden inge-
bracht omdat aan de bovenzijde het beton is gestort. De kracht
Verkeers trillingen en jong beton
3 2012
|
online
online
2,8
2,55
2,3
2,05
1,8
1,55
1,3
2,8
2,55
2,3
2,05 1,8
1,55
1,3
2,8
2,55
2,3
2,05
1,8
1,55
1,3
2,8
2,55
2,3
2,05
1,8
1,55
1,3 105 mm/s 5Hz
treksterkte [N/mm
2]
treksterkte [N/mm
2]
70 mm/s 5Hz
70 mm/s 5Hz 70 mm/s
2,5Hz 35 mm/s
2,5Hz reference
0Hz
35 mm/s
5Hz 35 mm/s 5Hz
reference 0Hz
6 Ingelijmd trekbalkje [4]
7 IRPS in normaal licht en UV-licht [4]
8 Treksterkteverdeling van snelheidproeven [4]
9 De invloed van frequentie op de treksterkte [4]
10 Vergrootte overgangszones (geel) [4]
11 Verticaal georiënteerde poreuze zones [4]
per proef is vergroot, laat geen afname van de treksterkte zien
ten opzichte van het referentiestuk
De invloed van de trilsnelheid is verder onderzocht door vari-
atie van frequentie en tijdstip van belasten. In figuur 9 is het
resultaat weergegeven van de treksterktes uitgevoerd bij
proeven met 2,5 Hz. In de resultaten is te zien dat de sterkte bij
een maximale trilsnelheid van 35 mm/s en 2,5 Hz niet nadelig
wordt beïnvloed en dat het resultaat van 70 mm/s bij 2,5 Hz
vergelijkbaar is met dat van 35 mm/s bij 5 Hz. Dit beeld beves-
tigt het vermoeden dat trillingen beter kunnen worden uitge-
drukt in versnellingen.
Optisch onderzoek
Hoewel de interface nieuw beton-oud beton vaak als kritisch
wordt aangemerkt, bleek deze zone niet nadelig te worden beïn-
vloed door opgelegde trillingen. De samples die de grootste snel-
heden hadden ondergaan, vertoonden daarentegen wel een
vergrootte poreuze zone rondom de toeslagmaterialen. Door
aaneenschakeling van deze poreuze overgangszones kan een faal-
vlak naar deze locatie verschuiven. In de trekproeven werd dit
waargenomen door een toenemend aantal faalvlakken binnen de
overlaging, terwijl de referentieproef consequent op de interface
nieuw beton-oud beton faalde. Het veranderen van faalvlak en
afname van treksterkte werd niet teruggevonden in de samples die
grote rekwisselingen hebben ondergaan (fig. 10).
Proefstukverwerking
Wanneer het beton van de overlaging drie dagen is belast, wordt
het proefstuk uit de opstelling gehaald waarna er diverse samples
uit het proefstuk worden gezaagd (foto 6). Er wordt onderscheid
gemaakt tussen samples voor trekproeven en samples voor optisch
onderzoek. Per proefstuk worden er acht samples gezaagd om de
hechtsterkte tussen de overlaging en het basisstuk te bepalen. Om
het optisch onderzoek uit te voeren worden er vijf IRPS-samples
(Impregnated Reground Plane Sections) geprepareerd. Het prepa-
ratieproces van deze samples bestaat uit het impregneren van het
beton met een epoxyhars waarna de samples worden gepolijst. Na
het polijsten kunnen de samples worden onderzocht onder de
microscoop. Wanneer de samples onder UV-licht worden
bekeken, worden indicatoren als scheurvorming, ontmenging,
bleeding en poreuze delen geaccentueerd door een verhoogde
harsconcentratie (foto 7). Door de samples van onbelaste proef-
stukken te vergelijken met belaste proefstukken, ontstaat er inzicht
in optredende schadebeelden.
Resultaten trekproeven
Om de spreiding in de resultaten van de trekproeven te beperken,
is het belangrijk de proeven telkens op dezelfde manier uit te
voeren. Uiteraard zal er altijd een zekere spreiding in de resultaten
te vinden zijn. Om deze spreiding per proef weer te geven, zijn de
resultaten als volgt weergegeven (fig. 8): de hoogste en laagste
treksterkte zijn als lijn op het zwarte vlak weergegeven, de boven-
en onderkant van dit zwarte vlak geven het bereik van de overige
waarden aan, waarbinnen het gemiddelde van alle waarden met
een wit vierkant is aangegeven.
De resultaten van de snelheidsproefserie laten een duidelijke
afnemende trend zien bij een toenemende trillingsnelheid en
een vaste frequentie van 5 Hz. De proevenserie, waarbij de rek
6
7
8
9
Verkeers trillingen en jong beton
4
2012
|
online
Met de komst van de DBMFO-contracten hebben de overhe-
den verantwoordelijkheden naar de publieke sector geschoven.
Hiermee is de publieke sector geconfronteerd met enorme risi-
co's betreffende deze DBMFO- en PPS-contracten, met als
gevolg enorme innovatiebehoefte. De aanpak voor het beheer
van infrastructuurnetwerken in termen van levensduurbenade-
ring wordt voorzien als kosteneffectieve manier van beheer.
