A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pPrefabr icag ecement 2008 7 11dra.ir.-arch. S. Van de Voorde, prof.dr.arch. R. DeMeyer en prof.dr.ir. L. Taerwe, Universiteit Gent1)Geprefabriceerd beton is het meest toegepaste bouwsy-steem in de hedendaagse utiliteitsbouw. Vaak wordt ookde gevel in het systeem ingepast. In Belgi? spreekt mendan van architectonisch beton. In deze derde bijdrage inde serie over beton in de Belgische architectuur passerenenkele mijlpalen de revue.In 1962 maakt de Amerikaanse architectuurhistori-cus en -criticus G.E. Kidder Smith de balans op van`The New Architecture in Europe' [1]. Hij beschrijften analyseert in totaal 225 gebouwen in zestienlanden, die als geheel een algemeen beeld geven vande significante naoorlogse architectuurproductie inEuropa, maar ook per land een architectonische enculturele barometer uitmaken. Het niveau in Belgi?,met slechts drie gebouwen die het vermelden waardzijn, is volgens Kidder Smith teleurstellend en bekla-genswaardig: "Belgium has produced little of merit,architecturally spoken, since the first World War."E?n van de weinige lichtpunten in dit uiterstsombere rapport, is het Transportpaviljoen opExpo 58; Kidder Smith herinnert aan de ? Ameri-kaanse ? R.S. Reynolds Award die werd uitgereiktaan ir. Lipski en het team van architecten. Door hettijdelijke karakter van het paviljoen haalt deze con-structie de shortlist echter niet. Wel worden eensociaal huisvestingsproject in Luik (architectenBeton in de Belgische Architectuur (3)VAN FONCOLINTOT CBR1 |De toepassing van schok-beton in het Foncolin-gebouw (architectJacqmain)bron: Architecture,1959, nr. 271) Deze tekst sluit aan bij een lopenddoctoraatsonderzoek `Innoverendeen Experimentele Betonconstructiesin de Belgische Architectuur (1890-2000)' door Stephanie Van deVoorde. Het onderzoek wordt uitge-voerd aan de Vakgroep Architectuur& Stedenbouw, Universiteit Gent.Prof.dr.ir. Ronald De Meyer is pro-motor en prof.dr.ir. Luc Taerwe,Emiel De Kooning en Rik Van deWalle zijn copromotoren. Dit artikelis het derde in een serie van vier.Het eerste artikel, over GustaveMagnel, verscheen in Cement2008/5, het tweede, over AbrahamLipski, in Cement 2008/6.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pPrefabr ic age12 cement 2008 7Carlier, Lhoest en Mozin van `Groupe EGAU'), eenappartementsgebouw in Brussel (architect Stapels)en een kantoorgebouw in Brussel (architect Jacq-main) opgenomen. Vooral dit laatste, het Foncolin-gebouw (foto 1) voor de verzekeringsmaatschappij`Fonds Colonial des Invalidit?s' (1955-58), verdientbijzondere aandacht in deze reeks over innovatieveen experimentele betonarchitectuur in Belgi?. Alge-meen geprezen in de toenmalige architectuurpersals model voor de nieuwe Europese kantoorarchi-tectuur, kan het gebouw worden beschouwd als hetbegin van de ontwikkeling van `architectonischbeton' (of `schoon beton') in Belgi?.S c h o k b e t o nArchitect Andr? Jacqmain ontwierp het Foncolin-gebouw in samenwerking met architect VictorMulpas, meubelontwerper Jules Wabbes, ir.Degroodt en het Nederlandse bedrijf N.V. Schok-beton. Bepalend voor het ontwerp was het verre-gaande gebruik van dragende, geprefabriceerdegevelelementen: de gevel is opgebouwd uit 2500statisch onbepaalde kaders in gewapend beton, opbasis van wit cement [2]. Het zelfdragende karak-ter van de verdiepingshoge gevelelementenmaakte dat het aantal steunpunten in het gebouwtot een minimum kon worden beperkt en dat dekantoorvloeren vrij konden worden ingedeeld.Om het transparante karakter van de gevel te ver-zekeren werden de kadervormige gevelelementenzeer rank uitgevoerd: de doorsnede van de stijlenbedroeg slechts 120 x 430 mm2(foto 2). Deze ele-menten werden door Schokbeton vervaardigdvolgens