Stupr?-excursie naarEngeland (I)Kantoorgebouw aan de Goodman's Yard teLonden; staalskelet, bekleed metgevelpanelen van wit betonOp 2 en 3 september jl. werd dooreen groepStupr?-leden een viertal bouwwerken in enom Londen bezocht: magazijngebouwen,twee kantoren en een stadiontribune. Alleelementen die voor het welslagen van eenexcursie nodig zijn, waren aanwezig. Des-kundige gastheren verzorgden uitgebreidetoelichtingen, vaak waren er over en weeropenhartige discussies en steeds was ervoldoende tijd om de bouwwerken te be-zichtigen. Bij dat alles was het prachtig zo-merweer, heerste er een uitstekende stem-ming in het gezelschap en bleek de excursiemet zorg te zijn voorbereid.Het eerst bezochte project - de Kodak-magazijnen - is een bijzondere constructiedoordat voor dak en wanden uitsluitend TT-elementen zijn gebruikt. In de ontwerpfaseheeft men zich rekenschap gegeven van deproblemen die bij het monteren van derge-lijke elementen te verwachten waren, wat totbijzonder interessante oplossingen heeftgeleid.Het kantoor aan de Goodman's Yard is eenvoorbeeld van een gebouw dat praktisch al-leen te realiseren is in geprefabriceerd be-ton: een klein bouwterrein, gelegen aan eenuiterst drukke verkeersstraat in de binnen-stad.In kringen van Stupr?-leden is het inge-nieursbureau van de gebroeders Bobrowskiuit Twickenham geen onbekende. Al in hetverleden zijn er verschillende contacten methet bureau geweest. Het was dan ook bij-zonder plezierig dat beide broers tijdens hetbezoek aanwezig waren in het rugby-stadion van Twickenham. De daar in aan-bouw zijnde tribune met zijn 23 meter uit-kragende dakliggers, is niet de eerste tribu-ne die door bureau Bobrowski is ontworpen.De overdekte tribunes van de renbaan inGoodwood (zie Beton in beeld nr. 4 van1981), het Olympisch stadion in Calgary eneen soortgelijke constructie in Abu Dabi zijnalle ontwerpen van Bobrowski.Het Knoll Rise kantorencomplex ten slotte,heeft vloeren waarop geen constructievedruklaag wordt aangebracht. De balken enkolommen zijn verbonden door gebouteverbindingen, die een overstap naar demon-teerbaar bouwen mogelijk maken. Bijzon-der bij dit gebouw zijn ook de 13 m langekaarsrechte kolommen met een deklaag vanuitgewassen wit beton. Dit is een sprekendvoorbeeld van de zorg die besteed wordtaan het uiterlijk van de elementen bij hetbouwen in geprefabriceerd beton in Enge-land. Mede dank zij de natuurlijke toeslag-materialen worden kleuren en structurenbereikt die in bijgaande zwart/wit foto'sjammer genoeg niet tot hun recht komen.De twee eerstgenoemde projecten wordenbesproken in deze uitgave van Cement, deoverige volgen in het januari-nummer. Red.Distributiecentrum van KODAK, Hemel HempsteadTwee bijzondere dozenTwee grijze betonnen dozen, imposant vanafmeting en met een onduidelijke voor-bouw, dat is bij de eerste benadering hetdistributiecentrum van Kodak in HemelHempstead. Voor de meeste mensen zal hetdaarbij blijven, helaas. Echter, als construc-teur krijg je na een bezoek met toelichtingover de constructieve opzet en uitvoering,respect voor de ontwerper en de aannemer,waarbij zich gedachten opdringen als 'een-voud is het kenmerk van het ware' en 'het eivan Columbus'.De beide magazijnen zijn elk 156 m lang,19 m breed en 19 m hoog. Zij dienen vooropslag van fotomateriaal. Daarvoor is eenstrenge beheersing van het binnenklimaatnoodzakelijk; luchtvochtigheid en tempera-tuur mogen slechts binnen nauwe margesvari?ren. Voor de brandwerendheid is de eisgesteld op 4 uren. Het opslagproces is vol le-dig geautomatiseerd.Het project is voor de aannemer - JohnLaing Construction Ltd.