Bij het ontwerp van de Beneluxlijn is gebroken metde eenheid in ontwerpstijl die de eerder gebouwdemetrolijnen in Rotterdam kenmerkte. Ieder stationvandeBeneluxlijnwordtgebouwdvolgenseenuniekontwerp (zie kader) dat aansluit bij de specifiekekenmerken van de directe omgeving. Co?rdinerendarchitectvoordeBeneluxlijn,MaartenStruijs,vathetarchitectonisch concept als volgt samen: "Deviaducten zijn de samenhangende elementen in demetrolijn. De stations moeten daarentegen uit-drukking geven aan de plek waar de trein stopt.Samen met stedenbouwkundigen van de gemeen-ten Rotterdam en Schiedam heb ik naar architectengezocht die een ontwerp kunnen maken dat aansluitop de omgeving. De stations krijgen hierdoor eensterk onderling verschillend karakter. We willenhiermee bereiken dat de reiziger aan de hand van dearchitectuur,duszonderopdebordjestekijken,weetwaar hij is. De lijn loopt langs veel verschillendeplekken met hun eigen sferen. Ze loopt door Pernis,Hoogvliet, Schiedam en Rotterdam. Mede door dieverscheidenheid hebben we het concept van decorporate identity voor deze metrolijn losgelaten. Ookomdat het niet meer van deze tijd is. Het is tegen-woordig lang niet meer zeker dat er nog maar ??nspoorwegmaatschappij over een lijn gaat. Daarnaastbeschouw ik corporate identity juist tegengesteld aansnelheid. Wanneer je alle stations hetzelfde vorm-geeft heb je als reiziger niet het idee dat je opschiet.Je blijft immers steeds in dezelfde context reizen.Hoe meer verschillende objecten je passeert, hoemeer verschillende ervaringen je hebt. Dat geeft eengevoel van dynamiek en snelheid die hoort bij eenmetrolijn."T u s s e n w a t e rAlsco?rdinerendarchitectisStruijsverantwoordelijkvoor het bewaken van de dynamische uitstraling inhet gehele traject. Maar ook als projectarchitect voorstationTussenwaterheeftStruijseendynamischeensnelheiduitstralendebiotoopvoordereizigergecre?erd.Op Tussenwater komen de Calandlijn (zoals deBeneluxlijn straks zal worden genoemd) en debestaande Erasmuslijn bij elkaar, waarna zegezamenlijkdoorgaanrichtingSpijkenisse.VlakvoorTussenwater sluit de Beneluxlijn vrijwel loodrechtaan op de Erasmuslijn, waardoor hij voor het stationeen scherpe bocht maakt. In deze bocht gaat hij overde Erasmuslijn heen, net voor hij het station bereikt.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pS p o o r w e g b o u wcement 2000 514STATION TUSSENWATER:REIZEN ALS RITUEELFrans OremusOp de plek waar de bestaande Rotterdamse metrolijn(Noord-Zuidlijn) en de nieuw aan te leggen Beneluxlijn(Oost-Westlijn) elkaar straks kruisen, verrijst op ditmoment station Tussenwater. Een bijzonder station. Nietalleen omdat de sporen op verschillende niveaus kruisen,maar ook omdat wordt gewerkt met twintig meter hogebetonelementen die twee gigantische poorten vormen,gesitueerd in een waterbassin. Ontwerper MaartenStruijs: "Ik heb bewust afgezien van een stationskap.Bij een stationskap blijf je stilstaan. Ik articuleer lieveractiviteit."1 | Maquettefoto stationTussenwaterfoto: Ren? de Wit2 | Trajecten Calandlijn enErasmuslijn, met positiestations Beneluxlijnfoto's: Henk van der Veen, MaassluisDoor deze kruising op verschillende lagen zijn ookdeperronsoptweeniveausgesitueerd.Medehieraandankt het station zijn hoogte. Maar de inzet vanbetonelementen met de bijzondere hoogte van 19meter was ook een architectonische keuze. MaartenStruijs: "Als element van architectonische presentatieheb ik de trappenhuizen een monumentaal volumegegeven. Ik wilde niet dat wanneer je de trap afgaathet plafond als het ware met je meeloopt, waardoorje er tegenaan zou kijken. Ik heb ervoor gekozen3,5 meter hoogte in het trappenhuis te houden,waardoor het station inwendig 18 meter hoog isgeworden."Het gehele trappenhuis ? dat zijn lengte heeftgekregen doordat de trappen aan de noordzijdeachter elkaar zijn geplaatst in plaats van naast elkaarzoals aan de zuidzijde ? is opgebouwd uit slanke enhoge betonelementen. Elementen die volgens dearchitect `zo lang zijn als een heipaal, maar eeniets andere vorm hebben gekregen'.Struijs: "Ik heb me daadwerkelijk door de heipaallateninspirerenindezindathetmeduidelijkmaaktedat het mogelijk moest zijn dergelijke smalle ele-menten te verwerken in een constructie die tegelij-kertijd een esthetische waarde bezit. Het ontwerp isdus ook ingegeven door praktische gegevens, zoalsde haalbaarheid in de hoogte van elementen die uit??nstukzijngemaakt.Ookdevervoerbaarheidervanspeelde een rol."L i c h tDe ruimte tussen de betonelementen van het trap-penhuis wordt opgevuld met een glasstrook. Hier-door ontstaat een hoog en ruimtelijk gebouw datoverdag, door de lichttoetreding, een hele anderecement 2000 5 15Maarten Struijs (Gemeentewerken Rotterdam) isnaast projectarchitect voor Tussenwater, co?rdine-rend architect voor de gehele Beneluxlijn, eennieuwe metrolijn van 11,8 kilometer die de mobili-teit in de Maasstad vanaf medio 2002 aanzienlijkzal verbeteren. Naast station Tussenwater, ??n vande zes stations in het nieuwe traject, ontwierp hij demetrobaan, werk- en relaisruimtes, gelijkrichtersta-tions en de nooduitgangen voor dit traject.Voor de stations koos hij bewust voor verscheiden-heid in ontwerp om ieder station te laten passen inzijn omgeving. Als co?rdinerend architect keekStruijs met Rotterdamse en Schiedamse steden-bouwkundigen naar de gewenste architectuur voorelk afzonderlijk station aan de hand van de speci-fieke kenmerken van de omgeving. Vervolgenswerden steeds twee architectenbureaus uitgenodigdom zich te presenteren. Na selectie, door de directie-raad van de Beneluxlijn, bleef een definitief ontwerpover. Zo is station Schiedam-Centrum, dat visueelmoest aansluiten op het bestaande NS-station, ont-worpen door Jan van Belkum (ArcadisBouw/Infra). Hans van Heeswijk Architecten isverantwoordelijk voor Station Parkweg, het enigeondergrondse station in het traject. Jos Verbakel &Lukas Ruys (Compositie 5) tekenden voor stationTroelstralaan, een `romantisch' station, met namedoor het gebruik van natuurlijke materialen. Hethightech ontwerp van station Vijfsluizen - nabij dehaven - is van de hand van Zwarts & JansmaArchitecten, terwijl station Pernis werd getekenddoor architectenbureau Ton Voets.Ver sch ei d en h ei d i n o n t wer p3 | Vlak voor Tussenwatermaakt de Beneluxlijneen scherpe bocht engaat over de Erasmuslijnheenkwaliteit heeft dan 's-avonds, wanneer het licht naarbuiten treedt. Er ontstaat zo in feite een soort om-kering. Dit effect wordt versterkt doordat een nabijliggende waterpartij wordt doorgetrokken, waardoorze rondom het station komt te liggen. De verticalearchitectuur van de gevel komt zo in de reflectie vanhet water terug. Struijs: "Ik heb bewust gekozenvoor water rond het station en onder het gedeelte