Egbert KosterOp een oude, enigszins verwaarloosde begraafplaats inde wijk Treptow, in het voormalige Oost-Berlijn reali-seerde het architectenduo Axel Schultes en CharlotteFrank een hypermodern crematorium. Hoewel in de vorm-geving van het crematorium elke vorm van religieuzesymboliek ontbreekt, heeft het gebouw een uitgesprokensacrale uitstraling. In een sterk ontkerkelijkte, multi-culturele samenleving als het hedendaagse Berlijn kangeen enkele religieuze iconografie nog aanspraak makenop algemene geldigheid. Dit maakt de behoefte vannabestaanden aan een `stemmige' omgeving om vanhun overleden dierbaren afscheid te nemen er echter nietminder om.Schultes en Frank losten dit dilemma op doorvertrouwde ingredi?nten van sacrale architectuur teverwerken tot een in beton uitgevoerde abstractecompositie van licht, lucht en ruimte, die nietteminonmiskenbaar associaties oproept met een tempel.Behalve van een streng symmetrische opzet, eenverhoogd vloerniveau ten opzichte van het maaiveld,`zware'monolitischewandenenkolommenalsmedeeen imposante verdiepingshoogte, voorzagen zij hetcrematorium ook van dramatisch, van boven inval-lend daglicht en een monumentaal `zwevend' dak.Daarnaast bevat de vormgeving echter ook sterkgestileerde verwijzingen naar natuurelementen diein voor-Christelijke riten en erediensten een rolspeelden zoals grotten, spelonken, bronnen, heiligebomen, de hemel, de sterren en de aarde.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 2000 1 17Crematorium in BerlijnSSPPIIRRIITTUUAALLIITTEEIITTVVAANN LLIICCHHTT EENN LLEEEEGGTTEEVoorzijde crematorium mettwee kleine rouwkapellendie als losse elementen inde betonnen nieuwbouwlijken geschovenfoto's: Ulrich Schwarz, BerlijnIn feite bestaat het hele bovengrondse deel van hetcrematorium slechts uit een kolossale lege recht-hoekige ruimte waarin, aan de voor- en achterzijde,een aantal nisvormige ruimten zijn uitgespaard.Deels fungeren deze nissen als open (uitpandige)entreeportalen; deels als (inpandige) rouwkapellen.Aan de langszijden wordt de lege ruimte begrensddoor twee enorme dubbelwandige betonnen schij-ven waarvan de `spouwen' zijn gevuld met kantoren,respectievelijk de installatietechniek. Door alle wacht-en condoleanceruimten samen te voegen tot ??ngrote centrale, monumentale hal, hebben Schultesen Frank het samenzijn van de nabestaanden vooren na de eigenlijke plechtigheid ook in architec-tonisch opzicht opgewaardeerd tot een wezenlijkonderdeel van het afscheidsritueel.S t e r r e n h e m e lWaar de drie nisvormige rouwkapellen vooral in hetteken staan van het afscheidnemen van de over-ledene en bezinning op de dood, staat de centrale halin het teken van het leven en de troost. Binnen deregelmatige geometrische compositie van het bouw-volume staan de negenentwintig kolommen in degrote hal volstrekt onregelmatig geordend, als woud-reuzenineenbos.Tussendekronenvandeze`woud-reuzen' vormen in de betonnen dakplaat verzonkenlichtarmatureneenogenschijnlijkwillekeurigpatroondat opmerkelijk veel weg heeft van sterrenbeeldenaanhetfirmament.Inhetcentrumvandehalbevindtzich een rond, in de vloer verzonken waterbekkenwaar continu water over de rand heenwelt. Kleine,A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 2000 118Detail ingangAchterzijde met de groterouwkapel in het middenmet zand gevulde uitsparingen in de natuurstenenvloer, aan de voet van oppervlakkige insnijdingenin de betonnen halwanden, fungeren als `aardse'pendant van de in het plafond opgenomen `sterren-hemel'.Schultes en Frank hebben deze verwijzingen naarnatuurelementen zodanig geabstraheerd en gesti-leerd dat zij een puur formele, esthetische kwaliteithebben gekregen. Men hoeft zich niet bewust te zijnvan de natuur-symboliek om de schoonheid van devormgeving te waarderen, al zal de symboliek in debeleving waarschijnlijk ? al dan niet onbewust ?altijd een rol spelen. De enige uitzondering hieropvormt het minuscule wit marmeren ei dat aan eenvrijwel onzichtbare draad boven het ronde water-bekken hangt als ondubbelzinnig en daardoor kit-scherig symbool van eeuwige wederkeer en hetonstaan van nieuw leven uit dode materie.De drie rouwkapellen waar de eigenlijke afscheids-plechtigheden plaatshebben, zijn qua vorm half-open,nisvormigeruimtenonderrechthoekige`hemel-gewelven' van glas en beweegbare louvres. Baar ensprekers staan onder het `open' hemelgewelf, nabe-staanden worden beschut door ogenschijnlijk vrij-staande betonnen schillen. In de spouwruimtentussen deze binnenschillen en de eigenlijke zaal-wanden bevinden zich onzichtbare orgelbalkons endiensttrappen naar deze balkons en naar de kelder.Niets verstoort de zuivere spiritualiteit van licht enleegte.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 2000 1 19Het nieuwe crematoriumvervangt op dezelfde locatieeen ouder exemplaar datniet meer voldeed aan dehuidige (milieu-)eisen.Gedurende het DDR-regimemocht op de oude begraaf-plaats niet wordenbegravenHet imposante betonnendak van de centrale hal lijktals een baldakijn in de luchtte hangen. De kolommeneindigen onder ronde dak-lichten. De enige verbindingtussen de kolommen endakplaat bestaat uit eenminimaal gedimensioneerdbetonnen `balkje' dat debovenzijde van de kolomslechts aan ??n kant verbindtmet de binnenzijde van hetdaklichtA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 2000 120In het interieur van de rouwkapellen verstoort niets de zuivere spiritualiteit van licht en leegte; de cilindrische hanglampen bevatten onzichtbare luidsprekersD o d e n r i j kDe niet minder zorgvuldig vormgegeven kelder vanhetcrematoriumheefteenaanmerkelijkproza?scherkarakter. Via omzichtig aan het zicht onttrokkenhellingbanenkunnenbegrafenisondernemers,vanafde achterzijde van de begraafplaats, met hun lijk-wagens naar een groot ondergronds `losplatform'rijden (12 opstelplaatsen). Direct bij het uitladenworden de lijkkisten voorzien van een barcode,waarna zij door een volautomatische, via inductie-lussengestuurdemagazijnwagentijdelijkopeenvanderuim600schappenvanhetkoelhuiswordenopge-slagen. Met behulp van dezelfde barcodes en maga-zijnwagens worden de kisten ook `just in time' naarde liften van de rouwkapellen en later de verbran-dingsovens gereden. Met een maximale capaciteitvan 12.000 crematies per jaar kan het nieuwe cre-matorium ruim eenderde van alle lijkverbrandingenin de Duitse hoofdstad uitvoeren.Het schrille contrast tussen de sacrale schoonheidvan de bovengrondse publieksruimten en de machi-nale functionaliteit van het hemelsblauw geschil-derde ondergrondse dodenrijk geeft het cremato-rium, in weerwil van de ernst van zijn functie,onwillekeurig ook een enigszins theatraal karakter.Het publiek komt aan de voorzijde binnen om, viade centrale hal annex `foyer', plaats te nemen in eenvan de rouwkapellen. De via de dienstingang aange-voerde lijkkisten belanden via de `coulissen' en de`podiumlift' in dezelfde ruimte.Na de afscheidsdienst verlaten nabestaanden en kistde rouwkapellen weer langs dezelfde weg waarlangszij zijn gekomen. Deze theaterachtige gang vanzaken is weliswaar inherent aan vrijwel elke vormvan eredienst, maar krijgt in dit geval, door hetcontrast tussen de geraffineerde architectonischeenscenering en het massale, machinale karakter vande lijkverbranding, een extra wrange bijsmaak. sProjectgegevensopdrachtgever:Bezirksambt Treptow, Berlijn (lease-nemer);Degecivo GmbH, Eschborn (lease-gever)architect:Axel Schultes Architekten, Berlijnaannemer:Bilfinger + Berger, Berlijnadviseur constructies:GSE Saar, Enseleit und Partner, Berlijn / IDL, BerlijnA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 2000 1 21Zijaanzicht met naarbeneden de toegang totde `bedrijfsruimten'Indeling begane grond
Reacties