-een complete op-dracht; zowel het gebouw als de installatiesmoesten door deze maatschappij wordenontworpen en uitgevoerd. De beschikbaargestelde bouwtijd was zeer beperkt. Voorontwerp en bouw was door Laing een ont-werpteam samengesteld, waarin alle disci-plines waren vertegenwoordigd. Integratiein ontwerp en uitvoering van gebouw, in-stallaties en inrichting, werd strak nage-streefd. Hierdoor heeft Laing - naar werdmeegedeeld - de opdracht tot bouwen inscherpe concurrentie kunnen verwerven.Voor de magazijngebouwen zijn verschil-lende ontwerpen gemaakt, zowel in betonCement XXXIV (1982) nr. 12 873Impressie van hetKodak-magazijnencomplexals in staal die getoetst werden aan de ge-stelde eisen. De staalconstructies sneuvel-den op de eis van brandwerendheid; de keu-ze voor het constructiemateriaal viel op be-ton. Aan de hoge eisen voor de klimaatbe-heersing kon het best worden voldaan dooreen gesloten doos met een vierkante dwars-doorsnede (voor een re?el bouwwerk dedwarsdoorsnede met de kleinste verhou-ding tussen omtrek en oppervlak). Dat intotaal 2300 pallets in twee voorraden moes-ten kunnen worden opgeslagen, bepaaldede afmetingen van de gebouwen. De be-schikbare bouwtijd (19 kalendermaanden)leidde tot een geprefabriceerde constructievoor de bovenbouw.Constructieve aspectenHet in uitvoering zijnde ontwerp heeft con-structief gezien een eenvoudig statischschema (fig. 1), namelijk een verend inge-klemd portaal. De wanden en het dak zijnsamengesteld uit TT-elementen, breed2,4 m. De wandelementen zijn in de funde-ring ingeklemd; wand- en dakelementenzijn momentvast met elkaar verbonden. Dewandelementen hebben een sandwich-opbouw gekregen (fig. 2). Van het buiten-blad is het dragende deel het TT-element.Dan komt de 70 mm dikke isolatielaag vansteenwol. Het beschermende binnenblad isvan gewapend-grindbeton en heeft een dik-te van 75 mm. Het binnenblad is met roest-vrij stalen draadankers door de isolatielaagheen bevestigd aan het buitenblad. Opdathet binnenblad niet zal gaan dragen en omde verschillen in vormverandering tussenbinnen- en buitenbiad (temperatuur, kruip,belasting) te kunnen opnemen, is het bin-nenblad in de lengte (= de hoogte van hetgebouw) door voegen in drie?n gedeeld. Dewandelementen zijn onderling verbondendoor elektrisch gelaste deuvels in het bui-tenblad en door achteraf ingeplaatste enaangevoegde betonnen deuvels in het bin-nenblad (fig. 3).Over de hoogte van het gebouw zijn driedeuvels aangebracht, elke deuvel juist bo-ven de horizontale voeg in het binnenblad.De voegen tussen de buitenelementen zijngedicht met polysulfidekit; aan de binnen-zijde zijn de verticale voegen gevuld metCement XXXIV (1982) nr. 12 874De gevels zijn opgebouwd uit TT-elementenOplossingen voor deuropeningenmortel. De rubberelastische kit in het bui-tenblad dient om de vormveranderingen indat deel van de wand op te kunnen nemen.De starre mortelvoeg (veel goedkoper) aande binnenzijde is mogelijk, omdat het bin-nenblad onder constante klimatologischeomstandigheden verkeert en in horizontalezin geen vormveranderingen zal ondergaan.De ontmoeting van de elementen op de hoe-ken van de gebouwen is opgelost door hettoepassen van een afzonderlijk element:een hoekkolom (fig. 4).Voor wanddoorbrekingen ten behoeve vanhet doorvoeren van luchtkanalen en voordeuren zijn kleine sparingen gemaakt tus-sen de ribben. Grote sparingen zijn gemaaktdoor een korter wandelement toe te passenen dit te ondersteunen dooreen latei, die isopgelegd op de ribben van de aangrenzen-de elementen door middel van inwendigestalen deuvels (fig. 5).De verbinding tussen wand- en dakelemen-ten is een lussenverbinding (fig. 6). Voor deoplegging van het dakelement is het wand-element van een console voorzien. Tijdensde montage werd een tijdelijke gelaste ver-binding gemaakt, waartoe in de elementenstalen hulpstukken waren ingestort. (Hetvoordeel van een droge verbinding, name-lijk het onmiddellijk kunnen functioneren,werd benut.) In een later stadium werdsteeds vooreen aantal elementen tegelijk deverbinding aangestort.Door de vereiste en aanwezige voorspan-ning hadden de wandelementen een initi?lekromming. Het