het gepatenteerde schokproc?d?. Hierbijwerd de plastische betonmassa mechanisch ver-dicht met behulp van schokken: de bekistingsele-menten werden bevestigd op een speciale tafel envervolgens periodiek opgetild en plotseling `losge-laten'. Dit zorgde voor een uiterst snelle en goedeverdichting, waardoor de voltooide elementenuitzonderlijk duurzaam en stijf waren en zeerslank konden worden gehouden, zonder verliesaan constructieve eigenschappen. Bovendien wasgeen verdere oppervlaktebewerking nodig, wat deeconomische aspecten nog verder verhoogde [2].In Belgi? werd schokbeton reeds toegepast vanafhet begin van de jaren `50, onder meer in enkelesociale huisvestingsprojecten in Luik en Antwer-pen: architect Jos Smolderen gebruikte schokbe-ton voor de gevelpanelen van de drie woontorensaan de Jan de Voslei. Hugo Van Kuyck pasteschokbeton toe in de wijk `Luchtbal' voor de borst-weringen en als bekledingsmateriaal. Ook in hethuisvestingsproject te Luik van Groupe EGAU datdoor Kidder Smith werd vermeld, is gebruikge-maakt van schokbeton. Op schetsen van RenaatBraem voor de wijk `Het Kiel' in Antwerpen werdeveneens melding gemaakt van schokbeton, maarer zijn geen documenten bewaard die al dan niet2 |Andr? Jacqmain en JulesWabbes op de werf vanhet Foncolin-gebouwbron: coll. S. Van deVoordeS c h o k b e t o nHet schokproc?d? werd uitgevonden in 1931 door deNederlanders Mathijs E. Leeuwrik en Gerrit Lieve.In 1932 stichtten zij de N.V. Schokbeton in Zwijn-drecht en in 1936 legden ze hun uitvinding vastmet een patent. Vooral na de Tweede Wereldoorlogkende de N.V. Schokbeton een groot succes: inNederland werden vier dochterafdelingen opgericht,onder meer om te voldoen aan de grote vraag naarde grootschalige woningbouwsystemen die hetbedrijf ontwikkeld had. Het schokproc?d? werdonder licentie ook toegepast in het buitenland,zowel in Europa (Belgi?, Frankrijk, Duitsland,Zwitserland, Oostenrijk, Spanje, Itali?, Finland,...)als daarbuiten (Amerika, Japan, Rusland, Iran,Ghana,...). Bekende architecten als Marcel Breuer,Frank Lloyd Wright, Edward Durell Stone, Vanden Broek en Bakema zouden schokbeton toepas-sen, zowel constructief als decoratief.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pPrefabr icag ecement 2008 7 13bevestigen of schokbeton daar effectief is toege-past. In al deze projecten hadden de elementen inschokbeton echter voornamelijk een decoratievefunctie [3]. Pas nadien, met het Foncolin-gebouw,zou de decoratieve functie van schokbeton wordengecombineerd met een dragende functie.In 2001 werd het Foncolin-gebouw afgebroken endoor Jacqmain zelf vervangen door een nieuw kan-toorgebouw, `Le Sapphire'. Hierbij werden enkeleoriginele gevelelementen bewaard en in de hal vanhet nieuwe gebouw geplaatst.N a v o l g i n gHet samengaan van esthetische, constructieve entechnische kwaliteiten in het ontwerp voor hetFoncolin-gebouw leidde ertoe dat de vooroordelenover de vermeende negatieve invloed van prefa-bricage op de esthetische en architectonischekwaliteiten van een gebouw werden ontkracht. Deuitwendige vormgeving en de open plattegrondvan het gebouw, mogelijk dankzij het gebruik vanschokbeton, werden geprezen in de vakpers. Hetverscheen bijvoorbeeld op de cover van een the-manummer over kantoorgebouwen van het toon-aangevende tijdschrift `Architecture'.Ook zou het Foncolin-gebouw een inspiratiebronzijn geweest voor architect Gordon Bunshaft vanhet Amerikaanse bureau Skidmore, Owings &Merrill, bij het ontwerp van het kantoorgebouwvan de bank BBL (nu: ING) in Brussel (1961-65)(foto's 3-5). Oorspronkelijk had Bunshaft een3, 4, 5 | Het BBL-gebouw(architect Bunshaftvan Skidmore,Owings & Merrill)foto's: Arnold VanAckerA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pPrefabr