Voor deze benadering zijn innovaties nodig. Het realiseren
daarvan is een uitdaging voor de hele sector.
Om invulling te geven aan de omschreven innovaties hebben
verschillende partijen, geïnitieerd door Strukton Civiel en de
Technische Universiteit Delft, een programma ingediend bij
Technologie Stichting STW. Het programma (IS2C) 'Integral
Solutions for Sustainable Construction' heeft de ambitie inno-
vatieve oplossingen te zoeken om de mobiliteit op het Neder -
landse wegen- en spoorwegennet te waarborgen. Onderzoeks-
gebieden zijn: 'Sensing & Monitoring', 'Degradation Mecha-
nisms' en 'Materials & Structures'. Verdere informatie is te
vinden op de website van Technologie Stichting ST W.
?
Toch werd in het optisch onderzoek wel gevonden dat er een
vergroting ontstaat van verticaal georiënteerde, geconcentreerde
poreuze zones (fig. 11). Door de continue lastwisselingen ontstaat
er een zone waarbij de hydratatieproducten dus worden verstoord.
De invloed van deze verstoring is zeer lokaal en door de verticale
oriëntatie niet meetbaar in de trekproeven. Een mogelijke scheur
ter plaatse van deze poreuze zone staat haaks op de richting van de
belasting. De wapening zal de scheurwijdte controleren en de
prestatie van de constructie is niet meetbaar beïnvloed.
Conclusies uit het onderzoek en toekomstvisie
Uit het uitgevoerde onderzoek en de vele praktijkmetingen zijn
de volgende conclusies het meest aansprekend:
? De combinatie van modellering, monitoring en laboratori-
umonderzoek geeft een bevredigend resultaat in deze speci-
fieke situatie. In dit geval kan de verkeershinder worden
geminimaliseerd op basis van inzicht in de relatie tussen
belasting (verkeerstrillingen) en constructieve weerstand
(kwaliteit jong beton).
? Het brugmonitoringsysteem kan worden gebruikt voor verschil -
lende doeleinden: de registratie van verkeer door middel van
'Weigh in Motion', lange duur respons en modellering van het
kunstwerk. Het systeem levert specifieke informatie voor rand-
voorwaarden aan het laboratoriumonderzoek.
? Verkeerstrillingen van significante waarde zullen de (trek)
sterkte van beton negatief beïnvloeden. Hoge deeltjessnelhe-
den hebben de sterkte verminderd met een maximum van
28%. Belasting met hoge drukspanningen had geen invloed
op de ontwikkelde treksterkte van de proefstukken. Belasting
met trekspanningen verminderde de sterkte met 10% en
scheuren in de proefstukken zijn waargenomen.
? Toepassing van deze resultaten op andere kunstwerken kan
worden gerealiseerd door simulaties of metingen aan het kunst-
werk. Met deze gegevens kan de toepasbaarheid van de onder -
zoeksresultaten op overige kunstwerken worden geverifieerd.
? Trillingsfrequenties beïnvloeden de testresultaten. Gelijk-
waardige trillingssnelheden, maar verschillende frequenties,
gaven verschillende resultaten. Niet de deeltjessnelheid, maar
de deeltjesversnelling lijkt beter toepasbaar voor de definitie
van (verkeers)trillingen.
De inhoudelijke onderzoeksresultaten hebben inzicht opgele-
verd in hoe jong beton, in de situatie van de Hollandse Brug,
reageert op verkeersbelastingen. Naar de toekomst kijkend en
de algemene aard van de situatie beschouwend, wordt het
volgende beeld duidelijk:
Serie online
Bekijk de volledige serie
'Verkeerstrillingen Hollandse brug' op
www.cementonline.nl/verkeerstrillingenhollandsebrug
? REfEREntiEs
1 Strukton Brug Monitoring Systeem (interne communicatie Strukton Engineering),
Data acquisitie van de 'Hollandse Brug', 2009.
2 Rijkswaterstaat, ROBK-6 - Richtlijn voor het Ontwerp van Betonnen Kunstwerken 6:
Rijkswaterstaat, 2006.
3 Ansell A., Silfwerbrand J., The vibration resistance of young and early-age concrete.
Structural Concrete, Vol. 4, 2003, No. 3, pp. 125 - 134.
4 Galenkamp H.F, The Influence of Traffic Vibrations on the Hydration Process of Early-age
Concrete, Master Thesis, Delft University of Technology, M&E Publication MT17, 2009.
? LitER atuuR
1 Strukton Brug Monitoring Systeem (interne communicatie Strukton Engineering),
Data acquisitie van de Hollandse Brug, 2009.
2 Rijkswaterstaat, ROBK 6 - Richtlijn voor het Ontwerp van Betonnen Kunstwerken 6:
Rijkswaterstaat, 2006.
3 Ansell A. & Silfwerbrand, J., The vibration resistance of young and early-age concrete.
Structural Concrete, Vol. 4, 2003, No. 3, pp. 125 - 134.
4 Galenkamp, H.F, The Influence of Traffic Vibrations on the Hydration Process of Early-age
Concrete. Master Thesis, Delft University of Technology, M&E Publication MT17, 2009.
10 11
Reacties