IUTILITEITSBOUW ICONSTRUCTIEFONTWERP I ISTATIONSGEBOUW-WESTSCHIPHOLCOMPLEXE BOUWOPGAVE STELT HOGE EISEN AANFLExmILITEIT IN ONTWERP EN UITVOERINGir.W:Spangenbel'g,ABT Adviesbureau voor bouwtechn?ek BV - DHV samenwerkende ingen?eursbureausIn hetjaar 2000 verwacht Schiphol een aanbod van 30 miljoenvertrekkende, aankotnende ofoverstappende passagiers. Deze groei(een verdubbeling van het aanbod ten opzichte van 1988) is gebaseerdop prognoses voor .de groei van de wereldluchtvaart, tnaar voor eendeel ook op het streven van de luchthaven otn ??n van debelangrijkste vervoersknooppunten in Europa te blijven.Dit gegeven vortnt de belangrijkste achtergrond vaneen scala aanbouwactiviteiten in de kotnende jaren. In Cement 1990, nr. 7/8 ishiervan een overzicht gegeven. In dit artikel wordt ingegaan op deuitbreiding van het stationsgebouw in westelijke richting: hetstationsgebouw~west.Artikelen over de E-pier en het CD-gebied zijnin bewerking.Om de realisatie vandeverschil~lende uitbreidingen in goedebanen te leiden is binnen deNV Luchthaven Schiphol een project-organisatie metde naam 'Schiphol2000'in het leven geroepen.Deze projectorgan?satie is opgedeeld invier projectgroepen: Landside, Termi-nal, Airside en Vitale Voorzien?ngenJBass.De projectgroep Terminal houdt zichbezig met de terminaluitbreidingen opde Luchthaven. Door de, voor dit pro-ject binnen een VOF opererende, sa-menwerkende ingenieursbureau's ABTen DHV wordt de constructieve vorm-gevingverzorgdvaneenaantal gebouw~delen zoals het stationsgebouw-west,het CD-gebied, de E-pier en de RinseHofstraweg.De realisering heeft plaats in bouw-teamverband. De voornaamste redenhiervoor is, naast kostenoptimalisatie,de korte bouwtijd, waarvoor de inbrengvan de aannemer tijdens het ontwerp-proces noodzakelijk werd geacht. Deaannemerscombinatie heeft ook eenoverall-opdracht om alle werken op deluchthavenzodan?g opelkaarafte stem-men, dat alle operationele activiteiten(zoveel mogelijk) ongestoord doorgangkunnen vinden.6SitueringHet stationsgebouw-west is aansluitendaan het bestaande stationsgebouw gesi-tueerd (fig. 1).Bij de bouwspeelt de aan-grenzende bebouwing een belangrijkerol:- noordzijde: door de platforms warentijdens de bouwfase de toelaatbarezettingen rondom de bouwput be-perkt;- oostzijde: aansluiting aan debestaandeD-pier en aan het CD-gebied. Ditlaatste deel vormt de verbinding methet bestaande stationsgebouw. Onderhet CD-gebied loopt de verbredespoortunnel van de NS (zie Cement1990, nr. 7/8). Door deze spoortunnelwaren eisengesteld aanzettingen, tril-lings- en geluidsisolatie;- zuidzijde: aansluiting aan nieuwevoorrijwegen en toekomstige over-kapping van hetJan Dellaertplein;~ westzijde: dit is de toekomstige uit-breidingsrichting.Specifieke ontwerpaspectenEen aantal aspecten heeft bij de tot-standkoming van het ontwerp een groterol gespeeld:- bouwen tijdens de ontwerpfase: van-wege de korte bouwtijd was het nood-zakelijk te starten met de uitvoeringop een momentdathetvoorlopig ont-werp nog in bewerk?ng was;- bouwen in operationeelgebied: de af-stemming op en de samenhang metdegelijktijdig in uitvoering zijnde om~liggende bouwwerken had invloed opde fasering van de uitvoering van debouwwerken;- bouwenvanwest naar oost:inverbandmet de uitbreidingsrichting van hetgebouwen de plaats van de dilatatieszou het logisch zijn te bouwen inwes-telijke richting. De reden om in om-gekeerde richting te bouwenhangt sa-men met de werkzaamheden van deNS. Deze omgekeerde