Het gaat goed met hoogbouw in Nederland. Het feno-meen raakt meer en meer geaccepteerd en het beleidvan staatsecretaris Remkes (nota Wonen) biedt er meerruimte voor dan ooit, zelfs voor prestigieuze superhoog-bouw. Hoewel er in veel grotere steden aansprekendevoorbeelden van hoogbouw verrijzen, wordt nog vaak??n ding vergeten: de plintfunctie. "Het wordt tijd om instedenbouwkundig opzicht eens flink uit te halen."Rob van Engelsdorp Gastelaars, hoogleraar ruimte-lijkewetenschappenaandeUniversiteitvanAmster-dam en lid van de VROM-raad, is sinds de oprich-ting(beginjarentachtig)bestuurslidvandestichtingHoogbouw. Er is sinds die periode veel veranderd,zo vindt hij. "In de beginperiode waren we vooralbezigdeonzinverhalenoverhoogbouwtebestrijden.Dat was ook de primaire aanleiding om de stichtingop te richten. Planologen stelden bij woningbouwdestijds uitsluitend het traditionele gezin centraal.Men ging ervan uit dat wonen in hoogbouw eigen-A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pSt e d e n b o u wcement 2001 214UITHALEN INHOOGBOUWFrans OremusPlan De Resident in DenHaag, voorbeeld van eenintegraal plan waarbij laag-bouw en (bescheiden)hoogbouw samengaanfoto: AVEQ Fotografielijk te duur was voor gezinnen. Wel kenden we in dietijd al de zogenaamde `polderflats': industri?le hoog-bouw, bedoeld voor gezinnen, aan de randen van destad. Dit vond plaats als gevolg van de enorme kwan-titatieve behoefte, maar destijds werd bij voorkeurhoog gebouwd in niet-stedelijke gebieden."W o n e n i n d e s t a dIn de jaren negentig vond een duidelijke kenteringplaats in dit denken, mede naar aanleiding vansociaal-geografisch onderzoek door Van EngelsdorpGastelaars. "We ontdekten, eigenlijk al in de jarentachtig, dat er bij een bepaalde groep mensen grotebehoefte bestond aan wonen in de stad. We dedenonderzoek naar de samenstelling van woonhuis-houdens in centrale stadsdelen. Hieruit bleek datdeze huishoudens gemiddeld nog geen twee perso-nen besloegen en dat het veelal kinderloze stellenof alleenstaanden betrof. Zij ontplooien veel activi-teiten rondom hun carri?re en hebben behoefte aanveel centrale ontmoetingsplekken met een hoogvoorzieningenniveau. Het gaat om mensen die dusgraag midden in de stad leven en het niet erg vindenop een relatief kleine oppervlakte te wonen.Het onderzoek viel samen met een tendens in demaatschappij waarbij het traditionele huishouden? met vaste taken voor iedereen ? plaats maakte voorhuishoudens waar werk of scholing bij alle gezins-leden centraal staat. Deze huishoudens wordengekenmerkt door een tekort aan tijd, wat het zoge-naamde `monetariseren' in de hand werkt: het uit-besteden van allerlei huishoudelijke diensten.Om die reden willen deze gezinnen in de buurtwonen van voorzieningen als een scala aan winkels,(afhaal)restaurants en in sommige gevallen een kin-derdagverblijf. Het zijn mensen die dagelijks multipurpose trips maken; hun kind wegbrengen terwijl zenaar het werk gaan en bij wijze van spreken een jasjebij de stomerij ophalen terwijl de afhaalpizza in deoven staat bij het restaurant ernaast. Met deze groeprasechte stedelingen, die tegenwoordig ongeveer15% van de totale bevolking beslaat, werd in vroe-gere decennia geen rekening gehouden, laat staandat er in hun woonbehoefte werd voorzien. De stich-ting Hoogbouw zag het als ??n van haar taken testimuleren dat er woningen voor deze groep werdengebouwd in de binnensteden, in feite een soortzendingswerk