eigen gewicht valt als belas-ting loodrecht op de as van het element na-melijk weg. Het excentriciteitsmoment, datoptreedt na plaatsing van de dakligger op deconsole - veroorzaakt door het eigen ge-wichtvan dit element-was juist zo groot dathet wandelement nagenoeg recht wordt(fig. 7).Aan de voet is het wandelement ingeklemdin de funderingsconstructie. Deze funde-ring bestaat uiteen doorlopendetrogvormi-ge balk, die per element wordt gesteunddoor een paaljuk van 2 palen met daarover-heen een sloof (fig. 8). De palen zijn gedi-mensioneerd op een maximum belastingvan 800 kN. Doordat de hoogteligging vande draagkrachtige laag sterk verloopt, va-rieert de paallengte van 11 tot 22 m. Dewandelementen zijn in de trogvormige balkgeplaatst met behulp van wiggen en aange-stort (per 4 elementen). Voor het aanstortenis beton gebruikt met een druksterkte na 28dagen van 50 N/mm2, dat na 3 dagen echteral een kubusdruksterkte had van 30 N/mm2.De begane grondvloer is een in het werkgestorte, voegloze plaat van gewapend be-ton die zelfdragend is uitgevoerd. Langs deranden is hij vrij opgelegd op de binnenkantvan de funderingsbalk. Overigens wordt devloer ondersteund door palen, geplaatst opeen vierkant stramien van 2,5 m h.o.h. (ziefig. a).Gezien de lengte van de gebouwen zijn in dewanden en het dak 2 dilatatievoegen aange-bracht. Deze voegen onderscheiden zichvan de overige voegen tussen de elementenslechts daarin, dat er geen deuvels zijn aan-gebracht. De begane grondvloer, in relatiefkleine delen gestort, is zonder dilatatievoe-gen uitgevoerd. Door het grote aantal palenzou een dilatatievoeg nauwelijks enig effectsorteren. Bovendien worden door de wijzevan uitvoeren de gevolgen van de verhar-dingskrimp sterk beperkt en door het ge-conditioneerde klimaat in de ruimte behoeftverder geen lengteverandering van beteke-nis van de vloer te worden verwacht.Bij de berekening van de gebouwen is naastde belastingen uit het eigen gewicht en denuttige belasting, rekening gehouden metCement XXXIV (1982) nr. 12875een windbelasting, behorend bij een wind-snelheid, waarvoor de kans bestaat, dat hij??nmaal per 50 jaar voorkomt. De tijdelijkeverbindingen en voorzieningen zijn echterberekend op een windbelasting met eenkans van optreden van ??nmaal per 2 jaren.Montage van de elementenDe in totaal 420 wand- en dakelementen zijngemaakt door Dow Mac Concrete Ltd. teStamford op drie lange banken. Doordat dewandelementen in horizontale positie zijnvervaardigd en getransporteerd, moestenzij op het werk worden gekanteld. Daartoewaren in de'kop van de elementen voorzie-ningen ingestort (fig. 9). Hieraan werd eenscharnierende hijshaak bevestigd. Voor hetmonteren kon worden beschikt over eenkraan meteen hijscapaciteit van 300 tm (De-mag CC 2000).Gezien de afmetingen en het gewicht van deelementen (de wandelementen hadden eenmassa van 33 ton) is voor het stellen enschoren een speciale techniek ontwikkeld:Voor dit bijzondere doel werd een over eenrail verrijdbare stelling geconstrueerd (fig.10), die aan beide langszijden over de bin-nenrand van de trogvormige funderingsbalkreed. De hoogte van deze stelling was zogroot (17,0 m), dat - staande op het boven-vlak - de binnenwerkzaamheden voor dedakconstructie en later voor de installatieskonden worden verricht. Diverse werkstei-gers zijn aangebracht ten behoeve van deafwerking van de wanden. De lengte van destelling kwam overeen met de gezamenlijkebreedte van 5 wandelementen (12,0 m).Aan de bovenzijde was de stelling voorzienvan de nodige vijzeis, waarmee de wandele-menten precies konden worden afgestelden in die positie vastgezet.Het onderste deel van de stelling (die wasontworpen als portaalconstructie) bood eenvrije ruimte om op de begane grond bouw-terrein open te houden voor opslag entransport alsmede om het storten van debegane grondvloer mogelijk te maken.Nadat de