Verkeerd en goed in de betonbouw (Vll)door Kolonel b.d. P. W. ScharrooEen bewijs dat op ervaring berust,verdientdevoorkeurboveneenbewijs,dat op redenering is gegrond.Otto von GuerickeHet feit, dat van de zijde van lezers van 'Cement' verschillendemededelingen werden ontvangen over fouten, welke zij haddenwaargenomen bij de uitvoering van betonwerken, wordt uiter-aard zeer gewaardeerd. Voor het merendeel kwamen deze mede-delingen neer op onderwerpen, welke reeds in deze artikelen-reeks werden behandeld. Zij zijn echter een bewijs te meer, datnog steeds bij het maken van beton gevallen van zorgeloosheidvoorkomen, welke niet genoeg kunnen worden veroordeeld.Zorgeloosheid is de ergste vijand van het maken van goed beton;ook waar het geldt schijnbaar onbelangrijke kleinigheden, dietoch van veel invloed kunnen zijn op de hoedanigheid van hetbeton.Het volgende voorbeeld van grote zorgeloosheid en ondeskundig-heid is t? sprekend, om niet te zeggen bijna ongelooflijk, om niette worden vermeld.Onzuiver aanmaakwater en verontreinigde toeslagVerkeerdBij het maken van een betonvloer werd als aanmaakwater voorde betonspecie gebruikt bruin, drabbig water, dat uit een putwerd geschept en daarna op primitieve wijze in een ijzeren bakwerd verwarmd met het oog op het feit, dat bij vorst moest wor-den gewerkt. Als toeslagmateriaal werden toegepast verontrei-nigd leemzand en grind van een willekeurige korrelgrootte.Deze materialen werden op de gis in bepaalde hoeveelhedendooreen gemengd in een zeer verouderde betonmolen. De metdeze betonspecie gestorte vloer werd op geen enkele wijzenabehandeld en bij een temperatuur van -S ?C zelfs niet afgedekt.Het feit dat wonder boven wonder deze vloer geen gebrekenvertoonde, mag natuurlijk geen aanleiding zijn om de gevolgdewerkwijze anders te beschouwen dan als een afschrikwekkendvoorbeeld van roekeloze ondeskundigheid.GoedWellicht ten overvloede wordt opgemerkt:1. Het aanmaakwater moet worden beschouwd als een van debelangrijke materialen, met behulp waarvan beton wordt ver-vaardigd. Art. 7 van de G.B.V. 1950 bepaalt dan ook, dat hetwater voor de bereiding van betonspecie zuiver en zoet moet zijn.Zand en grind moeten zuiver zijn, niet in noemenswaardigemate zijn verontreinigd door slib of klei. Zij mogen geen voorbeton schadelijke stoffen bevatten en moeten van doelmatigegrootte en korrelverhouding zijn.2. Na het storten moet de betonspecie worden afgedekt envochtig gehouden en tijdens vorst worden beschermd tegeninwerking van de koude.Dooreen mengen van verschillende cementsoortenVerkeerdIn een klein betonwerk traden reeds kort na de verharding vanhet beton kleine scheurtjes op. Het onderzoek wees uit, dat desamenstelling van de betonspecie juist was, ook wat betreft dekorrelverdeling van de toeslagmaterialen, terwijl ook met devereiste beperking van het watergehalte rekening was gehouden.Aan de nabehandeling van de gestorte betonspecie was de nodigezorg besteed.Echter had de aannemer een paar kleine partijen portlandcementen hoogovencement, welke hij nog had liggen, opgebruikt doordeze door elkander te mengen. Hieraan moest het optreden vande scheurtjes worden toegeschreven.GoedMeng nooit verschillende cementsoorten door elkander. Portland-cement en hoogovencement hebben een onderling verschil-lende samenstelling, zodat het scheikundige bindings- en ver-hardingsproces voor deze beide cementsoorten niet hetzelfdeis en ook de krimpverschijnselen verschillend zijn. Dooreenmengen van deze cementen kan dan ook leiden tot verminderingvan de hoedanigheid van met het mengsel vervaardigd beton enongelijke volumeveranderingen bij krimpen of uitzetten tengevolge hebben met -zoals in het onderhavige geval is gebleken-de hieraan verbonden mogelijkheid van het optreden vanscheurtjes.Hetzelfde geldt ook, al is het natuurlijk in veel mindere mate,voor het dooreen werken van verschillende merken van eenzelfdecementsoort. Zonder dat dit iets afdoet aan de hoedanigheid,kan de scheikundige