vanhet viaduct dat bij het station ligt. Zonder het waterzou er een donker gebied ontstaan, met name onderdat viaduct. Wanneer de waterpartij is uitgegravenzal er rond het station een eigen, bijzondere wereldworden gecre?erd waarin licht een belangrijke rolspeelt."De reiziger benadert het station via bruggen die ookelders in de wijk zijn terug te vinden, waardoor deeenheid tussen het station en de nieuwbouwwijkwordt versterkt. Een ander, niet onbelangrijk, voor-deel van het omringende water is dat het schoonbeton van zowel het station als het viaduct niet zosnel zal worden beklad.P o o r t w a c h t e nDe entreehal van station Tussenwater markeert eensoort tussenruimte waarin twee betonelementenzijn losgezet van het gebouw, als een soort poort-wachten. Hier worden de personeelsruimten en dekaartverkoop gesitueerd. De ruimte is vrij laag.Opnieuw komt hier de dynamiek om de hoek kijken.Struijs: "De reiziger moet als het ware een lichame-lijke ervaring krijgen in de reis naar boven, waar deperrons liggen. De bedoeling is dat hij in bewegingblijft en niet het idee heeft dat hij zit te wachten opde trein. Om die reden heb ik de geijkte stationskapvermeden. Bij het ontwerp van een station is mensnel geneigd een stationskap te ontwerpen. Stationsals Amsterdam C.S. of Waterloo Station, met hunenorme en karakteristieke kappen, worden vaak alsreferentie genomen. Maar als je de stationskap arti-culeert, dan benadruk je het moment dat de reizigerniet op reis is. Ik articuleer liever de reiziger die nogop reis is, of naar huis gaat en afdaalt. Bij effici?ntopenbaar vervoer hoort de reiziger immers niet tewachten. Dat moet je dan ook niet tot ritueel maken.Je moet juist het reizen tot ritueel maken: van het enevervoer naar het andere door verheffing of afdalingnaar andere niveaus. Staat de reiziger overigenseenmaal op het perron, dan staat hij wel beschut."Boven de perrons hangen stalen, lichtgrijze kappenwaarin de lichtspleten worden doorgezet in glas.C o n t r a s tHet contrast tussen de binnen- en buitenwereld vanhet station zal groot blijken. De interieurs van detrappenhuizen worden glanzend betegeld. Doorlichtreflectie op de tegelwanden ontstaat een effectvan dematerialisatie, zo is de bedoeling. "Waar dereiziger aan de buitenkant een eerlijk en haast kleur-loos materiaal als schoon beton ziet, krijgt hij binnente maken met primaire kleuren: rood voor hettrappenhuis dat naar de Beneluxlijn leidt, en blauwvoor het trappenhuis van de Erasmuslijn. "Dit geefteen zeer ruimtelijk effect geeft. Ik heb even over-wogenookdebinnenkantinbetonuittevoeren,maardat zou een te dramatisch effect geven. Dan was heteen soort kerk geworden. Het hele strenge zit nuvooral aan de buitenkant, terwijl het binnen kleurigen vrolijk is. Het station past denk ik goed in dezewijk. De wijk Tussenwater ligt dicht bij industrie enbij de haven. Het is een overgangsgebied van industrienaar woonwijk. Ik heb geprobeerd de interactie daar-tussen door te laten klinken in het ontwerp." sA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pS p o o r w e g b o u wcement 2000 5 174 | Door de kruising opverschillende lagen zijnook de perrons op tweeniveaus gesitueerd.Mede hieraan dankt hetstation zijn hoogte5 | Primaire kleuren bepalenhet beeld aan de binnen-kant: rood voor deBeneluxlijn (toekomst:Calandlijn) en blauw voorde Erasmuslijn
Reacties