funderingsconstructie van heteerste deel van het gebouw voldoende wasverhard, werd de stelling opgebouwd, waar-na met het monteren van het gebouw werdbegonnen. De wandelementen van de top-gevel en de eerste vijf elementen van delangsgevels werden in de trogvormige fun-deringsbalk geplaatst, op de stelling afge-schoord en afgesteld. Vervolgens werdende dakelementen in het werk gebracht. Deelektrisch gelaste tijdelijke verbinding tus-sen dak- en wandelementen en de onderlin-ge verdeuveling van de wandelementen kre-gen daarna hun beslag, waarna de verticalevoegen tussen de wandelementen werdenvolgezet. Na het aanstorten van de voetver-binding en het voldoende verharden van ditbeton (kubusdruksterkte 30 N/mm2) waseen stabiel gebouwgedeelte tot stand geko-men. De stelling werd hierna over een af-stand van 4 wandelementen verreden. Decyclus van het monteren van wand- en dak-elementen kon weer worden gestart. Nuwerd echter niet gewacht tot het beton vol-ledig was verhard, maar werd de stelling -telkens over de afstand van ??n element-breedte - verplaatst en werd een tijdelijkkruisvormig windverband aangebracht (fig.10a-bVerrijdbare stelling voor de montage enondersteuning van de wand- endakelementenCement XXXIV (1982) nr. 1287611Schema tijdelijk windverband11). Hiermee werd bereikt, dat het gebouwper dag groeide met een lengte gelijk aan debreedte van 4 wandelementen (9,6 m). Devoortgang van het werk was daarmee onaf-hankelijk geworden van het aanstorten enverharden van de verbindingen van dewandelementen met de fundering en met dedakelementen. Het aanbrengen van de be-gane grondvloer gebeurde in een latere faseen was daarmee vrijwel onafhankelijk ge-worden van de weersgesteldheid.Bij deze wijze van monteren sluit eenvormvast gebouwgedeelte aan op een ge-bouwgedeelte dat net gemonteerd is. Om(ongewenste) verschillen in vormverande-ring tussen deze gebouwgedeelten te voor-komen is de stelling niet op sterkte maar opstijfheid gedimensioneerd. Nagestreefd iseen gelijke vormverandering ten gevolgevan de windbelastingen op een gereedgeko-men gebouwgedeelte en op de wandele-menten, die nog worden ondersteund doorde stelling. De stelling is daarbij niet bere-kend op de 2-jaars windbelasting die moetworden aangehouden voor constructie-onderdelen, maar op de 50.-jaars windbelas-ting voor de definitieve constructie.Bij een aaneenschakeling van elementenzoals bij deze gebouwen, is het gevaar vanuit de maatvoering lopen nadrukkelijk aan-wezig. Bij het ontwerpen is daarmee reke-ning gehouden door per gebouw zes ele-menten smaller te maken. De uitvoering vanhet eerste gebouw bewees echter dat hetmontageproces dermate in de hand te hou-den was dat met de helft van de smallereelementen kon worden volstaan. Vanaf hetgereedkomen van de bovenbouw is de stel-ling gebruikt voor het installeren van de ko-kers voor de klimaatbeheersing, desprinkler-installaties en de overige installa-ties.De hierboven beschreven wijze van werkenheeft ertoe geleid, dat de gebouwen waar-van met de bouw is gestart in september1981, ten tijde van de excursie in ruwbouwgereed waren en dat ??n der magazijnge-bouwen reeds was ge?nstalleerd. De opleve-ringsdatum in april 1983 wordt dan ook doorde aannemer vol vertrouwen tegemoet ge-zien. Met de bouw van beide magazijnen iseen bedrag gemoeid van 12,9 miljoen pondSterling.prof.ir.A.J.HogeslagHet 'Viaduct Site'-kantoorgebouw aan Goodman'sYardAlgemene beschrijvingIngeklemd tussen een spoorwegviaduct eneen drukke verkeersweg, in het centrum vanLonden wordt het 4 bouwlagen tellende'Viaduct Site' kantoorgebouw opgetrokken.Boven de begane grondlaag die met glasge-vels wordt gesloten, worden dragende ge-veielementen toegepast voor de drie verdie-pingen. De gebouwlengte bedraagt 70 me-ter, de breedte 13,60 meter. In langsrichtinggezien is op alle bouwlagen een rij midden-kolommen aanwezig 0,40 0,40 m, 6 