samenstelling van de onderscheidene merkentussen bepaalde toelaatbare grenzen veranderlijk zijn. Als gevolghiervan maken zij niet geheel hetzelfde verhardingsproces dooren zijn ook de volumeveranderingen bij krimpen en uitzettenniet even groot.Hoewel dit wellicht als een weinig t? voorzichtig kan wordenbeschouwd, is het dan ook toch beter ook verschillende merkenvan eenzelfde cementsoort niet dooreen te mengen en dezeafzonderlijk naast elkander te gebruiken.Ten slotte de raad: Hecht niet te veel waarde aan resultaten vanlaboratoriumproeven, waarbij is gebleken, dat onderling ver-mengen van verschillende cementsoorten geen nadelige gevolgenbehoeft te hebben; vooral niet wat de sterkte van hiermede ver-vaardigd beton betreft. Er is een groot verschil tussen laborato-riumproeven en de practijk. De bijzondere zorg, welke aan hetvermengen kan worden besteed in een laboratorium, zal in depractijk allerminst kunnen worden verzekerd.Volg bij het maken van beton de veilige weg; vertrouw nooit op deonzekere mogelijkheid!Beschadiging van bekistingplatenVerkeerdWanneer bij het maken van bekistingen van wanden de koppelingvan de beide wandbekistingen geschiedt door middel van center-pennen, worden voor het aanbrengen van deze pennen dikwijlsgaten geboord in de dekplaten van hardboard of betontriplex,welke de schaarbekisting bedekken.Deze dekplaten worden hierdoor onnodig beschadigd, hetgeenten nadele komt van de mogelijke gebruiksduur van de platen,terwijl ook het uiterlijk van het betonoppervlak hieronder lijdt.GoedTussen de rasters R van de schaarbekistine (afb. l) reeels plaatsen, zwaar 5 bij 7 cm,waarop een strip S vanhardboard is aangebracht.In deze tussenregels enstrippen worden de gaten-voor de centerpennen Cgeboord.In de afdekplaten A wor-den aldus geen gaten ge-maakt, terwijl de regelsmeerdere malen kunnenworden gebruikt door destrip van hardboard tevernieuwen, waardoor deoude gaten worden be-dekt. Ook kunnen in degaten van de regels hou-ten proppen worden aan-gebracht. Aangezien destripS 3 cm smaller is dandetussenregel, heeft dezewerkwijze bovendien hetvoordeel, dat de afdek-platen bij de horizontaleafb. ICement 7 (1955) Nr 9-10 245naden een vaste ondersteuning krijgen. Hierdoor behoeven zijminder te worden gespijkerd en worden bovendien de randenvan de platen niet beschadigd.Fouten bij het verwerken van licht betonVerkeerdBij het verwerken van platen van licht beton worden niet zeldengebreken waargenomen als :breken, afbrokkelen van randen, optreden van scheuren, enz.door te weinig zorg bij het vervoer en bij het in het werk brengenof door een ondoelmatige opslag ;een slap verband tussen de platen onderling en scheuren alsgevolg van het maken van te dikke voegen ;beschadiging van platen, wanneer deze in natte toestand wordengezaagd;afvallen van pleisterlagen door te vroeg pleisteren van drogeplaten.Goed1. Nooit vergeten, dat de eigenschappen van licht beton invele opzichten afwijken van die van normaal beton, zodat aan hetbehandelen en het verwerken andere eisen worden gesteld dandie, welke voor normaal beton gelden.2. Platen van licht beton met zorg vervoeren op hun kant en nietop hun plat. Hierdoor wordt voorkomen, dat de platen breken ofscheuren ten gevolge van stoten tijdens het vervoer.3. Platen van licht beton niet opslaan op hun plat (waarbij doorongelijkmatige druk breuk niet is uitgesloten) doch op hun kant.De opgestapelde platen ondersteunen door een lat of plank onderde koplaag.4. Tijdens de opslag de platen door afdekking beschermen tegenregen en andere weersinvloeden. In het bijzonder is dit nodig bijlage temperaturen en vorst, teneinde te voorkomen, dat deporeuze platen vocht opnemen, waarvan stuk vriezen het gevolgkan zijn.5. Bij wanden van platen van licht beton wordt een goed verbandtussen de platen onderling verkregen door toepassen van smallevoegen, welke grondig en dicht worden volgezet met mortel.Dikke en onvolledig met mortel gevulde voegen geven een slapverband en veroorzaken