ic age14 cement 2008 7gebouw in staal voorzien, in overeenstemmingmet de Amerikaanse opvattingen over kantoorar-chitectuur. Maar door economische overwegingen(de relatief hoge staalprijs in West-Europa in ver-gelijking met Amerika) en de inplanting langs dekleine ring in Brussel (tegenover het KoninklijkPaleis), werd uiteindelijk gekozen voor een monu-mentaal gebouw in beton. Om te komen tot eenzo effici?nt en flexibel mogelijk ontwerp van dekantoorvloeren, met zo weinig mogelijk internesteunpunten, werd het gebouw opgetrokken metgeprefabriceerde gevelelementen in schokbeton,die zowel een dragende als architectonischefunctie hadden. De elementen zijn kruisvormig,ruim 3 m hoog en 1,4 m breed, en zijn vervaar-digd met witte granulaten en wit cement. Dehorizontale armen werden verbonden met elkaaren met de achterliggende vloerniveaus doormiddel van ter plaatse gestort beton. Verticaalwerden de elementen verbonden met behulp vanroestvaste stalen scharnieren, die zich op halveverdiepingshoogte bevinden [4].Het BBL-gebouw had oorspronkelijk een recht-hoekig grondplan, maar werd in de jaren `90,zoals reeds voorzien in het eerste ontwerp, uitge-breid met een tweede rechthoekig volume tot eenH-vormig grondplan. Voor deze uitbreiding werd6, 7 | Het hoofdkantoor vanCBR in Brussel (archi-tecten Brodzki enLambrichs)foto's: Arnold VanAckerA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pPrefabr icag ecement 2008 7 15beroep gedaan op het bedrijf Decomo (Moes-kroen), een belangrijke speler op gebied vanarchitectonisch beton vanaf de jaren `80. Talrijkeproeven werden uitgevoerd om de originele gevel-elementen zowel naar uiterlijk als naar construc-tieve eigenschappen zo goed mogelijk te benade-ren zonder het schokproc?d? te hoeven toepassen.In het uiteindelijke resultaat duidt enkel de ver-vuiling op het verschil tussen de twee delen vanhet gebouw.C o n s t r u c t i e f s c h e m a a l s u i t g a n g s p u n tDe internationale waardering voor het Foncolin-gebouw en het BBL-gebouw zette de Belgischecementproducent CBR ertoe aan zich toe teleggen op de ontwikkeling van architectonischbeton. Samen met Ergon, een dochterafdeling vanCBR, werd in het begin van de jaren `60 een spe-ciale afdeling voor architectonisch beton opge-richt. Onderzoek werd uitgevoerd naar de idealebetonsamenstelling, verhardingstijd, bekistings-materialen, oppervlaktebehandelingen en de bestemanier om aansluitingen te realiseren. De vol-gende jaren werden, met Constantin Brodzki alshuisarchitect, de onderzoeksresultaten in praktijkgebracht met de constructie van verschillendegebouwen, zoals de eigen kantoorgebouwen vanErgon (1965, Lier) en CBR (1967-70, Watermaal-Bosvoorde, m.m.v. architect Marcel Lambrichs,foto's 6, 7) en het kantoorgebouw SWIFT I (1980-83, Terhulpen) [5].Voor elk van de gebouwen werd een nieuw ontwerpopgesteld voor de gevelelementen, die bepalendzijn voor het algemeen beeld, maar wel werd ertelkens beroep gedaan op hetzelfde constructieveschema. Intern waren er geen tussensteunpunten:de ruimte werd in ??n keer overspannen (van geveltot gevel of tot de centrale kern) met geprefabri-ceerde vloerelementen in voorgespannen beton(foto 7). De belasting werd per niveau overgebrachtnaar de dragende gevelelementen in architecto-nisch beton, die door Ergon volledig geprefabri-ceerd op de werf werden geleverd, inclusief begla-zing. De hoge graad van rationalisatie zorgdeervoor dat de gebouwen in snel tempo kondenworden gerealiseerd: het CBR-gebouw werd opge-trokken in amper vier maanden, in een gemiddeldtempo van acht ? negen werkdagen per verdieping[6]. Naast de technische en economische voordelenzorgden ook de architectonische mogelijkheden ende typische architectuurstijl voor een relatief