Als tweede spreker trad op Christer Wannhe-den, aannemer in Zweden met als thema:'What does the contractor require from con-crete?'. De wensen die door Wannhedennaar voren werden gebracht ten aanzien vanbetoneigenschappen betrof o.a. testmetho-den voor beton op jonge leeftijd, die dooriedereen kunnen worden gehanteerd. Daarin Zweden ca. 95% van het beton door debetonmortelindustrie wordt geleverd betrofdit methoden ter bepaling van de water-ce-mentfactor, cementgehalte en betontempe-ratuur op de bouwplaats. Verder gegevensbetreffende adiabatische warmteontwikke-ling, een vloeibarebetonspecie meteen lan-gere verwerkbaarheid en tenslotte ook weereen duurzaam beton.Tijdens de discussie werd opgemerkt datvloeibaar beton (vloeibeton) is ontwikkeld,maar dat de aannemer vaak liever water dande duurdere (super)plastificeerders toe-voegt.Als derde spreker behandelde Pomery van deCement & Concrete Association, UK: 'Poten-tial properties of concrete'. Door Pomeroywerd naar voren gebracht, dat de eigen-schappen van beton in de normen alleen viade sterkte worden vastgelegd. Beton methoge en zeer hoge sterkten is reeds langbekend maar wordt meestal vanwege prakti-sche en economische redenen niet of nau-welijks toegepast. Sinds 1900 is de sterktevan het cement aanzienlijk gestegen. Omeenzelfde sterkte van het beton te bereiken isderhalve in de loop van de decennia eensteeds geringere hoeveelheid cement nodiggeweest. Gelijke sterkte betekent echter nogniet gelijke overige materiaaleigenschap-pen. Hij sprak zijn beduchtheid uit over hetverder opvoeren van de sterkte van het ce-ment in verband met een mogelijke terug-gang van de duurzaamheid van het beton.De eigenschappen van beton dienen verdervergeleken te worden met die van anderematerialen waarbij van belang zijn naast demechanische eigenschappen, de duur-zaamheid, het energieverbruik en de prijs.Als problemen die zich bij nieuwe ontwikke-lingen voordoen werden o.a. genoemd:- de weerstand tot veranderen;- het ontbreken van de (nieuwe) handvaar-digheid;- het niet in overeenstemming zijn met devoorschriften;- de vrees voor lange-duur effecten en- een slechte marketing.Tenslotte werd door Herbert Krenckel vande Technische Universiteit van Denemarkeneen voordracht gehouden over 'Fibre con-crete, tough and durable', een vezel betonop basis van polypropyleen vezels: Krenitfibre. De kano gemaakt van dit materiaalwon enige dagen later de betonkanorace.In de diskussie werd Olav Berge uit Zwedende gelegenheid gegeven iets nader te vertel-len over 3L Concrete, een lichtbeton op ba-sis van lichte toeslagmaterialen en wateraf-stotende bolletjes met een diameter kleinerdan 1 , (Cemos). Bij cementgehaltes van300-350 kg/m3, volumieke massa's van1000-1300 kg/m3worden sterktes bereiktvan 10-25 N/mm2bij een zeer goede ver-werkbaarheid van de betonspecie. De meer-kosten van het 3L-beton t.o.v. conventio-neel beton kunnen volgens Berge wordenterugverdiend door besparingen op kolom-men en wapening.Aan het colloquium werd door ruim 100personen deelgenomen.dr.R.F.M.BakkerSierbeton vandaag7Parkeergarage Northampton (GB),gevelelementen van uitgewassen betonfoto's en informatie: W.Goes TechnischeHandelmij BV, AmstelveenIn Nederland, Frankrijk en Duitsland neemtde toepassing van sierbeton nog steeds toe.Dat geldt eveneens voor de graad van exclu-siviteit in uiterlijk en vormgeving. Weinig ar-chitecten zullen bestrijden dat sierbeton inesthetisch opzicht een verrijking van eennormaal betonoppervlak kan zijn.Maar er zijn daarnaast andere voordelen. Deveroudering van het oppervlak is gelijkmati-ger en het effect van verkleuring en vervui-ling daardoor minder in het oog lopend. Datkomt onder meer doordat het aandeel vancementsteen in het oppervlak beduidendminder is. Het niet absorberende siergrindbezit een grotere weerstand tegen veroude-ring dan de absorberende cementsteen.Sierbeton kan volgens verschillende metho-des worden vervaardigd. Hierop zal naderworden ingegaan.ZurenDeze methode is alleen geschikt voor eenlichte etsing tot een diepte van circa 2 mm.Om de cementhuid te verwijderen wordt hetoppervlak van de elementen behandeld metzoutzuur. Voorkomen moet worden dat hetzoutzuur plaatselijk wegvloeit of zich er-gens verzamelt, daar zoiets kan resulterenin een variabele uitwasdiepte. Komt zout-zuur op plaatsen die niet mogen worden uit-gewassen, dan valt de aangerichte schadeniet meer afdoende te repareren.Indien zorgvuldig toegepast, levert de be-handeling met zuren een goed resultaat op.Voorschriften inzake gezondheid en veilig-heid bij de uitvoering maken deze methodeechter in veel landen minder aantrekkelijk.ZandbedDit proces verloopt in vier fasen:- in een horizontale mal wordt een laagzand gebracht en verdicht;- daarna wordt in het zandbed een laagsiergrind