bouwwijzeheeft voor de uitvoering en de detail~leringswijze van de betonconstructieeen belangrijke rol gespeeld;- uitbreidingsmogelijkheid: de ver-wachte groei van het luchtvaartver-keer is gebaseerd op prognoses. Het ismogelijk dat het luchtverkeer snellerofminder snel groeit. Vandaar dat hetstationsgebouw stapsgewijs in weste-l~ke richting kan worden uitgebreid(fig. 1).In de eerstefase worden twee eneen halve 'modulen' met een totalelengte van 150 m gebouwd. Een volle-dig afgebouwd stationsgebouwzal zeSmodulen omvatten;- uitbreidingsvormen: het ontwerpCement 1992 nr. 5mOest zodanig van opzet zijn dat toe~komstige uitbreidingen zowel aan de'landzijde' als aan de 'luchtzijde' mo~gelijk zijn;- toekomstige flexibiliteit: vanwege eenaantal onzekerheden tijdens de ont-werpfase, doch ook door praktijker-varingen met het bestaande stations-gebouw, blijkt het l1?odzakelijk denodige flexibiliteit inde constructie tehebben. Hierbij moet gedachtwordenaan de mogelijkheid tot het later aan-brengen van een aantal tussenvloerenen aan het later maken van sparingen.Overlast aan het in bedrijfzijndege~bouw moet dan zoveel mogelijk be-perkt blijven;- inbouw bagage-afhandeling: ten tijde1 Overzicht gebouwdelenluchtfoto: Aerophoto Schiphol bvJan Dellaedpleinvan de start van de uitvoering was dekeuze voor het bagage-afhande-lingssysteem nog niet gemaakt. Van-wege het belang van een optimaalfunctionerend systeem is bij de bepa-ling van de stramienlllaten rekeninggehouden met de inpasbaarheid vanalle geschikte systemen.Bouwkundig ontwerpHet bouwkundig ontwerp is afkomstigvan de architecten- en ingenieurscom-binatie Benthem Crouwel NACO. Dearchitect van het gebouw is irJBen-them. De karakteristieke gevelaanzich~ten zijn weergegeven in figuur 2.Het nieuwe stationsgebouw wordt ge~koppeld met het bestaande stationsge-bouw via het zogenaamde CD-gebied.(Dit deel, dat grotendeels boven de NSIIIII II II~~~~_~~---_-.IE-corridort '- BiDfe_HQ.fillre.s....,. ~ - .,....-I I I I IL : : : it stationsgebouw-West ~gebouw-We!itI ultbreldmg ~ II I I I II I I : II I I. IL ~ ~ __ ~~_====~~==========~Cement 1992 nr. 5 7ICONSTRUCTIEFONTWERP--~~-------IUTILITEITSBO?W2 Zuidgevel, gezien vanafhetJan Dellaertpleinen westgevel,gezien vanafde E-pier tekeningen: Benthem Crouwel NACOspoorlijn gebouwd is, blijft in dit artikelverder buiten beschouwing).Doordat de twee gebouwdelen gekop-peld zijnis het mogelijk de totale afhan-delingvandepassagiersonder??ndaktelaten plaatshebben.HoofdniveausHet nieuwe stationsgebouw kent eenaantal hoofdniveaus (fig. 3). De begane~grond is het aankomstniveau, de 1ever-dieping hetvertrekniveau (fig. 4). Het 2everdiepingniveau, de zogenaamde'mezzanine', kijkt uit op de vertrekhalen vormt een soort uitwuifbalkon.In de diepe kelder zijn ondersteunendefuncties zoals techniek, expeditie enaan- en afvoer van goederen gesitueerd.De ondiepe kelder is voor de bagage-af-handeling bestemd. Door de daglicht-toetreding, noodzakelijk in verbandmet de AREO-wet, kan de ondiepe kel~der ookworden beschouwd als eensou-terrain.Overige niveaus: de 3everdieping is be-stemdvoor techniekenvoor toekomstigATS (automatisch transport systeem) en3 Dwarsdoorsnede constructie foto: FritjofVersnel en Jeroen van Putten, Atnsterdam1S x 8.400m = 12.6.000 mNIVEAU 08NIVEAU 07NIVEAU 06NIVEAU 0\NIVEAU 04NIVEAU 03NIVEAU 02NIVEAU 01NIVEAU 00NIVEAU K1NIVEAU K2IIFL -1,1I ! lI 1Iko~torenluchtzijde8 Cement 1992 nr. 54 Plattegrond (constructief) niveau Olde 4e tot en met de 