voor hoogbouw."W e r k e n i n d e s t a dHetzelfde verhaal gaat op voor werkmilieus, zo steltVanEngelsdorpGastelaars."Infeitevoltrokzichhiereen analoge ontwikkeling. Veel kleine en middel-grote bedrijven wilden, wanneer ze voor hun dien-sten afhankelijk zijn van contacten, in de binnen-steden zitten. Het meest sprekende voorbeeld is hetkleine advocatenkantoor. Dat is net een (stedelijk)gezin. Om de klanten met weinig tijdverlies tekunnen bedienen, moeten de advocaten in de bin-nenstadkunnenopereren.Datheeftmedeeenrepre-sentatieve functie. Van belang is in elk geval dat demensen in het kantoor die veel externe contactenhebben, hun werk het beste in het centrum kunnendoen. Dat geldt overigens ook steeds meer voor grotebedrijven. Meer en meer ontstaan back- en front-offices. Hiermee wordt bedoeld een hoogwaardig enrepresentatief frontoffice in de binnenstad voor demensen die met klanten omgaan of veel contactenmoeten onderhouden. Zij willen zich bewegenbinnen stedelijke zakenfuncties, maar ook binnenuitgaansmogelijkheden zoals instellingen of evene-menten waar gelobbyed kan worden (skyboxen).A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pSt e d e n b o u wcement 2001 2 15Skyline Los Angeles: hoog-bouw als visitekaartje ineen laagbouwstadfoto: Stone ImagesDe plintfunctie mag ooklager uitvallen dan debegane grond, zoals bij deKoopgoot in Rotterdamfoto: Joost BrouwersIn een backoffice wordt de achterliggende admini-stratie verwerkt en een dergelijk gebouw is daaromminder gevoelig voor het stedelijke netwerk.Backoffices worden veelal aan de goedkopere stads-randen neergezet."De digitalisering en telematisering van de maat-schappij ? die als gevolg zou kunnen hebben daturbanisering afneemt omdat het niet meer uitmaaktwaar men zich bevindt ? heeft volgens Van Engels-dorp Gastelaars geen negatieve invloed op degeschetste ontwikkeling. "We hebben hier onder-zoek naar gedaan en daaruit blijkt dat telematiseringen voorzieningen als het internet vooral conditieszijn en geen gedragrichtende krachten. Internet ver-vangt niet het persoonlijke contact, maar laat dekwantiteit ervan eerder toe- dan afnemen. Vertrou-wen wekken in bijvoorbeeld zakenrelaties doe jeniet op de digitale snelweg, maar via persoonlijkecontacten."D r i e w o o n v o r m e nHet klimaat voor wonen en werken in de stad ? inspecifieke en op maat gesneden gebouwen ? iskortom gunstig. Temeer omdat de overheid detendens onderkent en eigenlijk voor het eerstecht beleid heeft gezet op compact wonen en werkenin de stad. In de nota Wonen van staatssecre-taris Remkes worden drie woonvormen onderschei-den: stedelijk/compact, suburbaan en perifeer/lan-delijk.Van Engelsdorp Gastelaars: "Door een duidelijkekeuze te maken voor deze drie woonmilieus kun jede verschillende disciplines die deze milieus vragen,echt ontwikkelen. Voorheen mengden we het inNederland altijd een beetje door elkaar: compactwonen, maar toch met een klein tuintje. Nu gaat hetom het maken van die keuze. De echte stadsmensneemt genoegen met weinig ruimte, maar wil veelnabijheid (van voorzieningen, red.). Hoogbouwbiedt daar de mogelijkheden toe en het vigerendeoverheidsbeleid biedt de mogelijkheid om in hoog-bouw nu eens flink uit te halen. Juist omdat ergekozen is voor gedifferentieerde bouw. Remkes isdaarmee op de goede weg. Ik hoop alleen dat de over-heid doorzet. De Vijfde Nota Ruimtelijke ordening(2001) maakt het moeilijk om de voorgestelde