C o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gM o n i to r i n gDe metingen hebben de volgendetwee hoofddoelen:? aantoonbaar maken van de pres-tatie van de aannemer (besteks-eis) en de beheersing van hetbouwproces;? aantoonbaar maken van deinvloed op de omgeving tengevolge van het bouwproces.I m p l e m e n t a t i e b i n n e nR & K - s y s t e e mTijdens de besteksfase is een pro-gramma van eisen (PVE) tenaanzien van de monitoring opge-steld dat als contractdocument aanhet bestek is gekoppeld. Tegelijk ishet risico- en kwaliteitssysteem(R&K-systeem) waarin de monito-ring is ondergebracht, ge?mple-menteerd. In het PVE is uitge-breid beschreven hoe, wat, waaren wanneer de aannemer moetmonitoren. Ook is aangegeven opwelke specifieke monitoringpara-meters de aannemer moet sturenaan de hand van signalerings- eninterventiewaarden (S/I-waarden).Naast de monitoring door de aan-nemer wordt ook monitoring doorPRR in opdracht van de opdracht-gever RET uitgevoerd. Het belang-rijkste doel van de monitoring vande aannemer is het aantoonbaarmaken van de bouwprestatie, debeheersing van het bouwproces ende invloed van het bouwproces opde directe omgeving tot 5 m vande werkzaamheden. De monito-ring van de opdrachtgever richtzich voornamelijk op de invloedvan het bouwproces op de omge-ving buiten 5 m van de werkzaam-heden (gebouwen, kunstwerkenen grondwaterstanden in de wij-ken). In tabel 1 wordt een over-zicht van de verschillende soortenmonitoring gegeven.Organisatorisch is de bewakingvan de monitoring tijdens de uit-voering geplaatst binnen hetR&K-systeem. De belangrijksteactiviteiten met betrekking totmonitoring zijn:? inhoudelijk toetsen van moni-toringplannen van de aanne-mer;? toetsen van monitoringdata aanS/I-waarden.Voor een aantal monitoringspara-meters zijn S/I-waarden vastge-steld, hetzij door de vergunning-verlenende instantie zoals ProRailbij passages railinfra, hetzij aan dehand van normen/richtlijnen zo-als de SBR met betrekking totschade door trillingen. De aanne-mer moet zijn monitoring toetsenaan de gestelde S/I-waarden en inde werkplannen van te vorenhebben aangegeven welke actieser ondernomen worden indien deS/I-waarden overschreden wor-den, de zogenoemde procesbe-heersmaatregelen.Om snel te signaleren en in tespelen in het uitvoeringsprocesmet betrekking tot monitoringworden door het R&K-systeemstructureel en waar mogelijk pro-actief risico's en afwijkingen ge?-dentificeerd, gelabeld, geanaly-seerd en gealloceerd. Dit resulteertPro-actieve controle tijdensde uitvoeringir. R. Berkelaar en ir. E. Smits, Projectbureau RandstadRail RotterdamVoor de aanleg van de boortunnel is ??n van de ontwerpcriteria dat omge-vingshinder en schade tot een minimum beperkt moeten worden. Dit criteri-um heeft een belangrijke rol gespeeld bij de keuze van de bouwmethodieken.Echter elke funderingstechniek heeft een wisselwerking met de omgeving. Omdeze wisselwerking vast te stellen en hierop te kunnen sturen en eventueel inte grijpen wordt monitoring uitgevoerd.Tabel 1 | Overzicht monitoringmonitoring aannemer ( besteksverplichting PVE) monitoring opdrachtgevergericht op bouwproces gericht op omgeving en vergunningen(5 m van werkzaamheden)bouwkuipen ? trillingen panden en kunstwerken meten van deformaties buiten directe be?nvloe-? geluid dingssfeer werkzaamheden aannemer? grondwaterstanden, debieten? gronddeformaties? gronddrukken? milieukwaliteit vrijkomende grond? etc, etcTBM ? trillingen grondwaterstanden meten grondwaterstanden buiten directe? gronddeformaties be?nvloedingssfeer werkzaamheden aannemer? spoordeformaties? maaiveldzakkingen? milieukwaliteit vrijkomende grond? etc, etccement 2005 154C o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gM o n i to r i n gin voorstellen en door de betrok-ken partijen te nemen acties. Deafwikkeling van die acties wordtvervolgens weer gemonitoord. Ditcyclische proces is weergegeven infiguur 1.G e n e r i e k e z e t t i n g s e i sAan de aannemer is als bestekseisopgelegd dat de generieke maai-veldzetting na de passage van detunnelboormachine (TBM) nietmeer dan 25 mm mag zijn. Dezeeis is in overleg met de verzeke-raars ook in de polis van de CAR-verzekering gebruikt als zekeremaatstaf voor de zetting. Binnendeze waarde wordt geen schadeaan gebouwen en objecten ver-wacht. De zettingseis is opgesteldin samenwerking met GeoDelft engetoetst aan de bebouwing langsde Statenweg en het NS-emplace-ment Rotterdam CS.Aanvullend op de generieke zet-tingseis gelden specifieke eisenopgelegd in relatie tot vergunnin-gen zoals in het kader van de vei-lige berijdbaarheid van sporendoor ProRail bij de onderdoorgan-gen NS-emplacement en de Goud-se lijn en ook van Rijkswaterstaatbij de onderdoorgang rijkswegA20.S p e c i f i e k e m o n i t o r i n gl o c a t i e sOp een aantal locaties is er eenduidelijke interactie tussen hetuitvoeringsproces