7e verdieping zijnkantoorlagen.ConstructiefontwerpStructuurDe gekozen stramienmaten zijn inlangsrichting 12,6 m enindwarsrichting8,4 m (fig. 4), gebaseerd op een moduul~maatvan 2,1 m voor beide richtingen.Een afwijking op de stramienmaten isaanwezig bij de kantorenzone. Vanwegehogere funderingsbelastingen is hiergekozen voor een stramien van 8,4 x8,4m.In langsrichting is het gebouw opge~deeld in gedilateerde stukken ('modu~~l75mlen') van 50,4 m. In dwarsrichtihg is ??ndilatatie aangebracht.DraagconstructieDe draagconstructie bestaat in hoofd~zaak uit een betonskelet van (ronde enovaalvormige) kolommeh en vloeren,waarvan de stabiliteit in beide richtin~5Horizontale doorsnede over schachten aan landzijde(assen TD-TE)@5250 52501950 400 2900 '900 400. 19S01 I1OK~ ..... ?.??j'"i~,ii,.~ -:-~~S.I!~.,>.- '"'-0 g0cl, ~;j;>-~"'>.- .~ L n -"""-- -c -=-e .. " :=--:=:r"'-S>.-Idilatatie6Horizontale doorsnede over schachten in ATS-zone(assen TL-TM)oo.~Cement 1992 nr. 5 9IUTILITEITSBOUW ICONSTRUCTIEfONTWERP7 Doorsnede over dilatatie terplaatse van kolomstrokenDILATATIEDILATATIE MET DEUVELS: [: [ ] : [: [: [: [: [8 Principe stabiliteit bij toekomstigeuitbreidingenI' 1 MODUUL ' 50 400 mUI lBRE laINGSRICHl ING..L.LI 1 MODUUL, 50 WO mUI TBRElOINGSRI (Hl ,,~gen wordt verzekerd door de transport-c.q. stijgschachten.Per moduul zijn op twee plaatsen in dedwarsdoorsnede op de moduul~scheiding schachtelementen geplaatst.De dilatatie loopt om de schachten heen(fig. 5-6), zodat een aanslag van de vloertegen de schacht ontstaat.Per moduul verzorgen de schachten delangs- en dwarsstabiliteit. De schachtenworden gevormd door kolomachtigedelen (dik circa 400 - 500 mm) die on-derling worden gekoppeld door balken(lateien). Op deze wijze ontstaan porta-len die, bij de gekozen constructie-afmetingen, een grote stijfheid bezitten.Deze stijfheid is nodig om het tweede-orde effect te beperken. De invloed vanhet tweede-orde effectis groot door hetgrote gebouwgewicht.Alle dilataties zijn opgenomen in devloerconstructie, zodat geen kolomver-dubbeling nodig is. De dilatatie is veelaluitgevoerd als tandconstructie (fig. 7).Door de asymmetrische plaatsing vande schachtelementen in de plattegrondis het noodzakelijk stabiliteitskrachtenevenwijdig aan de dilatatievoeg over tebrengen. Deze overbrenging heeftplaats door in de voeg opgenomen deu-vels (fig. 8).De dilataties vormen geen doorlopendevlakken, doch verspringen doordat deschachten ter plaatse van de scheidingvan de modulen zijn geplaatst. Het ver-springen van de dilataties vraagt zorg-vuldigheid bij het detailleren van deaansluitingen rondom de schachten.Op de 3e verdieping van het gebouw isrekening gehouden met de inpassingvan het toekomstige ATS-systeem. Debelasting uit dit transportsysteem wordtde hoofdconstructie ingeleid via ha-merkopvormige consoles. Door dezerechtstreekse afdracht via een trek-druksysteem wordt trillingsoverdrachtvoorkomen.Afwijkende constructie kantorenDe opzet van de kantoorconstructie opde niveaus 04 t.m. 08 is afwijkend en be-staat uit dragende prefab gevels, dikte200 mm.Aan de gevel zijn nokken aan-gebracht voor de oplegging van devloerconstructie. De vloerconstructiebestaat uit geprefabriceerde voorge-spannen kanaalplaten, voorzien van eenterplaatsegestorte druklaag, dik70 mmoDe wapening in de druklaag is doormiddel van stekeinden monoliet door-gekoppeld naar de ingestorte stekankersvan de prefab binnenspouwbladen(fig. 9).De vloerconstructie op niveau 04 wijktgeheel afvan de overige constructies enkan worden gezien als een verhoogdfundament dat de belasting uit de dra-gende gevel via een randbalk naar dezwaar voorgespannen kolomstrokenoverbrengt.Deze stroken zijn voorgespannen metBBRV-kabels waarin trapsgewijs tij-Uitvoering van de schachten ten behoeve van de kantoorgebouwen boven destationshal10foto's: NV Luchthaven SchipholCement 1992 nr. 5foto: Bob de RuiterIVNC9 Detail aansluiting kanaalplaatvloer-gevel bij kantorenC>.