grootsucces.In de jaren `60 en `70 werd architectonisch betonveelvuldig toegepast, voornamelijk in kantoorge-bouwen zoals ASLK in Brussel (foto's 8, 9), UCB inBrakel, NMBS in Brussel, Caterpillar in Gosseliesen Generale Bank in Mons. Met de overgang vanhet modernisme naar het postmodernisme, evolu-eerde ook de typische architectuurstijl van architec-tonisch beton. De beste illustratie hiervan is hetkantoorgebouw SWIFT II (1984-88, Terhulpen,Brodzki en Ricardo Bofill), de postmodernistischetegenhanger van SWIFT I (foto's 10, 11).De succesvolle ontwikkeling van architectonischbeton zorgde ervoor dat naast Ergon ook andere8, 9 |ASLK-gebouw inBrussel (architectLambrichs, 1974)foto's: Arnold Van AckerA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pPrefabr ic age16 cement 2008 7bedrijven zich hierop zouden toeleggen. Het reedsgenoemde bouwbedrijf Decomo richtte in de loopvan de jaren `70 een prefabricage-afdeling op enspecialiseerde zich vervolgens in architectonischbeton, waarbij ze de voordelen van fabrieksproduc-tie combineerde met innovatieve oppervlaktebe-handelingen en esthetische kwaliteitseisen. Deervaring en knowhow die ze in de loop der jarenopbouwde, bijvoorbeeld met betrekking tot zelfver-dichtend en `zelfreinigend' beton, maakt datDecomo momenteel toonaangevend is, zowel inBelgi? als op wereldniveau.W a a r d e r i n gNet zoals het BBL-gebouw kon het CBR-gebouwnationaal en internationaal rekenen op zeer veelwaardering: beide gebouwen werden getoond opde retrospectieve tentoonstelling `Transformati-ons in Modern Architecture 1960-1980' in hetMoMa in New York. Toch werd architectonischbeton niet door iedereen even zeer gewaardeerd:architectuurcriticus Geert Bekaert reageerde in`Bouwen in Belgi? 1945-1970' tegen deze zoge-noemde `CBR-stijl' en de onge?nspireerde toepas-sing van prefabricage [7]. In `Architectuur in driebewegingen' gaat hij zelfs nog een stap verder:"Het ergerlijke is dat CBR, praktische monopolie-houder van de Belgische cementproducties, zichgarant gaat stellen voor de toekomst van de archi-tectuur in dit land door deze te reduceren tot deprimitiefste vorm van een legospelletje. [...] archi-tectuur [wordt] zonder meer herleid tot een gevel,en dan nog een vlakke, saaie monotone gevel" [8].In het boek `Hedendaagse architectuur in Belgi?'formuleert Bekaert dit als "de beperktheid van hetdecoratieve systeem" [9]. De beeldende kracht van(de gevel van) het CBR-gebouw kan echter nietworden ontkend. nL i t e r a t u u r1. Kidder Smith, G.E., The New Architecture inEurope. Cleveland (Ohio), World Publishing co.,1961.2. Le Foncolin, Immeuble pour bureaux ? Bruxel-les. La Technique des Travaux, maart-april 1959,jg. 35, nr. 3-4.3. Berghman, J. & Gryp, A., Betoninnovaties in deBelgische architectuur: Schokbeton (paper inhet kader van het opleidingsonderdeel `Bijzon-der Vraagstuk: Hedendaagse geschiedenis vande bouwkunst II'). UGent, VA&S, 2006-2007.4. Novgorodsky, L., Le nouveau si?ge central de laBanque Lambert ? Bruxelles. La Technique desTravaux, sept-okt 1962, jg. 38, nr. 9-10.5. Hoste, G., Constantin Brodzki, architecte. Spri-mont, Mardaga, 2004.6. Novgorodsky, L., Nouveau si?ge social desCimenteries C.B.R. ? Watermael-Boitsfort. LaTechnique des Travaux, sept-okt 1971, jg. 47, nr.9-10.7. Bekaert, G. & Strauven, F., Bouwen in Belgi?1945-1970. Brussel, Nationale Confederatie vanhet Bouwbedrijf, 1971.8. Bekaert, G., Architectuur in drie bewegingen,in: Verzamelde opstellen 1966-1970: Los in deruimte. Brussel, Stichting Monumenten- enlandschapszorg, 1986.9. Bekaert, G., Hedendaagse architectuur in Belgi?.Tielt, Lannoo, 1995.10, 11 |Het kantoorgebouwSWIFT I (boven) ende postmodernisti-sche tegenhangerSWIFT II (onder), inTerhulpenfoto's: Arnold VanAcker
Reacties