gestrooid die zich gedeeltelijk inde zandlaag drukt;- op.de lagen zand en siergrind wordt ver-volgens een laag dunne cementmortel aan-gebracht die binnen enkele uren opstijft;- nadat de wapening is geplaatst wordt hetzgn. kernbeton gestort.Dit is een omslachtig systeem dat alleen kanworden toegepast bij eenvoudige vlakkeelementen. Verticaal werk of scherpe hoe-ken kunnen er niet mee worden gemaakt. Demethode is ook niet geschikt voor in hetwerk te storten beton. Daarnaast is de gra-dering van het grind kritisch. Wanneer hetgrind te diep in het zand komt te liggen,wordt het onvoldoende door de cementmor-tel gebonden. Na een periode van enkeleCement XXXV (1983) nr. 5 3082Wembley Conference Centre (GB),gevelbekleding van geprofileerdeelementen van uitgewassen beton met witcementjaren is dan de kans aanwezig dat het grindals gevolg van verwering losraakt.Zand/gritstralenNa ontkisten wordt het element naar eenspeciale ruimte gebracht om te worden ge-straald teneinde de cementhuid te verwijde-ren. De bedieningsman van de straalappara-tuur dient een gezichtsmasker en een adem-halingsapparaat te dragen.Variaties in druk ter plaatse van het spuit-mondstuk, in zandkorrelgrootte, bewe-gingssnelheid en de hoek waaronder wordt3-4Toepassing van een chemische vertrager;verwijderen van de niet-verhardecementhuid door waterdruk en borstelengestraald kunnen alle een ongunstige in-vloed uitoefenen op het resultaat. De ele-menten worden doorgaans gestraald nadatzij 48 tot 72 uur oud zijn. Aan de duur van debehandeling zijn beperkingen gesteld. Ge-zondheids- en veiligheidsvoorschriften leg-gen ook dit proces beperkingen op. Niette-min zijn hiermee goede resultaten te berei-ken.BoucharderenVoor veel architecten is dit een bekend sy-steem. Met behulp van een pneumatischebouchardeerhamer die van meerdere kop-pen is voorzien, wordt de cementhuid ver-wijderd. Wanneer dit niet met de nodigezorgvuldigheid gebeurt worden ook grind-korrels gebroken, wat niet de bedoeling is.De bewerkingsdiepte is beperkt tot ca. 2mm. Door de hoge arbeidskosten en de ris-kante aard van de bewerking ondervindt hetboucharderen althans in betonfabriekenweinig toepassing meer.VlamstralenTen einde het siergrind meer te laten spre-ken wordt het oppervlak bewerkt met eengasvlam van hoge temperatuur. Dit leidt ertoe dat het grove siergrind wordt gespletenen de kleurnuances binnen de korrel medeinvloed gaan uitoefenen op de kleur van hetbetonoppervlak. Zowel bij ter plaatse ge-storte wanden als in de betonindustriewordt deze methode met succes toegepast.De bewerking is echter duur in vergelijkingmet bijv. zandstralen of chemische vertra-gers.Chemische oppervlaktevertragersVoor sierbeton geldt het systeem van che-mische oppervlakvertraging als de meestgebruikelijke. Chemische oppervlakvertra-gers bestaan in principe uit drie componen-ten:- een filmvormer om de werkzame vertra-ger op zijn plaats te houden;- een pigment voor de kleurcode en verste-viging van de film;- een vluchtig oplosmiddel om de gepig-menteerde film gemakkelijk te kunnen aan-brengen. Bij het harden van de film vervliegthet oplosmiddel.Het beton kan worden gestort nadat de ver-trager op de mal is gedroogd. Bij de verhar-ding van de betonspecie wordt de buitenstelaag tot controleerbare diepte in de verhar-ding vertraagd. Na het lossen van het ele-ment wordt de niet verharde cementmorteldoor borstelen of met water onder hogedruk van het oppervlak verwijderd.De moderne vertragers zijn eenvoudig enpraktisch in het gebruik. De uitwasdieptewordt aangegeven met behulp van eenkleurcode op de verpakking.De vertrager wordt met behulp van kwast,roller of spuit op de mal aangebracht. Destof moet snel drogend zijn om vertragingvan het produktieprocestoteen minimum tebeperken. Ter ori?ntering kan worden ver-meld dat een vertrager 10 minuten na hetopbrengen droog moet zijn en de betonspe-cie binnen 30 minuten na het aanbrengenvan de vertrager moet kunnen worden ge-stort. Aan chemische vertragers moeten ei-sen worden gesteld aan de bestandheid te-gen afschuring bij het storten en verdichtenom een uniforme uitwasdiepte te waarbor-gen; ook de bestandheid tegen hoge tempe-raturen bij versnelde verharding en het nietbe?nvloed worden in de werking bij variatiesin temperatuur en lossingstijd zijn belang-rijke factoren.Wanneer een element de mal verlaat, zal devertrager zieh op het element moeten bevin-den, zodat de mal zelf schoon achterblijft enonmiddellijk weer bruikbaar is. Bij het uit-wassen wordt gewoonlijk gebruik gemaaktvan een hogedrukspuitinstallatie (van 80 -150 bar).Met betrouwbare chemische vertragerskunnen de extra kosten voor een betonop-pervlak worden beperkt tot enkele procen-ten van de kosten van onbewerkte elemen-ten. RedactieCement XXXV (1983) nr. 5 309
Reacties