~,...__...._115 'IJ... ;Bsn. bgls. r-~-r2""V;~ I-- ::===~::.-:::- l==- r----I..-\--- g.~.I\,\.\If~~ I~~Ib=2400 ~~10 Wapeningsdetail kolomstroken niveau 04(splijtwapening niet getekend)dens de bouw, oplopend met de toena~me van de belasting uit de dragende ge-vel, de voorspanning is aangebracht(fig. JO).UitbreidingenDe structuuropzet van het gebouw iszodanig dat de modulen bij uitbreidingover de verschillende zones in dwars-richting kunnen verspringen.Zo is het in de toekomst mogelijk ombijvoorbeeld alleenovereen zone aan delandzijde een moduul bij te bouwen. Bijde opzet van de stabiliteitselementen ismet deze mogelijkheid rekening ge-houden (fig. 8).StaalconstructieDe staalconstructie van het dak vormteen sterk gezichtsbepalend element vanhetnieuwe gebouw. Het bestaat uitlichtCement 1992 nr. 5gebogen hoofdliggers met een hart-op-hart afstand van 3,15 m. Deze hoofdlig~gers worden ondersteund door hellendgeplaatste V-vormige staalkolommenhart-op-hart 12,6 m. De kolommensluiten rechtstreeks aan op de vloercon-structie.Bouwput eu funderingOnder het gebouw bevinden zich driekelderdelen, aan de 'landzijde' het diepekelderdeel en aan de 'luchtzijde' de on-diepe kelder voor de bagage-afhande-ling. Onder de voorrijwegen is eenkruipkelder gesitueerd (fig. 3).Diepe kelderHetbouwenvankelders inde omgevingvan Schiphol is door de hoge grondwa-terstanden een kostbare zaak. Hetgemiddeld maaiveldniveau bedraagt3,2 m - NAP terwijl de hoogste grond-waterstand schommelt rond de 4,2 m-NAP.Voor het nieuwe stationsgebouw heefteen uitgebreide vergelijking plaatsge-had van mogelijke keldervloertypen.Hierbij zijn varianten als vloeren mettussenruimtes voor leidingen (poeren-ruimtes) en monoliet vlakke plaatvloe-ren (met ingestorte leidingen) be~schouwd. Op ditlaatste type is uiteinde-lijk, hoofdzakelijk uit oogpunt van kos-ten, de keuze gevallen (fig. 11).De uitvoering van deze vloer zal in hetkort worden beschreven.Inverband metde aanwezigewaterdrukis voor dit kelderdeel (oppervlak circa12000 m2, ontgraving circa 10 m) geko-zen voor een uitvoering met behulp vanonderwaterbeton. Binnen een gesloten11IUTILITEITSBOUW ICONSTRUCTIEFONTWERP11 Doorsnede over vloer diepekelder130{) 130{) 2900 130{) 130{)7450- P(ll.uJ..uuuuumuBm? P[I[bouwput van damwanden is door mid-del van draglines en slibzuigers de put I--~-----~-----~---~~---~---~---jontgraven. Vervolgens zijn vanaf drij-vende pontons prefab betonpalen ge-heid. Hierna is onderwaterbeton (diktecirca 1 m) gestort door middel van hetHop-dobbersysteem. Het onderwater-beton is ter plaatse van de schachtenge-wapend.Het heiwerk leverde door een aantalfactoren de nodige complicaties op. Eenrol hierbij speelden:- de grote variatie van het basisniveau;- debeperkte bouchardeerlengte van depalen;- de beperkte plaatsingsmogelijkheidvan extra palen in verband met hetstorten van het onderwaterbeton;- het heien vanafpontons.Om adequaat te kunnen reageren oponverwachte situaties is een calamiteit-enplan opgesteld. Ditplanbevatte richt-lijnen voor het plaatsen van extra palenen een schaduw~palenplan met mini-male inheiniveaus, gebaseerd op vol-doende trekvermogen in verband metde kluitwerking. Achteraf kan wordengesteld dathet heiwerk zonderveel pro-blemen is verlopen.12 Cement 1992 nr. 5De dikte van het onderwaterbeton ver~schiltsterk. De variatie in dikteis hetge-volg van variaties in ontgravingsniveau(? 