A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pWoningbou wcement 2006 320ir. M. WillemsBlok 16 maakt deel uit van het Masterplan van OMAvoor het nieuwe prestigieuze stadscentrum van Almere.Het autonome expressieve blok reageert op twee aan-wezige condities: het opbollende uiteinde markeert alseen soort poortwachter de ingang van de haven. Aanhet andere uiteinde is de beweging vervlakt en sluit hetvolume aan bij de orthogonale structuur van de naast-gelegen glazen woontorens. Het blok staat op een alsvoetstuk fungerende parkeergarage.Het opgetilde dekniveau bestaat voor de helft uit deentree en bergingen, het andere deel is een fitnesscen-trum, dat beneden op parkeerniveau doorloopt tot aanhet `waterplein'. Daar manifesteert zich het fitnesscaf?als zelfstandig paviljoen.Poortwachteraan de haven1 |Door het golvende gevel-oppervlak krijgt het blokeen dynamische kwali-teitA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pWoning bou wcement 2006 3 21Aan het ontwerp van Blok 16 ligt een analyse vanhet bouwen met tunnelbekistingen ten grondslag.Deze bouwmethode is financieel aantrekkelijkvoor het realiseren van grote woningbouwprojec-ten. Het grondprincipe van de tunnelbekisting ishet gelijktijdig storten van vloer en wand. Net alsbij extrusietechnieken impliceert dit een vastedoorsnede. Gebruikelijk is dat ook de tunnellengtegelijk is, waardoor een regelmatig betonskelet ont-staat. Door de diepte van naast of boven elkaargelegen tunnels echter te vari?ren, in dit geval van13 tot 18 m, wordt de monotone structuur door-broken. Door het golvende geveloppervlak krijgthet blok een dynamische kwaliteit (foto 1). Dezeongebruikelijke toepassing van tunnelbekistingveroorzaakt een relatief kleine stijging van debouwkosten, maar levert daarenboven een veelexpressiever beeld op.*C e n t r a a l g e l e g e n c o r r i d o r sBlok 16 is voorzien van twee centraal gelegen cor-ridors die de bewoners toegang tot de appartemen-ten verschaffen. De woonkamers van alle 49 appar-tementen zijn aan het water op het zuidengeori?nteerd. Trappen aan de noordzijde van hetblok verbinden hoger of lager gelegen ruimtes. Hethoofdtrappenhuis vult een vide over de volledigehoogte van het blok en bevindt zich op de plek waarde bolling in de gevel het sterkst is. De afwijkendefunctie is aan het exterieur afleesbaar door destrook smallere gevelpanelen.De holtes en bollingen in de gevel hebben een func-tionele grondslag. Zo markeert de deuk aan denoordkant de entreepartij en vloeit de uitpuilendezuidgevel voort uit de uitbreiding van een aantalappartementen met patio's.G e p o t d e k s e l d e e l e m e n t e nAanvankelijk was een houten gevelbekleding voor-zien, maar bij aanbesteding bleek dit te duur. Eennieuwe oplossing werd gevonden in de vervaardi-ging van een gevelelement dat steeds een hele tun-nelopening dichtzet. Deze elementen zoudengepotdekseld moeten worden, wat inhoudt dat depanelen langs alle randen elkaar overlappen. Ditkan alleen als ze in de hoogterichting zijwaarts ver-schuiven, wat een ongewenst diagonaal gevelbeeldoplevert. Door de aangepaste toepassing van hetpotdekselsysteem liggen de panelen aan de zijkan-ten niet tegen elkaar (foto 2). De ontstane boven-maatse kier wordt dichtgezet met een ander materi-aal, waardoor de platen visueel los van elkaarkomen. Dit geeft het gebouw twee gezichten: gladen golvend in de ene richting, ruw en verspringendin de andere.De gevel is bekleed met zilverkleurig geanodiseerdealuminiumplaat waardoor de voortdurend verande-rende lichtinval de wisselende uitstraling van Blok16 bepaalt en de suggestie oproept van een bewe-gend geschubd organisme. n* Uiteindelijk gaf de aannemer de voorkeur aan het toepassen vangestorte wanden in combinatie met breedplaatvloeren. Deze ingrij-pende verandering van uitvoeringsprincipe had geen consequentiesvoor het expressieve beeld en het karakter van het gebouw.3 |De voortdurend verande-rende lichtinval bepaaltde wisselende uitstralingvan Blok 162 |Door de aangepaste toe-passing van het potdek-selsysteem liggen depanelen aan de zijkantenniet tegen elkaar