meterhart-op-hart. Zodoende is het gebouw in de1Plattegrondbreedterichting verdeeld in ??n overspan-ning van 5,68 en ??n van 7,92 m. De midden-kolommen zijn uit ??n lengte geprefabri-ceerd over de volle hoogte van drie verdie-pingen. De 0,35 m hoge langsbalken onderde vloeren, zijn op een speciale wijze dienog wordt toegelicht, verbonden aan de ko-lommen.Aan beide uiteinden van het gebouw bevin-den zich kernen waarin trappehuizen, toilet-ten e.d. zijn ondergebracht. Ook de wandenvan deze kernen zijn geprefabriceerd. Deachterste kern is in het hart van het gebouwgeplaatst (fig. 1), de voorste kern bevindtzich grotendeels in de strook van 5,68 m.Het bouwterrein is dermate ondiep dat terweerszijden van het gebouw slechts 3 meterbrede werkstroken beschikbaar blijven.Daarnaast stelt de directe ligging langs despoorlijn beperkingen aan het werken metde kraan, de kraangiek mag namelijk nietboven de spoorlijn komen. Een en ander iser de oorzaak van dat het gebouw merk-waardig wordt gemonteerd. De bouwkraanis opgesteld in de strook van 7,92 meter (fo-to 2) en van hier uit worden beide kernen ende strook van 5,68 m gebouwd. De anderestrook zal later onder handen worden geno-men, waarbij de kraan van lieverlee naarbuiten het gebouw zal worden verplaatst.De totale verdiepingshoogte is 3,70 m. Hier-van resulteert een vrije verdiepingshoogtevan 2,70 m in verband met een dikte van0,12 m voor de constructieve druklaag en deafwerking samen, en een afstand van 0,63 mCement XXXIV (1982) nr. 12 8772Kraanbaan in ??n van de travee?narchitect: The Fitzroy Robinson Partner-ship, Londenconstructeur: George Wimpey ServiceGroup, Londenaannemer: George Wimpey RobinsonPartnership, Londenbetonelementen: Bison Concrete Ltd, Iver3-5Gevelopbouwtussen onderkant vloerplaat en de onderzij-de van de 0,25 m dikke vloerelementen. De-ze vloerelementen zijn 1,20 m breed en zijnvoorzien van smalle staande kanalen.Nadere omschrijving van debijzonderheden1. Dragende geprefabriceerde gevelele-menten.De gevelelementen zijn verdiepingshoogmet lengten in veelvouden van 0,75 m totmax. 6 meter. De betonschil met raamope-ningen is 0,20 m dik, de ribben zijn 0,45 mdiep. Foto 3 geeft een gevelfragment enaanzicht tijdens de montage; de onderstegevelelementen zijn 6 m lang en brengen debelasting over naar de gevelkolommen in debegane grondlaag. Foto 4 geeft een zijaan-zicht van een gevelelement. Foto 5 toontook de gemonteerde achterste kern en linksde middenbalk van de dakvloer die op een-voudige wijze kon worden opgelegd op dekoppen van de doorgaande middenkolom-men.2. Een 70 meter lang gebouw zonder dilata-tievoegen.Tussen de beide kernen heeft het betonske-let een lengte van 54 m in de smalle strooken 60 m in de brede strook. Zowel op-drachtgever als architect hadden bezwaartegen een doorgaande dilatatievoeg. Hetskelet is daarom vastgestort aan de achter-ste kern en alleen in het midden aan de voor-ste kern. Ter weerszijden van dit vastgestor-te deel zijn de vloeren op wandconsoles op-gelegd. Hiermee is bereikt dat scheurvor-ming inde langsgevels vermoedelijk niet opzal treden.3. Oplegging middenbalk aan doorgaandebetonkolommen.Deze oplegging is op foto 6 in beeld ge-bracht. In de kolommen is doorgaand vier-kantstaal 0,10x0,10 m ingestort dat aan bei-de zijden de oplegging vormt voor het in debalken ingestorte stripstaal. Het uitsteken-de stripstaal wordt in het werk gelast aan het6-7Verbinding middenbalk aan doorgaandekolomvierkantstaal. Op foto 7 is dat stripstaal nogte zien nadat de kolom-balkverbindingonder de betonvloer is aangestort.Door de gehele langsbalk zijn twee kabelsgevoerd (hoogwaardige 3/8"strengen) dienabij de kolommen zodanig worden gebo-gen dat de kolommen aan beide kanten wor-den gepasseerd. De kabels lopen van kerntot kern, maar zijn niet voorgespannen. Zedienen om het gebouw in langsrichtingmeer verband te geven.De vloerelementen worden nabij de kolom-men opengehakt over de kanaalhoogte en inCement XXXIV (1982) nr. 12 8788-9Aangrenzend kantoorgebouw metstaalskelet en gevelplaten van wit betonde kanalen worden stekken geplaatst. Namontage van de 7,92 m brede strook volgthet aanstorten van vloeren rondom de ko-lommen en wordt op die wijze een T-balkgevormd bij de oplegging.4. Kernen opgebouwd uitgeprefabriceerdewandenDe beide kernen zijn geheel geprefabri-ceerd. De staande voegen tussen de wandenzijn getande voegen met uitstekende luswa-pening waardoorheen een staaf ? 