100 mm), fluctuaties van de Hop-dobber (? 75 mm) en de hoek waarmeehet beton uit de Hop-dobberschotelvloeit(1:8 ? 1:10).Constructiefis metde-ze fluctuaties rekening gehouden.De betonpalen (450 x 450 mm2) zijndoor middel van een gebouchardeerdoppervlak aan het onderwaterbeton (enook aan de constructievloer) verankerd.De maximale trekbelasting op de palenbedroeg 525 kN in de bouwfase. Na hetdroogmalen van de put en het schoon-maken van het onderwaterbeton is eenuitvullaag van vloeibeton gestort. Daar-na is het constructiebeton aangebracht.De functie van de uitvullaag is vooralhet opvangen van toleranties in het on-derwaterbeton. Er is bewust gekozenvooreen koppeling tussen het onderwa-ter- en het constructiebeton via schuif~weerstand en niet voor toepassing vaneen tussenliggende drainagelaag.Samenmet de wapening wordt bewerkstelligddat bij de optredende krimp een f~nverdeeld scheurenpatroon ontstaat.Voor de keuze van de wapening voor deconstructievloer (dik 1,25 m) heeft eenuitgebreide vergelijking van verschil~lende berekeningsmethoden (onder an-dere Noakowski/Bruggeling en Braam)plaatsgehad. Uiteindelijk is na afuregingvan de aspecten 'economisch wapenen'versus 'kans op waterdoorlatendheid'gekozen voor twee netten, waarbij dewapening is bepaald volgens het princi-pe van de 'beheerste scheurvormingvoor dikwandige constructies'. Toege-past zijn wapeningsnetten 020-115 on-der-en bovenin de vloer.De benodigde poeren voor de inleidingvan de krachten uit de kolommen zijnopgenomen in het totale constructie-pakket van 1,25 m. Ter plaatse van dekolommen en palen is extra wapeningtoegevoegd.1760012 Afinetingen standaardvloerveld1?Li ..1.1.1 VOORGESPANNEN ?KOlOMSTROOK VZA -I-2400 x 550 IL-:=i=-----------"------------------------"----------------------------"i--=-JVZAkblp efab op g(splijtwapening niet getekend)--t 250 t-Detail ter plaatse vanverankering voorspankabels_.... _-I a estii I I / Ij?2501/ li II" r Ie nok13VOORGESPANNEN BREEDPLAAT@~u_lnmunnu.nnu.nnnnu ...uu. ....=ml.?.+ - ~, I Ii----------i-"----------------------------"--------------------------"-----------1----------1Ioo~roCement 1992 nr. 5 13IUTILITEITSBOUW ICONSTRUCTIEFONTWERPZicht op het nieuwe stationsgebouw vanafde '1uchtzijde'foto: Bob de RuiterIVNCOndiepe kelderDe ond?epe kelder (oppervlak c?rca12500 m2, ontgrav?ng 4m) kon eenvou-d?ger worden u?tgevoerd dan de d?epe.De vloerconstructie wordt gevormddoor een 0,5 m d?kke vloer met plaatse-lijk poeren. Onder deze vloer ?s eendra?nagepakket aangebracht.De prefab palenzijnvanafhetmaa?veld,met een oplanger, gehe?d. Daarna ?s degrond ontgraven. Het evenw?cht van debouwputbodem ?s ?n deze fase verze-kerd door een spanningsbemal?ng.Naast de prefab palen zijn ook V?bro-palen toegepast en is bij de bestaandeD-p?er gebru?k gemaakt van trill?ngs-arme Fundex-palen. In totaal zijn c?rca3300 funder?ngspalen verwerkt.Bijzonder ?s nog de versterk?ng van debestaande D-p?er door middel van ?n-jectie van het zandpakket rondom depaalpunt met een waterglas-durc?sseurmengsel.Vloerconstructie in aankomst- envertrekhalDe volgende aspecten hebben een