en de omge-ving.Dit geldt met name voor die loca-ties waar de aanleg van tunnel ofbouwput de omliggende objectenkan be?nvloeden. Voorbeeldenvan dergelijke locaties zijn:? passage tramviaduct Schiepleindoor de TBM;? passage kades Noorderkanaalen hoek bebouwing Gordelweg-Statenweg door de TBM;? diepwandbouwputten SFD, Sta-tenweg en Conradstraat inrelatie tot omliggende panden.Op deze punten wordt de bodem-verplaatsing die door de tunnelaan-leg of bouwkuipen wordt veroor-1 |Cyclisch proces monito-ringcement 2005 1 552 |Meetcontainer spoorlig-gingC o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gM o n i to r i n gcement 2005 156zaakt, gemeten door de aannemeren wordt tevens de beweging vaneen pand of object vastgelegd doorhet inmeten van de meetbouten.Deze laatste meting heeft plaatsonder verantwoordelijkheid vanPRR (zie tabel 1).C o n t r o l e t r a j e c t e nIn het trac? zijn de passageszandbak (kort na de startschachtin de SFD) en sportvelden (tussenSchieplein en A20) bewust in hetPVE aangemerkt als trajectenwaarbinnen de beheersing van hetboorproces wordt beoordeeld. Hetbetreft een kwaliteitscontrole alvo-rens de passage van de zeer be-langrijke infrabundels van deGoudse lijn en de rijkswegA20/Noorderkanaal plaatshebben.De redenen voor de vooropge-stelde controlemetingen zijn:? beoordelen boorproces van deaannemer;? kalibratie en een terugkoppe-ling naar de uitgangspuntenvan de door PRR uitgevoerdeberekeningen van de zettings-troggen.M o n i t o r i n g i n r e l a t i em e t v e r g u n n i n g e nDe waterschappen en de Provinciestellen strenge eisen aan grondwa-teronttrekking. Daarnaast moetrekening worden gehouden metbeheerders van de infrastructuur(ProRail, Rijkswaterstaat, leiding-beheerders) die eisen dat hunobject geen schade ondervindt vande werkzaamheden en dat deexploitatie onverstoord kan door-gaan. Als voorbeeld hoe aan despecifieke vergunningeis vanProRail wordt voldaan (metbetrekking tot de veilige berijd-baarheid van het spoor) wordthierna beschreven hoe de monito-ring van het spoor is opgezet.De monitoring van de sporenheeft plaats met een volledig geau-tomatiseerd systeem. Elke 6 m isop een dwarsligger een prismagemonteerd. Op enige afstand vanhet spoor staat op een vast punteen roterende tachymeter die elkkwartier de exacte positie enhoogte van een meetpunt vaststelt(foto 2). De meetwaarde wordtautomatisch verwerkt. De soft-ware vergelijkt de meetwaardemet de nulmeting en het verschilwordt getoetst aan vooraf vastge-stelde S/I-waarden. Bij naderingvan een spoorverplaatsing gelijkaan de signaleringswaarde, zendtde computer een signaal uit dathet alarmsysteem triggert. Op hetmoment dat het alarmsysteem inwerking treedt neemt de uitvoer-der maatregelen en modificeerthij het werkproces.M o n i t o r i n g o m g e v i n gS t a t e n w e gNaast monitoring van de omge-ving - die strikt onder vergun-ningsvoorwaarden (ProRail, Rijks-waterstaat enz.) of normen enrichtlijnen (SBR) valt - wordt eenaanvullende monitoring uitge-voerd in het kader van overlast enschade aan panden.Namens de opdrachtgever wordenalle panden, kunstwerken enz.binnen een bepaalde afstand totde werkzaamheden frequent inge-meten. Deze metingen wordenuitgevoerd aan meetboutjes die inde gevel zijn geplaatst (foto 3).Aan de hand van deze metingenkan een uitspraak worden gedaanover de deformatie van deze objec-ten. Deze monitoring van debebouwing vormt geen onderdeelvan de monitoring van de aanne-mer, omdat uit het ontwerp inrelatie tot de uitvoeringswijzen opbasis van onderzoek en ervaringblijkt dat de bouwactiviteiten geensignificante invloed op de bebou-wing zouden moeten hebben.Besloten is om deze metingen ineigen hand te houden. De monito-ring van de bebouwing dient naastjuridische en verzekeringsaspec-ten ook als middel om (on)ver-wachte effecten op de bebouwingte kunnen volgen. Het geeft de op-drachtgever een instrument om deinvloed van het bouwproces op deomgeving te volgen en om indiennoodzakelijk in te grijpen. Daar-naast wordt door een aantal ver-gunningverlenende instantiesmonitoring van de bebouwingge?ist, zoals in relatie tot bemalin-gen. De metingen worden internbinnen het R&K-systeem getoetstaan vooraf vastgestelde S/I-waarden. Zodra de signalerings-waarde wordt overschreden,worden in overleg met de aanne-mer maatregelen genomen.C o n c l u s i e sAfsluitend wordt gesteld dat vooreen project met de complexiteit enomvang van de tunnelverbindingStatenwegtrac? monitoring eenessenti?el onderdeel vormt van debeheersing van de uitvoering. Hetgeeft handvatten om de kwaliteitvan het bouwproces en de invloedvan het bouwproces op de com-plexe omgeving te monitoren,toetsen en beheersen. Door deinpassing van de monitoring ineen R&K-systeem heeft deze eenduidelijke plek in de uitvoerings-organisatie en is de kwaliteithiervan geborgd. 3 |Meetbout 3701 in gevel
Reacties