16 mmwordt gestoken. In de hoeken van de kernenwas ??n zijde van de voeg glad afgewerkt,waaruit kan worden afgeleid dat de kern isberekend als een samenstel van meerderewanden en niet als koker.Onderdeel van een kantorencomplexHet bezochte gebouw maakt deel uit van eengroot kantorencomplex. Het tegenoverlig-gende gebouw (eveneens in uitvoering) is10 verdiepingen hoog en wordt uitgevoerdals staalskelet met gevelpanelen van wit be-ton waarvan het eveneens witte toeslagma-teriaal is ge?xposeerd. Voor de vloeren zijn0,25 m dikke voorgespannen kanaalplatengebruikt.De foto's 8 en 9 geven enkele bijzonderhe-den van dat gebouw.In verband met de brandwerendheid wordtde staalconstructie bekleed met 2 cm dikkevermiculite-platen. Een vergelijking tussende beide in aanbouw zijnde kantoren leerdedat het beklede skelet per m2vloeropper-vlakte goedkoper zou zijn dan hetbetonske-let, maar dat zal ongetwijfeld een gevolg zijnvan de gekozen uitvoeringswijze van het be-tonskelet.SlotopmerkingHet voornamelijk civiele Stupr?-gezelschaphad voor de andere bezochte werken meerwaardering dan voor dit kantoorgebouw. Bijdie andere bouwwerken was de constructiebepalend en die kan als zuiver en eenvoudigworden gekenschetst. Blijkbaar had de ci-viel ingenieur daarbij de meest vooraan-staande plaats in het bouwteam vervuld, watvoor hem of haar toch wel gemakkelijk is.Niettemin was het bezoek aan het ViaductSite kantoor boeiend door de bijzonder ge-compliceerde constructies, waarbij het ge-heel alleszins verantwoord lijkt. Uit kortegesprekken met architecten constructeur isgebleken dat aan de laatste erg veel beper-kingen waren opgelegd. De samenwerkingin het betreffende bouwteam leentzich vooreen andere benadering dan uit de civiel-technische hoek.ir.J.A.Bonink(wordt vervolgd)TechnischnieuwsSchuimbetonDe sterk gestegen energieprijzen hebbeninvloed gehad in vrijwel alle sectoren van deindustrie. Ook in de betonindustrie is ge-zocht naar mogelijkheden om bij te dragentot energiebesparende bouwmethoden en-materialen. Dit heeft geleid tot onder ande-re de ontwikkeling van schuimbeton. Of ei-genlijk: de verdere ontwikkeling vanschuimbeton. Schuimbeton werd namelijkal toegepast v??r de Tweede Wereldoorlog;toen kwam het echter als gevolg van allerleitechnische problemen niet goed van degrond.Om misverstanden te voorkomen: schuim-beton is iets heel anders dan het reeds langbekende gasbeton. Bij gasbeton wordenluchtpori?n ingebracht door het toevoegenvan aluminiumpoeder aan een mengsel vanzand, cement, kalk en water. Dooreen che-mische reactie ontstaat dan waterstofgas,wat de gewenste porositeit oplevert. De ver-harding vindt vervolgens plaats door sto-men onder hoge druk, in autoclaven. Bijschuimbeton worden de luchtpori?n langsfysische weg ingebracht, namelijk het door-mengen van stabiel schuim in een basisspe-cie (zand-cement). De verharding vindtplaats onder normale atmosferische druk enbij gewone temperaturen. Het schuimmid-del kan worden toegevoegd bij de mengingvan het zand, cement en water. Een anderemethode is het werken met een los van despecievervaardiging bereid schuim (in eenschuimgenerator) en naderhand doormen-gen, bijvoorbeeld op de bouwplaats in eentruckmixer of andere mengapparatuur.Door het grote aantal fijn verdeelde lucht-Cement XXXIV (1982) nr. 12 879
Reacties