be-langrijke rol gespeeld bij de keuze vanhet vloersysteem:- algemene ontwerpflexib?l?teit: ?n hetontwerpstadium moest het mogelijkzijn w?jz?g?ngen in de vloervorm aante brengen;- sparingsflex?b?lite?t: de mogel?jkheidmoet bestaan om later sparingen aante brengen. Er zijn mogelijke spa-r?ngsconflguraties vastgelegd d?e la-ter, zonder overlast, kunnen wordenaangebracht;- vloerstijfhe?d ?n twee richtingen, be-nod?gd in verband met de steenachti-ge vloerafwerk?ng (tegels);- ger?nge construct?ehoogte in verbandmet gesche?den zones voor construc-tie en ?nstallatie, maximale hoogte550mm;- mogelijkheden voor overstekken intwee richtingen;- vere?ste brandwerendheid van hetskeletinverband met de moeilijkebe-reikbaarheid van het gebouw voor debrandweer door de grote diepte;- kosten: h?erop zijn een groot aantalfactoren van ?nvloed zoals bouwsnel~he?d, materieel- en personeels?nzet,marktonafhankelijkhe?d.Na een eerste selectie tussen mogelijkevloersystemenzijninoverlegmetde op-drachtgever en de aannemer de volgen-de v?er vloertypen uitgewerkt:- r?b-cassettevloer;- ribbenvloer;- breedplaatvloer;- voorgespannen breedplaatvloer.De uiteindelijke afweg?ng voor devloerkeuze heeft plaatsgehad aan dehand van bovengenoemde aspecten.Gekozen ?s voor een voorgespannenbreedplaatvloer (fig. 12). Ondanks degrotere stijfhe?d en sparingsflex?b?l?te?tvan de r?b-cassettevloer zijn de lagerekosten van de voorgespannen breed-plaatvloer bepalend geweest voor dekeuze.De vloer bestaat u?t kolomstroken (af-met?ngen 2400 x 550 mm2), ?n langs-richting overspannend. Deze kolom-stroken zijn gedeeltelijkvoorgespannendoor m?ddel van vZA-kabels. H?erbijworden het e?gen gew?cht en de rusten-de belasting weggespannen.De voorspankabels worden per moduul(50,4 m) eenzijd?gverankerd. Inverbandmetdebouwr?chtingzijnde kolomstro-ken aan de oostzijde, ter plaatse van ded?lataties afgespannen. De oplegg?ng bijde d?latatie is u?tgevoerd met een prefabnok (fig. 13). In dwarsrichting tussen dekolomstroken zijn voorgespannenbreedplaten met een d?kte van 230 mmtoegepast.B?nnen deze structuuropzet was heteenvoud?g overstekken te maken. Hoe-wel ereen hoge matevan repetitie in hetvloersysteem te ontdekken ?s, treden erdoor afwijk?ngen ?n betonvorm en be-lasting, ?n de wapening van de kolom-stroken veel versch?llen op. D?t resul-teerde ?n 27 versch?llende voorspanty-pen. De overige versch?llen zijn opge-vangen met de aanvullende zachtstaal-wapen?ng (gedeeltel?jk voorgespannenbeton). Aan de brandwerendheidvan deconstructie is voldaan door toepassingvan een verhoogde delling van 35 mmop de breedplaatwapening en zacht-staalwapening en een minimale dek-k?ng van 70 mm op de verlopende voor-spankabel.Aan de e?sen met betrelling tot spar?n-gen?svoldaandoor toepass?ngvanzones?n het gebouw waar?n c?rca 20% extrawapening ?n de breedplaat ?s opgeno-men.Gebouwgegevens- totaal bruto vloeroppervlak:90000 m2;- bouw- en ?nstallatiekosten, exclus?ef~TW, prijspe?l me? 1990: f. 213 mil-Joen;- kosten ruwbouw, exclus?ef BTW enABK, prijspe?l me? 1990:f. 67 miljoen;- start bouwdecember 1989,opleveringvolgens planning me? 1993.Betrokkenen bij de bouwOpdrachtgever: NV Luchthaven Sch?p~hol;arch?tect: Benthem Crouwel NACO;constructeur: ABT-DHV samenwer-kende ingenieursbureau's;adv?seur ?nstallaties: Ketel-Deerns sa-menwerkende ?ngenieursbureau's;aannemer: comb?natie KLS 2000(HBM, Ballast Nedam, Vermeer bouw,Volker Stev?n, mc Bouwgroep);aannemer installaties: GTI.14 Cement 1992 nr. 5
Reacties