pluri-formiteit uit de nota Wonen te integreren. Dat komtomdat er zoveel belangen meespelen. Het ministe-rie van Verkeer en Waterstaat eist zijn ruimte voorinfrastructuur, Economische Zaken voor bedrijven-terreinen en Landbouw voor agrarische en recre-atieve ruimte. Het gevaar is aanwezig dat het belangvan gedifferentieerde woon/werkmilieus onderge-sneeuwd raakt."R e p e r t o i r e o n t w i k k e l e nToch vindt van Engelsdorp Gastelaars dat er meerA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pSt e d e n b o u wcement 2001 216Voorbeeld van eenverstandige keuze omhoogbouw te maken: deUtrechtse Baan in Den Haagfoto: Aeroview Dick Sellenraadruimte is gekomen voor de specialisatie in de driedoor VROM onderscheiden leefmilieus, al mag hetaltijd meer. "Als het hoogbouw betreft zie je dat er indedriegrotestedenRotterdam,DenHaagenUtrechtal veel gebeurt, maar ook in steden als Eindhoven enTilburg. We zijn bezig een repertoire te ontwikkelen.Hetisoefenen,wantNederlandsearchitectenenont-wikkelaars zijn er niet aan gewend dat ze zich mogenuitleven in ??n discipline.Er worden fouten gemaakt. Klassiek is die van het teweinig oog hebben voor de plintfunctie van hoog-bouw. Het is meteen het moeilijkste aspect ervan. Infeite bestaat de enige logische keuze om de hoogtein te gaan eruit, dat de begane grond zo dynamischis dat je wel de hoogte in m?et. Mooie voorbeeldenhiervan vormen natuurlijk de stedelijke centra vanNew York en Londen. Maar als je kijkt naar LosAngeles, dan zie je dat de skyline eigenlijk pure fakeis. Van oorsprong is deze stad immers langgerekt enlaag bebouwd. Maar om kosmopolitische uitstralingte cre?ren, is een skyline van hoogbouw neergezet,niet meer dan een visitekaartje. Dat gevaar doet zichookinNederlandvoor.KijknaarhetWeenainRotter-dam: daar is de plintfunctie totaal vergeten.De gebouwen zijn mooi en ze staan op de goedeplaats, maar ik geloof niet dat iemand voor zijn lolop de begane grond van het Weena loopt. En hetgebied rond het Haagse stadhuis heeft niet de dyna-miek die je bij dit soort imposante hoogbouw ver-wacht. Het is moeilijk om uit het niets dynamiek tecre?ren. Nogmaals, een natuurlijke noodzaak om dehoogte in te gaan is de beste methode. Goede voor-beelden zijn gedeelten van de bebouwing over deUtrechtse Baan in Den Haag, Sijtwende in Voorburgen ? hoe gek het misschien ook klinkt ? HoogCatharijne in Utrecht. Het is daar drukker gewordendan voorheen."P l i n t p l a nEen voorwaarde om de begane grond rond hoog-bouw niet te laten verworden tot sociaal onveiligeen architectonisch oninteressante stadsdelen, isvolgens de hoogleraar dat bij hoogbouw altijdvooraf over de plintfunctie moet worden nagedacht."Er moet een plintplan zijn waarin een balans wordtgezocht in wonen, bedrijvigheid en voorzieningen.Je moet in feite een noodzaak cre?ren voor dynamiekwanneer deze er van nature niet is. Je moet strevennaar een zekere vanzelfsprekendheid. In die zinheeft de stichting Hoogbouw nog een rol te vervul-len. Die ligt er vooral in om planologen, architectenen andere beslissers erop te wijzen dat er een inte-graal plan moet zijn, dus ook voor de begane grond.Maar lobbyen om de noodzaak van hoogbouw aan dekaak te stellen is niet meer nodig. Die missie is inbelangrijke mate geslaagd." A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pSt e d e n b o u wcement 2001 2 17Tot slot: de ware hoog-bouwskyline is zonder meerte vinden in New Yorkfoto: Zefa
Reacties