niet zelden scheuren in de platen.6. V??r het verwerken platen van licht beton even onder-dompelen in water, zodat zij aan alle kanten goed vochtig zijn endus geen water wordt onttrokken aan de mortel, met behulpwaarvan de platen in het werk worden gebracht.7. Zagen of splijten moet geschieden in droge toestand.8. In geval bepleisteren van in het werk gebrachte platen nodigis, een zeer dunne pleisterlaag toepassen, welke in het algemeenniet eerder mag worden opgebracht dan na ten minste tweeweken na het optrekken van de wand. De te bepleisteren platentevoren goed schoon en nat maken en gedurende enkele uren,voorafgaande aan het bepleisteren, goed nat houden.Minder goed beton bij kolommen en wandenVerkeerdTot de bij kolommen en wanden v n gewapend beton meestavoorkomende gebreken behoren :I. Ontmenging van debetonspeciedoor:a. Verkeerd storten van de betonspecie. Wordt deze in schuinerichting in de bekistingen gestort (afb. 2), dan wordt zij ont-mengd door botsen van de grovere toeslagkorrels tegen debekisting. Bovendien bestaat dan de mogelijkheid, dat groveretoeslagkorrels blijven hangen tussen de bekistingen de wapening,hetgeen eveneens ontmenging ten gevolge kan hebben.b. Overmatig trillen met te kleine onderlinge afstanden en bijdunne wanden door het toepassen van trilnaalden in plaats vankisttrillers.c Onvoldoende nat maken van de bekistingen, waardoor aan debetonspecie water wordt onttrokken, dat nodig is voor hetscheikundige proces van de verharding.2. Zwakke plekken in het betonoppervlak als gevolg van eengroot aantal naden in de bekisting.Vooral wanneer de betonspecie te weinig fijn zand bevat, komendoor de naden cementlijm en mortel naar buiten. Ter plaatsevan de naden krijgt daardoor de betonspecie een andere samen-stelling, welke zwakke plekken in het beton geeft. In het bijzonderbij trillen van de betonspecie, waarbij grote druk wordt uit-geoefend op de bekistingen, is de mogelijkheid groter, datcementlijm naar buiten wordt gedrukt en tevens lucht naarbinnen wordt gezogen, zodat het oppervlak ter plaatse van denaden slechte gedeelten krijgt.3. Onvoldoende aansluiting van kolommen en wanden aan d?fundering als gevolg van het niet schoon spuiten van de bekis-tingen, voordat met het storten van de betonspecie wordtbegonnen.Goed1. Ter voorkoming van ontmenging:a. De betonspecie bij wanden midden tussen de bekistingen(afb. 2) en bij kolommen centrisch storten en door roeren in debetonspecie met lange latten of door kloppen tegen de bekistingende betonspecie goed dooreen werken.b. Bij trillen van betonspecie de duur van het trillen regelen naarde vochtigheidsgraad van de betonspecie en de frequentie van debetonnaald. Zonder de staven van de wapening aan te raken,zo lang trillen, dat luchtbellen opstijgen en zich een cirkelvormigbegrensd, effen en gesloten vlak van een taaie, plastische beton-specie heeft gevormd.Niet overmatig trillen op eenzelfde plaats, teneinde te voor-komen, dat de betonspecie wordt ontmengd, grote hoeveel-heden mortel naar boven worden gebracht en grove toeslag-korrels op zij worden gedrukt. De onderlinge afstanden tussende trilpunten zodanig kiezen, dat de werkingssferen elkandereven overlappen.V??r het storten van de betonspecie de bekistingen goed nat,doch niet drijfnat maken.2. Bij bekistingen van wanden het aantal naden beperken doorgeen bekistingplanken toe te passen, doch vlakke platen vanhardboard of betontriplex, aangebracht op de schaarbekisting.Hoe minder naden de bekisting heeft, hoe gelijkmatiger hetbeton,wordt. Elke naad in de bekisting komt ten nadele van dehoedanigheid van het beton.3. De bekistingen aan de ondereinden voorzien van spoel- ofveegluiken en voordat betonspecie wordt gestort, de bekistingenen de ruimte hiertussen grondig schoon spuiten.LICHT STERK HOOG I S O L E R EN D GOEDKOOPKLINKER-ISOLIET FABRIEK EN KANTOOR: AALST (Gld.)TEL. BRAKEL(K4I87) 307HET HOOGWAARDIGE EN LICHTSTETOESLAGMATERIAAL VOOR BETON246Cement 7 (1955) Nr 9-10
Reacties